Sleielijljieiin
illinium
In da' Delftsche Courant lozen wij het onderr
(taande
Conflict tusschen den magistraat
van Delft en dien van Schiedam ln
zake de jurisdictie over de Schie.
178©.
Wanneer men de geschiedenis van de Republiek
der 'Vereonigdo Nederlanden nagaat, moet, aan de
bewondering, opgewekt door hetgeen zij vermocht,
zich oen gevool van verwondering paron, hoe het
mogelijk was, dat te midden van al die onderlinge
vepton en conflicten van rechtsgebied tusschen de
verschillende steden, heerlijkheden, waterschappen,
'enz., om van andere botsingen en geschillen niet
te gowagon, het Nederlandscho Gemeenebest don
invloed op don gang der wereldgebeurtenissen heeft
kunnen uitoefenon, die thans nog als historisch
feit eikend, woieor werkelijk werd ondervonden.
Ook de regeering van het aloude Delft, dat,
evengoed als do andere steden, naijverig was op
haar meestal duurgekochte privilegiën, moest in
den loop der eeuwen dikwijls voor haar rechten
en rechtsgebied tegen do naburen optreden en zoo
iets haar aanleiding tot onaangename vertogen en
processen gaf, dan waren het in de eerste plaats
de aard en do omvang van de rechten, die Delft
op het riviertje de Sehie toekwamen. Vooral met
Rotterdam en het Hoogheemraadschap van Delfland
lag de Bstatigho" stad voortdurend overhoopeen
menigte van geschil puntfcn, waarvan de stukken
en dossiers op het archief worden bowaard zouden
daarvan kunnen getuigen.
Ook roet Schiedam kreeg men 't hier in 1780
aan den stok, naar aanleiding van eon inbreuk
door die stad gemaakt op de jurisdictie of den
rechtsban van Delft, bij gelegenheid van het diepen
der Schie achter het dorp Ovorschie. Het zou mij
te ver leiden de geschiedenis van dat water in
betrekking tot die van onze stad hiev op te halen
trouwens, na hetgeen Bleyswijck daarvan heeft to
book gesteld, een overbodig werk 1). Uit de getrouwe
mededeeling der feiten, gelijk die in het IX.
Memoriaal van Burgemeesteren van Delft staan
opgeteekend zal, naar ik meen, do grond zoowel
als de aard van het sdifferent" tusschen de beide
Regeeringen ontstaan, voldoende blijken en terwijl
ik mij voorneem van de gewisselde correspondentien
en de vvederzijdsche neten'den zakelijken inhoud
terug te geven, zal tevens, ton einde de taal en
den vorm te doen kennen, waarin zulke »aan-
gelegenheden" werden behandeld, hier en daar do
oorspronkelijke redactio der over en weer geschreven
missiven ote. worden behouden. Nu het diep werk
in de Schie eenigen tijd geleden door middel van
een stoombaggermolen «grondig" werd ter hand
genomen, schijnt het niet ongepast te herinnoren,
wat mij, bij een onderzoek betreffende de ver
plichting van Delft ten opzichte harer rivier, ge
bleken is, bijna een eeuw geleden met die van
Schiedam to zijn voorgevallen.
Den 9 Nov. 1780 werden Burgemeesteron van
Delft geïnformeerd, dat den vorigen dag door den
aannemer van het diepwerk in de Schiedamsche
Schie, mot bet uitdiepen der DelftschoSchio tusschen,
de Hooge brug te Oversehie en den aldaar op
stads-jurisdictie staanden scboipaal was begonnen,
niettegenstaande dat door den Stads-fubriek 2)
van woge Hun Ed. Gr. Achtbn. en door den ge
rechtsbode van Oversehie daartogen was opgekomen;
ja, wat meer is, dat de aannemer, na oen uur
toevens, daarmede met nog drie schuiten meer was
voortgegaan. Burgemeesteren werden na deliberatie
te rade, daartegen, als strijdig met stads-privilcgiën
en wolverkrogon handvesten, ten spoedigste te
moeten voorzien en hot werk te beletten, en besloten
den schender hunner rechten nader schriftelijk te
doen insinueeren 3) en te verbieden to diepen
of door zijn bedienden of arbeidsvolk te laten
diopen in de Delftsche Schie achter het dorp
Oversehie, en uit naam van Ilun Ed. Gr. Aehtb.
ste protesteren tcegens al tgeeno daar omtrend
reets mogte zijn verrigt ofte nog zoude moogon
■werden ondernoomen etc»."
Voorts werd aan do HH. Burgemeestoreri en
Regeerders der stad Schiedam een missive gericht,
waarin het feit, met hetgeen daartegen dezerzijds
was geschied, werd medegedeeld. Burgemeesteren
meenden hunne collega's van Schiedam van een
en ander te moeten kennisgeven «tot voorkoming,"
gelijk zij het uitdrukken, «van alle verkeerde
Illatiën 4). Tevens werd den Secretaris van Over
sehie medegegeven een acte van insinuatie, welke
zou worden gedaan aan allen en een iegelijk, die
zich mochten - onderwinden in de Delftsche Scliio
achter het dorp Oversehie te komen diepen, ten
einde dat te verbieden en dnarlegen te protesteeron.
Den inhoud der stukken, twee insinuation en een
1) Zie zijne JBetchrijo. i\ Delftbi. 05 vv. en de
»Caerte llgumtyff" van Oversehie achter bl. 30 flltlntr.
4) Thans heet die ambtenaar: Gemeente-architect.
3 Gerechtelijk aanzeggen.
4) Een fraai klinkend woord voor geeotytrelfkinyen
of conclutiëte.
relaas, die in het Memoriaal volgen en in nagenoeg
dezelfde bewoordingen vervat zij n, laat ik achterwege.
Op den 21 November daaraanvolgend werd in
de vergadering van Burgcmeosteren gelezen een
missive of rescriptie van hunne Schiedamsche ambt-
gonooten, die luidt als volgt
«Edele Groot Achtbare Heercn
vAllesints belang stellende op al datgcene wat
aan de Commercie en Navigatie kan bovorderlijk
zijnzoo hebben wij ook met datzelfde oogmerk
bedagt geweest op het behoorlijk uytdicpon der
Scluedamsc Schie, waartoe wij in den jaare 1776
met de nodige actens van Authorisatio door de
respe. Heemraadschappen van Delfland en Schieland
zijn voorsien geworden, bij derselver respo. consen
ten, zig bepaalonde van do stad Schiedam aff tot
den Dorpe van Oversehie toeter goeder trouwe
nu vermeenendedatzouden wij ons letterlijk
tot de bepaaling der voorz. consenten borneeren
de Intentie daarvan zig uyt strekte tot aan de
mond van de Delfshaavenso Schie aan oft om-
trend de hoogte van de groote ophaalbrug te
Oversehiealwaar wij begreepen, dat hot voorn.
Dorp gereekend moest worden te beginnen; zoo
hebben wij do aanbesteeding van dat diepwerk
ook tot aan de mond dier Delfshaavense Schie be
paalt, en schijnen alsnu, ignorant van de praecise
Limiten der onderscheydene Jurisdictiën, eonigsints
in deeze, immers volgens UEds. Gr. Achtbs. infor-
matien, de hornes der voorsz. consenten te hebben
te buyten gegaan.
Wij kunnen by deese ons niet verbergen te zeg
gen, dat wij ten hoogsten ons verwondert hebben,
datadmitteorende het regt van Jurisdictie aan
UEds. Gr. Aclitbs. zijde, over welkers al off niet
wel gepraetendeert fundament hot voor ons onge-
saisonneert zou weczen desweegens te quaestionee-
ren, deese zoo geringe transgressie ten gevolge
gehad heeft, dat UEd. Gr. Aehtb, hebben kunnen
goedvinden, om, zonder ons desweegens bevoorens
in der minne eenigerraato to convenieerenonse
gestelde ordres," welke wij, ignorant van dat gering
gedeelte van UEd. Gr. Aclitbs. Jurisdictie daar
ter plaatse, ter goeder trouwe tot de mond der
Delfshaavensche Schie haddon bepaalt, to contra-
rieeren, door directelijk te procedeercn tot het
laaten doen van formeele Insinuatiénwelke wij
intijds van deese zanke geïnl'ormcert goweest zijnde,
tot genoegen van UEd. Gr. Aehtb. en van ons
beide, wel liefst zouden hebben getragt te prae-
venieeren; dan dit voor 't teegenwoordige daar
laatonde en wij alsnu door UEd. C!r. Aehtb. geïn-
formeert zijnde, dat de limiten van UEd. Gr.
Achtbs. Jurisdictie reeds een weynig meer aan
deese zijde beginnen, zoo neemen wij bij deese do
vrijheyd UEd. Gr. Aehtb. te proponecren on met
den anderen, ten nutte der weederzijdsoNavigalie,
do Schievan daar UEd. Gr. Achtbs. Jurisdictie
begint, tot de mond van de Delfshavensche Schie
toeop eetie behoorlijke diepte te doen brengen
terwijl wij ons niet durven verbeelden, dat wan
neer UEd. Gr. Aehtb. daartoe niet mogten kunnen
inclineeren, UEd. Gr. Aehtb. ons tot het behoorlijk
uitdiepen der Schie, tot aan de mond der Delfs
havensche Schie toe zult willen hinderlijk zijn
maar veel eer, als nu van onze goede desseynen
geinformeert, de selvo met een vriend-nabuurlijcke
(sic) rescriptie zult gelieven te hoiioreeren, enz."
De beraadslaging over deze handig gestelde
missive, maar wier bedekte strekking Burgemees
teren van Delft niet ontging, werd vooralsnog
uitgesteld en eerst acht dagen daarna goedgevon
den den Ueeren van Schiedam te schrijven een
contra-missive, waarvan de hoofdzakelijke inhoud
hieronder wordt medegedeeld en waaruit ten klaarste
blijkt, dat Burgemeesteren van Delft het «Piincipiis
obsta" van den Rumeinschen poëet Horatius ook
in de praktijk toepasten en zich door de zoogen.
Vriendrtabuurschappolijke propositionquasi in
't belang der Commercie en Navigatie godaan,
niet lieten verschalken. Zij antwoordden dan, dat
zij gaarne zouden hebben gezien, dat zij Burge
meesters van Schiedam zich letterlijk aan den
inhoud der bedoelde consenten hadden gehouden,
aangezien alsdan de gepleegde «transgressie," welke
niet zoo gering was te achten, als de Ed. Gr. Aehtb.
van Schiedam zulks deden voorkomen, met zou
hebben plaats gehad en men dezerzijds evenmin
genoodzaakt zou zijn geworden om «tot conser
vatie (der) welverkreegen en bezwoore Privilegiën"
daartegen in verzet to komen. Immers moesten
opposanten hun daarbij onwedersprekelijk geobti-
neerd recht van jurisdictie in hunne Schie, het
diepen en schouwen van dien, zoomede het bewind
in en over die vaart «mainctineeron;" alle welke
regten zoo gaan zij voort .dus niet in schijn*
bestaan, «maar wel degelijk op zulke soliede en
dugtige gronden berusten, als ooyt eenige juyste
Titul van Eygendom kan mcede brengen." Door
het aangevoerde verbeeldden zij zich, daarbij steu
nende met allo fiducie op de aequiteyt der Schie
damsche magistraten, dat do verwondering dan
ook wel zou wijkon, die deze over de door hen
erkende transgressie der limiten van jurisdictie
hadden opgevat, zoowel als over de wijze, waarop
daartegen was geprocedeerd. Immerswanneer
Burgemeesteren van Delft hun volle recht hadden
willen gebruiken, zouden zij «veel stei kar middelen
en die in deeze zelfdematerie wel eens zijn geënj.'
ployeert," 5) hebben kunnen aanwenden, waartoe
alle grond bestond, to meer, omdat zelfs onder het
oog van een der bedienden van de Regeering van
Schiedam, »in vilipendie van de gedane interdictie,"
het diepwerk op nieuw begonnen was en voortgezet.
Des te minder had men zulks kunnen verwachten,
aangezien bij de conditiën der publieke aanbesteding
door Burgemeesters van Schiedam was bepaalddat
het bat/geren en uyldiepen vun de buyten-Schie
soude strekken van het Iluys te Riviere af lol aan
de mond van da Delfshavensche Schie, lang omtrent
200 Roeden." Voorts wozen die van Delft op het
kennelijk teeken ter afschoiding der beide juris
dictiën, 't welk dagelijks door oen ieder konde
worden gezien." Door een en ander hadden zij
zich dan ook genoopt en verplicht gevoeld «die
daad van infractio" op hunne jurisdictie met den
meest mogetijken spoed, maar ook tevens met het
uiterste «management" togen te gaan, gelijk zij
dan ook gedaan hadden. De brief eindigt aldus
«Wat nu aangaat de alternative verseeckon bij
U WetEd. Gr. Achtbs. opgemelde missive vervat;
zoo kunnen wij niet afzijn daarop aan UWelEd.
Gr. Aehtb. vriendnubuurlijk te rescriberen en wei,
met opzichte tothet eerste van dien, «voor aö
UVVeiEd. Gr. Achtbn. elucidatie te versoocken
omtrent uwe intentie met relatie tot het ge
proponeerde, omme met den anderer len nutte der
wederseydsche Navigatie, de Schie van daan onse
Jurisdictie begind tot de mornl van de Üelfshavense
Schie toe op eenc behoorlijcke diepte le doen brengen.
Daar nu onze Jurisdictie over de Schie, volgens
ons primitiev Privilegie gaat van uyt onze stad
tot in der Maeze, zoo dienen wij corst omtrend
dat Poinct wet te zijn geinformoert, vó'ór en aleer
wij ons op het een off ander nader kunnen
expliceeren. Waar meede, etc."
Mr. J. SOUTENDAM.
Wordt vervolgd.)
5) Waarschijnlijk wordt hiermede bedoeld luit zenden
van een met kanon gewapend en met Delfsclie Schutters
bemand vaaituig, ten einde «geweld met geweld te
keeren." In 1577 hadden Burgemeesteren van Delft
en Rotterdam met twee schepen ngeëquigeei d ten
oorloge" die van Dordt svechtenderhand" willen bedwin*
gen, welke de schepen ter Maze inkomende trachtten
te noodzaken aldaar te arriveeren. flet blijkt echter
niet of die krachtige manifestatie of machtsvertooning
iets anders uitwerkte, dan dat tegen het gepleegd
geweld bij dezelfde gelegenheid, bij notarièele acte,
protest werd aangeteekend. Dat iedere stad toen
een staat naijveng was op haar in den regel tegen
groote opofferingen vei kregen rechten en voorrechten,
mag nu verwondering baien, maar was toen alleszins
natuurlijk en aan de orde van den dag.
Oct. Horv. riurk.
Beroepen: te GiethoornDr. P. A. Riedel, te
Abbenbroek, Capelle (N.-B.)Slontte Hijlaard
(Friesland). Roden, K. Boerma, te Hoog- en i.aag-
kerlt.
Eergisteren hield de confessioneele vereenigin gbare
jaarlijksche algemeene vergadering te Utiecht.
Het bleek dat de verecnigiug in niet zeer bloeiende»
toestand verkeerde, daar de penningmeester vei klaarde,
dat de inkomsten elk jaar minder werden en ook het
aantal leden langzamerhand afnam. Door de geringe
ontvangst had men dit jaar moeten ophouden de evan
gelisatie te Gorredijk te steunen, die daarom dan ook
was opgeheven.
Van het bestuur moesten ditmaal aftreden de
heeren J. D. B. Brouwer en baron de Gc->r van Jutfaas,
die beiden werden lieikozen; terwfl! in plaits van de
heeteu De llnrtog en Teding van Berkhout, die zich
In den loop van hot jaar genoodzaakt hadden gezien
te bedanken, gekozen werden de heeren Dr. Rutgers
van Amsterdam en Dr. Gerth van Wijk van 's Graven-
hage.
De vergadering besloot openlijk af te keuren en
zooveel mogelijk tegen te werken het bij de Synode
aanhangig vraagstuk van keispclvormiug.
Aan het hoofdbestuur werd opgedragen eene com
missie te vormen, die zou trachten een verbond van
kerkeraden in het leven te roepen.
Omtrent de eergisteren gehouden slotzitting der
algemeene Synode, verneemt de Bord. Ct., dat de
sgnodus contracta in zake «de vier leden van Gel
derland" nog geen uitspraak heeft gedaan. Omtrent
de besluiten ten aanzien van de adressen uit Dordrecht,
is den leden der Synode do geheimhouding opgelegd,
B ÜRGERL1J K E ST A N 11.
Geboren30 April. Gregorius Adrianus,
zoon van Li A. JaDse en J. M. Verkuylen,