Mijnt iaplite littrauM liSag.
Buroemeestek en Wethouders van Schiedam
A". 1878.
Kennisgeving.
Donderdag 11 April
M 4391.
T w ee
jLi_
Abonnementsprijs, per kwartaal. 1.85.
Franco per post, door het gehecle Rijk. - 2.50.
Afzonderlijke nommers- 0.10.
r
Boen te weten:
Bat het Kohier No. 1 der Plaatselijke Directe Be
lasting de-ter Gemeente, voor het dienstjaar '1878, dooi
den Gemeenteraad op den 8 April jl. vastgesteld, in
gevolge het bepaalde lij art. 205 der Gemeentewet,
gedurende acht dagen, voor een ieder ter lezing op de
Secretarie der gemeente is nedergelegd.
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet behoort,
den O April 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
P. J. "VAN MJK VAN MATENESSE.
Be Secretaris
A. W. MULDER.
SCHIEDAM, tien 10 April 187S.
sWat denkt ge tocli van den oorlog?" Zie
hier de vraag van den dag, en met den besten
wil van de wereld is het niet mogelijk, zelfs
bij benadering op te geven, wat de volgende
dagen brengen zullen. Neem het eerste blad
het beste; leg er vier opeenvolgende nummers
van nevens elkandcr^eii .ge._kr'jgt..een^qejjigs-
zins flauw begrip van wat politiek is. 't Is
maar de zaak, dat men goed weet te lezen.
"Wat zoudt ge in de laatste dagen der vorige
week hebben gezegd? De ooi log is onvermij
delijk. De hooghartige Russische taal na de
verschijning der Nota van Lord Salisbury klonk
als eeu reehtstreeksche oorlogsverklaring; zelfs
spraken Russische dagbladen, die met de Re
geering betrekkingen onderhouden van een
algemeene lichting zooals in '1812, toen Napo
leon het rijk bedreigde, en evenals toen klonken
ook nu de woorden«"Voor God, voor don
Czaar; voor het Vaderland!" «Voor God?"
jawel, deze woorden prijken aan het hoofd van
de phrase. Van tweeën éénde Russische
schrijvers moeten öf zeer oveituigd ziju van
den indruk, dien deze woorden op hot volk
zullen te weeg brengeu en bezigen die woor
den dus om bun doel te beruiken, en dan is
hunne speculatie een van de afschuwelijkste
soort; of zij meeuen wezenlijk, dat hun zaak
de zaak Gods is, cn dan verklaren we hen niet
te begrijpen.
«Voor God, Czaar en Vaderland dus," erger
kun liet niet; reeds hoort ge in de verbeelding het
gebulder van liet kanon, eu op nieuw verrijst
de krijg met al ziju rampzalige woorden voor
uw geest: stagnatie in handels- eu andere
ondernemingen, daling der fondsen, duurte der
levensmiddelen, legioenen van dooden en ge-
kwetsten. Dit alles vloekt verschrikkelijk
tegen de schoone voorjaarsdagen. Een volgend
nummer uwer courant doet u echter zoo iets
van een lichtstaal in het duister ontdekken. De
onderhandelingen gaan voort, zoo leest ge, en
tusschen de regels, die spreken van oproeping
van reserves, van oorlogskredieten, gepantserde
schepen, is als liet ware 'iets ingeschoven
van een land, dat Egypte heetdat raad-
sdachtige land beroemd, in de grijze oudheid
*'ii
BUilssi.tr: IAKKT, E, 124.
om zijn godsdienst, zijn wetenschap, zijn
reusachtige iverken; thans zeer bekend om
zijn buitensporige schuldenlast, en de dwaas
heden van zjfn beheerscher, den khedive, maar
ook weder beroemd wegens het reusachtige
werk, Ge doorgraving der landengte .van Suez.
We doelden 'er reeds vroeger op; Engeland
niet de Engelschen, maar het rijk kocht
de aandeelen in deze onderneming bij massa's,
en bet zou het land ook wel in bezit willen
nemen; het beheerschte clan door Gibraltar,
Maltha err Egypte de Middeliaudsfche zee eu
zpu tevreden, kunnen zijn. Oostcnrijksche bla-*
den spraken1, lezelfder tijd, dat een paar pro
vinciën, die thans tot Turkije behooien Bos
nië en Herzdgowina eigenlijk door de troepen
van Fi nns Jozef moesten bezet wordende
Oostenrijksche staat moest op zelfbehoud be
dacht zijn, vooral nu Rusland zijn veroveringen
zoo ver uitstrekte. Op deze eeuw zou de
19e eeuw ook hare verdeeling hebben: de 18e
had die vaii. Polen; de 19e kon prijken met
die van Turkije. Na een jaar of wat, er
is tocli ni.cA(cinieu\vs onder de zon, kon
dan bij wijze van tweede en derde verdeeling
de Turk geheel uit ons werelddeel verjaagd
worden. Wat Üuitsehlaud en Frankrijk van
den buit zouden erlangen, daarover geen woord;
misschien volgt dit later bij wijze van ver
rassing.
Zoodanige indrukken, als we boven neer
schreven, doet men op, wanneer men tusschen
de regels doorleest. Dat Engeland Egypte
gaarne iu bezit zou nemen geen twijfel daaraan,
en dat Oostenrijk eveneens wat gewichtiger
wenscht te worden, dan het iu de laatste jaren
was, is zeker, 't Is toch niet aangenaam voor
eeu staal als Oosteniijk beschouwd te worden
als opgcsclneveu ten doode, zooais vanDuitsche
zijde wel eens pleegt te gebeuren.
Eerder deukt het Huis Habsburg aan nieuwe
uitbreiding; men kent het beroemde A. E. I.
U. der Oostenrijkers: Austriae Est Inipe-
ïare ©rbi Uuiverso. (Aan Oostenrijk is het de
gansche wereld te beheerschen). De Duitscher
van voor dile eeuwen zette deze spreuk aldus ge
trouwelijk over: Alles Erdreich 1st ©sterreich
Untertlmu, de Nederlander maakte er van:
Aller Ecren Is Oostenrijk Vol. Welnu, onge
veer vier eeuwen is deze spreuk in Oostenrijk
gangbaar; haar waarheid te doen worden,
welk Oostenrijksch staatsman, die er niet naar
streven zou?
Nog andere teekenen van wijziging in den
gespannen toestand ziju waar te nemen. De
Russen vei klaren thans, dat de Rumeensche
zaakgelastigde niet goed heeft gehoord, toen
hij Ruslands besluit om aan dat land Bessarabie
te ontnomen, eeu onherroepelijken eiscli noemde,
integendeel, gaarne zal Rusland die zaak op
het Congres brengen. Eenvoudig wordt die
Rumeensche zaakgelastigde, Prins'Ghika, dood-
gelogen. Da eenige troost, die den man rest,
.Advertentieprijs: van 1tO gewone regels,
met inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer.- 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal beiekend.
!s, dat als alle zaken in orde zijn gebracht,
hij, onder degenen behoort, die bij gelegenheden
als deze een decoratie krijgen.
Do Rumeensche Vorst Karei van Ilohenzollern,
had aan Rusland leeds kennis gegeven, toen
hem de bedreiging van Rusland, zijn leger te
zullen ontwapenen, ter oore kwam, dat zijn
leger wel verpletterd kon worden, maar zich
niet zou laten ontwapenen. De dood boven
de oneer dus 1 Een schoone gelegenheid om
het thema nationale of militaire eer nog eens
weder ter sprake te brengeu. Intusschen, Prins
Ghika zal deze bedreiging ook wel verkeerd
verstaan hebben 1 Eindelijk het groote feit van
den dag is liet laatstetelegiam: De Keizer vaa^.
Rusland heeft aan de Keizer van Duitsehlan'd
gevraagd, bij de Europeesciie mogendheden in
vredelievenden zin te interveniëeren. Rusland
zou transacties toelaten op het verdrag van San
Stefauo en. op de stichting van het Voistendom
Bulgarije.
Hst ontslag van Gortscbakolt is waarschijn
lijk; zijn opvolger is nog niet bekend.
Een nieuwe phase in de zaken is dus op handen.
De Republikeinsehe partij in Frankrijk heeft
bij de laatste verkiezingen een schitterende over
winning behaald, een overwinning, doodelijk
vooral voor de Bonapartisten. Iletgeschijf van
Prins Napoleon dat druk besproken wordt, zal
er niet weinig toe bijbrengen, het Napoleontisch
regime nog meer te doen dalen.
liet worde nu Frankrijk gegeven, dit jaar in
internationale tentoonstelling zijn ouden roem
op het gebied van werken des vredes te hand
haven en te veileveudigen.
In een artikel, getiteld «Politieke Wederge
boorte" voorkomende in het Aprilnornmer van
De Tijdspiegel, wordt aangaande liet Wetsont-
weip op het lager ouderwijs van den heer Kap-
peyne beweerd, dat de groote verdienste van
het wetsontwerp ligt in het gemis van eigen
lijke politieke strekking. Dezo laatste betreft
de viaag, of de gemengde neutrale school dan
wel de secteschool iu ons vaderland volksschool
behoort te zijn. Onbesvimpeld en zonder eenïg
voorbehoud kiest de Regeering partij voor de'
openbare neutrale en gemengde volksschool, en
voert zij evenals de Minister Fock tegenover de
clericale eischen het nonpossumus tot leuze. Maar
er is een andere onderwijskwestie de techuische
of paedagogisehe, die eigenlijk pas in het leven
getreden is, toen het door den Minister Thor-
becke op 5 Maart 1872 aan de Tweede Kamer
ingezonden «Overzicht van den toestand van
het lager onderwijs op uit". December 1869,
vergeleken met dien op uit". December 1857,
had aangetoond, dat er aan de inrichting van
ons volksonderwjis zeer veel ontbrak. Er bestaat
gebrek aan onderwijskrachten, aan belangstel-
■*7
iing eu medewerking bij ouders eu gemeente-
- besturen, aan strong staatstoezicht. Dit vormfc
■wat wij, in tegenstelling van de .gemoedsbe-