teÉiiit fiaplüks, iltiaMri Diislai. 1881. Woensdag 7 September. M 5265. "Vijf ea Dertigste Jaargang, ^KJHKtSBBNTSKRM», pet k.vraitaalf 1,85. franco per post, door het geheele Rijk- 2.50. ifcondertyke unmmers- O.iO. BthUifii 31 A HET, B, 124. Advertentieprijs: *an 1—10 gewone regel» met inbegnp van een# Courantf 1.1C. Iedere gewone regel meer - 0.10, Driebui, plaatsing wordt tegen ïweebul berekend. BU deze Courant behoort ccn Bijvoegsel. Schiedam, 6 September 1881. De maand by uitnemendheid van uitspan- ning is heengegaan; de vacantiën van gelet terden en tal van ambtenaten spoeden tea einde; de geesten ziju verfrischt; de veerkracht, na maaudeulangen, soms zeer inspannenden arbeid we! wat verlamd, is teruggekeerdmet het naderen van den ernstigen herfst schijnt ailes lot vetnieuwde inspanning uit te noodigen. Nog weinige dagen scheiden ons van het tijdstip, waarop namens Zijne Majesteit onzen Komng de zitting der Staten-Generaal, 1880—'81 gesloten zal worden, en byna onmid dellijk daarop zal het oogenblik daar zijn, dat onze gedeeltelijk vernieuwde Tweede Kamer, roet een .troonrede van den Vorst verwelkomd, zicli aan den arbeid zai begeven. Nog is haar vacantie niet uit. of een barer leden roept haar reeds toe: >Met ongewone belangstelling moeten dit jaar de troonrede en de adressen vau antwoord worden te gemoet gezien," 't Is de afgevaardigde van Groningen, Mr. S. "Van Houteu, teveus redacteur van »üe Vragen des Tijds", die in dit tijdschrift aidus bet artikel aanvangt, waaraan h'y den titel heeft gegeven: »Het Kamerbesluit van 25 Mei en zijne gevolgen". Op dien dag heeft de Tweede Kamer met eeu verrassende eenstemmigheid een van de zijde der zoogenaamde liberale partij (van Delden, Idzerda en van Rees) voorgestelde motie aan genomen dat "herziening van het kiesrecht icmcheUjk is. »Wel is waar werd die motie geboren", gaat de heer van Houten voort, ïotn Jeene door my voorgestelde te vervangen, vol- i geas welke 's landt belang verbood, ie her- vorming van het kiesrecht mg "langer te ver- schuiven, maar dit verzwakt hare beteekenis niet." De hervorming van het kiesrecht is derhalve het onderwerpdoor den heer van Houten ^behandeld, ea het is goed, zyn gevoelen over dit belangrijk punt te hooren s'Zuiien in den kring der Regeering de oogen 'voor den waren toestand opengaan, nu de f Tweede Kamer zelve eenparig het schip van staat wrak heeft verklaard? De Kamer is het 'blykbaar zelve moede, volksvertegenwoordiging te heeten zonder het te zijn, een sharn te wezen in de oogen van eiken nadenkende. Zij vraagt als het ware de kroon, haar te wiiien exeeu- teeren, ten einde eene ware volksvertegenwoor diging in hare plaats te doen treden. Zij geeft telfs geen raad, en laat de kroon vrijheid om te handelen met het oog op den toestand en de;stemming des lands. Zij vraagt slechts, dat tb kroon het &»e*REOHT naar de eischea des tijds gele ea "spreekt daardoor den wensch uit, dat de son een goed hervormingsplan niet afwijze mdat het met de bestaande grondwettige be- alingen strijdt. Voor kroon en land staat er veel op liet spel. Zal de Regeering nog de kracht en de wijsheid blykea te missen, om zich in den besten zin opportunistisch te ge dragen? of zal zij de gelegenheid aangrijpen, die zich in ie4er opzicht gunstig laat aanzien, om eene kamer in het leven te roepen, die niet na een langer of korter lijden aan dezelfde kwaal sterft ah de tegenwoordige, en die wer kelijk kan optreden in het bewustzijn, zoo na mogelijk het geheele volk te vertegenwoordigen Met behoud van den census, ik herhaal het, is dit onmogelijk. Al wat men met behoud van den census uitdenkt, om verbetering aan te brengen"mag a priori nutteloos verklaard worden. De ontwijfelbare oorzaak der kwaal kan zonder afschaffing van den census niet worden genezen. Een census, hoog of laag, heeft altijd als doel en gevolg,'den invloed der voor loon werkenden kunstmatig te verzwakken, en dien der ondernemeiseo renteheiïers te veister- ken; de vei tegenwoordiging van een deal des volks kunstmatig te verhefféiftot vertegenwoor diger van het gehesle volk; aan eene der par tijen in den economisclieu ontwikkeliugsstrijd de wetgevende macht in handen te speien; den staat vau een wachter der rechten van allen te verlagen tot een dienaar der belangen, van een deel Men werpe mij niet tegen, dat de census zoo laag zou kunuen gesteld weiden, dat ook de loonarbeider dien zou kunnen betalen; want, daargelaten nog dat dan de kiezersteelt eerst recht zou beginnen, in politiekeu zin zou zulk een census, b, v. van f dj geen census meer heeten mogen. Op zulk een enkel nominalen census zou ook niemand eenigen prijs stellen. Het wezen van een politiekeu census eiseht, dat een groot deel van het volk dien niet betaalt ea niet betalen kan, dat hij de massa der loonarbeiders uitsluit en van dezen slechts hen toelaat, die door het bezit van eigendom ook ais kapita listen gevoelen. Het is het levensbeginsel van den census, dat overal en altijd aan onderne mers en renteheiïers het overwicht op de keuzen verzekerd zij. Ook kan ten onzent de census niet tot een bloot nominalen worden terugge bracht De grondwet stelt f20 als minimum. Ook al begrijpt men nu in dre f20 niet alleen de rijksbelastingen, maar ook de provinciale en gemeentelijke belastingen, dau zouden nog geen loonarbeiders kiesrecht krijgen. Kieine ondernemers en kleine bezitters zouden binnen komen. maar-zelfs de beste arbeiders, die geen kapitaal bezitten, zouden buitengesloten blyven. Er zou iets beieikt zijn voor den tegenwoordig zwaar gedrukteu stand dier kleine ondernemers en bezitters. Maar de politieke organisatie des lauds ware niet duurzaam verbeterd. Een deel des volks zou zonder goeden grond bevooi recht blijven boven het ander, al waren eenige tien duizenden uit het laatste tot het eerste overge- biacht En dé uitgesloten loonarbeider erkent de kleine ondernemers en renteheiïers niet als beter rechters over zijne aanspraken, dan da rijke en groote, eo de kloof tusschen de beide deeien des volks zou door censusverlaging eer woorden verwijd dan weggenomen. Ook toevoeging der zoogenaamde capaciteiten kan niet baten, om de gebreken van onskie*- stelsel te genezen. Laat ons hier het misverstand vermijden, 't welk het woord capaciteit in België doet ontstaan. Men bedoelt met het kiesrecht der capaciteiten de toekenning van kiesrecht aan personen van hoogere opleiding, ook wanneer zy geene belasting betalen. Geheel iets anders is de toekenning van het kiesrecht onder esae voorwaarde van capaciteit, waaraan het groote publiek kan voldoen, zooals de kennis van lezen en schryven, Het zou de kwestie slechts verwarren, indien men een kiesstelsel, waarbij ieder, die niet bedeeld wordt sn lezen en schryven kan, tot kiezen geroepen wordt, een kiesstelsel der capaciteiten uoemde, Niet te kunnen lezen en schrijven is by dit stelsel reden van uitsluiting, het bezit dezer primaire kennis geene reden van toekenning. De grond van toekenning blijft het staatsburgerschap zelf; de principieele onhoudbaarheid van elke politieke scheiding tusschen zelfstandige burgers, naar mate van huu grooter of kleiner bezit. Op grond eener hoogere opleiding het kies recht toekennende, zou men den eenzijdigen geest onzer vertegenwoordiging niet verbeteren. Vooral jeugdige capaciteiten deelen alle voor- oordeelea en belangen van den kring, waaruit zij zijn voortgekomen, en niet alleen komen zy, dte eene hoogere opleiding genieten, genoeg zaam alleen uit de nu reeds vertegenwoordigde volkslagen voort, maar bij het staatsonderwijs, 'twelk uit den aard der zaak onder den invloed staat der bo veadrlj vende klassen, worden zij boven dien met de i deer- van den kring der intéréts satis- faits doorvoed. Het is echter volkomen onuoodig, aan de belangen en ideën van de lagen <W> Wi#4- sehappü, uit welke de groote meerderiWj# der zoogenaamde capaciteiten voorkomt, nog *n«r ibvloed te geven. De weinige uit lagei e klassen der maatschappij voortgesprotenendie eene hoogere opleiding genieten, zullen evenmin den geest van het kiezerslichaam verbeteren. Door hun klein getal zouden zy reeds geen invloed hebben, maar bovendien is hun streven er slechts al te dikwijls allereerst op gericht, om zich zelve by een hoogere klasse der maatschappij aan genaam te maken. In het algemeen hangt toch het, vooral voor hen zoo onmiddellijk noodige, financieel succes van de sympathiëu van de autoriteiten in staat en kerk, althans van de gegoede klassen af, Om die reden zijn jeugdige capaciteiten, hun studententijd, en dezen nog niet eens aliyd, uitgezonderd in den regel in slechten zin opportunistisch, Niet enkel van de zuidelijke provinciën geldt dit, al worden in het boveomoerdyksehe niet dezelfde heiligen gehuldigd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1881 | | pagina 1