BinaeuUndscle Berichten.
Gemengde Berichten.
jaar van 74 tot 83 geklommen. Dat zij hare
verzorging alzoo eenigszins heeft kunnen uit
breiden is voornamelijk te danken aan de ver
meerdering van het aantal leden. Dit aantal
bedroeg in het vorig jaar 306 thans 366; dat
der begunstigers klom van 214 tot 201, Ook bij
sommige comité's vermeerderde het aantal loden
en begunstigers zoodat de Maatschappij thans
door ruim 1200 contribuanten wordt onder
steund, waarvan velen hun jaarlijksche bijdrage
verhoogden. En dat het geld der giften en bij
dragen goed besteed is, dat kan men zien uit haar
verslag. Daar kan men lezen hoe weesjes van
alle gezindheden door de Maatschappij in die
gezinnen worden geplaatst, welke zij het nuttigst
voor hun opvoeöiug oordeelt. Hoe zij daar in
de meeste gevallen als eigen kinderen worden
behandeld, en in de genegenheid van hun
pleegouders, broeders en zusters een vergoeding
vinden voor de liefde, die zij zoo vroeg moeten
missen. De Maatschappij mag zich reeds ia veler
sympathie verheugen; maar zij heeft nog steeds
behoefte aan krachtigen steun, om haar werk
zaamheid uit te breiden ten voordeele van
zooveel weezen, wier verpleging dringeed voor
ziening vereischt. Reeds meermalen werd door
ons en anderen gewezen op de schoone taak
van deze Maatschappij. Maar wij aarzelen niet
haar nogmaals dringend aan te bevelen aan
alle menschenvrienden, en hun Vondels woord
toe te roepen:
vOch, helpt een luttel dragen."
SCHIEDAM, 4 October 18J9.
De herstemming voor de verkiezing van één
lid voor den Gemeenteraad zal plaats hebben
op Maandag den 13 October 1879, van des
voormiddags te negentot des namiddags te
vier uren, ten Raadhuize alhier.
"Voor het huishoudelijk najaarsconcours door
het korps Koninklijke scherpschutteis alhier,
te houden te 's Ilage (Waalsdorp), op Zondag
5 dezer, zijn behalve de reads vermelde prijzen
nog ingekomen: een Bloemenstandaard, een
kristallen aschbakje met zilveren voet, een
jlito, een portemonnaie met geld, een dito, een
Amerikaansche klok, een lantaisiestoel met
trépied, een boekwerk: Andriessen, Oranje-
Nassau.
Onder de opgave van brieven door het
postkantoor te Rotterdam verzonden en gericht
aan personen waarvan de adressen onbekend
zjjn, over de 1ste helft der maand September
1879komen o. a. voor"Wed. Zwaneveld,
te SchiedamVan Dongelente Delfshaven
G. Horsman, te Vlaardingen.
De Amsterdamsche Stuiversvereeniging
jDe School met den Bijbel" heeft een openharen
bidstond uitgeschreven op Vrijdag a. s. >met
het oog op de gevaren, die bij vernieuwing de
christelijke scholen in ons vaderland bedreigen,
en op de roeping onzer vertegenwoordigers iu
de Tweede Kamer."
Donderdag 2 Oct. II.des nam, te 5
uren, kwam een bouwman van Delfgnauw met
zijne vrouw in de nabijheid van Schipluiden
aamijden in een tilbury, toen zich daar op
den Hoornschen weg een paardenkoopman uit
Maasland bevond. Daar deze koopman, zooals
dat nog al dikwerf gebeurt, wat stevig markt
had gehouden, maakte hij naar den zin van
een jeugdig ros dat hij bij zich had, nog al
ruim gebruik van de karwats, waardoor het
dier het voor (le passage te voet, als per as,
verkieselijk maakte ontwijkende sprongen te
doen. Ook het paard van den bouwman v. S.
deze willende ontwyken deed een sprong, en
paard en rijtuig tuimelden (niet in de vaart),
maar van den 2 meter hoogeu weg af in den
lagergelegen Hodenpijtschen polder. Verblijdend
js echter te kunnen melden dat alles met eenigen
schrik en gebroken paardentuig is afgeloopen.
De regenmeter te Frederiksoord gaf in
September jl. 45 millimeter. De zes vorige
Septembermaanden was het tniddelcijfer S9,
i zoodat nu 44 mM. miuder is gevallen.
De Gebroeders Treves, te Milaan, hebben
onlangs het eigendomsrecht gekocht van de
beschrijving van Unlland door De Ami cis en
bezorgden er nu eene keurige nieuwe uitgave
van, die met zorg door den schrijver herzien
werd. Dit is reeds de vijfde druk, dieu Olanda
beleeftwel een bewijs dat de Italianen belang
stellen in ons land en zijne bewoners.
Men leest in de Europeesdie kroniek van
het A. D. v. jV. I.
Onlangs las ik in dit blad een berichtje, dat
op de passers te Batavia de Chineezen zich
beginnen in te laten met het in Engeland verbo
den drie-vingerhoedenspei. Van een bevriende
band ontvang ik nu liet volgende verhaal,
hetwelk toont, hoe men degenen, die ons met
dit spel ons geld ontfutseleu willen, het best te
woord staat:
sik nam, met nog drie jongelieden van mijn
kennis, een kaartje tweede klasse. Twee andere
lieeren namen plaats in denzelfdeu wagen; zij
hadden weinig bagage, een klein valies alleen,
met een parapluiezak, waarin drie stevige stokken
staken. Weldra haalden zij uit het valies een
rond plankje, eu bevestigden dat op de stokken,
zoodat het een tafeltje voimde, waarop rnen
kaait kon spelen. Toen we alle vier, die ons
aan elkander vreemd hielden, weigerden te
spelen, haalden zij drie vingerhoeden en een
erwt voor den dag. Niets is eenvoudiger dan
dit spel; maar ik raad ieder af, het in onbekend
gezelschap te spelen.
Men weet. hoe het spel iu zijn werk gaat.
De een verplaatst onnaspeurlijk vlug do erwt
van den eenen vingerhoed onder den anderen,
eu de medespeler moet raden, onder welken
vingerhoed de ei'w't ligt. Daar er drie vinger
hoeden zijn, zoo krijgt degeen die juist raadt,
tweemaal z'yu inzet van den ander. Het ver
raderlijke van het spel is echter, dat de bank
houder, om hem eens zoo te noemen, maar al
te dikwijls de erwt onder geen enkelen der
drie vingerhoeden plaatst, maar in zijn mouw
verbergt. Men kan dan raden, zooveel men wil
welken vingerhoed men ook aanwijst, altijd
blijkt er geen erwt onder te liggen en men is
zijn geld kwijt.
Ik waarschuwde ook nu mijne jonge vrien
den maar te vergeefs zij speelden, verloren
eerst eenige gulceustoen bankbiljetten; alles
verdween in de zakken van de eigenaars van
het tafeltje. Een van de verliezers scheen echter
een inval te krijgen; hij werd op eenmaal zoo
opgewondendat hij otn tweehonderd gulden
-weddi, te zullen raden, onder welken vinger
hoed zich nu de erwt bevond. De tegerspeler
deed zijn kunstbewegingen, en zoodra dut ge
daan was, riep mijn vriend: sllanden thuis."
Op hetzelfde oogenbiik vatte hij zelf twee
vingerhoeden op en de juistheid van zijn gissing
werd bewezen: nik behoef niet te zeggen, dat
de erwt onder den derden ligt en ik juist
geraden heb", zoo eindigde hij. De twee man
nen inet hun tafeltje beweerden natuurlijk,
dat dit geen manier van spelen was, maar de
andere werd zoo opgewonden, dat hij dreigde
zijne tegenpartij uit het raam te zullen smijten,
als hij uiet betaald werd. Dit geschiedde dan
ook, na nog een weinig gekibbel.
Ik zag rnet genoegen, dat de beide schurken
aan het kortste eind trokken. Den derden vin
gerhoed oplichten durfden zij niet, daar het
dan uitgekomen zou zijn, dat de erwt onder geen
der vingerhoeden lag. Maar, daar ik myn plan
had, begon ik met in schyn partij te trekken
voor de twee oplichters. »Ik weet wel", zei ik,
»dat het er onder fatsoenlijke lieden zoo nauw
niet op aankomt, in welke bewoordingen eene
weddenschap wordt voorgesteld, maar ik zou
daar toch geen gebruik van willen maken; als
ik wedde, dan zou ik ook bepaald den eenen
vingerhoed aanwijzen, waaronder de erwt lag;
en om het te bewijzen, wed ik om vijfhonderd
gulden, dat ik mij niet zal vergissen."
De twee mannen namen de weddenschap
aan, en zoodra huune handen van het tafeltje
af waren, wees ik dén vingerhoed aan.
jllieronder zit de erwt", zei ik.
jWij wedden van niet", riepen zij opgewon
den uit.
Ik lichtte den vingerhoed op en stopte er
handig een erwt onder, dien ik iu mijn mouw
had; ik had mij op die kunstgreep uit aardig
heid dikwijls geoefend. jDaar is de erwt", riep
ik; jen onder dezen", hier lichtte ik snel
de andere twee vingerhoeden op »is niets,
zooals gij ziet" De beide boeven durfden mij
niet beschuldigen van een vreemde erwt er
onder gestopt te hebben want zij zouden daar
mee zelvea bekend hebben, dat er onder geeu
vati de drie vingerhoeden een erwt lag en zij
dus valseh gespeeld hadden.
Al het geld, dat zij ons hadden afgewonnen,
en wat zij oorspronkelijk bij zich hadden, was
nauwelijks toereikend om deze schuld te be
talen. Bij het volgende station gingen zij er uit,
Blijkbaar zagen zij in mij een geestverwant
en aclitteu het onraadzaam in mijne tegenwoor
digheid, veel minder met inij zeiven, door te
spelen. Zij zullen zich vooreerst op die spoor»
weglijn wel niet meer vertoonen.
Dordrecht. Alhier hebbeu vei scheidene
ingezeteneu voor eigen rekening Saksische
aardappelen doen aanvoerendie voor zeer
matigen prijs en iu overvloed verkrijgbaar zijn.
De kwaliteit dezer aardappelen is •uitmun
tend zoodat de vrees van velenom niet in
de gelegenheid te zijndoor duurte van dit
artikel winterprovisie op te doen, verdwenen is,
De prijs der Holiaadsche aardappelen is
tengevolge van veel aanbod van Saksische r.iet
zeer hoog.
*-> i
Ond-Deiorlnnd. Donderdag hield de com
missie tot wering der bedelarij alhier hare jaar
lijksche openbare vergadering tot het doen van
rekening en verantwoording van haar gehouden
beheer. Door mindere ontvangsten en verineer-
derde uitgaven was de commissie slechts iu staat
e 1 f maanden haar taak voor te zetten,in plaats van
twaalf. Er bleek nog een saldo iu kas te zijn
van ruim f'108, en na afloop der verantwoording
werd de commissie eenparig verzocht, ook het
volgend jaar, gesteund door de ingezetenen,
haren arbeid voort te zetteu.
Woerden. Alhier is mede de prijs van het
rundvleesch met '10 cent per kilogr. verminderd.
Amsterdam. De Javaansche Gamelang,
die dezen zomer te Aruhem zoozeer de aandacht
trok, zal zich ook te dezer stede en wel in het
Paleis voor Volksvlijt, doen hooren. Aanst.
Maandagmiddag heeft de eerste van de vyf
bespelingen plaats. Zaterdag *11 dezer keert het
muziekgezelschap naar Indië terug.
Voor de jury te Breslau stond dezer dagen
een timmermansknecht terecht, die in het laatst
van Maart ji. zichzelven en zijne drie kinderen
(jongens van 8, 9 en 13 jaren) door kolendamp
het leven had willen benemen. Men had hen
des ochtends bewusteloos gevonden en naar
bet hospitaal overgebracht, waar alleen de oudste
zoon en de vader hersteld, de twee jongste
kinderen gestorven waren. De beschuldigde
verklaarde, dat hij na den veldtocht van '1866
ziekelijk gebleven was en daardoor hoe langer'
hoe minder had kunnen verdienen. Ook zijne
vrouw werd ziek en stierf in 1878 na vyf jaren
lydens. Eindelyk was het zoover gekomen, dat