'X°. SH79. Maandag 22 September. V: 4762. Terscliint laielijto, itpzoisri Binsiaj. i X> rie e n X> i-tt i s t e Jaarsaiig1 Jt.BONNKHENTbl'RllS, pel kWttltaal1.85. Franco per post, door het gelieele Rijk. - 2.50. Afzonderlijke noininers- 0.10. KV It BAH: »AMI, E, 12A. Advertentieprus: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant110, Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend; By deze Courant behoort ccn Bijvoegsel. Schiedam 20 September 1879. Toen, eenige jaren geleden, een commissie •vvci'il Benoemd, belast met het ondersoek naar den toestand der kinderen,' tn fabrieken arbeidende bleek de keus Imrer leden zeer gelukkig te zijn geweest; ten minste het rappoit door haar uitgebracht, getuigde van grondig onderzoek en van uitstekende zaakkennis. In dit rapport lezen we onder anderen de volgende zinsnede: «Mén kan aannemen, dat, vermits het physisch onderzoek der commissie bij de klasse der fabrieksarbeiders uit den aard der zaak bijna uitsluitend in groote fabrieken heeft plaats gehad, zij ouk iu den regel hen slechts onder zocht hebben, die vergelijkenderwijze in de beste omstandigheden verkeerden. Des te meer opmer king verdient het, wanneer blijkt, hoezeer be paalde klasseu dezer onderzochte fabriekarbeiders nagenoeg standvastig en dikwijls in al de gege vens beneden het normaalpei! van ontwikkeling der overige klassen blijven. Bij enkelen, zooals de Hilversumsche en de Zuid-Hollaudsche wol fabriekskinderen, komt dit feit zeer sterk uit. Hetzij men hen vergelijke met weeskinderen, met kinderen, die niet iu fabrieken arbeiden, ^_mfit„jv,'alfabdekskinderei)i-Juit-:.audereJstrflken,;,^_ steeds staan zij op den laagsten trap. Wij hebben slechts een klasse van personen gevondendie hierin met hen gelijkstaat, namelijk die der Amsteriamsche weesjongens en weesmeisjes, die bijna sender uitsondering in alle leeftijden cn alle gegevens beneden het normaalpeil van ontwikkeling blijven," We volgden het debat over het proefje van Amstenlamsche weeshuistucht, uitgeoefend in het jaar 1879, en bestaande in het afsuijden van het haar aan een paar weesmeisjes, op den voet. 't Kon niet anders, of de bovenaangehaalde uitspraak der commissie moest in al haar diepen ernst ons weder voor den geest komen, en tevens werd het' geschiedboek, dat niet alleen over oorlogen en geruchten van oorlogen, maar onder anderen ook over de tucht in de wees huizen handelt, onwillekeurig geopend. We willen voor dit naai dat boek dooi bladeren, om later de zaak der weezenverplegiug, en hoe daarover in onzeu tijd wordt gedacht, ter sprake te brengen. Er is niets nieuws onder de zon. Die afge sneden lokken van 1879, hebben een wonderen familietrek met de tuchtmiddelen, toen in de weeshuizen «het blok uan een ijzeren keten voor eeitige dagen werd aangebonden, en de jongen, die op zulk een wijze gestraft werd des Zondags, bij het naar kerk gaan, voor den troep uit moest loopen en het blok langs de straat- steonen laten'sleepen, opdat het goede publiek hein iu zyn strafwaardigheid zou leeren kennen. Wanneer een meisje zich aan overtreding had schuldig gemaakt', werd zij veroordeeld des 'Zpudagsi zonder bovenrok voor den troep uit kerkwaarts te gaan. Dat van de bullepees '.'.'gebruik werd gemaakt, blijkt onder anderen fluit een kreupelrijm, «uitgegeven naar aanlei- 'ding van het ijveien van een geestelijke, die niet gerust had, voordat een paar weesmeisjes, te midden van 't geheele dienend personeel, op een zekere plaats, door geen tnensch bloot gedrageneen fiksclie dracht slagen hadden ontvangen, omdat sij op een kemnisdraadgedanst hadden, terwijl, om de plechtigheid te vèrhoogen een paar armversorgers de schuldigen aan, het hoofd en de voeten bij de executie vasthielden.' (M. W. Scheltema. Ez.)" Door den heer Bruinvis is indertijd, mede gedeeld een ordonnantie op het weeshuis te Alkmaar, gegeven tusschen de jaren 1560 ea 1570. «Kastijding met de roede, naarmate der te straffen overtreding opgevoerd tot strenge geeseling, zegt genoemde schrijver, was schering en inslag van dit reglementdat eerder voor een' bagno dan voor een weeshuis schijnt op gesteld te zijnindien wij het zouden willen beoordeelen naar den maatstaf onzer nt ge tiende-eeuwsehe begrippen. «Op heilige dagen zoo lezen wij zal men gelijk ter tafelen gaan eten 's middags, altijd terstond pis de iiooge mis uit is, en 'savonds in den zomej' te 6 uren en in den winter te 5 uren, en |oo wie daar niet is zal men na den maaltijd geen eten geven tot 's avonds, en doet men dikwijls, dat zal vvezên op de roede. «Niemand zal mogen staau blijven bij de appeleuverkoopsters of veikoopersbij deNieuwe- brug, of elders, noch by de schepen daar appelen in zijn, noch lie appelliedeu de appelen in helpen dragen of bewarenop de roede. «item niemand van- de kinderen, hij zij jong of oud, mogen een ander kind binnen-'s wees huis of daarbuiten slaan of stooten in jok of in kwaadheid, of ook kwalijk of sontijch" toe spreken „cfj^r.wijten, zeggende,^„«duhoerkjnt, "du dieft,- "du-schurft" of ii tidérsvv i e d at *do e£j*~ dat zai wezen op de roede. «Item niemand zal mogen een stuks broods of kaas of wat. het is uit thet weeshuis dragen eu daarvan een ander geven of verkoopen, op gegeeseld te worden. «Item zoo wie school gaao, die zullen ge houden wezen, zoo «geringe" als zij uit de school komen, van stonden aan. t' huis te komen, zoowel op dagen vau oorlof als anders, op coirectie van gegeeseld te worden. «Item wie dat school gaan'zal of werken, zal niet mogen wegloopen spelen, hij zij jong of oud, op correctie vau dapper gegeeseld te worden. «Item niemand zal mogen loopen te land waarts in eenig dorp, zonder1'óorlof, op zware correctie, en niemand zal mogen bij nacht uitten huize blijven, op scherpelijk gegeeseld te worden. «Item zoo wie besteed is op een ambacht en hij wiut geld bij de weken of bij jaar, zal gehouden wezen dat zelve werkgeld geheel in te brengen, 't zij knecht of meid, in han den van de oudste buitenmoeder, of geld dat zij winnen bij haar zal rneü desgelijks mede leveren in handen als vooirü., op poene van moedernaakt wel gegeeseld'te worden, hij zij jong of oud." Wij erkennen,' dat de l'opgetelde misdrijven van zoodanigen aard zijn, dat zij ernstige be straffing verdienen/'maar zouden ze thans zeker met afzondering of onthouding van speeluren, misschien ook met vermindering van rantsoen, echter niet met geeseliug bedreigen. Als aansporing tot een doorgaand goed gediag diende het volgende artikel «Item het is een manier van de weeskin deren, als zij een- deel jaren in 't weeshuis gevoed' zijn geweest, alzoo dat zij van de bui- tenvadsrs en moeders worden uitgestuurd, zoo geeft men ze een dagelijksch pak ,om haar wérk in te doen en nog een pak om op heilige dagen te dragen, en hieitoe linnen en anders naar haar staat; en zoo wie van de kindeten dit zal begeeren te hebben, die zal moeten gehoorzaam .en onderdanig geweest zijn den .buitenvaders eu.de moeders eu den binnen «vaar"- en de «moer", eu onderhouden alle artikelen bij dezelve vaders en moeders alhier geschreven en bevolen, en dit alles zonder wederspaunigheid van woorden of werken, op die spein" van buiten huize gezet 'te worden met haar dagelijksch pak en twee hemden en" niet meer; inaar wie dat altijd gehoorzaam en goed is geweest, zal men de oude manieren onderhouden, en dit zal wezen en geschieden in presentie van alle de buiten «moers" en, een van de «vaars", als men een of meer uit dat weeshuis zal 2etten" Zijt ge 't met ons eens, dat het zwaard der gerechtigheid onophoudelijk dreigend boven de weeshuisbewoners zweefde, ge zult toch ook toestemmen, dat de sterfdag van een der weezen een .dag van verademing en genot voor enkele hunner was. Immers we lezen, dat bij 't afleggen en begraven van een overleden wees, de acht oudste jongens en meisjes werden onthaald op jenever, brandewijn, koffie en koek; maar wie weet, hoe dikwijls tengevolge van de vrool.ijke stemming door het gebruik van een en an'der ontstaan, de bullepees tegenover gezegde acht oudste jongens en meisjes haar plicht heeft gedaan? Hoe weinig hartelijk de betrekking tusschen de kinderen en den weesvader en weesmoeder waa,-blijkt uitbeen papier-tegen den muur van een weeshuis opgehangen; gedagteekend 24 Januari 1760. «En wij niet' anders ter herten nemende, dan de rust ende eenigheit in voorschreven huis, en om zulke en dier gelijke buitensporigheden in het toeko mende te"\véeren, en met alle ernst en ijver tegen te gaan; zoohebben swij goed gevonden by deesen de weeskinderen te ordonneren en te gelasten, om zich ten allen tijden na de ordres van den binnen- voogt en binnenvader stiptelijk te gedra gen, zonder zig met woorden of daden daar tegens te opponerenen zoo het tegens onse ernstige meeninge mogte gebeuren, dat zulke of diei gelijke in- solentiën door de eene of andere wees kinderen wederom mogte worden gepleegt, val diegeene, daaraan schuldig bevonden wordende, zonder connisentie direetelijk uit voorschreven weeshuijs worden weg gejaagd of zoodanig gestraft, als na exigentie van saken zal bevonden worden te be- hooren. En zal de inhoud dezes totwaav- schouwinge in de eetkamer der weeskinderen worden opgehangen. Hoe de strenge tucht somtijds werkte, blijkt uit een publicatie van Burgemeesteren en schepenen van Middelburg van den 5en April -1773, waar we lezen: «B. B. en S. S. maken bekend, dat een groot aantal kinderen uit het armenhuis waarin meest vond-dingen, halve weezen «f verlaten kinder ;n of de weezen van niet- poorters worden opgenomen) ziel) door het bedrijven van misdaden en verregaaude „onzedelijkheid, alsmede door insubordinatie jegens de regeuten en den vader vau het gesticht, ter buiten gaan dat zij zich in den laatsten. tijd aan het plegen van ver scheidene dieierijen hebben schuldig ge maakt;'dat' audeien weder heimelijk het huis en hunne lazen hadden veriaten ,.«n Dr.S.Sn. Coronel,Middelburg pag. 172). jZplfs was de zedeloosheid onder v de" weezen van het Burger-weeshuis uitge- broken en versclieidene meisjes verkeerden V1'daar iu zwangeren toestandanderen wer- -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 1