van Maandag 2 Juni 1879.
Buitenlanasehe Befleitsp.
Gemengde Berichten.
ERNST EN LUIM
Bijvoegsel van ilc Scbiedaiiische Courant,
DUITSCHIAND.
De Bondsraad nam gisteren het wetsontwerp y
over de voorioopige invoering van de wijzigingen
in het toltarief volgens de redactie van den
Ryksdag aan. De publicatie der wet, waarvan
de dadelijke heffing van een ijzerrecht van 1
mark per 100 kilo gevolg zal zijn, wordt zeer
aanstaande geacht.
De Bondsraad keurde goed de wet over het
opperbestuur en de administratie van Elsas-
Lotharingen. Naar de voorstellen van de des
betreffende commissie zijn in de gisteren behan
delden additioneelen staat over de huishouding
van Elsas Lotharingen de uitgaven bepaald op
250.025 M, voor den stadhouder en zijn bureau,
de representatie en reiskosten daaronder be
grepen, 225,000 M. voor liet Ministerie, 35,000
M. voor- den Staatsraad, 94,500 M. voor het
landscomité en 30,000 M. voor de vertegen
woordiging in den Bondsraad.
F R A N K K IJ K.
In de Kamer van Afgevaardigden heeft
de heer Spulier,eergisteren het rapport ingediend
over het wetsontwerp van den Minister Ferty,
asnganude het hooger onderwijs. liet conclu
deert tot aanneming der voordracht.
Léon Taxil, aangeklaagd wegens het be-
leedigen van den Katholieken godsdienst iu een
geschrift, getiteld: sA bas la calotte!" is dooi
de jury vrijgesproken.
De wevers te Saint-Quentin, die den ai beid
gestaakt hadden, iiebben zich met de patroons
verstaan en het'werk hervat. -
E N GE L A N D.
De Bloengfonteinsche Express van 17
April behelst o. a. het volgende: Wij verne
men uit patticuliere berichten, dat het oefe-
nings-eskader dat de Kaap zou hebben moeten
aandoen, om politieke reden tegenbevel heeft
gekregen en daarom in plaats van nair de
Kaap naar Brazilië is gestevend. Er bestaat
reden om "te gelooven dat. met het oog op de
bestaande opgewondenheid onder de Hollandsch
Zuid-Afrikaansche bevolking, de Eugelsche Re-
geeijing aan het Nedeilandsche gouvernement
heeft verzocht, om voor 'toogenbhk de Hol-
landsche driekleur niet aan de Kaap te ver-
toonen.
B E L G I E.
In de Kamer van Afgevaardigden zijn gisteren
de algemeene beraadslagingen over het wets-
onWe'rp tot herziening der wet op het lager
onderwijs gesloten. De discussie ovéi1 de siti-
kelen zal Dinsdag a. s. beginnen.
RUSLAND.
De Agence Basse meldt, dat de Keizer,
wegens den veronlrustenden toestand der
groothertogin Maria Paulowna na haar beval
ling, I.ivadia heden heeft vei laten en Dinsdag
te Zarskoje-Selo zal aankomen.
AJEBIE A.
President Hayes-heeft z'iin veto uitgebracht
tegen Jiet wetsontwerp betreffende Jiet krediet
voor de uitgaven der wetgevende macht. De
-Kamer van Afgevaardigden nam de wet opnieuw
aan, maar de vereischte meerderheid ontbrak
zoodat de wet is verworpen.
l
,-ï—Uit de Essener Zeitung blykt, dat de sinds
jarèn in het kerspel Kirehhellen ^plaatselijk)
bestaande ziekte in de rogge, die door het
roggenaaltje (Anguellula) wordt teweeggebracht,
op dit oogenblik (dus na den winter) zich weder
over 70 morden lands verder heeft vei breid en
nu een oppervlakte van meer dao 500 morgen
aangetast heeft. Alle maatregelen tegen de
locale calamiteit zijn gebleken vruchteloos te
zijn. Het aaltje is weder volkomen goed door
den winter gekumen. Er blijft niets over, dan
van den verbouw van .rogge aldaar althans
in de eerste jaren af te zien.
Doctor Lamhl te Praag heeft een onder
zoek ingesteld omtrent den toestand van den
veestapel in zeventien Staten van Euiopa. Niet
alleen iu Engeland, maar oolcj'in Frankrijk,
Italië en sommige staten v jDuitschland is
de veestapel verminderd. Qj*Sr, waar hij het
aanzienlijkst was, moest öf vee worden uitge
voerd óf het aantal inwoners door emigratie
worden beperkt, zoodatfer- volgens Lambl een
bepaalde verhouding bestaat tusschen de bevol
king van een land en den veestapel.
Dr. Siegfried heeft in de laatste vergadering
van de Academie voor natuurwetenschappen
te Philadelphia mededeel!ng gedaan omtront
een onbekend volk, dat door eeoige zeeofficieren
gevonden was op het' eiland Botel Tobago,
gelegen in de Stille Zuiilz.ee. Het is een nog
geheel oorspronkelijk yolk van Maleisch ras,
dat volstrekt niet wist wat men met geld doen
kau, dat geen sterken diank of tabak kende,
en welks werktuigen, messen, speren euz., uit
ijzer ziju gemaakt. Eenigen hunner ruilden
geiten en vaikens voor ledige blikjes en koperen
knoopen.
Een koene tocht is door twee jonge
Amerikanen, genaamd Clarke en Bacon, onder
nomen met een vaartuigdat een lengte van
nauwelijks vier meter heelt. In Augustus van
het voi ige jaar ondernamen zij daarme le een
reisje van Londen naar Antwerpen. Van daar
uit werd aan Rotterdam een bezoek gebiacht
en vei volgens voet meu tot Mainz den Rijn
op. Het kanaal dat den Donau met den Rijn
vei bindt, was echter gedmeude den afgeloopen
winter niet goed bevaarbaar en per spoor moest
de sloep dientengevolge naar Regensburg worden
vervoerd. Eerst.in Maait daaraanvolgende zette
men den tocht weder vooit-, zelfs werd thans
Konstantinopel en Varna aangedaan. Op het
oogenblik zijn zij op weg naar Giiekenland.
Een Frausch blad verhaalt, dat te Aicis
(dep. Aube) een huwelijk afsprong, omdat da
bruidegom den naam zijner bruid had ge
vonden onder een petitie der Katholieke
moedeis" tegen de wetsontwerpen vau Feiry.
Men kan den man waailijk geen ongelijk geven
uit liet leven van Bismarck.
Bijzondei heden uit het laven van grooto mannen
hebben altijd iets aantiekkelijks. Mon heeft, zoo
'tschijnt, aan hot borstbeeld niet genoeg; men
wil een beeld ten voeten uit. Den man, dien men
in zijn openbaar leven en streven heeft leeren
kennen, wenscht men ook in zijn intiem, zijn
huiselijk en familieleven te -zien optreden, ja, als
i mogelijk is, hem te zien ontstaan, te zien worden
wat hij thans is.
Wij betreuren het, dat dc vroegere geschiedenis
zoo zelden dien zeer redelijken en zeer verklaar
baren oisch vervult en daardoor oorzaak is, dat
men de grootsten en besten van ons gesla'clit .wol
bewondert, niet navolgt. Hun standpunt staat
voor den gewonen beschouwer to .hoog en men
weet .niet hoe zij er op gekomen zijn. Wij ver
heugen ons daarentegen, dat de tegenwoordigo tijd
er op uit is, om ook hier in zekeren zin domoor
en meer bij allerlei onderzoek toegepaste methode,
die der empirie, toe te passen. Het bii/onder' leVë'ri
en de drijfvoeren van hot doen' en Tateri1 v'ah' dé'
historische personen worden zooveel mogelijk' na
gespoord uit archievon, wier geheimen' 'eeiiWen
lang onder *t stof lagen verscholen'. Hunne operf-,
bare en bijzondere con espondenfién1 worden adh'
't licht gebracht, tot een geheel vereonigd, en 'tót'
bouwstof aangewend van eene van nieuws 'opgfetl
trokken biogiaphie, die van de bekende gïootelijks
verschilt, door dat ze een nieuw licht werpt' bp
de geheele historie en de helden er van 'in een
belangwekkend kleed steekt, dat hunne yómiën'
zuiver en juist doet uitkomen en hunnë 'aan
schouwing voor ieder genietbaar maakt.1 En' jde
grootheden van onzen tijd worden, zoo niet gekend
uit hunne eigene sconfessies", dan ioch uit allerlei
groote en kleine merkwaardigheden, die men' niet
moede wordt uit hun leven op te sporèn aart'te
teekenen. Dit laatste geldt in hóoge mate van'den
grooten Duitschen staatsman Ot'to von 'BistharCk.'
De volgende bijzondei heden, aan een Duitsch
Tijdschrift ontleend, leveren er eeneinteressante
proeve van.
b Jong gewend is oud gekend", zegt het spreek
woord. Twee van de voornaamste trekken uit het
karakter van Vorst Bismarck zijn onbegrensde
waarheidsliefde en moed. Van zijne vroegste jeugd
af hebben deze trekken hem onderscheiden. J
Eens, toon hij nog pas het eerste kenmerk der
mannelijke waardigheid droeg, de broek, zóu zijne
moeder-hem te bed leggen. Voor hem goeden nacht
te kussenvroeg zij»hebt gij als een zoet kind
uwe boteiham opgegeten?" Het kind had het Ver
geten; maar zonder te antwoorden en ongekleed
als' hij was, liep hij naar de keuken, óm' het te
onderzooken of de kindermeid er naar te vragen,
en kwam weldra terug met oen zegevierend«Ja
op de lippen. Hij had zich eerst nauwkeurig van
de waarheid willen overtuigen. Menig kind zou er
zich gemakkelijker hebben afgemaakt.
Zooals 't met alle gezonde kinderen gaat, was
alles, wat eet- en drinkbaar was, vanzijn'gadin'g,,
Eens moest hij voor 't verhoor. I)e moeder had—
een verdachten geur aan hem bespeurd. iOtt'o,
wat hebt gij gedronken?" sprak zij verwijtend.
Het kind bedacht zich een oogenblik en zeide
toen bedaaid: »In vaders kamer stond èenefl'esch.
Dio heb ik wel aan den mond gehad, maar'er
niet van gedronken, omdat dat goed zoo lèélijk
rook." 't Was eene ftesch met medicijn geweest en
de moeder, die de waarheidsliefde van haar zoontje"
nog niet genoeg wist te waardeeren, bleef onge
rust. Otto's bedaardheid en vriendelijkheid over
tuigdon haar echter spoedig, dat zij zich Ofidziji
woord kon verlaten.
Toen hij zes jaar oud was, werd hij op school
besteld. Vast besloten weigerde hij le voldoen
aan de onbillijke eischen, die volgens toenmalig
schoolgebruik door de oudere leerlingen aan de
jongeren bij hunne eerste intrede werden gesteld,
't Was in den zomer en de jongens 'der school
gingen dagelijks baden. Die kleine »bube" zou wel
bang voor 't water wezen, meenden dé groote'i'en;
zij zouden hem zijne koppigheid wel afloeren. Zij
bepraatten een der secondanten hem onvoorziens
in 't water te werpen en dan zouden 'de jongens
hem zoolang kopje onder hóuden, tot'hij toegaf.
Maar de kleine Bismarck, dia van hunne plannen
iets vernomen had, overwon zijno watervrees, trad
onbeschroomd naar den kant van het bad en stortte
er zich, voordat iemand er op bedacht was, voor
over in, dook onder en kwam eerst aan'de andere
zijde weer te voorschijn. Zooals een 'zijneV 'oude
schoolmakkers zich nog levendig herinnert','1 stokiden
al do anderen hem op den kant 'na te zien én
gaven hun hart lucht in een algcmee'nen kreet van
bewondering. Niemand sprak er meer'vah"'déhi
kleinenkoenen duiker eenig leed te 'doen. Hij
werd een der meest beminde leerlingen en zelfs
de aanvoerder zijner kameraden, die hem de'ii dap-'
peren Ajav noemden. 1
Op zeventienjarigen leeftijd toog hij, na een
met goed gevolgafgelegd examen, naar dehoógfl-
school te Góttingen om in de rechtsgeleerdheid te
studeeren. 't Is mogelijk, dat liet in'.don eersten
opslag met do studie niet te best vlojttiv Hét'
niouwe van «hot schoone, vrije stüdentènlevèn"
trok den levendigen jongeling zoo zeer 'aan,' dat
hij zich eeilang eene einstige vermaning van zijno
wol wat zorgvuldige moedor op den hals' haalde.
Zijne medestudenten echter beschouwden hom'alras
als een dei; fideelste jongens, die óóit* «spanbroek
on rijlaarzen" gedragen haddenf Hij word' tó Göt-