A ïopaistaK GESLOTEN ZAL ZIJN. A". 1879. Vrijdag 24 januari. 4592. Kennisgeving. Nationale Militie. Kennisgeving. K camsge v i n g. Dri e u. Dertig sit e Jaargaug. Abonnementsprijs, per kwaitaat1.83. Franco per post, door het geheole Rijk. - 2.50. Afzonderlijke nommers -'0.10. BUREAU: HARK®, E, 12,4. A L'ïERTF.NTiEPHiJSvan 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10, Iedere gewone legel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal beiekei d. Burgemeester en Wethouders van Schiedam. Doen te weten: dat, in overleg met de Kamer van Koophandel en Fabrieken, op den dag der begrafenis van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins HENDRIK der Nederlanden, zijnde ilcn 25 JAMJAllIJ c.k., Schiedam, den 23 Januari] 1879. Burgemeester en Wethouders voornoemd P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. I)e Secretaris A. W. MURDER. 0c Durgcmecstcr van Sciiicdam Gezien Art. 20 der Wet op de Nationale Militie van den 10 Augustus 1861, {Staatsblad ito. 72). Biengt bij deze ter kennis van de daarbij belang hebbenden, dat het Inscbrijvings-Register van 1878, voor de ligtmg van 1870, on de daaruit opgemaakte Alphabetische Naamlijst, van beden af, gedurende acht dagen, op de Geineente-Secretniie ter lezing zal liggen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 23 Januaty 1870. De Burgemeester ran Schiedam P. J. VAN DIJIC VAN MATENESSE. Inrigtingcn welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van S c h i e d a m Gelet op Art. 8 der "Wet van den 2enJunij 1875 Staatsblad no 95) Geven kennis aan de ingezetenen, dat op heden de navolgende vergunningen zijn veileend: 1. Aan C. PRUDON en zijne regtverkrijgen- deo, tot oprigting eener Grof- en Kagchcl- stncdcry in het pand, staande aan de Lange Haven, Wijk B No. 19, kadaster Sectie G No. 487. 2. Aan M. DE GOEDE en zijne regtverkrij- genden om een gedeelte van het pand, staande aan den Rotterdamscheu Dijk, Wek B No. 85, in te richten tot Hoef- en Kagcliclsntcdery. Schiedam, den 23 Januari) '1879, Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 23 Januari 1879. i Een achttal jaren geleden schreef professor „Pierson: »Men ,is bijons op weg, vreesik, Pruisen te idealiseeren. Vrome manneu ver wachten, van züne.opperheerschappij bevordering van het Godsrijk op aarde. Vqlkslievende'mannen begroeten in Pruisen's overwinningen, op Oosten rijk en Napoleon behaald,-"i de zege van den modernen staat. Elk kan zich beteren; maar bij de beoordeeiing van dé gegrondheid dier verwachtingen scheen het mij niet ongepast, op' Pruisen's verleden te letten; aan dat ver leden de vtaag te richten: is Europa voorshands verlost van de revolutionairelen Napoleontische politiek, ot bleef die poliuekjin leven en werd zij slechts verdoopt? Aan deze woorden giugj bij den geleerden schrijver het volgende vooiaf: »De Piuisische staatkunde lijdt aan eene ongestadigheid, dje niet zelden tot trouwloosheid wordt; zij staat te uitsluitend ia den dienst der zelf- en hebzucht. Eerst met '62 zien wij haar teen denkbeeld met trouw en veerkracht myagen; eerst sedert '62 heeft 'Pruisen een 'Staatsi Acht jaienT"hebbeu we doorleefd, sedert clëïe woorden door prolessor Pierson weiden neer geschreven. We hebben den sStuatsiiuin" aan het weik gezien, en hein, als man uit één stuk bewonderd. Aan teleuistelluig heeft het echter niet outbroken. Wie zich de dagen vuu voor '66 heuunert, slaat het zeker levendig voor den geest, hoe weinig het parlementaire leven in Pruisen ontwikkeld was. De toenmalige Minister van Ooi log Von Hoon beleedigde de afgevaatdigdeu van de oppositie naar hartelust; de vooizitter ontnam hem het woord. Toch ging Zijn Excellentie voott met spreken, en zells het luiden der schel, waarmede de pie- sideut hein tiachtte te overstemmen, baatte met. Kwam Btsinaick ter vergadetitig, 'tgiug niet veel beter, eu vier, vijt jaien lang werd er in Pruisen geiegeeid zonder een door de wettige volksvertegenwoordiging goedgekeurde begroeting. Daar kwam '60, dat de vernietiging van Oostemijks invloed en de hegemonie van Pruisen in Duitsehland rnet zich biacht. De Piuisische oppositie werd regeei iugspai tij en schonk de legeenng gauiue pardon voor de gepleegde onwettigheden, om haar vei der door dik en dun te volgen. Vei volgens kwamen '70 en '71 met huu onvergelijkelijke overwinningen, hun loem, hun uitbieiding van gicndgebied, eu hun Keizei rijk. De politiek van het succes had volkomen gezegepiaald. 't Is echter met alles voorspoed geweest, wat Duitschlands eerste Staatsman op zijn weg heeft gevonden. De strijd met de kerk was het Degiu van vele moeielykheden; daarop is de financieele nood gekomende ziekelijke uitingen van socialisme eu democratie lever den een nieuwe hinderpaal, dia aan deu man uit één stuk zeker een doren in het oog is geweest. Toen zijn de pogingen tot vorstenmoord de zaken nog komen verergeren, die verbanning en staat van belegin haar gevolg hebben medegevoerd. Nu rner waant zich in de dagen van voor '66 verplaatst nu is men bezig de vrijheid van het woord te besnoeien. Is men den Minister Ven Room, en zijn hande lingen dan zoo geheel vergeten Is het vrees voor het woord? Eenvoudige lieden zouden de praters laten praten, en gingen deze de perken der parlementaire welyoegelijkheid te buiten, den voorzitter met zijn gezag tusschenbeide laten treden. Niet alzoo in Duitsc'niand; de rijkskanselier heeft een wetsvoorstel aan den Rijksdag ingediend ter beteugeling van dè heereu afgevaardigden, als zij met het woord mochten zondigen. Natuurlijk groot geschrei in de verschillende kampen der partijen 't Heet nu ia de laatste dagen wel, dat Bismarck zou verklaard hebben, het was liern onverschillig ofhet voorstel werd. aangenomen of niet,, maar van een zijde, die men" zeker' Tièfmiust toV ondersteuning van dit onderwerp bereid had gedacht, is hulp gekomen. Ia het Piuisische huis der afgevaardigden drukte een der Katholieke afgevaardigden zich wel wat extia-pailementair uil, eu de liberale professor Viichow vond dit zoo verkeerd, dat hij de verklaring aflegde gaarne een wetsvoorstel te zullen steunen, dat aan de Pruisische afge vaardigden zou leeren een wacht voor hunne lippen te zetten. Wanneer zelfs liberalen zich in dien zin uillaten, dan kan men vrjj wat tegen de vrijheid vau het woord oudernemen iets anders is het, of zulk een voorstel van constitutioneelen zin zou getuigen. Laat ons dankbaar zijn, dat wij in Nederland wonen, dat wel klein is, wel geeu gewicht meer in de schaal iegt bij de bei aadslagiugen der groot- - machten van ons werelddeelmaar waar men zooveel eet bied heeft voor de door het volk: gekozenen, dat zij voor het, door hen in hun hoedanigheid van volksvertegenwoordigers ge sprokene, niet vervolgd kunnen worden. Geeft ook de handelspolitiek, door den Rijks kanselier op dit oogenblik voorgestaan, blijken van vooruitgang? Bedroeft de gang van zaken! op dit gebied niet eiken waaiachtigea vriend' van vrijheid en vooruitgang? Wat'zien we op? dit oogenblik? Teruggang op verscheidene punten, i en de overwinning door Richard Cobden in Engeland op de voorstanders der bekrompen-1 beid behaald, loopt ernstig gevaar. Wat zien we Stoom en electriciteit vernietigen de hinderpalen,.: die het verkeer tusscheu het eene en het andere t laud belemmeren, en tegelijkertijd worden door i de machthebbendenBismarck aan het hoofdj kunstmatige slagboomen tusschen de natiën op-j gericht, die helaas! dejtlgemeene toenadering] zeer verhinderen. Wanneer thans Richard Cobden i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 1