Deze beweging berust op de leer der zwaarte
kracht. Door achteruitgaande met' de voeten
op het plankje te drukken, verplaatst men min
of meer de zwaarte van het lichaam van het
stoeltje naar het plaukje. Daardoor willen de
stangen, waaraan het plankje bevestigd is, een
meer rechtstandige houding aannemen en ziedaar
de beweging.
De automatische schommel is veel minder
gevaarlijk dan de gewone schommels, omdat
men, in een stevig stoeltje gezeten, zich aan
de stangen kan vasthouden, terwyi de voeten
op het plankje rusten.
Aan de Kamer van Koophandel en Fa
brieken alhier is verzonden het bericht omtrent
den handel eu de scheepvaart in het Britscho
Koninkrijk over de maand Augustus 1879.
Onder de opgave van brieven door het
postkantoor te Rotterdam verzonden en gericht
aan personen waarvan de adressen onbekend
zijnover de 2de helft der maand Augustus
1S79komt o. a. voorVan Ommeringh, te
Schiedam.
Het Vaderland van heden bevat den
volgenden brief:
Mijnheer de Redacteur!
Hot zal wellicht monigcen te 's Ilago verwonderd I
hebben, dat een nieuwsblad, zooals het Dagblad j
van /.aid-Holland en 's Grawnhagchetwelk steeds j
zoo hoog opgeeft van zijn vei knochtheid jegens het
regeerend Stamhuis, in zijn aflevering van Zondag
14 en Maandag 15 September zich niet ontzien J
heeft de afwezigheid van een der leden van dat
Vorstenhuis bij do jaarlijks terugkeoronde opening
der^Staten-Generaal tc laken.
Do aangevallenediceft gemeend zich to moeten
verdedigen en zijn vijand voor zijne landgenooten
te ontmaskeren.
Nog weinige jaren geleden hehoordo hij tot
hen, die het Dagblad dagelijks inzagen, en dit
niet klirnmenden wederzin, daar vele achtbare I
mannen in liet zooeven aangehaalde nieuwsblad
verdacht werden gemaakt. De/e wederzin ver-
audorde in verontwaardigingtoen daarin eon
dronk, door den heer Mock op de ge/ondhoid van
zijn Broeder, den Prins van Oranje, bij gelegen- i
hcid van een feestmaal ingesteld, werd opgenomen.
Hot is bokend, dat hierin oen aantal aanmerkingen 1
op het gedrag van den Prins van Oranje werden
gemaakt. Men had don lieer Mock kunnen toe- 1
voegen, dat hij do klok had liooren luidenmaar
niet wist waar de klepel hing. Na rijp beraad
besloot ik mijn boekverkoopcr to verwittigen mij
niet meer het Dagblad toe te zonden en mijn i
intcekcning als opgezegd tc beschouwen.
De reden, die tot dezen stap geleid had, het
opnemen van de woorden van den heer Mock,
werd aan hen, die het Dagblml besturen, medo-
gedeeld. Deze laatstcn trachtten mij te bewegen
mij van het eenmaal vaststaand besluit terug te
brengen, maar hun pogingen werden met geen
gunstigen uitslag bekroond. Sedert dat oogenblik
heeft het zooeven genoemd nieuwsblad tegen mij
een veeto opgevat, welke zich geuit heeft door de
plaatsing van een stuk, hetwelk nooit het licht
had moeten zien, daar liet een aanval behelst
zonder na te gaan of deze op een goeden grond
slag berust. Hoewel, het Dagblad gelukkig in
Nederland niet do openbare meening vertegen
woordigt, zoo acht ik het wenschetijk den vvel-
denkonden Nederlanders do oorzaak mijner uit-
landigheid te ontvouwen.
Een eigene verdediging te schrijven is nimmer 1
aangenaam (men wordt zoo licht beschuldigd van
te handelen met nevenbedoelingen of uit zelfzucht), i
vooral wanneer daarbij treurige en smartelijke om
standigheden moeten worden aangeroeid, zooals
hier in boogo niatc liet geval is. liet behoeft wol j
niet in herinnering gebracht te worden, dat ik j
bijna .den gebeelen duur der laatste ziekte mijns j
innig' geliefoen Broeders bij hem vertoefde en hem
niet verlaten heb. totdat ik hem naar zijn laatste j
rustplaats heb geleid. Zij, die kranken, aan welke 1
zij door de innigste banden van vriend- en bloed- 1
verwantschap waren verbonden, in zware ziekten
hebben opgepast, weten hoezeer men tusschen hoop i
en vrees wordt geslingerd, weten hoe zwaar het j
leed te dragen is, wanneer do ziekto een doode-
lijken afloop heeft, weten hoezeer de omstanders
geestelijk en lichamelijk bierdoorwordenondermijnd.
Men moet dit ondervonden hebben om liet te
kunnen begrijpen, om den omvang van een verlies,
indien ik mij zoo mag uitdrukken, eenigermate te
kunnen tasten. Daarom waren de woorden van den
heer Hofprediker Van Koetsveld zoo treffend waar,
toen hij zeide, dat twee jaren niet voldoende waren
geweest om mijne kindertonen af te wisschen.
Jildien men dit gedeelte v»n de te Delft-uitge-.
sproken redovooring niet vorgeet en daarbij reken
schap houdende mot liet onherstelbaar verlies, door
mij dezen zomer geloden, bohoeft hot wel geen
verder betoog, dat mijn gestel rust en kalmte van
noodo hoeft en mij gebiedend voorschrijft nog ge-
ruimen tijd in stille afzondering door tc brengen.
Het is daarom, dat ik mij naar Zwitserland begat,
vooral om conigen troost en opbeuring to zoeken
en te vinden in het gezelschap mijner tante Me
vrouw de Prinsis Maria van Wurtemberg, welke
mij uitgenoodigd had eenige dagen bij haar te
komen vertoeven.
Mijne droefheid laat mij niet too in liet openbaar
te verschijnen, ik gevoel mij daartoo te zeer ge
schokt gn gedrukt en wil reeds bij voorbaat de
verklaring afleggen, dat ik het volgende jaar mij
ook zal onthouden bij de opening der Staten-Ge-
neraal tegenwoordig te zijn. zonder dat het schot
schrift van het Dagblad eonigen invloed op deze
beslissing heeft uitgeoefend. Zoodanige geschriften
laten mij volkomen koud.
Ik reken het mij tot een eer door dit niouws-
blad door het slijk te worden gehaald, vooral
daar ik de overtuiging in u ij draag, dat het mij
niet aan belangstelling in 's hands zaken ont
breekt en dat, zoodra de inwendig.; kracht wederom
daartoe bij mij zal zijn teruggekeerd, ik niet in
gebreke zal blijven op een meer duidelijko wijze
tc toonen, dat ik nnj geheel wenscli to wijden
aan do beiangen van ons geliefd Vaderland. liet
zij mij veroorloofd hierbij nog een oogenblik stil
te staan. Op een feestmaal to Amsterdam gehouden,
gaf mijn onvergeteli jk; oom Pt ins Hendrik openlijk
te kennen, dat hij h'oopto, dat indien het eenmaal
do Voorzienigheid zoude bohagon hora tot zich to
roepen, zijn neef zijn voetstappen zoude drukken.
Deze opdracht werd door mij aanvaard on in de
laatste tijden kwamen mij dikwijls de toen ge
sprokene woorden voor don geest. Smart en
zieleleed over de door mij gelodono verliezen zijn
oorzaak dat de eenmaal' aanvaarde opdracht op
dit huidige oogenblik niet kan worden uitgevoerd.
Dit is slechts uitstel, maar geen afstel.
Aan het einde van dit gesctnift genaderd, -zal
de lezer daarvan zich do vraag'stellen wat do
bedoeling van dit opstel is geweest liet antwoord
hierop kan hoogst eenvoudig luiden.
Ik wenschte do uitingen mijner droefheid,
afwezigheid bij plechtigheden, aan mijn land
genooten uit te leggen. Daar de/e uitingen reeds
vroeger niet begrepen waren, liad ik eene ge
legenheid gozocht om de aandacht der openbare
meening in Nederland daarop te vestigen. Ik had
deze gelegenheid totnutoe niet gevonden. Zij wordt
mij nu door het in hot Dagblad geplaatste stuk
geboden en gretig door mij aangegrepen Ikwensch
dat mijne droefheid in haar uitingen worde ge
ëerbiedigd. Ik woet dat bezwaren aan de vervulling
dezer bede zijn verbonden; want de menschclijko
geest eerbiedigt zelden hetgeen hij niet begrijpt.
Ik kan niet nalaten hieraan toe te voegen, dat
na do rampen, die mij sedert'twee jaren troffen,
do hofstad voor mij een levend graf is geworden,
waarheen het zwaar valt terng te koeren.
Tevens richt ik tot u het ver/oek aan dit stuk
een plaats in uw blad te willen inruimen.
Het zij mij vergund u bij voorbaat mijn dank
te betuigen en toeken ik mij
Mijnheer dc Redacteur
Uw toegenegen
Alexander Prins dlu Neüerlandbs.
Be\, den 17n September *J 879.
De Minister win Financiën maakt bekend,
dat liet saldo van 's Rijks schatkist bij de
Ncdeiklinische Bank. op 20 Sept., en de som
der betaalmiddelen op dat tijdstip bij de be
taalmeesters aanwezig, te zinnen een bedrag
uitmaakten van f37,523 923.IQJ/2.
De kulimei-kommamlant van het regiment
grenadiers en jagers ontving gisteren ver
schillende telegrammen van gelukvvenschiug
met 't feest, dat 't regiment viert.
De lieer Iveueheuins is aan boord van
het stoomschip Anadijr den 18deu dezer van
Suez naar Napels gestoomd, waar hij den 22sten
kau aankomen, otn óf van daar over land den
24 a 23>ten in Den Haag te ztja; of naar
Marseille doorstoomend, don Rosten in die zee
haven aan wal te stappen en den 28 a29sten
in de residentie te zijn. (Stand)
De Standaard bevat de 'I2e lijst- van de
opbrengst der jam-collecte voor de scholen met
den Bijbel, tot een totaal van f39,136.64V2-
Scdeit gei v.iimm tijd worden door de
gezagvoerders van schepen in de gronte vaart
op hunne leizen, ten behoeve van liét Mete
orologisch Instituut, geheel vrijwillig wuarne- 1
mingen gedaan. Ten einde het leveren van
deze nuttige bijdragen aati te moedigen en
tevens de nauwkeurigheid der waarnemingen
te bevorderen, komt het der Regeeritig wen-
schelijk voor, in de gelegenheid te zijn eeriige
der meest onmisbare meteorologische instru
menten van wego het Instituut aan gezagvoer*
ders ten gebruike te geven. De aanschaffing
daarvan voor eeu achttieuU! schepen zal f 18,000
kosten.
Op 30 September e. k. zal, onder voor*
zitterschnp van den burgemeester van Rotterdam,
aldaar in het hotel A. dl er, de jaai lijksche vergade- i
ring plaats hebben van de vereenigiug vaa i
burgemeostcis en secretarissen in Zuid-Holland,
Onder meer /uilen aldaar besproken worden;
ti. de stelling: alle besluiten van den gemeente
raad, in strijd met do wet, moeten dour den
Koning vernietigd worden, ingeleid door M,
Goekoop, burgemeester van Goederende, an b
over het adres van den Multapntiorsboud, in
verband met plaatselijke veroi (leningen, ingeleid
door R. Blok, butgeineestor van Lekkorkerk,
Er heelt zich een commissie gevormd
om op IfMaart 1881 den 300en gedenkdag
der gebooite van Pieter Cornolisz Hooft te vie
ren op eone wijze, den groote dichter en ge*
sehieikchrijver waardig, en hom een blijvend
gedenkteoken te wijden, voorzeker den steun
verdienend van allen vvien onze letterkunde ter
harte gaat. Men stelt vich voor dien dag te
vieren door een feestelijke bijeenkomst en pen
tooneel voorstelling, aan 's dichters wei keu ont
leend, eu door een kunstrijke herstelling dei'
groote zaal van het MniJerslot, in denstijivan
de eerwe helft der 17de eeuw, daar zijn hciin-
nering levendig te houden. Op-die wijze wilde
de commissie do gedaehteni&viei ing van den Mui
dei drost vastkuonpen aan het plan tot herstel
van het slot te Midden, "ui het voi ige jaar door
het Nederlandseh letterkundig congres te Kam
pen opgevat. Zij vvenseht de wanden te vei sie
ren met schilderijen en beeldwerken, aan de
omgeving en de werkzaamheid van Hooft out-
v leem!, en doet dam toe een bei oep op alle Noord
en Zuid-Nedei lamlsche kunstenaars.
Zatcidag zijn te Utrecht ruim een hon
derdtal personen uit die gemeente en van eiders
bijeengekomen ter gedachtenis aan het groote
feit der Unie- Ter herinnering aan dien dag
was eene medaille vervaardigd, voorstellende
aan de vooizijde het .borstbeeld van graaf Jan
van Nassau, met het omschiift: Oma/ Jan
van Hassan, stichter der Unie van Utrecht
de keerzijde vertoont een leeuw met opge
heven zwaard en de zeven pijlen, omringd door
elf stenen, het zinnebeeld der tegenwooidige
elf provinciën, waarboven het alziend dog, met
het opschrift: Dankbaarheid, Eendracht, Vrij'
heid, en de jaartallen 1579—1879.
De medailles voor Uil. MM. den Koning en
de Koningin, in goud, zilver en bicns vervaar
digd, zijn geplaatst in een gebeeldhouwd kistje,
en daarbij is gevoegd een album met dc vol
gende opdracht: vAlbum, HII. Majesteiten den
Koning en Koningin eerbiedig opgedragen tei'
berinnering aan het 3do eeuwgetijde van dc
stichting der Unie van Utrecht."
"Voor hot stedelijk ai chief zijn de medailles
in zilver en brons vei vat in een keurig kïstjef
in den stijl der XVIde eeuw.
Vele ingezetenen 'deden door het uitsteken
van vlaggen vau hunne ingenomenheid me/,
hetgeen geschiedde blijken, terwijl ook van het'
stadhuis de vlag wapperde.
Te 12 uren veieeuigden de deelnemers zich
in het Gebouw voor Kunsten eii Wetenschap-'
pen, om daar de voor hen bestemde exemplaren'
vau de medaille in ontvangst te nemen eo iö
eene plechtige vergadering de oorkonde te onder"
teekenen, die de handeling vermeldt,
Er werd besloten, dat, behalVe de deelne-'-
mers, waar va li het geiai tot 133 geklommeif'
was, niemand eene medaille zal kunnen beko-*