Vmdajil Jaielijb, itiaaleri Diastol.
Abonnementsprijs, per kwartaall.85-,
Franco per post, door het geheele Rijk. - '2.50.
Afzonderlijke nommers- 0.10.
BUUJSAWs MA.EKT, K, 124.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels
met inbegrip van eene Courant1.10a'
Iedere gewone regel meer- 0.10,,
Driemaal. plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.,
Bij «leze Courant behoort een Bijvoegsel.
Schiedam, 21 December 1878.
Bij (3e behandeling van het adres van ant
woord op de Belgische troonrede, door de Kamer
van afgevaardigden werd betreurd, dat de
naam van het «Opperwezen! in de Koninklijke
boodschap niet werd aangetroffen. Dit deed een
storm opeaan en er werd aan de eene zijde
vee! papier verbruikt, om de goddeloosheid der
libeialen uit dit feit in het licht te stellen, en
aan de andere zijde, om de stelling te verde
digen, dat het bij sommige openbare machten
tot een soort van waanzin is geworden, Gods
naain bij elke gelegenheid in het beheer dei-
publieke aangelegenheden te brengen. Daar dit
in de meest libeiale landen, in Engeland en
de Veieenigde Staten, evengoed plaats heeft
als in Duitschland en Rusland, moest men van
deze zaak maar geen partijzaak maken. Geen
der partijen heeft zich in dit opzicht iets te
verwijten. Onze Belgische broeders denken er
anders over. Is eenmaal een kwestie opge-
worpen, dan moet'die "wórden uitge wei kt, wat
er ook gebeureen zoo nam dan ook een
t
dagbladcorrespondent de aangename taak op
zich, de Koninklijke toespiaken van 1831 tot
4840, toen de Katholieken aan het bewind
waren, te onderzoeken. Eu wat vond de man?
Dat slechts eenmaal en wel in 1836 de Voor
zienigheid werd genoemd in de paragraaf, die
de gelukkige uitkomsten van den oogst ver
meldde. Eenmaal in tien jaren, en dat met de
kerkdijken aan het roer"Welk een overwinning
voor zulk een correspondent en voor die van
zijn gevoelen zijnMen zou geneigd zijn, aan
onze Belgische naburen politieken erost te ont
zeggen, als zij om zulk een zaak den.triomf
kreet aauhefleumaar de heeren staan daar
nog al heftig tegenover elkander en zijn nog
al spoedig op te winden. Maar met een ijver
die prijzenswaardig is, werpen zij zich ook op
zaken van meer gewicht, en zoo hebben zij
thans de herziening der wet op het lager
onderwijs van 1842 op het oog, een wet, den
liberalen een doom in het oog. Overal, door
het gausche land, worden vcigaderingen ge
houden, waarop de zaak van het lager onder
wijs woidt besproken, ea liet is mei kwaardig,
ook de vrouwen toonen door hare tegenwoor
digheid, dat zij het gewicht van het onderwerp
beseffen. Ons, aan wie den strijd over hetzelfde
onderwerp nog veisch in het geheugen ligt,
kan het volstiekt niet ouveischillig zijn, den
staud der zaak in Belgie te leeren kennen.
Wij laten daarom die artikelen der Belgische
schoolwet van 1842 volgen, op wier herzieniug
het Sterkst door de libei ale partij wordt aan
gedrongen.
Art. 2. Wanneer op eenige plaats voldoende
in de behoefte aan lager ondei wijs door bijzondere
scholen wordt voorzien, kan de gemeente worden
vrijgesteld van de verplichting, zelve eene school
'„te.slichten.
■'V&
r i
Art. 3. Dé gemeenten kunnen gemachtigd
worden een of meer bijzondere scholen, volgens
wettelijke voorschriften ingericht, in plaats van
de openbare school, toe te laten.
Art. 6.. ÜJei; lager onderwijs omvat nood
zakelijk hetopdei richt in godsdienst en zeden
kunde, het/lezen, sehrjjveD, het stelsel van
maten en gewichten, de gronden der rekenkunde,
en naar ^plaatselijke behoeften die der
Fransche, Vlaamsche of Duitsche taal.
Het onderwijs ïn godsdienst en zedenkunde
wordt gegeven* onder de directie van den eere-
dienst, beleden door de meeiderlieid der school
gaande kinderpu,
üe kimloreöniet beboerende tut hoofden
van den godsdienst der meei dei beid, worden
van de bjjwonitig der genoemde lessen vrijgesteld.
Art. 7. Het; toezicht der scholen, zoowel wat
het ondeiwijs als de administiatie betreft, wordt
door de gemeentelijke overheden volgens de wet
van 30 Maart'1836 en door de inspecteurs volgens
de onderstaande voorschriften uitgeoefend.
Wat het onderwijs iu den godsdienst en "da
zedenkunde betreft,- zal het toezicht worden
uitgeoefend dooi gemachtigden vau de keikeljjke
besturen. De bedienaars van den godsdienst
en de afgevaarden van het keikel'yk bestuur
zullen ten allen tijde het recht hebben de school
té inspecteeren.
Een dezer kerkelijke afgevaardigden zal de
kantonnale vergaderingen kunnen bijwonen en
deze vergaderingen leiden voor zoover het
godsdienstig ouderwijs aangaat.
De bisschop van het diocees en de besturen
der audere kerkgenootschappen kunnen zich
by de centrale commissie van onderwijs door
een afgevaardigde doen vertegenwooidigen, die
daar een adviseerende stem zal hebben.
Art. 8.' leder jaarin de maand October ,s "v
zullen de bisschoppen en de overige kerkelijke
bestureu uan den Minister van Biuneulandsche
Zaken een lapport uitbiengen over de wijze,
waarop het onderwijs in godsdienst en zeden
kunde m de scholen is gegeven.
Art. 0. De boeken, bestemd voor het ge
bruik op de lagere scho'eu zullen door de
centiale commissie vau ondei wijs ondeizocht
en doorhet gouvernement goedgekeuid worden,
met uitzondei mg van die boekeuuitsluitend
gebezigd voor het onderwijs in godsdienst ea
zedenkunde, welke alleen aan het oordeel van
de hoofden der kerkelijke bestuien worden
onderworpen.
ieesbuekendie tevens moeten stiekkentot
onderwijs iu godsdienst en zedenkunde worden
onderworpen aan het gemeenschappelijk oor
deel vau hut gouvernement en van de hoofden
der kerkelijke bestureu.
De schoolwet, die dergelijke artikelen bevat,
is met medewerking van de liberale party tot
stand gekomen. Zij verklaart thans dit feit
uit de omstandigheden, dat voor 1842 het
lager ondei wjjs in een erbarmeljjken toestand
verkeerde; dat de herinneringen aan de Unie
t j
tusschen cleriealen en liberalen tijdens den op- -
stand tegen Noord-Nedeiland nog niet waren
uitgewischt; dat door de encycliek van Paus
Gregorius, en de uitlegging daaraan gegeven,
het wantrouwen der libeialen was ingeslapen,
en dat de liberalen als paitij nauwelijks ge-
organiseerd waren. Maar wat bovenal den door-.,
slag gaf, was "de kapitale dwaling, dat een -
onderw'ijs, bestemd voor de lagere klassen eener
beschaafde natie geen goede vruchten kan
dragenwanneer het op geen positieve leer
stellingen berust.
"Verder zeggen de Belgische liberalenDeze
noodlottige eu valsche paedagogische opvatting
vond in die dagen vooral voedsel in de geschrif
ten van Cousin, een eclecticus, die er steeds
op uit was zjjne wjjsgeerige stellingen aan de
praktische belaugen der staatkunde 'te vei bin
den. In 1831 werd hem opgedragen het school
wezen in Noord-Duitsehland te bezoeken, waar
de inrichting van het lager ondei wijs nog op
denzelfden grondslag, rust, die er tjjdens de
hervorming aan werd gegeveneu waarbij de
school onder toezicht der kerk is geplaatst.
Ily roemde die inrichting zeereu naar zjjn
advies hebben de Beigen huu schoolwet'van
1842 ingericht. Waren de herinueïiuge'n'aatt
deu opstand van 1830 toen flauwer geweest,
meu had het oog zeker gevestigd op de Neder-
landsche schoolwet van '1806. De beginselen,
daaiin nedergelegd, eu die tijdens deFrausche
revolutie door Condorcet eu Lakanal voor da
conventie werden verdedigd, hadden ook de
Belgen ten richtsnoer moeten strekken.
Toen Cousin in 4836 het Nederlaudschê
schoolwezen had onderzocht, verklaarde hij,
dat Nederland in de eerste plaats inocht ge
noemd wordenwat den toestand van het
lager'Onderwijs aangaat. Hij liet er echter op
volgenen men lette wel op deze verkla
ring dat do Nederlanders een vroom, goed en
eeiljjk v<lk-.waren, hoewel zij een stelsel van
godsdienstige opvoeding volgden, hetwelk geheel
afweek van het Duitsche, dat hjj zoozeer be
wonderd en waarvan hjj de invoering aan het
Fransche gouvernementdringend aanbevolen had,
Een halve eeuw is bijna heengegaan sedert
Cousin zijne rapporten over de Duitsche en
Nederlaudsohe schoolwetgevingen uitbracht. De
Belgische liberalen hebben recht, de uitkomstea
in beide landen te vergelijken en zij maken van
dit i-echt gebruik. Vijf, zes geslachten van scho
lieren hebbenzeggen zjjhunne opvoeding
onder de beide stelsels genoten. Welk dei'
beide heeft de beste vruchten afgeworpen?
Het Duitsche, door Cousin aangepi ezeu; of het
Nederlandschedat de neutraliteit der school
bevestigde, er zich toe bepaalde den leerling
eerbied voor zichzelven en liefde tot den
naaste in te boezemenen de opleiding tot
Christelijke en maatschappelijke deugden als'
leus in *zjjn banier5.'voerde?
Waar, wordt door de Belgische liberalen
gevraagd, waar is- seen barbaarschheid vat»
4