1879.-
Vrijdag 17 Januari.
4587.
ÏEiiÉijiit Sapluis, nitpzüM Bissiat.
en DO e r t i .5**.
o
Jaar
W'
ii, jj «K*.
AlONNtMENTSPttiJS, pui kwal tutti1.85.
Franco per post, door liet gelieele Rijk. - 2.50.
Afzonderlijke nominees - 0.10.
BD11EA1I: MA1IKT, E, 134.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels
met inbegrip vail eetie Gouiaut1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekei d.
De BURGF-Mt: ESTER van Schiedam;
Oveituigd dat het.dour Nederland geleden
smartelijk verlies, tengevolge van het ovei lijden
Min Si. II. I'risis MJ"JW»ÏIII£ IIE81
A'©liltljA-tSJhdVook ili' ingezetenen dezer
Gemeente zal hebben geli often, biengt liieibij
ter algemeiiue kennis dat, in deze dagen van
rouw, geen openbare vermakelijkheden
moge* plaats lu bben en noodigt bovendien
de ingezetenen uit, om zich te onthouden van
alle feestviei itig 'en openbare luidruchtigheid.
Schiedam, den 15 Jnnuarij 1879.
De Burgemeester voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
Schiedam, 16 Januari 1879.
»Aan buiige vruchten zult gij ze kennen;"
zoo redeneerden de Belgische liberalen, toen zij.,
zich eu^aati^jjet,onderzoek der wetgevingen
'op het^ager onderwijs in Duitschlnnd en in
Nederland, een onderzoek, te belangrijker voor
hen,-;itu een herziening der wet op liet lager
onder,«dis", van 'J842 ongetwijfeld aan de orde
komt. "Sfciè&gen tijd geleden brachten we dit
onderwérp onder de aandacht onzer lezers, die
zich wellicht zullen herinneren, hoe de vruchten,
die ."het lager onderwijs in Duitschlaud en in
Nederland heeft opgeleverd, aau de vrijzinnige
patty in België zonder eeuige aarzeling het
Nedei landsche stelsel als veneweg het beste
hebben doen verkiezen.
Van tijd tot tijd komen ze op dit onderwerp
terug, eu wc meeuen in deu geest onzer lezers
te handelen als we onze zuidelijke broeders bij
hunne overwegingen op den voet volgen.
Ze houden zich nog steeds bij Victor Cousin.
'Toen deze, aldus redeneeren zij, in 1836 Neder
land bezocht, ten einde zyne studiën over het
lager onderwijs 'te voltooien- in die landen,
welke op dat tijdstip andeie vooruit waren in
ijver om de verstandelijke en zedelijke ont
wikkeling des volk te verbeteren, vood hij daar
een stelsel in werking, geheel verschillend van
dat, hetwelk hij jn Duitschlaud zoozeer had
bewondeid. De ontwikkeling van het Neder»
landsche stelsel volgens Cousin en de veroor
deeling, waarmede hij het trof, hebbed we
vroeger medegedeeld. Voor dat hij zich echter
over, het onderwerp verklaarde, had hij zelveu
de instellingen willen zien,' die* hij beoordeelde
iea de personen, die deze bestuurden, ten einde
hun zyu vrees en zijne opmerkingen mede te
deelen.
Zoo had hij dan gelegenheid Adriaan Vau den
'de te ontmoeten, den inspecteur van het lager
onderwijs, in", het Koninkrijk der Nederlanden,
tan 1815 tot 1833. Dezen hoogst bekwamen
man noemt Cousin den, vader der Nederland-
sche volksopvoeding; vervolgens bezocht hij
Pieter Johannes Prinsen,'; directeur dei-
kweekschool voor onderwijzers te Haarlem. De
gesprekken, door Cousin met,genoemdeheeren
gehouden, z'y'n allerbelangrijkst. Bij gelegenheid
hiervan ontvouwden beide heeren begrippen,
die van (ie Duitsche zeer verschilden, van de
Duitsche, die door deu heer-Cousin zoozeer aan
het Kiaosche gouvernement .werden aaugepre-
zen', en die wij, Belgen, het ongeluk hebben
gehad bij ons in toepassing m/brengen.
Van den Ende die voovj hij'/zich .aau het
onderwijs wijdde, predikant was geweest, ai kende
met Cousin, dat de scholen christelijk moeten
zijn dat wil zeggen, dat zij.deii zedelijkeu eu
den godsdienstigeu zin der' kinderen moeten
ontwikkelenmaar dat dit doyl noch door
dwang, noch door een dogmatische richting
moet worden bereikt.
- ïDo scholen, zeido Vac^ifenr Endey moeten
noch Katholiek, noch Proti-stantsch noch
Israëlietisch z'y'n. Zij moeten noch aan eenigeu
eeredienst behooren, noclt eeuig dogina leeren.
Zij moeten wel onderwezen en zedelijke menschen
vormen, g-en geloovigen en nog minder
dwepers," Zoo sprak, op tachtigjarigen leeftijd,
de patriarch vaa het openbaar onderwijs in
Nederland wiens lessen nog heden door alle
Nederlandscbe openbare onderwijzers worden
gevolgd, een man, in den grond godsdienstig,
maar ook in deu grond vrijzinnig.
Door Priuüou hooit Cousin dezelfde begiuse-
Sen verkondigen. Hij waagt hem naar liet
ieglement der Haarlemsehe kweekschool, eu
krijgt tot autwooid: »Jk ban het reglement"
De gee»t maakt levend, ue letter doodt. Daarna
deelt hij aau Cousin mede, dat er iu zyne
inrichting geen dogmatisch ouderwijs wordt
gegeven; dat er Protestanten, Katholieken,
zelfs Israëlieten in vvoi deu opgenomendat
ieder hunner vrij blijft zijn godsdienst al of
niet uit te oefenen, naar de iuspiaak vau zijn
gewetenen dat, wat hein, deu diiecteuraanging,
hij aan allen dezelfde zedenleer verkondigde.
»Gij hebt dus, antwoordde Cousineen af
zonderlijke les iu zedenkunde?" De vraag werd
klaarblijkelijk gedaan met bet doe! om te doen
uitkomen dat ouderwijs iif zedenkunde onaf
scheidelijk is met dat in dogma's. Neen, aut-
woordde Priuseu, wij geven hier niet afzoitdei lijk
les in zedenkunde. Lk begrijp zulk een onderwijs
ook niet. De zin voor zedelijkheid en godsdienst
echter wordt onophoudelijk opgewekt, gevoed
eu onderhouden door elk der onderwyzers eu
bij alle gelegenheden. Wij geven eenezedenkunde
in dadeu. Deze woidt niet ouderwezen, innar
doordringt het onderwys."
»Op dezen dag is, evenals in 1836, alles
contrast in de Nedei landsche schoolorganisatie
vergeleken met die van Duitschland en België.
In de kweekscholen in Nederland worden de
beginselen van Van den Ende en Prinsen nog
toegepast en geëerbiedigd, gelijk dit voor 40
jaren het geval was.
In Duitschland. zoowei als bij ons, Belgen,
zijn bet ouderwijs en de tucht daarheen gericht,
dat in deu kweekeling der normaalscholen
wordt gedood datgene, wat door de lieden der
kerk wordt genoemd zijn verwaandheid eu zijn
zucht tot redeneeren. Alles is er op aangelegd
hem ondei danig en onderworpen le maken
jegeus de bedienaars van den godsdienst; om
iu hem alle vrije handeling uitte dooven; alles
leidt er toe zyne kennis te beperkeu tot de
alleieerste beginselen van wetenschap; bovenal
wordt alles in liet vveik gesteld om te vei hoeden
dat zijue kennis hem in tegenspraak brengt «net
de schrift. f
In Nederland daarentegen tracht men waarlijk
vrije mannen te vormen, die degelijk onder
wezen, zich gewennen deu grond der dingen te
onderzoeken, en die des te meer gehecht zijn aau
hunne wysgeerige of religieuss denkbeelden,
omdat hun inspanning zooveel te grooier is
geweest, om tot deze denkbeelden tc gei aken,
zonder de hulp van een vooigeschreven stelsel
van dogma's.
Heeft Nederland zich te beklagen, wijl het
getrouw gebleven is aan het door Cousin veroor
deelde stelsel? Deze vraag hebben wij,Belgen,
aan onze tegenstanders gedaan. We hebben
hun de uitwerkselen onder bet oog gebracht,
verkregen in Duitschlaud door beginselen, die
hun dierbaar z'yu. Ze hebben ons niet geant-
woordt.
De feiten spraken ook te duidelijk. Het
conti ast tussehen Nederland en Duitschlaud
is waai lijk ook te groot. Nedei land staat daar
vooi spoedig, gelukkig, vrij en iu vrede met
zich zelf. Duitschlaud is geruïneerd; onrustig
woelt het opzijn bed van smailen. Ue vrijheid
weet liet zich niet toe te eigenen; nu moet
het de toevlucht nemeu tot het meest mis
dadige geweld, dan tot de onderdrukking
maar altijd tot politieke en staathuishoudkun
dige kwakzalverij om uit zijn neteligeu toestand
te geraken.
De 'toestand van beide landen leert ons wat
bij volken van denzelfden stam en denzelfden
oorsprong een wetenschappelijkrationeel
onderwys kan doen, dat aan deu menseh
zyo vrijheid laat; ön wat Ue vruchten zijn
van eeu confessioneel, clerikaal onderwijs,
dat den mensch tot een cadaver herleidt iu
de haudeu der drijvers. De beproevingen, die
Duitschlaud 'thans ondervindt, willen wy s
Uf