PROGRAMMA, sche troonopvolger, wordt eenige dagen later "in de residentie verwacht. Gisteren is alhier aangekomen de heer Mr. O. Liebe, advociiat bij het oppergerechtshof in Denemarken en president va« de Eerste Kamer daar de lande, vergezeld van zijn secre taris. den heer O. Koefoed, Naar men ons mededeelt zal de rechtsgeleerde als gemachtigde optreden van HIT. KK. HH. den Kroonprins .en Kroonprinses ran Denemarken, bij de regeling .der nalatenschap van Z. K. H. Prins Frederik. Het Groot Hertogdom Luxemburg zal '.by de begrafenis van Z, K. H. Prins Frederik ■worden vertegenwoordigd door baron De Blochauson, president van het bewind en den heer Ruppert, Staatssecretaris. SCHIEDAM17 September 1681. Door het kiescollege der Hervormde ge meente is gisteravond uit het vroeger mede gedeelde drietal tot predikant bij die gemeente alhier beroepen de heer A, Waitena, predikant te Amersfoort, met 38 stemmen van de 50 tegenwoordig zijnde léden. Op den heer C. C. Schot, predikant te Angtekerke, werden 3 stem men uitgebracht, terwijl de overige stembiljetten blanco waren ingeleverd. De Minister van Financiëu maakt bekend dat by hem ontvangen is een aan het post kantoor Schiedam ingeschreven postwissel groot f 12 door een onbekende, onder de letters G. V.tot voldoening van een aan den lande verschuldigd bedrag ingezonden. Z. K. H. de Prins van Oranje is, naar het Vad. verneemt, vry ongesteld. Zijn toestand gaf eergisteren zelfs reden tot bezorgdheid, die echter gisterennaar het oordeel der genees kundigen, gelukkig geweken is. Een later bericht luidt: De gezondheidstoe stand van den Prins van Oranje schijnt niet van dien aard te zijn, dat die tot bezorgdheid aanlei ding geeft; althans er worden ten paleize van den Prins geen bulletins uitgegeven ofmededee- lingen verstrekt. Het schijnt evenwel, dat de Prins rust en afzondering noodig heeft. Ook het Leidsche studentenkorps heeft den rouw aangenomen voor den tijd van vier weken ■wegens het overlijden van Z. K. TI. Piins Frederik. onder de Hoogs goedkeuring des Konings vast gesteld voor de plechtige begrafenis in de Nieuwe Kerk te Delft, vara wijlen Zijne Koninklyke HoogheidWILLEM, FREDERIK, KAREL, Prins der Nederlanden, Veldmaarschalk van liet leger, Admiiaa! van de vloot, Grootkruis der Militaire Willemsorde en der Orde vaa den Nederland- Fchen Leeuw, Grootkruis der Groot-Hertogelyke Luxemburgsehe Orde van de Eikenkroon, Ridder le klasse vau den Gouden Leeuw van het Huis van Nassau, enz. enz. enz. op YrRilag den 23en September 1881des voormiddags te eif uren. Eerste Afdeeuvg. Betreffende de beschikkingen van het Huis de Pauw af, lot aan het Paleis van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Neder landen te 's Gravenhage. Op den dag bestemd voor de begrafenis, zal het Koninklijke Lijk, na voorafgaande geheel huis- selijke godsdienstige plechtigheid in het Huis de Pauw, op den Koninklijken Rouwwagen geplaatst, en naar 's Gravenhage vervoeid worden, in da volgende orde <i. Een escorte cavalerie. 6. Een Hofiburier en twee rijknechts te paard, o. De vier heeren, bestemd tot het dragen der slippen van het Koninklijk rouwkleed, met name: Kolonel L. Ft. J. A. Roosmalo Nepveu, adjudant van Wijlen zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden, J. J. Baron Taets van Amerongen, Kamerheer des Konings toegevoegd aan het Hof van wijion Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden. Kolonel J. D. A. Barre, Adjudant van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden en Majoor Jonkheer vnn Goedecke, Adjudant en Kamerheer in buitengevvoneji dienst des Konings, voormalig Adjudant van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden, gezeten in eene hofkoets, bespannen mot twee paarden, gaande één lakei naast elk portier. d. De Koninklijke rouvvwagen, bespannen met zes paarden, door evenveel stalbedienden geleid. .i De Koninklijke Kroon, op een rood fluweeien (kussen de Veldmaarschalks-stafbenevens de ordeteekenen zijn op het rouwkleed dekkendo de kist, geplaatst en vastgehecht. e. De Hofmaarschalk van wijlen zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden, M. Graaf Van Limburg Stirum gezeten in eene hofkoets bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier één lakei. Aau de Boschbrug gekomen zijnde, zulien de heeren, bestemd tot het dragen der slippen, hunne plaatsen naast den rouvvwagen innemen; terwijl do zestien kamerheeren, aangewezen tot het dragen van het Koninklijke lijk, zich aan beide zijden van don rouvvwagen zullen aansluiten. Een gelijk aantal onderofficieren der zeemacht, der diensdoendo Schutterij van 's Gravenhage en van Delft, en der Landmacht volgen vier aan vier, den rouvvwagen, on zijn aan de kerk te Delft de kamerheeron behulpzaam bij het dragen van het Koninklijk lijk. De zich middelerwijl geformeerd hebbende stoet, wacht het Vorstelijk lijk af aan het Paleis van wijlen Zij no Koninklijke Hoogheid. Tweede Afdeelino, Betreffende den Stoet. Eén uur vóór den optocht der begrafonis zulien alle personen tot denzolven bohoorendo zich be vinden ten Paleize van wijlen Zijnen Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlanden, in de daartoe bestemde lokalen. De Groot-Officieren en Kamerheeren zullen aldaar voorzien worden van den oodigo rouwmantels en handschoenen.' Aan de hofbeambten en officianten zal worden bekend gemaakt waar zij zich van hot bovenge noemde zullen kunnen voorzien. De lijkstoet zal zijn als volgt Een half escadron van het 3e Regiment Huzaren tot opening van den trein. De staf en de escadrons van het 3e regiment huzaren. De Koninklijke» scherpschutters van 's Gravenhage. De staf en de beide bataljons dienstdoende schutterij van 's Gravenhage. De staf en de vijf bataljons van het regiment grenadiers en jagers. De Ilaagsehe schutterij zal deelnemen aan den optocht tot bij de barrière op den Rijsvvijkschen wegook de Koninklijke scherpschutters verlaten aldaar den trein, Te Delft zal een gelijk korps Belftsclie schut terij zich in den stoet aansluiten. c. Een hoffourier en twee rijknechts te paard. d. De Kamerheer-Geremoniemeestor des Konings, gezeten in eene hofkoets, bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier één lakei. e. Do hofbeambten en officianten van hethnis van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Fre derik der Nederlanden, en van de verschillende hovon, alsmede de livereibediemlen van den Over leden Vorst, ailen in diepon rouw, met lamfers aan de hoeden, gaande twee aan twee, de jongsten in rang vooruit. f. Vijf hofkoetsen, elk bespannen met twee paarden, bestemd voor de kamerheeren-dragers van het Vorstelijk lijk en voor de dragers dor slippen van het rouwkleed, gaande naast eik por tier één lakei. g. De Secretaris van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Nederlandende Geheim-Hofraad Van Otterloobenevens iioogst- deszelfs lijfarts Dr. Blom Goster, gozeten in eene hofkoetsbespannen met twee paardengaande naast elk portier één iakoi. h. De heeren Rieloff en Von HugoGeneraal- Directeur en Directeur van 's Prinsen grondbezit^ tingen te Muskau en Nouland, gezeten in eene hofkoets bespannen met twee paardengaande naast elk portier één lakei. i. Jonkheer Mr. W. G. IlovyKamerheer des Konings in buitengewonen dienst, administrateur van het Kroondomeinen de Kamerjonker G. graaf Van BijlandtSecretaris van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der Neder landen gezeten in eene hofkoets, bespannen met twee paarden, gaande naast eik portier één lakes. j. De Hofmaarschalk van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik der NederlandenM. Graaf Van Limburg Stirum, gezeten in eene hof koets. bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier één lakei. k. De Koninklijke rouvvwagen, zooals bij letter d. beschreven in de eerste afdeeiing. De vier slippen van liet rouwkleedgedragen door de heeren aangewezen bij letter 'ceerste afdeeiing on de Kamerheeren-Dragers van het Vorstelijk Lijk, acht aan elke zijde en gevolgd door zestien onderofficieren. Zijne Doorluchtige Hoogheid de Prins Zu Wied en Zijne Koninklijke Hoogheid de Kroon prins van Denemarkengezeten in eene hofkoets bespannen mot zes paarden, gaande drie lakeijen naast elk portier. m. Zijne Majesteit de Koning, Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje en Hunne Konink lijke Hoogheden Prins Albert van Pruisen en de Erf-Grootliortog van Saxen, gezeten in eene hofkoets- bespannen met acht paardendoor evenveel rijknechts geleid, gaande vier lakeijen. naast eik portier. Zijne excellentie, de Lui tenant-Generaal Adjudant- Generaal Verspijck en zijne excellentie de Luitenant- Generaal Adjudant-Generaal Jonkheer Van Panhuijs te paard, rijdende rechts en links van s Konings koets. Het militaire Huis des Konings volgt te paard, n. De vreemde Vorsten, die voor deze gelegen heid aanwezend mochten zijn, gezeten in hof koetsen, bespannen met vier paarden, gaande naast elk portier twee lakeienen de afgevaardigden van vreemde Hoven gezeten in hofkoetsen, bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier één lakei. o. Zijne Excellentie de Grootmoester van 's Konings Huis, Graaf Van Randwijck,"on Zijne Excellentie de Grootmeester van het Huis Hunner Majesteiten en Ópper-Kamerheer, Graaf Schimmolpenninck van Nijenhuis, gezeten in eene hofkoets, bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier óén lakei.- p. De heeren van het gevolg der Vorsten, die de plechtigheid mochten bijwonen en de dienst van IIII. KK. HH. de Prinsen, gezeten in hof koetsen, elk bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier één lakei. q. De Stalmeester in buitengewonen dienst, de heer C. Van der Oudermeulen, gezeten in eene hofkoets, bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier één iakei. r. Do staf en liet regiment veid-artillerie in garnizoen te 's Gravenhage tot sluiting van den trein. De stoet zal den volgenden weg nemon: Korte Voorhout, Vijverberg, Plaats, Hoogstraat, Veenestraat, Wagenstraat, Huygensstraat naar den Rijswijkschen weg. Aan de barrière aldaar gekomen, zullen de heeren en Kamerheeronaangewezen voor het dragen der slippen en van het lijk, zich begeven in de voor hen bestemde hofkoetsen. De trein gaat verder over den Deiftschen weg tot vóór Delft, alwaar de heeren dragers dor slippen en de kamerheeren dragers van liet Lijk, hunne plaatsen bij-den rouwwagen hernemen. De trein neemt alsdan den volgenden weg: liet Oude Deift, over de Kevkbrug, het Oude Delft, de Nieuwstraat, voorbij de Hal, achter het Stadhuis, iangs de Hoofdwacht, over de Groote Markt vóór de Nieuwe Kerk. Aldaar gekomen, plaats zich de militaire macht r bij a en h tweede afdeeiing genoemd, in bataiile. Naarmate de lijkstoet aankomt, zullen de per sonen tot denzelven beboorende uit hunne rijtuigen treden en de officieren van hunne paarden afstijgen, en zich in dezelfde orde, waarin zij bij den stoet gerangschikt waren, in de kerk begeven. De hofbeambten, officianten en livereibedienden zulien zich aldaar in twee rijen rangschikken, de jongsten aan de kerkdeur en zoo vervolgens naar het koor toe. De zestien Kamerheeren, dragers van het Vor stelijk lijk, bijgestaan door een aantal onderofficieren,, hierboven genoemdzulien hetzelve naar dan Koninklijken grafkelder dragen. Aan het graf gekomen, wordt het Vorstelijk lijk op eene daartoe bestemde lijkbaar gesteld. Eene toepasselijke aanspraak wordt alsdan ge houden door den weieerw. zeergeleerden heer Dr. C. E. van Koetsveld, hofprediker. Door den Kolonel Roosmale Nepveu wordt vervolgens de kroon on de ordeteekenen van de kist afgenomen en de kroon overhandigd aan zijne Excellentie denOpper-Hofmaarschalk Opperintendant der Koninklijke paleizen Baron Fagel. De Veidmaarschalksstaf wordt van de kist afge nomen door den Kolonel Barre en aan Zijne Majesteit den Koning overhandigd. De kist wordt van het rouwkleed ontdaan en het Vorstelijk lijk in het graf geplaatst. Na afloop van deze plechtigheid verlaat de Koninklijke Familie de kerk. De kist -wordt vervolgens met het grootzegel van het Rijk verzegeld door den Minister van Justitie, bijgestaan door dén Secretaris-Generaal van gezegd departement, in het bijzijn van zijne Exc. den Grootmeester van Hunne Majesteiten en Opperkamerheer Graaf Schimmelpennick van Nyen- huis. Genoemde Minister en Secretaris-Generaal zuilen zich tot dat einde vooraf naar de kerk begeven. Na de verzegeling der kist zal de lijkbaar met het rouwkleed daarover boven den ingang van bet graf gesteld worden, waarna de Kamer heer-ceremoniemeester zal aankondigendat de plechtige teraardebestelling van het stolfelijk over blijfsel van zijne Koninklijke Hoogheid Willem, Frederik Kabel, Prins der Nederlanden, vol bracht is. Van het oogenbiik waarop de lijkstatie zich in beweging stelt, tot dat het Vorstelijk lijk in het graf geplaatst is, zal te 'e Gravenhage en te Delft elke minuut een 'kanonschot gelost -worden. - -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1881 | | pagina 2