A0. 8879. Maandag 6 October. M 4772. Drie e n a a r a n ABONtiEMENTSi'RlJS, per kwartaalf 1.85. Franco par post, door hot geheele Rijk- 2.50. Afzonderlijke nnminars0.10. CDDHAIT. BtKHAV: JfKAKKT., IS, 18 1. Advertentieprijs: van I10 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driehaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Pij deze Courant behoort ccn By voegsel. Schiedam, 4 October 1879 Aan het slot onzer beschouwing over weezen- verpleging genaderd, vestigen we nog op een enkel punt de aandacht. Vooreerst op de Yereeniging van Wees vaders, die dit jaar tot stand is gekomen, en in de afgeloopen inaand haar leden te Amster dam vergaderd zag. Op deze vergadering werden vier punten behandeld, waaronder vooral de aandacht moet trekken het derde op de agenda: »Wat kan er gedaan worden om de zorgeloosheid bij ver pleegden in weeshuizen tegen te gaan?" Het Dagblad van Friesland, dit punt be sprekende, merkt daaromtrent het volgende aan De zorgeloosheid by verpleegden in wees huizen. Wel hebben de n vaders" daar den vinger gelegd op eene wonde, waaraan onze inrichtingen voor weezenverzorgingdie door —de-" kapitalen der—vaderen of- de- subsidiën van tydgenooten worden in stand gehouden, lgden. De kinderen in de weeshuizen wor den verwend. Laten de huismoeders hier en alders getuigen of het volwassen weesmeisje dat uit het weeshuis door haar ter adsistentie la de huishouding opgenomen wordt, daarvoor de noodige geschiktheid bezit; of zij begrip heeft van de dagelijksche noeste vlijt der huis moeder, van de bezigheden in eene burger- huishouding bij de bezorging van middagmaal en voeding, van de wasch, van zooveel, dat daar met overleg en zuinigheid, met opoffering van gemak en tijd, van de nachtrust zelfs, moet geschieden. Gelukkig de weeze, die eene bekwame geduldige leidsvrouw op dezen haren eersten stap in het practischc leven mag ont moeten; die onder voogden staat, welke dit belang beseffen en voor hunne pupillen eene dergelijke plaatsing weten uit te kiezen: het weeshuis heeft haar die dingen niet geleerd, haar geenszins voorbereid om op later leeftijd zelve als huismoeder te kunnen optreden, dia het groote dagelijksche huishoudelijke vraagstuk sof het kan of niet en kan" handig en goed tot oplossing weet te brengen. De gestichtskindereu zien vader eu moeder van den ochtend tot deu avond werken, 'i is waar; zij zien al de bezigheden, die den gang dor machine regelen; maar nooit hebben ze daar gezien dat levensouderh'oud levensarbeid en inspanning vraagt. Voor hen staat van primo 3anuari tot ultimo December op de minuut de morgen- eu avondboterham gereed, wordt met hst slaan der klok het dampende maal opge dragen en rondgedeeld, de brij opgeschept; wordt met den' ingang der zooveelste inaand het zondagskleed vernieuwd en dit weer tot eene dagelyksche dracht gedegradeerd; komen op den vasten datum in het najaar de hon- - derden tonnen turf, de mudden aardappels, komt de geheele provisie in den kelder en in de kasten, Ze zien de drukte, die met die be reddering eën paar dagen gepaard gaat, maar dat is ook alles: Het kind, dat eenmaal in het zweet zijns aanschijus voor het dagelijksch brood zal moeten zwoegen en wroeten, dat la ter misschien in een bekrompen kamertje waarin geslapen, gewasschen, gekookt, waarin alles moet gedaan worden, moet huishouden, leeft 18 a 20 jaren lang als reutenierskind in groote, ruime, goed geventileerde zalen en teert uit den pot van Egypte. Het wordt nuttig bezig gehouden het heeft in de groote gestichten een eigen onderwijzer, eene eigen naai- of brei'vrouween eigen catechiseermeester, een eigen plaats in de kerk, waarheen de kinderen op den dag des Heeren in lange indrukwekkende rjjen, twee aan twee geschaard, plechtig opgaan, zoo geregeld, dat geen volwassene, die zijn eigen vrijen wil heeft, het hun na zou doen; en voor den vrijen tijd vraagt men naar nog meef tijdverdrijf, naar leesbibliotheken. Dit alles heeft het weeshuis kind boven zijns gelijkenlie in armhuizen opgenomen of suitbesteed" zijnof die het (hier bijna twijfelachtig) geluk hebben hunne ouders nog te bezitten, vooruit. Zelfs schijnt er systematisch voor gezorgd te worden dat het zich niet aencanailleere". Door al dat eigene, bijzondere, 't welk het terug houdt van het bezoeken van de gewone leerinsteliiugendat geregelde kerkbezoek en die afgezonderde plaatsing, die distinctieve, soms potsierlijke maar altijd een kwarteeuw of langer hij de gewone kleederdracht ten achter zijnde'kleeding, waardoor het weeskind dadelijk by het publiek gewaarmerkt is als een kind der openbare liefdadigheid, past dat alles in het systeem't welk de tegenwoordige tyd aan arm verzorgers en opvoeders oplegt, het kind te vormen tot individu, tot zelfstan digheid, tot selfhelpl Zouden de statuten onzer weeshuizen, die zoo oud zjjn als »het huis" van Keesje uit de Camera Obscura en dat was zoo oud als de1 wereld zouden de regle menten, die het eeuwig eenerlei, dat de instelling eigen is eu waarin alle opgewektheid, alle geestdrift, alle liefde moeten kwijnen en onder gaan te voorschijn hebben geroepen en bij welker ontwerping de ydelheid onzer vaderen, naar 't ons voorkomt, geen kleine rol heeft gespeeld, zouden die niet eens broodnoodig een herziening vereischen? De weesvaders hebben wel gedaan dit punt. ter sprake te brengen. De maatschappij over- denke het en doe het hare! Een ander punt is de verpleging van weezen door middel \an uitbesteding, 'tls nog niet lang geleden, dat onder andereu in Zeeland op kleine plaatsen de weezen publiek werden uitbesteed, Op de aanplakborden op vele dorpen kon kan men misschien nog tegen nieuwjaar onder de verkoop en verpacht-aankondi gingen een strookje papier vinden aaagespijkerd inel het ptaeludium: BESTEDING, waarop volgt: s Arm meesters der gemeente Z zullen denin de maand Januaritrachten om te besteden de navolgende personen: Jan B oud"5 jaar; Grietje K... oud 9 jaar enz," Eu dan volgt als postludium: ZEGT HET VOORT. Een heerlijk lotdat Jan BGrietje Ken anderen stumperts te wachten staat. Verder hebben we de verpleging van weezen 1 in gemengde gestichten. Voor eenige jaren, schrijft de heer Scheltema, waren er van 232 gestichten 108, waarin zij tegëlijkjjrnëtj psdere behoeftigen werden opgenomen, en wel 2 waarbij dit alleen met jongens, plaats had, 9 alleen met meisjes en 97 met beide geslachten. Nu erken ik, dat men in sommige van die gemengde gestichten althans de ouden en gebrekkigen van de weeskinderen gescheiden heeft, maar ik kan u verzekeren, dat er nog een menigte zoogenaamde armhuizen zijn, waar een" tal van geheel of half verweesden met die ouden en gebrekkigen worden opgevoed, en acht gij den toestand van vroeger, dien ik u zoo even schetsteongelukkigin dien toestand ia bij vele gestichten niet de minste verandering gekomen. Ik ben overtuigddat wanneer gijzooals ik, onderscheidanen van die zoogenaamde arm huizen, vooral in kleine steden en dorpen had bezocht, en gij had gezien, hoe die ongelukkige stumperts, bij 5-, by 10-, bij 20-tallen gescho ven waren tusschen die afgeleefde en de goede niet te na gesproken vervuilde oude a van dagen, gij met mij wenschen zoudt, dut in het belang der maatschappij in 't algemeen, en in 't belang dier jeugdige ODgelukkigen in 't bijzonder, verandering in bun toestand werd gebrachtIk wenschte wel dat de gemeente besturen die met ieder jaar het cijfer van 'fc geen benoodigd is voor de armverzorging, zien toenemeninzagendat zij door op zulk een wijze de arme weezen te verzorgen, 't moge dan aanvankelijk om 't goedkoops aan trekkelijk zijn, toch op den duur de armoe bevorderen. Of met het oog op toestanden, als boven werden geschetst, de Maatschappij, die zich ten doel stelt de opvoeding van weezen in het huisgezin te bevorderen, niet als een blijde verschijning moet worden begroet, zal wel door niemand betwijfeld worden. Wij eindigen met de flinke beschouwing van IIct Nieum van dm Dag naar aanleiding van het vijfde jaarverslag dezer Vereeniging, die we leden en begunstigers in steeds klimmend aantal toewenschen. »W| groeien vast, in tal en last," die woorden legt het 5e jaarverslag der Maatschappij tot Opvoeding van Weezen in het Huisgezin," den aan hare zorgen toevertrouwden kinderen in den mond. Hun getal is in bet afgeloopen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 1