A0»
Maandag 13,December
50
rial
NATIONALE MILITIE
K
"V,i e r e
1> e r t i t e J aa
ST 11 ÖT»
C l) ill S i>' O V I n «r.
o o
DA1IIE
11
ASOKNKMkwtsI'Hi.is, Vc'r kwmmal J .85.
franco pet post, door hot gebeele Ryk- 2.50,
,-ifcondarUjke nommers 1'0/10.
EflllAP
MAÏi: 12d.
Advertentieprijs: van 1~10 gewone legeia
met inbegrip tan eena CourantALIO,
Iedere gewone regel meer- 0.10,
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
BQ tlexe Courant behoort cctt Bijvoegsel.
Aan het Commissariaat van Politie is als
l'gvonden op 1 November li., in de Plantage,
aangebiacbteen rond gouden Medaillon,
rgUROESlEESTEIl EN WETHOUDERS VAN SCHIEDAM;
ihprinneren bij deze slie belanghebbenden aan hunne
terpllgting tot het doen van aangifte ter Inschrijving
■war ie Rationale Militie, in de maand Januarij 1860.
De bepalinger der Wet betrekkelijk de Nationale
Militie van den 19 Augustus 1801, (Staatsblad No. 72)
waarbij die inschrijving is geregeld, zijn de volgende:
Art. 15 Jaarlijks worden voor de Militie ingeschre
ven, alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 Januarij
•V»n het innr hun 19de jaar waren ingetreden.
VOOR INGEZETEN WORDT GEHOUDEN
1, Hij wiens vader, of is deze overleden, wiens inoe-
der, of zijn beiden overleden, wiens voogd inge
zeten isvolgens de Wet van den 28 Mij 1850
(SfaaUbUi No. 44);
r2,Hy die geen ouders of voogd hebbende, gedurende
delaatsteaan het in de eerste zinsnede van dit
artikel vermelde tijdstip voorafgaande achttien
'maanden in Nederland verblijf hield;
8. Hij van wiens ouders de langstlevende ingezeten
wasal is zijn voogd geen ingezeten, mits hij
binnen liet Rijk verblijf houdt.
■Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling, beboerende tot eenen Staat, waar de Neder
lander niet aan de verpligta krijgsdienst is onder
worpen, of waar ten aanzien der dienstpligtigheid,
het beginsel van wederkeeriglieid is aangenomen.
Art 16. De inschrijving geschiedt.-
-"Van een ongehuwde in de Gemeente, waarde vader,
of is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden
overleden, de voogd woont;
3. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de
Gemeente waar hij woont;
8. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd
buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente waar
hij woont;
0 Van deu buiten 's lands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in
een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn
vader of voogd het laatst in Nederland gewoond
heeft
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschrevens
1.. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is;
1 De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder-
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd
ingezeten
8. De zoon van den Nederlander, die ter zake vai
s lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen
.„of koloniën woont;
Art 18. Elk, die volgens art 15 behoort te worden
«geschréven, is verpligt zich daartoe bij Burgemeester
Jh .Wethouders aan -to goven, tusschen den 1 en den
'51 Januarij.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn
'toer, of is deze overleden, zijne moeder, of, tjjn
Ulden overleden, zijn voogd tot het doen van die aan
gifte verpligt,
'De wjjze, waarop >van het doen van de aangifte
"lijken moet, Wordt door ons bepaald.
,Art. 20. 1 |y, „ie eerst na bet intieden van zijn '19de
JMr,' Joch voor het volbrengen van zijn 20sta ingezeten
«rit. is verpligt, zich, zoodra dit plaats heeft ter
Inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wet
houders der Gemeente, waar de inschrijving, volgens
AM Ij moet geschieden.
'Daarbij geiden de bepalingen der 2de en 3de zin
lede van art, 48.
yne inschrijving geschiedt in het Register, van het
Jw, waai tóe hij volgens zijnen leeftijd behooit.
i burgemeester en WETHOUDERS VOORNOEMÖ,"
ij*» dien ten gevolge alle mannelijke ingezetenen,
Aa: .gehoien zijn in den jare 1862 bekend, dat op het
Raadhuis, ten dage en ure hiiironder vei meld, tot liet
doen dier inschrijving meer bepaaldelijk gelegenheid
zai worden gegeven, te weteiri-
Op MAANDAG den 10 Januarij 1881 en
DINGSDAG den 11 Jaifuaiij 1881,
telkens van des voormiddags. 1Q tot des namiddags 2 ure.
Het register van inschrijving' zal bovendien geopend
blijven tot den 31 Januarij daaraanvolgendedes na
middags ten vier ure, wannéér liet voorloopig zal
worden gesloten. 4'
Burgemeester, ton Wethouders maken da belang
hebbenden opmerkzaam, dat Uy art. 183 der boven
gemelde wét, eene boete van £25 tot f100 is bepaald
tegen hen,, die verzuimen zicti, in de maand January
voor de Militie te doen inschrijven.
Aldus vastgesteld bij Burgemeester en Wethouders
van Schiedam, den 9 üeceinbér'1880 en afgekondigd
den 11 December daaraanvolgende.
D, 'Burgemeester,
P. J. VAN DIJK'VAN MATENESSE.
De^Secrelaris,
A. MULDER.
.1
1"
Schiedam, H December 1880.
Een nieuwe moord in Ierland'en nieuwe
opschudding onder de" leiders der beweging
daar te lande. De bekends Parnell en «enige
andere Ierschte leden vaas "d&t* Parlement zij a
voor den rechter gedaagd op het tydstip, dat
de werkzaamheden op wetgeveod gebied een
aanvang zullen nemen, dat is op 6 Januari e. k.
De beschuldigden hebben daarop verzocht, dat
de behandeling hunner zaak zou uitgesteld
wordenopdat zij als vertegenwoordigers des
volks de zittingen van het Parlement zouden
kunnen bijwonen. Dit verzoek is geweigerd,
en daarop heeft het uitvoerend comité van do
Land-League een besluit genomen, waarbij aan
de Iersche vertegenwoordigers wordt opge
dragen, dit feit in het Huis der gemeenten ter
sprake te brengenonmiddellijk na de behan
deling van bet adres van antwoord op de
Troonrede. Parnell en zijn medebeschuldigden
hebben besloten, in elk geval den 5en Januari
de Iersche hoofdstad te verlaten, om den 6en
te, Londen bij de opening van het Parlement
tegenwoordig te zijn, en door het indienen van
een amendement op het adres van antwoord
een discussie uit te lokken over de politieke
vervolging in Ierland. Nog wordt verzekerd, dat
de gevoelens der leden van het Engelsche kabinet,
over de in Ierland te volgen gedragslijn, nogal
uiteenloopend zyn, De laatste, door Parnell gehou
den redevoering most verscheidene leden van het
Kabinet tot de overtuiging bobben gebracht, dat
een hervorming der landwetten de gemoederen
io Ierland niet tot bedaren zal brer>g*n. Daarom
verzekert men, dat de Minister Forster en zijn
medestanders zullen voorstellen, dat de sterke
arm Ieiland tot onderwerping brenge. Daar
het bericht komt van een het Ministerie vij
andig gezindeu kant, verdient het met voor
zichtigheid opgenomen te worden. Een crisis
in den boezem van het Ministerie, zou koren
op den molen der Iersche volksleiders wezen,
die, naar onze negentiende eeuwsche begrippen,
deze eer niet waard zijn. Hoe langer de be
weging gaande wordt gehouden, hoe verder
zij zich van haar oorspronkelijke oorzaak ver
wijdert.' Ontevredenheid over harde behandeling
der grondbezitters heette het eerst; 't begint
thans veel overeenkomst met verzet.tegen de
wettige macht te krijgen. De aanstaande
Januari-maand zal waarschijnlijkdoor de be
raadslagingen in het Parlement licht doen
opgaan over veel duisters, dat thans nog over
de Iersche kwestie ligtmetbelangstelling
wordt daarom allerwegen de openiug der zitting
te gemoet gezien.
De Pruisische Minister van Eeredienst heeft
deze week veler nieuwsgierigheid bevredigd door
de mededeeiing, dat de oplossing der kerkelijke
kwestie voorshands niet te verwachten is. Door»;
de verwerping van het ontwerp tot wyziging
der Meiwetien was een vergelyk onmogelijk',
geworden. Dit zou den Minister niet verhin
deren, met gematigdheid in de kerkelijke zaken
te blyven handelen.
De Landdag van het Rijkstand Elzas-Loiha-
ringen is dezer dagen door den stadhouder de*
Keizere, den maarschalk baron Manteuffel met
een toespraak geopend, die daar te lande een
zeer gunstigen indruk heeft gemaakt, maar ia
verschillende kringen te Berlijn nog, al opzisn
zal verwekken. «-*,
In Duitschland toch is men niet zeer jnge- r
□omen met de staatkuude van verdiaagzaam-
hffid en toenadering, door den maarschalk bij al
zijn handelingen gevolgd. De maarschalk heeft
de bewoners van het Rij ksland geprezen wegens
hun eerbied voor wet en recht; hun sympathie
vraagt hij niet; hy wil, dat zy slechts den aard
zullen erkennen der banden, die hen aan'
Duitschland hechten. By beeft verder de aan-
vallen in herinnering gebracht, waaraan hij in
Duitschland heeft blootgestaan; hij verwacht
dat zijn handelingen op den aanstaanden Duit-
schen Rijksdag streng zuilen geoordeeld worden;
hij gevoelt de groote verantwoordelijkheid, dia
op hem rust, maar de Keizer heeft hem naar
den Elzas gezonden, niet om nieuwe wonden
te slaan, maar om de oude te genezen. Zyn
plicht is het, gevoelens te eerbiedigen \an
menschen, die twee eeuwen aan Fraukryk
waren verbonden en door den oorlog weder
onder Duitsch bestuur zyn teruggekeerd. Het
kan niet anders, of zulke woorden moeten op
tegenstanders zelfs een gunstigen invloed uit
oefenen.
Van denzelfden geest van verdraagzaamheid
heeft ds Maarschalk nog een andere proeve
gegeven. In ESzas-Loth&ringen belijdt een tamelyk
aanzienlijk deel der bevolking den Israëlietischen
godsdienst. Deze lieden zyn over het algemeen
zeer welvarend, en leggen zich op industrieën
handel toe. Men heeft ook in het Rij ksland
pogingen aangewend, de beweging van den.
hofprediker Stöcker tegen de Israëlieten aldaar
over te planten. De Maarschalk heeft daarop
een dagorder uitgevaardigd aan de officieren van
het onder zyn bevel staand legercorpshen
bevolen, zich op geenerlei vr'yze met deze be
weging in t« laten, en tevens te bewerken,