COLLECTE
WATERSNOOD.
A0.1881.
Maandag 14 Februari.
5120.
Venclijiit laplijfe, ÉpziM Dinsiai.
ij e u 1> e r t i g- -s t e J a a r g- a n
AJ-
De PLAATSELIJKE COMMISSIE,
bestaande uit den Burgemeester, de
Leden van den Gemeenteraad en den
Gemeente-Secretaris, tot het inzamelen
van giften ten' behoeve van de nood
lijdenden in-de door den Watersnood
getroffen Provinciën, brengt ter kennis
van de ingezetenen:
De Commissie acht het overbodig de
ingezetenen tot milde bijdragen aan te
sporen, overtuigd dat ieder ten volle
bekend is met de rampenwelke velen
onzer landgenooten door den Waters
nood hebben getroffen.
Schiedam, den 11 February 1881.
De Commissie voornoemd,
De Voorzitter,
P. J. 'VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
ffiKWwag
A.HüN^KMf.Nrif'KUa, por KwniC«utlÏ.Hf».
F fan Co pet pust, dat»» Uet miheete Kyk - *2,50.
\fnuider\ijke nnminei:» - 0.10.
i
BUHKAlli M.A I1HT,' 12*.
By deze Courant behoort een Bijvoegsel.
uinsnvM
dat zj) tot dat einde op aanstaanden
BAANDAG, den IA February, aanvan
gende des voormiddag» ten tien'ure,
eene COLLKCTË langs de hulzen zal
doen plaats hebben.
Schiedam, 12 Februari 1881.
»De zonen van Noach, die uit de Ark gingen,
waren Sem, en Cham, en Jafeth, en Cham is
4e vader van Kanaan.
Deze drie waren de zonen van Noach; en
van dezen is.de gansche aarde overspreid.
En Noach begon een akkerman te zijnen
hy plantte eenen wyngaard.
En h dronk van dien wijnen werd
dronkenen hij ontblootte zich in het midden
zyner lente.
En Cham, Kannans vader, zag zijns vaders
naaktheid, en hij gaf het zijnen beiden broederen
daar buiten te kennen.
Toen namen Sem eu Jafeth een kleeden
zy leiden het op bun beider schouderen, en
gingen achtenvaai ts, en bedekten de naaktheid
huns vaders; en hunne aangezichten waren
achterwaarts gekend, zoodat zij de naaktheid
huns vaders niet zngen,
- En Noach ontwaakte van zijnen wyn; en
hij merkte, wat zijn kleinste zoon hem gedaan had.
- En bij zenie: Vervloekt zij Kanaaneen
ünecht der knechten ï'y hij zijnen bioederen
ABVERTEtrngenus: nn 110 gewoao regel»
met inbegrip van eene Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer - 0.10.
Drjehaai, plaatsing wordt tegen twkehiaai. berekend.
Voorts zetde hy: Gezegend zij de Haere, de
God van Sem, en Kanahn zij hem eeu knecht!
God breidt Jafeth uit, en hij wone in Sems
tenten! en Kanaan zy hem een knecht!
i
Ia de laatste dagen, werd in Engelsche bladen
herhaaldelijk van ïde zonen van Cham" gewag
gemaakt.
Niet de Transvaler® worden daarmede bedoeld;
deze zijn evenals de Engelschen, voor zoover er
ten minste geen Semietenzonen van Sem
onder schuilenkinderen van Jafethmaar
onder den naam >zonen van Cham" worden
aangeduid de ZoeloesBasuto's en andere
Kafferstammen, die, hoe minachtelijk anders
door Engelauds zonen bejegend, thans nog
al een pluimpje krijgen, omdat ze, naar
't heet, geen gemeene zaak met de Boers uit
de Transvaal willen makendie de zwarten
altijd hebben.onderdrukt en hen het liefst met
den naam van ïzocn van Cham", dat is, slaaf,
bestempelen. De Boeien uit de Transvaal zjjn
geen heiligen, eja_, jger zeker, de vervlueking
over Chain en zijn'nakometingschap door Noach
uitgesprokenheeft in de Boeren maar al te
dikw'yls getrouwe vertolkers gevonden. De arme
Kaffers zijn nu en dan volkomen als knechten
der knechten beschouwd; doch vergeten we
nietdat de afstammelingen van Jafethuit
Engeland naar de Kaap overgestoken, aao de
zwarte stammen geen beter lot hebben bereid,
't Zou nog zeer te bezien zijn, welke der arme
kerels keuze zou wezenals zij kiezen moesten
tusseheu de Transvaaische Hollanders en de
Engelsche bezitters van het Kaapland, Die
plotselinge aanhankelijkheid der Kaffers aan de
Engeischen mag ten minste als van zeer ver
dacht allooi worden aangemerkt.
Gezegend zij de Heere, de God van Sem,
en Kanaan, de zone Chams, zij hem een knecht!
We zouden haast beginnen te gelooven, dat de
zegening van den ouden Noach over dien ge
hoorzamen zoon in vloek ware verkeerd. De
beweg:ng tegen de Semieten, imtneis be-
hooren daar de Israëlieten toe? in Duitsch-
land onlangs op touw gezet, zou wel aanleiding
tot die vrees kunnen geven, ook ai brengen we niet
eens iu rekening, dat de zomin van Sem in
het jeugdige vorstendom Rumenië mede uiet op
rozen wandelen. t
't Zal wel zoo'n vaait niet ioopen; onze tijd
is de tijd niet meer van officièele vervloekingen;
deze hebben zich met een bescheiden terrein
tevreden moeten stellen. De zonen van Jafeth,
die volgens den aaitsvaderlijken zegen in Sems
tenten zouden wonen, doen het elkander onder
ling. Tegenwoordig geldt het bovenal de Engel-
sclien. Waai lijk, als men over hen hoort spreken,
zou men wanen, in hen een samenraapsel van
vei persoonlykte ondeugden te zien. Haast heet
het: Vervloekt zou de zonen van Albion, knech
ten der knechten mogen zy h'unne broederen zyu
Als men iu onze dagen de verontwaai digde
Nederlanders hun gevoelens hoort uiten, wor
den we niet zelden aan zekere geschiedenis vau
een splinter en een balk herinnerd, en hoe
verontwaardigd men ook naar de overzijde van
den Oceaan moge blikken, een kykje in eigen
boezem kan bij gelegenheden als deze geen
kwaad.
Het Handelsblad van heden meldt over de
Transvaaische zaken o. a. het volgende:
Op dit oogenblik wordt er gestredenwordt
er bloed gestort. Niet enkel onder de handen
van chirurgendiestrenge geneesmeester*
scherpe wonden slaanom te genezenmaar
door de handen van een volk, dat zich door
de Voorzienigheid geroepen acht aan de spits
van Europa's civiliseerende propaganda te slaan.
Hoe gaarne zouden die Nederlandsche chirur
gen met het Eoode Kruis gewapendhun -
taak ook op de velden derïransvaal vervullen;
maar voorloopig is er van zoodanige tusschen-,
komst des vredes geen sprake. Het Eoode Kruis
vraagt slechts geld om naar de Kaap te zen
den. Men heeft immers ook niet" rnë'ër noodig;
in Afrika is men rijk aan chigurgen. Geld be
hoeven zijpersoonlijke diensten hadden waarde
te midden van onbeschaafde volken, als'do
Franscheu en Buitschers in 4870. Hoe kan
men meeuendat zij in Afrika zouden noodig
zijn? Uit Engeland vertrekken ambulances:
in Nederiand blijven zij thuis. "Wie is ver
standiger?
Op dit oogenblik wordt er gestredenwordt
er bloed gestort. De kamp is opnieuw aange-
vaugeu tusschen de overmacht van het En
gelsche rijk en de enkele duizenden Boeren
diehun onafhankelijkheid terugeischen. Gladstone
beeft indertijd wel in openbare redevoeringen
zich gunstig over heu uitgelatenmaar toen
de commissie van de Transvaal te Londen
vertoefde, en den steun van het hoofd der
oppositie tegen Disraëii's oneerlijke politiek
zocht te winnen, zijn zij niet geslaagd. De taak
van den Minister is een andere dan die van
den candidaat-Minister. Met algemeens phrasers
heeft het Engelsche Ministerie den aandrang
dat er recht geschiede aan de Boeren, afge
wezen. Eerst moest het gezag worden hersteld,
zoo heet het: dan zal aan billijke eischen wor
den voldaan. En de mannen, dia het gezag in
handen hebben, hoe zij in hunne binnenkamer ook
over deze politiek van ruw geweld mogen denken,
richten de corpsen, waarover zij beschikken
kunnen, naar de Transvaal, om de vrebellen"
te onderwerpen. Een handvol boeren tegenover
Engelands reuzenmacht David tegen Goliath.
Op dit oogenblik wurdt er gestie Jen de
jongste telegrammen belichten bet. De Engeisthe
luipaard heeft misschien reeds nu zijnen tegen
stander onder den voet getreden.
Misschien misschien ook niet.
Het voorbeeld van David en Goiiath kan
hier niet tot toelichting dienensinds hun
.dagen zijn er in het militaire wezen eenigo