mm ~1 A0. issu- Verschijnt jagelijksMpzüMrt Dinsiap Vrijdag 10 December. M 5075. Kennisgeving. Kennisgeving. urn, i e r o si <3 r t i s 1 e J a a r a: a n g-. !v' l.wmtim1.86, Franco per nst, dooi hel jiel.eo'e iiijl.- '2.50. jtftondeiltjke noinma'S- 0.10. KBItKASJi M|KHTT, B, 124. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip ven eene Courantf 1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. IsrlgUngen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. B U R G E M E E ST E R en WETHOUDERS san Schiedam; Gelet op Art. 8 der Wet van den ?en Junij ,4875 [Staatsblad no 95)t Geven kennis aan de ingezetenen dat op lieden de navolaende vet gunningen zijn verleend aan: i 4. H. RONDELTAP en zijn regtverkrijgenden, tot oprlgllng eenei koper- eti blikslagerij in het pand aan de GmUersleegwijk E. no. ■262, kadaster sectie B, no. 1216, en t 2. R. A. HAPPEL eu zijn regtverkrijgenden, tot oprlgtlng eener slagtplaats en roo- kerlj van vleeseh eu spek m het in aanbouw lijmie pand aan de Fiankelandsche Laan, ka daster sectie E, no. 1742. Schiedam, 9 December 18S0, Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATEN ESSE. lie Secretaris, r„ A. W. MULDER. larlgtlngen welke gevaarschade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gezien het ingekomen verzoek van: J, F. ROZEbTRATEN aldaai, dd. S dezer, om vergunning tot oprigtiug eener branderij op het pet ceel open grond in den's Giavelandschen Polder, kadaster sectie F, no. 1233. Gelet op de aitt. 6 en 7 der wet van den 2den Junij 1875 Staatsblad no. 95); Doen te weten: Dat voormeld verzoek met de bijlagen op de •Secretarie der Gemeente is ter visie gelegd dat op Donderdag den 23 December a. s., des middags ten 12 ure, ten Raadhuize gele genheid zal woiden gegeven om bezwaien tegen bet toestaan van liet verzoek in te bipngen en die mondeling of schriftelyk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen vóór het tijdstip hieiboven genoemd, op de Secretarie der ge meente, van de schriftuien, die ter zake rnogten lyn ingekomen, kennis kan worden genomen. - En is hiei van afkondiging geschied, waar het behoort, deu 9 December 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris A. W. MULDER. l il - 'fcv |n i Kit 'T i II -ji 'i Als December aanlicht, en de tweede dag Schiedam, 9 December 1S80. ,t!S£|B( i(der maand op den kalender pi ijkt, is het on- l)tHi mogelijk niet aan Frankiijk te denken. De I tweede. December is een dag der Bonapaites. 'tsmspP dien, dag, weid in 4804 de eerste Napoleon ij :,|,door Paus Pi us VII ge/aifd op diep, dag werd Un-iin 1805 doling hijAofjtei btz, ile zoogenaamde 'li ,j.dribkeiz(!islag geleund, waarin de Keizers van i 1 i n ril. Duitschland en Rusland totaal werden geslagen. Deze datum werd ook ar den derdeu Napo leon uitgekozen tot net 'uitvoeren \an den coup d'état in 1852,^met ziju meineed, zijn moordaanslagen en gruwelen, door welke daad het keizerschap weid vouibereid. De krouiug van dei len Napoleon wordtin' de gedenkschriften va de bekende ooggetuige, Mevrouw De Rémusat', zeer onderhoudend beschreven. s Wij ontleeneu daaraiu het volgende: Eindelijk bralt dc inote dag der kroning, 2 December, aan. Ifcjj zal onmogelijk al de bijzonderheden der schitterende plechtigheid kunnen meödeeien. II weöi was koud, maar helder en nig, dc stiaten wemelden van toeschouweis, meer door ninuwsgieiigheid, dan door belaogstelhug gedieven. De gaide was onder de wapenen,- keüiig in oide. De Paus'was lang 4 vóór deu Keizer in de keik en zat op den v u hem iugerichten troon te wachten, tot het den Keizer behagen zou te komen. Warm was het niet in liet groot) hooge gebouw, maar de Paus klaagde niet, noch over da koude-^jnoch ovor da minder - beleefde manier, waarop zijn geduld op de pi oef werd gesteld. De Notre Dame was met even veel smaak als pracht veisietd. Aan liet eune einde was een hooge troon geplaatst voor den Keizer, die daar, door heel zijn hof omringd door alien, die iu de kerk wat en, kon weiden gezien. Voor wij naar de Notie Dame gingen weiden wij toegelaten in de veitiekkeu der Keizei iu Ons toilet was scintteiend, maar al de glaus veibleekte bij dieu van het Keizerlijk toilet. De Keizmin, fonkelend eu scintteiend van juweeleu en edelgesteenten, zag er met het njke haar in duizend kleine ki uilen om het schoouo hoofd gelegd, met ouder uit dan 25 jaien schoon zij er 41 lelde. Zij dioog een kleed en een manteau de cour van wit satijn met goud en zilvei geboiduurd. Laugs het vooi hoofd had zij een diamanten band, verder een ketting, oorbellen eu ceintuur van de kostbaaiste steenen eu dioeg dat alles met de baar aangeboien bevalligheid en gratie. De zusters blonken eu schitterden ook in lijken oveivloed en de Keizer oveizag met een ver genoegden blik ons aller toilet, dat om zija kwistigen rykdom geheel naar zijn smaak was. Ilij zelf droeg een fraai gewaad Wyl hij iu de Keik zich eeist met liet keizerskleed tooien zou, had hij een rok aan van lood lluweel, afgezet met goud, een witte sjerp, een korten mantel met bijen erop geborduuid1), een lioad, waarvan de rnnd van voren was opgeslagen met een gioolen, diamanten haak en den band van het legioen van eer, ook met edelgesteenten bezaaid. Het stond hem uitstekend goed. De 1) Dc eigenlijke keizerklcur was groen. In plaats van do bourbonsehe lobe hail Napoleon de bij gekozen, als liet beeld van aeilizuinon ijver: gouaen bijou op een giuen void. Do pmpeikSeur hield Napoleon incei, als koninklijk pieiogatiof. Zijn lievelingsbloem was hot viooltje, dat ondui het tweede keizerrijk zelfs een staatkundig zinnebeeld is geworden. manteau de cour, fluweel met zilver, werd dieu dag voor liet eerst door ons allen gedragen en het valt niet te ontkennen,' dat wij onwil lekeurig voor elkander een sooi t van vertooning maakten. Maar dit moet gezegd worden, de vertooning was werkelijk fraai. De Keizer ging met zijne vrouw en zjjne beide broeders, Jozef en Louis, in een verguld rijtuig van alle kanten met glas. Daarna volg den alle anderen in de aangewezen orde ea stapvoets reden wij naar de Notre Dame. Er klonken nog al eenige juichtonen op de straat, wel met zoo luid, als een souvereinzou wenschendien het om de liefde van Vy'n volk te doen was, maar luid genoeg voor een, wiens ijdelheid alleen naar een zekere streeling verlangde. Bij de Notre Dame aangekomen vertoefde de Keizer eenige oogeablikLen iu het p'ateis van den aaitsbisschop, om'daar he't k'ostüum aan te trekken, dat hem nog al lastig zat,'Zjjn kleine gestalte kwaói slecht uit in dan grooten mantel van hermelijn. Met de eenvoudigs laurier krans om r het hoofd had hij wel iets van' een borstbeeld op een medaille. Hij was'bléeker dan ooit en zijn streng gelaat toonde een zekere verwarring, veilegenheid zóu ik haast zeggen, waar hy andeis niet veel orid'er te lijden had. De plechtigheid was indrukwekkend schoon. Het oogenblik dat de' Keizeiin' werti gekroond ging er een zachte kreet van bewondering 'door het ruime gebouw, niet om de kroning zélve, maar om de onuitsprekelijke 'bevalligheid, waarmee zij het altaar naderde en om de een voudige, maar giacieuse wijs, waarmeè z'y r voor nederkuielde. Op het oogenblik, dat zy van het altaar weêr terugging naar den troon, kreeg zij het even te kwaad met hare schoon- zusteis, die den mantel zoo bepaald onwillig vasthielden, dat het weinig scheelde, óf de Keizerin kon haast niét verdbr. Toen de Keizer dit zagrichtte hy een pn'ar" duidelijke en kiachtige woorden tot de beide'dames, die al heel spoedig zich beter kweten tan hare tiiak. De Paus zag er gedurende de geheele plech tigheid uit als een man, die een gedwongen arbeid doet, maar die daarbij zijn gevoel vaa eigenwaarde niet ten offer bracht. Tegen drie uur keerden wij naar de Tuilèrieu teiug. De reeds donkere weg was schitterend verlicht door een heldere illuminatie en' dui zenden fakkels. Wij aten bij des hofmaarschalk in het paleis;nd afloop va dei maaltijd wenschte de Keizer ons een oogenblik te ont vangen. Hij was opgewekt en vroolijkbezag nog eens onze toiletten/vond die mooi eit riep ons lachende toe: ihet is iniju schuld dat gij er van daag zoo fraai uitziet, darhèsl"' Ofschoon hij geheel alleen 'met de Keizerin at, had zy deu diadeem der kroning niet mogen afleggen, wijl die haar zoo bijzonder goed stond. Toeu ik 't'huis kwam, vvaien er eenige'ken nissen, die zeiven niet aan het hol wenscliim te komen, maar my toch graag eens wil.iea

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1