Terrtiint dajelijts, litepM DMai. BnitBÜlaais'.cirrB¥iïïtïii.~~ 3 A0. 1880. Woensdag 3 Maart. J& 4875 Nationale Militie. Nationale Militie. Vier e i» I> e r t. i c e a a, i DDE A IT. Abonnementsprijs, pei kwal tan!1.85. Friweo per post, dooi* het geheeie Rijk. - 2.50. Afzaiirlerlijke ïioinineis- 0.10. BUKfiilli MAJtKT, *5, 13#, Aan het G.vnmissarinat van politie is als op straat gevonden aangebracht een l'ro- testantscli kerkboekje. MEWa«*ÏS«EVI»rG.- BURGEMEESTER on WETHOUDERS van Schiedam Gelet hebbende op Art. 9 van Z. M. besluit van den 17 December 1801 (Staatsblad No. 127): Roepen bij deze op, hen die genogen mogtcn zijn als VRIJWILLIGERS bij de NA TIONALB MILITIE in dienst te tieden, om zich te dien einde vóór den IC Maart aanstaande ter Gemecnle-Seci aan te melden. v De bepalingen der Wet tan den 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72) betreflende de Nationale Militie lijn ten aanzien der Vrijwilligers, de volgende: «Alt. 11. Oin Vrijwilliger bij de Militie te zijn, «moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en «ingezeten wezen, voorts UgcUnmelijk voor do dienst ïgeschikt, ten minste 1,56 el lang, op den 1 Januari"j jvan het jaar der optreding als Vrijwilliger het 20ste «jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbragt «hebben, tot op het tijdstip der optieding nan zijne «verpligtingen ten aanzien van de Militiezooier die «te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag «hebben geleid.^j «liet bezit van die vereischtenmet uitzondering «van de ligcliamehjko geschiktheid en van de gevor- «derdc lengte woult bewezen door een geluigselnift jvan den Bui gemorster der woonplaats." «Dat getuigschiift is ingeiigt in den door Ons te jbepnleii vorm." «Alt. 12. Mij, die voor do Militie is ingeschreven «woidt slechts als Vrijwilliger toegelaten, voor de «gemeente in welke hij ingeschreven is, tenzij hij egeene verpligtingen ten aanzien van de Militie meer ite vervullen liebbe." «Art. 13. Mij, die lij de zcemagt, bij het leger hier «te lande of bij het krijgsvolk in 's Rijks overzecscho «bezittingen heeft gediend, wordt niet als Vrijwilliger «bij de Militie toegelaten, tenzij hij lij het verlat en tan ïde dienst, behalve een bewijs var, ontslag van den «bevelhebber, onder vvien bij laatstelijk heeft gediend, >een getuigschrift hehbe ontvangen, inhoudende, dat «hij ieh gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen." «Hij kan, heeft hij dit ontvangen, totdat zijn veer- «tigste jaar volbragt is, als Vrijwilliger bij de Militie Iwordeu toegelaten." Burgemeester en Wethouders brengen wijders ter .kennis van de belang! -bbenden, dat tot het opmaken van het getuigschrift, bedoeld bij bovengemeld Art. '11 dagelijks ter Secretarie de gelegenheid is opengesteld. En is hieivan afkondiging geschied, waar het be- hooit, den 28 Februaiij 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd 1>. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris A. W. MULDER. KEMIÏI SGETIHG, Burgemccster en Wethouders van Schiedam, Gelet hebbende op Ait. 150 der Wet van den 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72); Roepen bij deze op allo Lotelingen der tigtiog van 1880, die verlangen mogtcn bij DE ZEEMILITIE te dienen, om daarvan voor den 1 April aanstaande ter Gc-meente-Secretaiio Aangifte te doen. ,t En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, - den 2den Maart 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd 1\ I VAN BUK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. •7 F HANK K IJ - K. B(j de verkiezing vau een afgevaardigde, die eergisteren plaats had in het arrondissement Rufiec (departement Charenle) is de heer Gautier, Bonapartist, gekozen. In den Senaat is de Kegeering geïnter pelleerd naar aanleiding' jvan berichten, betreffende slavernij in Senegambie. Na inlich ting, gegeven door den Minister van Marine, werd besloten over te gaan lot de orde van 7 O den dag, onder verklaring dt de opheldering voldoende werd geacht. De markies de Sl. Vollier heeft per telegraaf aan den heer Freycinet de geruchten, die door den Times waren verspreid, tegengesproken, onder verklaring dat de betrekkingen tusschen Frankrijk en Duitschland vredelievender en vtiendscbapijeUjker zijn dan ooit te voren. Generaal Faidherbe is 'in de plaats van Vinoy tot grootkanselier van 'het Legioen van Eer benoemd. In Franscbe bladen wordt melding gemaakt van een Pruisisch officier, die te Reims gear resteerd is terwijl hij schetse: maakte van de vestingwerken.-De Patrie nw'fclt nader, dal de officier photogiapbiëa maakte. Een schildwacht van het fort Bossu bemerkte hem en vond een toestel om te photographeeren en gezichten op de omgeving bij hem. Hjj weigerde zijn naam te noemen. De National schrijft naar aanleiding van dit bericht: In het oostelijk deel van Frankrijk heeischt bezorgdheid over een nieuwen oorlog. Men beweert, dat officieren, die reeds den oorlog van *1870 medemaakten, aan eenigen onzer lands lieden geschreven hebben, dat het Pruissische leger zich openlijk tot een nieuwen oorlog uitiust. De onrust wordt vermeerderd door de aanwezigheid van buitenlandsche officieren in den omtrek van Langres en Dyon. De National vestigt hier de aaudacht op, en spoort er toe aan, de waarde van berichten als het bovenbedoelde'niet te overschatten. Met dat al blij ft bij het volk de haat jegens de Pruisen gelijken tred houden met de vrees voor nieuwe verwikkelingen. Prussien is het ergste scheldwoord, dat men bezigen kan. Toen zich een paar dagen na de onthulling van het standbeeld der Republiek een persoon voor het beeld plaatste eu, om een manifestatie uit te lokken, riep: nfiazaine is mijn man!" drongen zich een hondertal peisonen om hem heen, schreeuwende: ïTe water met den bonapartist! Hangt hem op, dien Prussian"Onlangs kreeg een Engelsman twist met den conducteur van een omnibus. Deze voegde hem nijdig toe: sFb-f'-en, espéce de Prussien!" Veischeidene republïkeinsche dagbladen deelen het volgende adres van Victor Hugo aan de Fransche Regeeimg mede: 5Gij zijt een eerlijk gouvernement. Gij kunt Hartmaun niet uitleveren., sDe wet verheft zich tusschen u en hen ïEn bovea de wet slaat het recht. sliet despotisme en het nihilisme zijn de beide monsterachtige verachynselen van het zelfde feit, dat tot het domein der Staatkunde g* H IJl Advertentieprijs: vau 110 gewone regeU met inbegrip van eane Courant1,10. Iedere gewone rogel meer- 0.10. Driebaai. plaatsing wordt tegen twkkmaai. berekprd. behoord. De uitleveringswetten hebben geeu vat op de staatkundige feiten. Die wetten wor den door nlle natiën nageleefd. Ook Frankrijk zal ze nakomen. ïG'ij zult dien man niet uitleveren Een zeker aantal te Parijs verbl'yf hou dende Russen hebben zich naar Gambetta be geven, om zijne tusscheDkomst te verzoeken bij de Rpjreering, opdat deze Hartrrmnn niet uitlevere. Volgens den Temps zou Gambetta geantwoord hebben, dat hij zich met deze zaak niet te Bemoeien bad. Een der Russen zeide hierop: >Maar de eer van Frankrijk is er mede gemoeid".. ïWeest Hiennangaaude gerust, Mijne Heeren", moet Gambetta toen hebben laten volgen, de eer van Frankrijk is in goede banden". In het district Narbonne, departement Aude, had almede eene verkiezing plaats. De uitslag der stemming is nog niet volledig bekend; maar de verkiezing van den heer Abadié (van de uiterste linkerzijde) kan als verzekerd wor den beschouwd. DUITSCHLAND. In de zitting van den Rijksdag van 1 Maart zijn de beraadslagingen over het mili taire "wetsontwerp aangevangen. De Minister van Oorlog zeide bij die gelegenheiddat de Regeerinceti het niet aan het toeval mochten overlatendoor de naburige mogendheden in militaire aangelegenheden overvleugeld te wor den. Eene overeenstemming met de militaire inrichtingen der naburige Staten is noodzakelijk, al 'mochten zelfs geene gronden van erostigen aard daartoe dwingen. Keizer Willem heeft jl. Vrijdag een be zoek aan vorst Von Bismarck gebracht en iVz uur met dezen geconfereerd. De Rijkskanselier moet nog het bed houdep. In de meeste dagbladen, die te Stuttgart en te Munchen veisehijuenvindt men thans een bericht, volgens hetwelk Keizer Alexander II voornemens zou zijn, de Russische Kroon neer te leggen en het kasteel Rnsenstein by Cannstatt te betrekken, terwijl de Keizerin zich naar Jugenheim zou begeven. In kringen te Berlijn, die doorgaans goed ingelicht zijn, slaat men echter aan dat bericht geen geloof. Ook bij het Russisch gezantschap te Berlijn is van zulk een voornemen des Keizers niets bekend. De Germania zegt, dat de jongste mede- deeling van,,de Eöln. Zait. omtrent den stand der onderhandelingen tusschen Duitschland en het Vatikaan onjuist is. Van een afbreken der onderhandelingen kan, volgens voornoemd clerikaal blad, voor alsnog geen sprake zijn, daar de Duitsche Staatsregeering nog geen defi nitief antwoord heeft gegeven op de onderhan delingen, welke over het kerkelyk geschil te "Weenem gevoerd zijn. -ITALIË. Er heeft thans eene drukke gedachteawissc- ling plaats tusschen het Vaticaan en de Regee ring te Berlyn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1