h>\ r Bianenlanasclie Berichten. #1 Ti I'J I tbw» yv<>YY* 3$a -Y als '<zjjn' f f3.25 l.De -A* rmj 3 I& 1% *Sf 1 i A I |i ~i V - <t j' l h-«' vit i f -J 1 s 4 linge verhouding, der gescheiden volken betreft. De nationale haat tussohen Noórd en Zuid is by de ouderen verdwenenvoor de jongeren ,is hij 'een onbekende 'zaak. Om deielfde lippen, die zich voor vijftig jaren krulden, wanneer zij tegen xdo blauwkieien" en »het muiterenrot" uitvoeren, of ïJan Kaas" en de vtymnnie Hollandaise" vervloekten, 'zal thans wellicht een glim lach spelen bij het vernemen dier vergeten uitdruk- kingen. Yan de verhouding tusschen Holland en België, in de eerste twintig jaren na de scheiding, heeft een Belg niet onjuist gezegd: »On se salnait mais on se voyait peu." Maar de koelheid en onverschilligheid die op de l'elle verbittering gevolgd waren, hebben op hunne beurt plaats gemaakt voor een hartelijke waar- t deering en welgemeende vriendschap. Een oppervlakkig beschouwer, met het geschiedkundig verleden onbekend, zou thans allicht vragen, hoe het mogeljjk is geweest, dat volkendie hun taal- en stamgemeenschap zoo luide erkennenniet tot ééne natie hebben kunnen samensmelten, ■Toch is het mislukken dier samensmelting, zoo het »1 niet .dadelijk te voorzien wasachteraf uitnemend te verklaren. De scheiding van 1830 is veel meer een gevolg geweest van bestaande toestanden en om standigheden, dan van measchelijke handelingen en misslagen. Het vraagstuk dat de staatslieden van het Weener Congres aan den Koning der Nederlanden ter oplossing voorlegden, was in vele opzichten een onop losbaar vraagstuk. Toen zijn pogingen schipbreuk leden, en zijn lijk uiteenviel, heeft, zoowel in Neder land als in Beigië, iedereen zich gehaast de schuld %an die noodlottige uitkomst van .eigen rekening af te schrijven en op den naam van Willem I over te boeket). De* toekomstige geschiedschrijver der jaren 1815 tot 1830 zal mettertijd het oogenbiik is er nog niet voor gekomen omtrent' de juistheid dier af- en overschrijvingen uitspraak doen, en ieders deei aan de schuld nauwkeurig kunnen uitmeten. Zonder op zijn oordeel vooruit te loopenzullen wij mogen aannemen dat hij aan den ijverdo werkkracht, den goeden wil van den Koning hulde zal doen. Hij zal de maatregelen des Konings tegen de geestelijk heid, de oprichting van het Collegium Philosophicum, v het Concordaat, waarschijnlijk als zoovele misslagen afkeurenvan welkeongelukkigerwijs, elke nieuwe slechts strekte om de vorige te helderder to doen uitkomen. Maar tevens zal hij vermelden, dat er toen maals in België geestelijken waren, die zich tegen de Staatkundige gelijkstelling van alle gezindheden ver- zetten; die aan leden der Staten-Genernal de genade middelen del kerk bij het sterfbed onthielden, tenzij xy den eed op do grondwet herriepen; dio weigerden te bidden voor de voorspoedigs bevalling van de Prinses van Oranje, omdat die vorstin tot de kerk der scheur makers behoorde. Bjj zal misschien kunnen mededeeicn, dat aanzienlyke Nederlanders den Koning den raad 1 gaven om Brussel als vaste residentie te nemen en zich uitsluitend aan de Zuidelijke provinciën te wijden, overtuigd als zjj waren, dat liet Noorden te veel aan Oranje genecht was, om, hoe ook verwaarloosd en achtergezet, tot feitelijk verzet over te gaan. Hij zal moeten erkennen dat, zoo de staatkunde alleen op de deugdelijkheid en niet op de zedelijkheid der middelen te letten heeft, die raad misschien niet onstaatkundig was; maar zal ,hij den Yorst veroordeelen omdat hij dien raad versmaadde? Hij zal eindelijk moeten toe geven, dat schoon in België, noch de liberale partij, met hare onbestemde en uiteenloopende wenschen, hare Fransche en Eopublikeinsche sympathiên, noch de olericaie partij met hare, in een voor twee derden katholiek land ten eenenmale onmogelijke eischcn, ais 1 regeeringspartij uitsluitend het roer in handen kon hebben, de Vorst toch met eenige wijziging van ge dragslijn, roet vleien en toegeven in kleinigheden, met al die middelen, in één woord, waarvan een onoprechte regeerkunde'zich weet te bedienen, wellicht een dier partijen duurzaam aan den troon had kunnen ver binden; maar hij zai ook, waar hij hot antwoord zoeken zal op de vraag, waarom de Koning dit niet deeu, de in, dit opzicht niet onverdachte getuigenis de 'Potter kunnen aanhalen»I1 était tróp franc IV r v'~>. I- van et trop antler pour se prêter a un pareil manége," BEN HAAG, 9 October 1880. I" r f J f t 7 Z. M. de Koning,.vergezeld van zijn adjudant, 12?" jp|t% Y vri - "de luit., ter zeeGraaf, van Bogendorp, heeft zich" heden - ochtend-'ongeveer ll'/s ure naar ïïjSt,' het' stationsgebouw van de Ned, Rhijnspoorweg-v Maatschappij .begeven' ten einde Hds.zuster '1 IsS'V''' Groothertoginvan Saksen-Weimar, bij haar "aakSUt int de residentie'te .verwelkomen. i *.i x r 'a v i i*t - I Met hetzelfde doel - bevonden zich aldaar 'Z. K. H. -de Groothertog-gemaal en H. K, H. Prinses Hendrik "metgevolg, 'De Koning om helsde zijne zuster harteljjk, en begaf zicli met Haar en den Groothertog in '~>n met zes paar den bespannen rijtuig onmiddellijk naar het Paleis, alwaar de Groothertogin H. M. de Ko ningin een bezoek bracht. De gezant van het Duitsche Keizerrijk met zijn legatieraad complimenteerden H. K. H. aan het station. Z. D. H. de Vorst van Waldeck-Pyrmont, vader van H. M. de Koningin, wordt morgen avond ten 7J/s ure alhier verwacht, vergezeld van Z. K. H. Prins Frederik.1 Beiden zullen de doopplechtigheid op aanst. Dinsdag bijwonen. Z. K. H. Prins Frederik heeft te Baden- Baden een bezoek gebracht aan den Keizer van Duitschland. Vervolgens vertrok de Prins naar Mainz. H. K. H. Prinses Hendrik is gisteren in de residentie teruggekeerd. SCHIEDAM 9 October 1880.- Op het drietal ter beroeping van een predikant bjj de Hervormde gemeente te Leiden zijn geplaats de heeren E. A. G. Van Hoogen- hujjze te Dordrecht, O. de Wilde Cz. te Schiedam en D. Rijnders, te Middelburg. Voor het najaars-concours, bij gelegen heid van het i2i/, jarig bestaan van het Korps Koninklijke scherpschutters, door dat Korps te houden op morgeö, Zondag 10 October, op de baan der Kon. Scherpschutters van Rot terdam zijn behalve de reed3 medegedeelde nog de volgende prijzen ingekomen: een guéridon, twee bloemvazen, een Japansch blad met karaf en zes glazeneen aquarel >en een bloempot. Gisterenavond.,werd vermist de 17 jarigen neef van den kapitéïn\van de Kuilenburgsche sleepboot genaamd ^Kuilenburg" liggende in de Buitenhaven in de .nabijheid van de Stearine Kaarsenfabriek xApollo". Vermoedende dat hjj van boord kon gevallen zijn werd terstond naar hem gevischt en een half uur tater, on geveer 7 uren, werd zijn lijk opgehaald en in een ziekenmand naar het drenkelingshuisje op da stadsmetselwerf overgebracht. Naar wjj vernemen was de ongelukkige de eenig overblevene uit een huisgezin en door den kapitein tot zich genomen) Heden voormiddag is een van Vlaardingen komend paard vcor een tweewielig rijtuig ge spannen op den Vlaardingschendjjk aan den hol gegaan met achterlating van het voertuig. Het paard werd," na eenige straten doorgehold te zjjn, door W. Van der Hoeven in het Groen- weegje gevat, zonder ongelukken veroorzaakt te hebben. De Staatscourant van heden bevat het pro gramma van de plechtigheden, vastgesteld bjj gelegenheid der bediening van den Heiligen Doop aan Hare Kooinkljjke Hoogheid de jong geboren Prinses der Nederlanden, in de Willems kerk, op Dinsdag den 12 October 1880, des namiddags ten 1 uur. Tot rapporteurs over Hoofdstuk III der Staatsbegrooting (Buit. Zaken) zijn gekozen de heeren, Schim mei penninck j RöellRutgers, Mackay en Keuchenius; tot rapporteurs over Boofdstuk II (Justitie) dé heeren Van derKaay, Van der Feltz.De VosZylker en Gratama. Na ïWijntje" goed aangesproken te heb- ben .werd-een buitenman te Groningen door een »Trijntje" aangehouden. Na eenigen tijd in haar gezelschap doorgebracht te hebben mistte hij zijn,portefeuille met f170 en hoewel j Wijn tie", van alles j de oorzaak was, zal v a," r* i a 'I rJ s» ïTrjjntje", die in hot bezit van het geld werd» gevonden voor alles,moeten, boeten. f i Aan het laatste rapport betreffende den.' e tl - f "i A »yV K V Vjr stand der veeziekte in de residentie Batavia.,, wordt het volgende ontleend v In de afdeeling Stad en Voorsteden van Batavia deed zich geen enkel geval van run-' derpest voor. In de afdeeling Meester- Cornelismet uit zondering van het district Tjabaog-Boengin en het westelijk-gedeelte van het district Bekasi, werd in den stand der ziekte over het algemeen wederom eene gunstige verandering bespeurd. In eerstgenoemd district nam de ziekte een ernstig karakter aan en eischte zij 256 slacht offers, terwjjl in de geheele afdeeling moesten worden afgemaakt 368 zieke en 166 verdachte runderen. In bet district Meester-Cornelis bepaalde de ziekte zich tot de kampong Krangan, grenzende aan het besmette land Tjitrap in het Buiten- zorgsche. In het district Kebajoran, waar de ziekte geruimen tijd tot de zuidelijke helft van het district beperkt was gebleven, werd in de noordelijke helft en wel in de kampong) - Kedoja van het land Tanah Asem <-eu geval geconstateerd. De infectie wordt toegeschreven aan den clandestienen in- "en doorvoer uit de aangrenzende afdeeling TangeraDg, van zieke ven besmette buffels; een zestal waarvan onder welke twee zieke beesten werd ge vat, verbeurd verklaard en afgemaakt. In het Tangerangscbe bleef zoowel de stand als de loop der epidemie gunstig. Alleen in de dicht'bjj elkander gelegen kampongs Djengati, Kedoengkwali en Tjidjeroek aan de Bantamsche grenzen, was zjj nog van eenige beteekenis. In de afdeeling Buitenzorg verspreidde de ziekte zich in het district Buitenzorg over 4 nog niet besmette kampongs van de landen Tjiawi, Bloeboer, Tjikoppo en Dramaga, en over 11 nog niet besmette kampongs van het land Tjidjeroek. Later is evenwel gebleken, dat aldaar verscheiden beesten, welke volgens de rapporten de veepest hadden, aan miltvuur hadden geleden, hetgeen eveneens het geval was in een kampong in het district Lewiliang, waar men aanvankelijk meende, dat de veepest opnieuw was uitgebroken. In het district Tjibinong bleef de stand der ziekte nagenoeg dezelfde, terwjjl in het distriet Tjibaroesa een geringe vooruitgang werd waar genomen. Gedurende bovengenoemd tjjdvak werden in de residentie Batavia in het geheel afge-, maakt 1288 beesten, -waarvan 849 zieke en- 439 verdachte. X Te Laren is Jaapje Vos, oud 48 jaar sedert een paar jaar de vrouw van G. D. aldaar, geworgd in de bedstede gevonden. Zij was des ochtends tegen, 8 uur gezond uit de kerk gekomentegen 9 uur ging' haar inwo-, nende broeder de deur uit en een half uurtje, later ging haar man kerkwaarts. Tegen 12 uur vond men de vrouw dood en bjj de lijk schouwing werden, blauwe vlekken aan den hals ontdekt. Zjj had een klein vermogen en borg haar geld steeds op geheime plaatsen, zoodat het zeer moeieljjk is om te weten te komen ofer ook diefstal heeft plaats gehad. De justitie doet onderzoek. 'volle BOg Ie! ter'o! «aar ring oorde jijde. Ztt Wjjtu voor, Men 1 ijjn. burge soort aldaar nacht Diedet alhier btótui was Be? issgevc zeer i lijn di 'aieuwi te neo DE 's Hag verleen het lag van Sc mai onze H. F Orde Se Pernis. Gisteren is een sloep ter kabel-, jauwvisscherjj vei trokken, na eerst met de visschers gerekend te hebben en hun als aandeel in de winst over de laatste reis f82 te hebben uitbetaald. Te Grimsby is een alhier thuis behoorebde sloep van de kabeljauwvissoherjj binnengekomen) met een netto „besomming-,van f,720. - Hoekschewaard. De handel in aardappelen* is thans bijzonder levendig. Terwjjl alle beschik-' bare" handen op het .veld aan den arbeid zijn, >Jf komt men voor de afle'vering 'soms nog tijd té Ir\ A- - C 'l.i _l-T. kort. De 'opbrengst mag óver het algemeen ruim,' j g 1 f V 4 '.flAiK '•1 v A K «i 14yr vf^£\. y\ jf t*s, V JwWvH

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 2