- - -
De Burgemeester van Schiedam,
Bnitenlmdscïe Bericltsi
A". 1880.
Kennisgeving.
Kennisgeviüg
Vrijdag 16 Juli,
M 4970.
"V" ier e
n
g a m g.
I
ABONNENKNtbpmjs, )>ei kwsitaal1.85,
Franco per post, door het geheele Rrjk- 2.50,
"tonderlijke nnmmers - 0.10.
Brengt bij deze ter kennis van de Ingezetenen:
Dat het Kohier voor de belasting op het Personeel No. 3
deisr Gemeente over het Dienstjaar 1880/81, door den
Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen
te Rotterdam, op den 14 Juli) 1880 executoir ver
klaard en op heden aan den Ontvanger der Directe
Belastingen, ter invordering is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder
verpligt is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
voet, to voldoen; alsmede, dat, van heden af, de termijn
van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames
tegen dezen aanslag belmoren te worden ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet behoort,
den 13 July 1880.
De Burgemeester voornoemd,
P. J. "VAN DIJK VAN MATENESSE.
Inrigtlagen welke gevaar, schade of
hinder bannen veroorsaken.
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam;
Gelet op Art. 8 der Wet van den 2en Jung
1875 StaaMlad no 95)
Geven kennis aan de ingezetenen
dat op heden aan de firma G. J. VINCENT
en Co. en hare regtverkrijgenden onder zekere
voorwaarden, vergunning is verleend tot oprig-
iingeener Grofsmederij, Ketel- en Stoom-
ketelmakerij en Fabriek van Stoom- en
andere Werktuigen aan den Achtersipge!,
op de perceelen kadaster sectie G, nos. 2219
en 2221.
Schiedam, den 15 July 1880.
Burgemeetster en Wethouders voornoemd,
P. J., VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
S. A. VERNÈDE, L. S.
BELG1E.
De cleric&le bladen van den onvervalschten
stempel, zooals de Bien puilio, de Courtier de
"Brweïïes en andere, weigeren het voorbeeld
van het Journal de Bruxelles te volgen en tot
deelneming aan de nationale feesten aan te
Sporen. Dit was te verwachten na het besluit
van de bisschoppen, hunne patroons. Of zij
echter, .gelijk zy beweren, met dit besluit
uitdrukking geven aan de gevoelens van de
groote meerderheid der Belgische Katholieken
schynt minstens twijfelachtig.
- be Semaine JSeligieuse, die te'Doornik
verschijnt, geeft een rsummier verhaal der
incidenten, welke aan de schorsing van msgr.
Bumont, bisschop yan Doornik, voorafgegaan
en daarop gevolgd zijn." Tevergeefs zoekt men
in dit verhaal, zegt de Independence, naar
etnig feit of argument, waardoor de onjuistheid
i
«ÏRBAB: HAUKT, E, 124.
aangetoond wordt van ook naar ééne der vele
onthullingen van het dossier Duinont. Maar
wat dit verhaal belangrijk maakt, 't is dat het
't hernieuwd bewijs levert der verregaand#
onbeschaamdheid, waarmede de clericalea dur
ven liegen. Ten betooge namelijk van de krank
zinnigheid van msgr- Duinont beroept de schrij
ver van het verhaa' zich op »den geneesheer
van den bisschop, die de ernstigste bezorgdheid
voor den gezondheidstoestand van den prelaat
had aan den dag gelegd. Hy achtte hem aange
tast door eene aandoening, welke hem met eene
verstandsverbijstering bedreigde." Hoe 't moge
lijk is deze leugen te durven verhalen, nadat
weinige dagen geleden een brief van dien
geneesheer, Dr. Philippart te Doornik, aan
den broeder van den bisschop, die dd. 15 Juni
1879 is openbaar gemaakt, waarin deze ver
klaarde, dat hy zich slechts over den physiekeu
toestand van den bisschop uitgelaten had, dat
hy dien ongunstig genoemd had tengevolge
van al te ingespannen arbeid, en dat er nooit
bij hem sprake geweest is van eenig gevaar
voor verstandsverbijstering"; dat echter later t
een ander lid van het kapittel hem bezocht
had en een geschreven verklaring omtrent den
gezondheidstoestand van den bisschop verlangd
had. ïDeze verklaring, schreef de geneesheer,
heb ik tenstelligste in deze woorden geweigerd
Ik heb monseigneur slechtseenmaal in het
seminarie gezienik heb bij hem slechts eene
zenuwaandoening zonder eenig verlies van be
wustzijn waargenomen. En, voegde ik er by,
indien een verklaring omtrent zyn gezondheids
toestand noodig ware, hetgeen hier geens- 1
zins het geval is, dan zou die alleen kun
nen gevraagd worden door het openbaar ge
zag of de familie."
Ondanks dien brief, ondanks de duidelyke
verklaring van 's Pausen geneesheer, Dr. Cec-
carelli, welke eveneens uit het dossier-Dumont
openbaar gemaakt is, komt men nog op den
ernstigsten toon verzekeren, dat de genees-
heeren msgr. Dumont krankzinnig verklaard
hebben 1
Het marmeren standbeeld van Koning
Leopold I wordt den 21 Juli a, s. onthuld.
Op het voetstuk staat in de Fransche en de
Ylaamsche taal; »Aan Leopold I het dankbare
Belgie. Een gedenkteekea opgericht door bij
dragen van de natie." Het geheele monument
is 50 meter hoog; de hoogte van het beeld
zelf is 2.75 meter, De in gips gemodeleerde
en met «teenkleur aangestreken symbolische
figuren der negen provinciën hebben een hoogte
van 2.4 meter en stellen voor: Brabant,_het
koningschap; Antwerpen, handel en zeevaart;
West-YlaauderenvischvangstOost-Vlaan-
deren, spinnerij en tuinbouw; Henegouwen,
steenkolenmijn-ontginning; Luik, het wapen
smeden; Limburg, landbouw; Luxemburg,
jacht; Namen, kennis oer metalen. De jgenius
der dankbare natie" is van gedreven koper
vervaardigd.
COURANT.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels
met inbegrip van eene Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer - 0,10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal bereker d.
De Pau3 heeft een eigenhandig geschreven
brief aan den Koning van België gezonden,
betrekking hebbend# op de kwestie tusschen
de Regeering en het Vaticaan,
F B A K K E IJ K.
De President der Republiek heeft bij het
uitreiken der nieuwe vaandels aan het leger
het volgende gesprokenOfficieren Onderoffi
cieren en soldaten, die het Fransche leger bij
deze plechtigheid vertegenwoordigt, het gouver
nement der Republiek acht zich gelukkig het
leger om zich vereenigd te zien, dat wezenlijk
nationaal is, dat Frankrijk uit de beste deelen
van het volk vormt, daar het saamgesteld is
uit al wat het land aan jongelingschap bezit
dat wil zeggen, dat Frankrijk in zyn leger het
dierbaarste, het dapperste deel der bevolking
heeft; dat het alzoo de armee doordringt van
zyn geest, terwyl het van haar terug ontvangt
zijne zonen, opgevoed in de mannelijke school
der discipline, van waar zij in het burgerlijke
leven terugkeerende, eerbied voor het gezag
en vaderlandsliefde medebrengen. (Bijvalsbe
tuigingen.
Het leger heeft de pogingen van het land
ondersteund, om door arbeid en studie zich te
verheffen, en dat is voor Frankryk een waar
borg voor den eerbied, dien men het verschuldigd
is, en voor den vrede, dien het bewaren wil.
Het wenscht u geluk met uw steun en dankt
er u voor, (Bijval en geroep van: Bravo!)
Het is met deze gevoelens, dat de Regeering
der Republiek u deze 'vaandels overreikt. Ont
vangt ze als getuigen van uw dapperheid, van
trouw aan uw plicht, van uwe toewijding aan
Frankryk, dat u zijne eer, zijn grondgebied,
zyne wetten toevertrouwt.
Langdurige Hoera's weerklonken van de offi-
cieele tribune en van alle punten. Die kreet
wisselde af met de duizendmaal herhaalde
kretenLeve de Republiek I Leve het leger
Leve Grévy
In den Senaat heeft de voorzitter mede
gedeeld, dat de heer Laborde zijn ontslag als
senator heeft genomen.
In verhand met de jongste amnestie is
het niet zonder eenig belang, de vroegere
amnestiën in het geheugen terug te roepen.
Napoleon, van Elba teruggekeerd zijnde, ver
leende een amnestie, waarvan hij slechts zeven
personen buitensloot; Lodewyk XVIII, ia 1816,
zonderde "allen uit, die voor de terechtstelling
van zijn broeder, hadden gestemd en behield
zich het recht voor, zekere lastige staatslieden
te verbannen. Tusschen 1817 en 1848 werd
verscheidene malen amnestie verleend voor
locale opstanden en politieke persdelicten. Ia
1848 verleende de Republiek een amnestie aan de
pers. In 1849 en opnieuw in 1869 amnestieerde
Napoleon III alle politieke misdadigers. De tegen-
wooidige Republiek, evenals die van 1848, liet
aan de wetgeving de macht om te amnestiëeren
over.