ÊïïiuiiïMiïïriëïïaÏÏr" A". 880. Maandag 12 Januari. M 4839. liit 1, BI Vier on 1> er t i s t e J a a r a. u gr. COHAN! AbOn'nkmkntm'&ijs, pai kwartaalf 1.85. Franco per pest, door het geheole Rijk. - 2.50. Afzonderlijke uninmers- 0.10. BIIRSA1I: HARKT, S, 124. Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met inbegrip ven eene Courant1.10.' Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatmig wordt tegen «weemaal berekend. BIJ deze Courant belioortcen Bijvoegsel. Schiedam, 10 Januari 1880. Amerika en de meest onbeperkte vrijheid, zietdaar twee uitdrukkingen, die men gewoon is geworden als geheel vereenzelvigd te beschou wen. Menigeen, wien het in de oude wereld te tiang werd, loog naar Amerika. Voor ruim twee eeuwen ontweken geheele scharen Engel- schen hun vaderland, om aan de overzijde van den Oceaan die vrijheid van Godsdienst te genieten, welke hun in het moederland niet werd toegekend; tal van oorzaken werkten de landverhuizing in de hand, zoodat volgens een tamelijk juiste berekening de Vereenigde Staten van Nooid-Amerika thans een bevolking van veertig millioen zielen tellen. .liet vreemde element is daaronder verreweg het overheerschende. Toen voor vier eeuwen Amerika werd ontdekt, was onder anderen het eiland Sint Domingo met drie millioen -zielen bevolkt. Men gaf toen aan die bewoners den naam -van Indianen, omdat men meead#bij Amerika's ontdekking de oostelijke grens van Indië te hebbeo bereikt, Dieu naam hebben zij tot deu huidigen dag behouden, als men hen ten minste «iet naar hun kleur Roodhuiden noemt. De onmenschelijke behandeling der blanken heeft hun getal zoo verbazend doen afnemen, dat dit in on vermengden en ouafhankelijken tosstand, niet veol boven de twee millioen rneer zal bedragen. Waar de blanke komt, trekt de roodhuid zich terug. Heeft hij van den eerste eenige beschaving geloerd, hij leerde van hem ook het gebruik van den brandewijn, het vuurwater, gelijk hij, gewoon zich figuurlijk uit te drukkeD, dit vocht noemt; dit vuurwater^heeft ver schrikkelijke verwoestingen onder de roodhuiden aangericht. De Indiaan van Noord-Amerika wordt be schreven als trotscli, zwijgendlistig en waak zaam bij ondernemingen, volhardend in 't ver volgen, wraakzuchtig bij 't verdelgen zijner vijanden, en wreed jegens krijgsgevangenen. 'In gevangenschap verdraagt hij de giootste kwellingen zonder morren, als een martelaar, die door een levendig geloof versteikt wordt; in den oorlog is hij dapper eu woest; in den vrede traag en ernstig, uitgezonderd op de jacht -en Hij spelen; hij is gastvrij eu dankbaar voor •ontvangen weldaden; een scherp waarnemer der natuurverschijnselendichterlijk eu vol ver beeldingskracht ook bezit hij een eenvoudige maar buitengewoon vaardige en in de uit drukkingen scboone welsprekendheid! De laatste dagen brachten uit het laud der vrijheid, uit Noord-Amerika, weder eens tjjdin gen, waarbij de aandacht bij vernieuwing op de Roodhuiden werd gevestigd. Wij geven die tijdingen eenvoudig weer, gelijk wij ze vonden; liet oordeel zij den lezer zelf overgelaten. In de Vereenigde .State van Noord-Amerika woonde sedert onheuglijke! tijden cle vreedzame en de blanke vriendschappelijk gezinde stam der I'oncas. Dez Indianen waren gewoon er steeds met trots op te wijzen, dat geen hunner ooit het bloed eens blanken bad vergoten. Integendeel hebben zij aan het gouvernement der Vereenigde Staten niet zelden gewichtige diensten bewezen bij het bestrijden van oproerige stammen. Hot gouvernement sloot daarom, jaren geleden, met hen ook een verdrag, waarbij' hun, hun gewichtige bewezen diensten in aanmerking genomen, een ruchtbare landstreek ter bewoning werd aangewezen. Het gouver nement was zeker met het voornemen bezield, dit verdrag na te komen, want het was in ondubbelzinnige bewoordingen gesteld, en dit beteekent wat; dl Aon kanen toch hebben voor vaste gewoonte, verdragea met Indianen zoodanig te redigeeren, dat ze voor verschil lende uitlegging vatbaar zijn. Bij dit verdrag werden de Poncas ais de uitsluitende eigenaren erkend van de aange wezen-terreinen, eïTTIef gbü vernemen t" Verbond zich, nimmer zonder toestemming der Indianen dit verdiag te wijzigen. De stam vestigde zich op dit terrein, bouwde er woningen, stichtte it kerken en scholen, en bebouwde den grond tot aan de uiterste grenzen. De Poncas, die uitstekende landbouweis zjjnen met voordeel de veeteelt dreven, konden ruim in hun behoef ten voorzienen leefden gelukkig op hun terrein, totdat, in den herfst van 1876, het congres of de Wetgevende veigaderiug der Vereenigde Staten een wet aannam, waarbij aan den Indiaanschen stam der Sioux het terrein der Poncas werd afgestaan, eu dezen werd bevolen te verhuizen naar een ander aangewezen oord. Agenten werden naar de Pon cas gezonden, om hun mededeeliug te doen van hetgeen door het gouvernement was besloten, en de uoodige maatregelen voor de verhuizing te nemen. Deze agenten kwamen juist op een tijd stip, dat de Poncas den oogst binnengehaald en de landerijen voor den volgenden zaaitijd hadden ia orde gebracht. De Indianen weigerden aan het bevel van het gouvernement te voldoen. Zy wilden noch afstand doeu van huu welvaart, noch van de huizen, door hen gebouwd, noch van hun vee, hun gereedschappen, iu het kort van den bodem, waar, zooais zij zeiden, hun bloedverwanten en vrienden waren begraven. Toen beval het gouvernerneut, dat een af- deeling soldaten, deze tiroode duivels", desnoods met geweld naar het aangewezen teriein zou voeren. De Poncas protesteerden, maar verzetten zich niet, en gedurende de lange en vermoeiende reis, waarop zij bij hondetden stierven, hieven zij ook niet eenmaal de hand op togen de handvol soldaten, die het onrechtvaardige en barbaarsehe bevel uitvoerden, en - die zij ge makkelijk tot den laatsten man hadden kun nen ombrengen. Klimaat, koorts en honger richtten ver-~.,'gens groote verwoestingen onder de Poucas eau, toen zij eindelijk het hun aangewezen onvruchtbare, zeer ongezond» ter rein hadden bereikt. Hun opperhoofd Staande Beerzag achtereenvolgens al zijn kinderen sterven, en de laatste daarvan, deed zyn vader zweren, dat deze zijn overblijfselen zou begraven in het goede land, waar zij zoo gelukkig hadden geleefd. Eenigen tijd daarna mm Staande Beer het besluit met de weinigen, die nog kracht haddeu om te gaannaar de vroegere woon plaats terug te keeren. In een zak gewikkeld droeg het oude opperhoofd het geraamte van zijn geliefd kind, dat de gunst had afgesmeekt, in het land zijner vaderen te mogen rusten. De vluchtelingen bereikten na ongehoorde vermoeie nissen eindelyk Omaha, waar de Indianen hen uitnoodigden eenigen tijd uit te rusten. Doch hun terugtocht was bekend geworden, en de Secretaris van Oorlog gaf bevel a! de Poncas gevangen te zetten. Eenige edelmoedige lieden uit Omaha trokken zich thans de zaak der ongelukkigen aanen verkregen hun invrij- heidstelling. Tegen het gouvernement der Ver eenigde Staten is thans voor de Poncas een rechtsgeding aanhangig gemaakt, om hun weer in het bezit te stellen van den grond, die het gouvernement zegt, hun door onachtzaam- heid te hebben ontnomen. De kosten van dit geding zullen echter zeer groot zijn, en om zich het daarvoor benoodigde geld te verschaffen, is Staande Beer met eenige lieden van zijn- stam, naar New-York gekomen. Een jong meisje van den stam, Helder Oog, die de Engelsche taal zeer goed spreekt, heelt dezer dagen een verhaal vau het lijden der haren in Cooper-Iustitute te New-York gegeven. De pers te New-York trekt zich de zaak zeer aau, en men hoopt, hetgeen tenminste een teeken'van vooruitgang is, zooveel mogelijk goed te maken wat er misdreven is, en de rechten der Roodhuiden tegen de Blanken te beschermen. SCHIEDAM, 10 Januari 1880. Tot li et ontvangen en overma ken van giften ter leniging van don n'ood onzer door overstroo ming geteisterde 1 andg e n ooten ver klaren wij ons gaarne bereid. •Een bus is tot dat einde bij onzen Uitgever geplaatst. Van het ontvangene zal in ons blad mededèeling gedaan worden. Gisteravond trad in de vereeniging t Pau- lus" de Leidsche hoogleeraar Dr. H. Oort als spreker op. In zjjne rede, die tot onderwerp had iBijbel en Opvoeding", wees hij op de hooge waarden der bijbelsche verhalen voor s het huisgezin, de zondagsschool en het lager onderwijs, en gaf hy meer dan één bchartigeus-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1