A0. 1880. Maandag 2 Februari. ito 4854.' Tmclijit Saplyts, aitiezoiM Hsiat. NOTIFICATIE. si a r fx a it f£. T""' By deze Courant behoort ccn Bijvoegsel. De GEDEPUTEERDE STATEN der Provincie Zuid-Hoixand, Gelet op art. 73, alinea 2 der Wet van den éden July 4850 (Staatsblad no. 37), Noodigen de inwoners der Provincie Zuid- Holland, die elders in 's Rijks directe belastingen zijn aangeslagen, uit, om daarvan vóór 1° April aanstaande aan hun Collegie te doen blijken, door overlegging van het aanslagbiljet of van een uittreksel uit de kohieren der Rijks directe belastingen, ten einde daarop worde gelet bij het opmaken der Lijst van de Hoogstaange slagenen, verkiesbaar tot Afgevaardigden ter Eerste Kamer van de Staten-Ganeraal. De bedoelde stukken behooren door belang hebbenden te worden ingezonden aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, met opgave van: 1°. den naam, de voornamen en de woon plaats van den aangeslagene; 2U. de Gemeente en de dagteekening zijner geboorte; en 3». byaldien hij buiten 's lands is geboren, of, en zoo ja, wiiarom hij als Nederlander is te beschouwen, met vermelding van de dag teekening zijner naturalisatie, indien dezemogt hebben plaats gehad. 's Gravenhage, den 26sten Januari] 1880. De Gedeputeerde Staten voornoemd, FOOK, Voorzitter. F. TA VENRAAT, Griffier. Schiedam, 31 Januari 1880. We volgen den heer Kruseman nogmaals in zijn warm pleidooi voor.het teekenonderwijs, Is dit onderwijs om den eedelijken ernst van .de opwekking van het schoonheidsgevoel bij de volksklasse zeker reeds van groot gewicht, wij, rnaunen van nijverheid, vervolgt hij, zetten onzen aandrang ten behoeve der practjk daarne vens. Wij eischen teekenonderwijs voor de toe komstige arbeidersklasse niet als een gunst, maar wel degelijk als een recht. Waarin de laatste jaren zooveel is gedaan voor, zulkeschatten zijn te kosten gelegd aan het hooger- en middelbaar onderwijs waar voor den gpgooden stand zoo ruime deuien z'yn opengesteld om zich naar alle zyden te ont wikkelen, daar laten wy, nijveren, in uaam van <den minderen man, eene aanspraak gelden opeeue zorgvuldiger voorbereiding tot zijne practyk. Laat het een drogreden schynen, als wij beweren dat de kunstvljjt van ons vaderland in de 17e eeuw een deel van haren bloei te danken had hieraan, dat er toen niet zooveel te leei'en viel, maar dat de knaap van z'yn priïsten dag afaan 'werd opgeleid in het kucc^vak zjjns vaders, toch ligt daar iets behartigenswLi. digs in. Wij verlangen waarlijk naar die dagen vu a weinig ieeren niet terug, wy zegenen het licht van r onzen tijd met heel onze overtuiging. Maar by de erkenning dier voorrechten, laat ons toch niet voorbijzien, hoe de ai eid der handen niet geheel mag ter zijde gelet worden voor het werken met het hoofd.De uslaande ambachts man heeft, ook in de al lei eerste jaren zijner opvoediug, leiding noodig jn de oefening zijner oogen en vingeis, waarraeó hij weldra z'yn brood moet verdieuen voor zich en de zijnen. Die lenige handjes, voorelkebeweging zoo vatbaar, vragen er om dat ze niet werkeloos worden gelaten. Met ziel, maar ook met lichaam geeft het kind zich over/V pdat ook de school hem gaandeweg voor 'zijne bestemming be kwamen zou. Neem hem' toch niet iii pacht voor het eene, met verwaarloozing van liet andere: hij moet wcrkmaii worden, niet neen eenigszins ontwikkeld staatsburger" alleen. Straks, als de schooltijd vootbij is en de jongeling aan het verdieuen moet, zal hij betaald worden naar zijne bekwaamheid,„Kil het de vraag z'yn of hij in-" den'schakel-der maatschappij zal ge bruikt worden als een geesteloos weiktuig, of dat hy zal optreden als werkman met zelfstandige kracht. Iets later zullen zijne vrouw en kindei en afhankelijk zijn van zyu loonhij zal zich en de Z'ynen betamelijk kunnen huisvesleu en voeden, óf hij ?nl een proletariër worden en in zijn nageslacht het getal der ontevredenen verveel voudigen. Onthouden wy hem de gelegenheid niet, zich voor het eeiste te bekwamen, en bewaren wij hem (en ons zeiven I) voor het laatste. Als hij de maatschappy binnentreedt geve ook de school hem mede wat hem toekomt, gelijk zij dit medegeeft aan zijne meer- gegoede tijdgenootens vaardigheid om zich een baan te openen en vooiuit te komen. Den middelbaren stand geeft zij talen, natuurweten schap, werktuigkennis, wat niet algeve zij den lageren voor het minst opmerking, handigheid, weikkracht. Zij scherpe zijn oog voor zien, leere hem onderscheiden, leide hem tot oor- deelen, leei e hem werken bi enge hem daai toe ook door teekenen. Niet het teekeuen als hoofd zaak boven al bet andere, niet het teekenen als een kunstvak, maar als een oefeniogs- en arbeids middel. Doe 2"y dat leeds van jongs afaan, zij het nog zoo weinig, mits grondig; hij zelf zal later de wegen zoeken tot voortzetting, het zaad zal in goede aarde gevallen zijn. De heer IC. wijst er verder op, hoe in andere landen dezelfde denkbeelden op den voorgrond getreden zijn. In Denemarken onder anderen heeft de ritmeester Clauson Kaas zich de zaak des volks aangetrokken, om in zijn vaderland en in Zweden en Finland de oefening in han denarbeid niet zoo zeer op, maar naast de school een plaats in te ruimen in de opleiding der jeugd. De heer B. Boumao, directeur der Amsterdamsche kweekschool voor onderwijzers, ondei nam iu het afgeloopen jaar een reis naar het Noorden, om zich met de bemoeiingen van den heer Clauson Kaas bekend te maken. De vraag besriekend, in hoe ver het Noordsche voorbeeld ook hier te lande navolging verdient, zet de heer Bouman het volgende op den vooigrond: sOuk by ons," schrijft hy, »eischt delageie school ontwikkeling en leiding met het oog op de maatschappelijke bestemming der leer lingen. Ook by ons mag naast de uitsluitend intellectueeie richting van het onderwijs wel die naar het praktische levon gevoegd worden. Ook hier kan de oefening van hoofd en hand samengaan. Nu de strijd over de beginselen van onze schoolregeling is beslist, mag het onze roeping geacht warden, om het onderwijs in overeenstemming met die beginselen te ver beteren, het vruchtbaar te maken voor het heil des volks, door het in verband te brengen met de levensbestemming van onze kinderen. Wat kan nuttiger z'yn dan de oefening van de hand in verband met die der verstandelijke begaafd heid. Ligt dan het paedagogisch beginsel onzer volksopleiding alleen in intellectueeie vorming, in het verwerven eener zekeie mate van kennis? Streeft ook niet het onderwijs naar zedelijke vorming, en tracht het geen opvoedenden invloed uit te oefenen? Isaibeidzaamheid, nauwgezette vlijt, de begaafdheid om te kunnen arbeiden, ook geene maatschappelijke deugd? Is de pen alleen het wapen, dat de ontwikkelde mensch kan voeren? Hy ontving bij het verstand de kunstvaardige hand. Zij moet geoefend, gesterkt en geleerd worden, om vorm te geven aan de gedachte." En met deze uitspraak voor zich zegt de heer Kiuseman: Koren op onzen molen 1 Ook op de school reeds moet de kunstvaardige hand geoefend, gesterkt en geleerd worden, om vorm te geveu aan de gedachte. Denken en doen, weten ea werkenkennen en kunnenhet een onafge- scheiden van het ander. De maatschappij eischt ze te zamen, vereenigd één. Ook de school leide daartoe; zij vervonne zich in dien geest, en zjj zal een groote weldaad doen. Maar hoe ook iogenomeu met Clauson Kaas en zijne onvermoeide pogingenwijmannen van maatschappelijke industrie, wij voor ons zoeken de middelen daaitoe vooreerst nog liever in grondige georaeti ische teekeolessen dan in het dadeiyk invoeren van practischen handenaibeidal weaschen wij volstrekt niet dien laatsten ter zijde ge3teld te zien. Waarom kan het eene in, en het audeie builen de gewone schooluren niet samengaan? Vollen vrede hebben wy er mede, dat het zoogenoemde knutselwerkdat door zoovelen wordt ter hand genomen, hetzij tot ontspanning of tijd verdrijf, hetzij tot het nuttig herstellen van een of ander voorwerp van huishoudelijken aard en alzoo'als bezuinigingsmiddel, hetzy ook ter oefening in een byvak en ter verbetering van het bestaan, by de jonge knapen voegzaam, worde geleidopdat men reeds van vroeg af aan daaruit hun aanleg en richting leere be speuren en tegelyk hunne vaardigheid aanwak-, kere. Vollen vrede hebben wy er mede, dat- Abonnementsprijs, per kwaitaalƒ1.85. Franco per post, door het geheele Rijk- 2.50. Afzonderlijke nommeis - 0.10. li V at Ï5 A «J M AKI E', 12 4. /advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van cane Courantf 1.10. Iedeie gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal betekend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1