toMjiit flapiijls, üiipiinted BWai. A0. 1881. Zaterdag 4 Juni. X 5197. gering. iA^cS; Br j i- ïi X> ©rtiitrstt; a- a r g a u g. ft V^jï, \y -v- J3 JSusi •"^~r**'~iT' ,'jjjaD ABONrtr^ttM&i'KUs, |mi kwaiU'J i.ö5. f rnnco per post, dooi het gohc&te Uijh - "2.50. Afzonderlijke nommeus0.10. Oproeping onder «le wapenets van MIHi'iea-Vcrloigangersi «Ier LIK- TIWCKK' van 18?8 en 18?S». BunoEMEESTEii en Wetuouui.rs van Schiedam, Gelet op de Ciiculane van den lieer Connmssaiis des Komngs 111 de jummcie Zuid-Holland van den 17 llei I!., A No, 917^1 (2do Md.); Biengen bij deze tci Ueiuiis van de daarbij belang hebbenden, dat de Mdieien-Vei iofgangeis van do hg- tingen van '1878 en 1879, beliooiende tot de navol gende korpsen, onder de wapenen wanden geioepen gedOieiirte dtn ti|d tlaiiibi] vernield, als: Van 10 Augustus tot 15 September, die dor ligtnig van 1878, vm liet Regiment Grenadiers en Jagers Van 9 Augustus tot 0 Septemberdie der hgting van 1878, van bet !ste Regiment Infanterie. Van 10 Augustus tot 15 September, die der hgting van 1878, van het 3de en 8de Regiment Infanterie. 'Van Augustus tot 8 September, die der ligtmg van 1878, v.m het -1de Regiment Infanterie. Van 10 Augustus tot 15 Septemberdie der hgting van 1878, v.in bet 5de en bdj Itegiinent Infanterie. Van 9 Augustus tot 8 Septemberdie der ligtmg van 1878, van liet 7de Regiment Infanterie. Van 9 Augustus tot 0 Septemberdie der hgting van 1878, van het 8ste Regiment Infanterie, 1ste, 2de, 3de en ide bataillon. Van 1 tot 27 Augustusdie dei ligtmg van 1878, van liet 8ste Regiment Infanterie. 5de bataillon Van 1 Augustus tot September, die der hgting van 1878. van liet 1ste Regiment Geld-Artillerie, 5de en tide battel ij. Van 13 Augustus tot '2! September, die der hgting van 1878, van het 1ste Regiment l'eld-Artillerie, 1ste, 3de, 3de, 4de batten) cu de beide tieinkonipngnien. Van 1 Juhj tot 9 Augustus, die dei ligtingvan 1878, van bet 2do Regiment Veld-Artillerie, lsle, 3de, 5do battei ij en Iste ticinkompngme. Van 10 Augustus tot 24 Septemberdie der hgting van 1878, van het 2de Regiment lelil-Artillerie, 2de, 4de, Ode batterij en 21e tremkompagnie. Van II Julij tot 19 Augustus, die der ligtmg van 1878, van het 3do Uegim-nt Veld-Atiilleric. Van '23 Augustus tot 30 September, die der ligting van 1878, van liet Kmps Mijdende Artillerie. Van '29 Juhj tot '27 Augustus, die der hgting van 1879, van het 1ste Regiment Vesting-Artillerie, 1ste, 2de, 3de, 4de, 5de, Cde, 7de en 8ste kompagiiic. Van 8 Augustus tut 10 Septemberdie der hgting van 1879, van het 1ste Regiment Vcsthg-Artillerie, lMe kompag iie. Van 5 Augustus tot 12 September, die dor hgting van 1879, vnn hot '2ilc Regiment Vesting-Artillerie, lste, 3de, Gde, 8ste en 10de kompagnie. Van i4 September tot '22 October, die der ligting van 1879, vnn bet 2ile Regiment Vesting-Artillerie, 2de, 4de, 5e, 7de en 9de kompagnie. Va» 5 Augustus lot 12 September, die der ligting van 1879, van het 3de Regiment Vesting-Artillerie, lste, 4de, Ode, 8ste en 9de kompagnie. Van 14 September tot 22 October, die der ligting van 1879, van hel 3de Regiment Vesting-Ai Üllerie, 2de, 3de, 5de, 7de en 10de kompagnie. Van 5 Augustus tot 12 Septemberthe dor ligting van 1879, van het 4de Regiment Vesting-Artillerie, 2de, 3de, 5de, 7de 'en 9de kompagnie. Van 14 September tot 22 October, die der ligting van 1879, van het 4de Regiment Vesting-Artillerie, 4ste, 4de, Gde, 8sto en 10de kompagnie. Van 23 Juni} tot 1 Augustus, die dor ligting van 1878, van het korps jPontonniers. Van 30 Augustus tot 8 October, die der ligting van 1878, van het korps Genietroepen. Van i Julij tot 12 Augustus, die der ligting van 1870, van het koips Genietroepen. Van 9 Augustus tot 8 September, die der ligting van 1878, van de lste, 2de en 3de kompagnie llospitaal- teUaten, Bnigemeester en Wethouders verwittigen de be trokken verlofgangers dat zij zich, voorden van al de Wneerpen van Heeding en uitrusting door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, alsmede van 'wkfpas en zakboekje, op het bepaalde tijdstip bij hunne ketpsen moeten bevinden; dat zij zich echter ter Gemeente-Secretarie moeten vervoegen Ï8 U 16. B A. W MAKMIP» B, 12 4. Advertentieprijs: vsn 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Coarantf 1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10, Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekendi zoowel tot het afteokenen van hun verlofpas als tot het ontvangen van de passage-biljetten en daggelden waai op 7ii blijken zullen aatispiank. te hebben; dat de verlofganger die in gebieke blijft op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij zijne latere opkomst zooveel langer in dienst wordt gehouden en hij, die nan de opioepmg niet voldoet, ais deserteur zal worden behandelddat bij die wegens ziekte of gebreken aan de oproeping met kan voldoen, "daarvan moet doen blijken door eene ter Gemeente-Secietaiie over te leggen geneeskundige verklaring; zullende zoo danig veilofganger vooits veipligt zijn, zich na zijne heistelling bij zijn korps te vei voegen, ten einde geduiende zes treken in den wapenhandel te worden geoefend. En dat, na deze openbare kennisgeving, ieder milicien hieun bet.okkcn, geacht wordt van zijne verpügfing kennis te diagen waardoor hij gehouden is, zonder verdere opiocping aan de voorsclu even opkomst te voldoenou derhalve later geene onwetendheid ten deze zal kunnen vooiwcnden. Schiedam, den 2 Junij 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATE NESSE. Do Secretaris, A. W. MULDER Schiedam 3 Juni 4SS1. Hoe is voor het tegenwoordigeVde toestand? De heer Yeegens geeft hierop dit antwoord: Builen het Parlement is men het vrij alge meen daai over eens, dat de handhaving van het bestaande kiesstelsel den parlementairen regee- ringsvorm aan dagelijks stijgende gevaren bloot stelt. Tevredenheid met den gang van zaken, overtuiging dat de invloed van het Pailement op wetgeving en bestuur aan hot land ten goede komt, ingenomenheid met de vertegen woordiging zal men by de natie tevergeefs zoeken. Belangstelling in den arbeid der Staten- Generaal van de zijde der burgerij is schaarscb, en uit zich, waar zij nog wordt aangetroffen, in eene eritiek, die begum» fouten overdrijft en het goede miskent. De leden der Tweede Kamer zijn zich hunne impopulariteit zeer wel bewust. Verdeeld in elkander vijandige fractiën, waarvan geen enkele macht genoeg bezit om haar wil door te dry ven, geen enkele sterk is in de overtuiging, dat zij door de nationale wenschen gedragen wordt thans ook beroofd van den voorzitter die sedert eon reeks van jaren de traditiëu van een beter tijdvak vei tegen woor- digde en te midden van den onvruchtbaren partij strijd althans nog de waardigheid der Kamer wist te handhaven, vormen zij een vergadering, die haar laatste krachten aanwendt, om zoolang mogelijk te ontkomen aan de hervorming, die haar van een schijnbare tot een wezenlijke volksverlegenwooidiging zal verheffen. Temid den van het debat over de rentebelasting ont vielen aan een veteraan der Kamer, den heer Vau der Linden, deze meikwaardige woorden: nMaar wat het volk doet of niet doet, daar kunnen wij hier zeer lang over spreken en verschillen, maar met juistheid zeggen niet; om de eenvoudige reden, dat wij het niet weten. Bij ieder onzer is, in vergelijking van hetgeheele land, de kling die onder bei eik van ons gezicht valt, klein, en daaruit te besluiten wat oij de gansche bevolking omgaat is meer dan gewaagd." Zoo is het inderdaad, niet alleen wat betreft de verhouding tusschen inkomsten en uitgaven bij de burgerij, waarop de redenaar doelde, maar ook in algemeenen zin. En juist daarom is verbieedmg van den grondslag der veitegen- woordiging, uitbreiding van staatkundigen in vloed tot liet geheels volk, oen zoo dringende eisch des tijd», die meer gebiedend wordt naar mate men hem langer vveöistaat. De Kamer is onvei mogend om da behoeften dos volks te bevredigen, omdat z.ij het volk niet kent. Het ontbreekt haar aan zedelijk gezag, niet omdat zij in partijen verdeeld is, maar omdat de strijd, die iu haar midden gevoerd wordt, over andere belangen loopt dan die, welke de natie vermogen warm te maken. Zij is geene nationale kracht, omdat zij het Nederlandsche volk niet ver tegenwoordigt. En daarop betoogt de schrijver, dat liet een fictie is, dat het dén achtste deel dermeerderjarige mannelijke bevolking, dat krachtens de bestaande wetgeving, bij uitsluiting bevoegd is om de leden der vertegenwoordiging te kiezen, geacht mag weden betere keuzen te doen, dan vnn den giootc.i hoop zouden mogen verwacht worden. Zelfs beweeit hij het volgende: Ook in de stoute ondeisteiling, dat de onbeholpenheid van het bestaande Parlement alleen uit de veihevenbeid zijner inzichten en de ach terlijkheid van het volk moet verklaard wor den, blijft het een historische en logische waar heid, dat geen regeering schadelijker werkt dan die, welke vau haar hoog standpunt de eenvou dige behoeften der natie miskent, om haar onbe grepen weldaden op te dringen. Mannen van minder talent dan de tegenwoordige afgevaar digden, mits door het geheele volk gekozen, zouden grooter ijver aanwenden om te weten te komen wat het volk doet of niet doet, wat bij de gansche bevolking omgaat. Men zou bo vendien toonen ons volk slecht te kennen, wanneer men zich zou inbeelden, datdeinvoe- ting van het algemeen stemrecht, of van het geen men aldus noemt, een algeheeie vernieu wing van het personeel der Kamer zon tenge volge hebben. De meeste der tegenwoordige afgevaardigden zouden vermoedelijk een nieuw en een beter mandaat ontvangen en zich voort aan beijveren om dat te behouden, door hun ondeizoek naar hetgeen bij de bevolking om gaat, thans veelal tot den engen kring der kiezers bepeiki, tot het geheele volk uit te strekken. En do vruchten der parlementaire werkzaamheid, met geheel andere gevoelens dan tegenwoordig door de natie ontvangen, zoudeti er waarlijk niet slechter door worden. De coustilutioneele monarchie, die éénenabso- luleu wil niet kent, vordert, om goed te werken vóór alles zelfverloochening, niet alleen vau het hoofd - van den staat, maar ook van de leden van het Parlement. Ten algemeenen nutte moet men eigen wenschen weten prijs te geven, zonder andere schadeloosstelling dan in het bewustzijn van volbrachten plicht ligt opgesloten. Doch wat is er bij de heerschende vrees, zooal niet voor

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1881 | | pagina 1