gesloten wordt. :j Stclelijt Riem ADVERTENTIEi uit de hand te Koop, .f. J. KNOCK, f DE INVENTARIS ■M;:, sama, Baron van Brionen tot de groote Lindt, \V, ijraaf van Limburg Stirum en A. H. R. C. Baron van dor Borch van Verwolde. De rouwwagen was bespannen met zes paarden, "op't rouwkleed der lijkkist zijn geplaatst de Konink lijke kroon op een rood fluweelen kussen, de Veld- maarsclinlksstaf benevens de ordeteekenen des Prin sen terwijl verschillonde prachtige bloemkransen ter vertolking van den rouw zinrijk samengesteld, op het lijkkleed gehecht waren. Middelerwijl dut de stoet van 't Iluis de Pactum in aantocht was, hebben alle personen, die aan den optocht zouden deelnemen, zich ten paleize van wijlen den Prins verzameld, dit was tot den nok gesloten en daar buiten had, nabij het por tiek, onder doffen tromslag do eerewacht dor llaagsclie schutterij, onder bevel van den kapitein baron Van der Duijn van Maasdam post gevat. Be rouwstoet stond reeds gereod. Be scherpschut ters der residentie, onder kommando van den majoor Beeinerts van Blokland, zoomede de beido bataljons dienstdoende schutterij, met den kolonel- kommandant baron van Hardenbroek van Bergam bacht aan 't hoofd. De troepen to voet en te paard betrokken de hun aangewezen standplaatsen en allen die ter uitvaart medetogen hadden hunne plaatsen in do rijtuigen reeds ingenomen. Te elf uren bulderde het eerste kanonschot, de klokken deden hun sombere toonen weergalmen, de treur muziek van de verschillende korpsen doet zich weldra hoeren en verhoogde de aandoenlijke plechtigheid van liet oogenblik. De stoet, stelt zich in beweging, geheel over eenkomstig do regelen bij het programma vast gesteld. In de vorstelijke rijtuigen onmiddellijk achter de lijkkoets, zijn de naaste bloedverwanten des Prinsen gezetende Prins van Wied en de Kroonprins van Denemarken, en in het tweede rijtuig met acht paarden bespannen Z. M. de Koning, de Prins van Oranje, Prins Albert van Pruisen en de erfgroothertog van Saxen. Daarna volgen oen vijftal rijtuigen voor do voor deze gelegenheid in 't bijzonder afgevaardigde ver tegenwoordigers van vreemde Hoven. Die buiten gewone gezanten zijn de volgenden: Prins,Orloff, voor Rusland generaal Ilolstein, voor den Groot hertog van Mecklenburg-Sclnverin; baron de Mulinen, voor Oostenrijk; Sir Stuart, voor Engeland: hof maarschalk Froelich, voor Zweden en Noorwegen graaf Lefebre de Behaine, voor de Fransche Repu bliek de Minister-resident Mitilineo, voor Rumenie en de zaakgelastigde Loghadés Effendi, voor Turkije. Ook voor leden van het gevolg der Prinsen en gezanten waren eenige koetsen beschikbaar van welke door de volgende heeren o. a. gebruik werd gemaaktbaron d'Uslaer-; kolonel De Naegler, chef van het hof van den Kroonprins van Denemarken de voormalige kapitein der kavalerie graaf Schulen- borg, kamerheer van Prins Albert van Pruisen graaf Muravicff, secretaris der Russische legatie te Parijs, toegevoegd aan Prins Orloff; baron Voa Dungorn, behoorende tot het gevolg van den Prins van Wiedmajoor Von Jugow, ritmeester Yon Schele, adjudanten van Prins Albert; do adjudanten van den Prins van Oranje, luitenant-kolonel Hojel en kapitein Bcijerman. Voorts maakten vele burgerlijke en militaire overheden en leden van 'tHuis van wijlen Prins, Frederik deel uit van den langen optocht, die statig langs don vastgestolden weg voorttrok ondor hen die daartoe behoorden merkte men o. a. op de heeren Rioloff en van Hugo,' gencraal-directeur en directeur van 's Prinsen grondbezittingen te Muskau en Neuland, zoomede'sKonings Kamerheer in buitengewonen dienst Jhr. Hovy, administratour van liet Kroondomein, graaf van Bijlandt, secretaris van wijlen Z. IC. II. Prins Frederik, en met aan doening zag men ook den ouderen secretaris des Prinsen, den geheimraad van Otterloo, die welhaast zestig jaren zijn Vorstelijken meester zou hebben terzijde gestaan. Niet minder trof hot de vier en dertig hofbeambten en officianten van wijlen den Vorst te zien twee aan twee, in diep romv- gowaad gehuld, waaronder ook menigeen die ge durende volo jaron aan 's Prinsen dienst trouw verbonden was, tot de oudsten hunner behooren de heeren Pabst, Ooms en Meijer. Langs den geheelen weg, dien de stoet hier volgde waren do pleinen en straten met een on afzienbare menigte gevuld, de woningen van bo neden tot boven met toeschouwers bezet; vele hadden ten teeken van rouw de Vaderlandsche driekleur met floers omhuld. De rouwstoet bewoog zich op statige wijze en in de meeste ordo door do residentie tusschon door een opeengedrongen menschenmassa. Iedereen ont blootte bij de nadering eerbiedig liet hoofd totdat ook de leden vun het vorstelijk huis waren ge passeerd. .De lijkkoets trok de meeste aandacht, zij was door een achttal prachtige kransen bedekt en op het lijkkleed rustten nevens de Koninklijke kroon de verschillende ordo en eereteekenen waarmede de overledenen Prins begiftigd was. Wat de kransen betreft daaronder bevonden zich die van het Pruisische garderegiment, dat den naam van den Overledene voert, die van H. M. de Koningin en een drietal van de vrij metselaars vereonigingen. De krans door de Ko ningin van Engeland gezonden werd in den stoet medegevoerd door den Engelschen gezant ten einde die te Delft op hot graf te leggen. De vreemde en Nederlandsche Vorsten waren allen versierd met het grootkruis der Orde van don Nedcrland- schen Leeuw. Te Delft, waar do optocht ten één ure aankwam, vertoonde zich hot zelfde schouwspel van eorbie- dige bolangstclling en uiting van den volksrouw. Bij de Nieuwe Kerk aangekomen, waar do heeren Jhr. Van Pabst van Bingerden, Baron Taets Van Amerongcn van Natewisch, Jhr. De Jonge Van Zwijnsbergen en Baron Forstner Van Dambenoy, als aide-coremoniemeester dienst deden, en waarbinnen bereids de Ministers, de Voorzitters der Kamers en van andere hooge staatscollogiën, verschillendo leden van het corps diplomatique die geen deel van den stoet uitmaakten, tal van burgerlijke on militaire autoriteiten en onderschei dene deputation vereenigd waren, werd het Vor stelijk lijk het korkgobouw binnengedragen door do reeds genoemde kamerheeren, bijgestaan door oen zestiental onderofficieren van zee- en land macht en Ilangschc en Delftsche schutterij en midden door do rijen der aanwezigen naar het koor gebracht en op den lijkbaar gesteld. De Koning en de Prinsen met al degenen die tot don optocht hadden behoord, schaarden zich om de baar. De hofpredikerde heer Dr. C. E. Van Koetsveld nam alsau het woord en sprak aldus: Voor den derden keer binnen drie jaren staan wij hier. Toch staan wij er kalmer daa de laatste maal. Toen wat het de hope der toekomst, die daar wegzonk inde donkere diepte: nu de herin ner i 11 g van 't v e r 1 e d e n e. Toen de boom, die nog zoo schoone vruchten had kunnen diagen, neergeslagen door den storm; nu de holle stim, die, na menigen oogst, door eigen zwaai te valt. liet is nu eenmaal zóo, hoe weemoedig 'tons stemt: De ouder dom is de broeder van den dood." Straks de Nestor onder de doodeu in den Konink lijken grafkelder, was onze Pims Fredui ik het tot voor weinig dagen, met zijn vriend en broeder, den Keizer van Dnitscldand, onder de Vorsten van Europa. En hij ontveinsde 't zich niet. llij maakte zich geen illusies meer van liet loven, al was hij't nog niet moe. Nog hoor ik licni, op de vraag, of hij toch niet al te matig leefde, inol zijn eigenaardige!! glimlach ant woorden: »Kn meent gij dan, dat men de vier-en- tnchtig jaren verstolken kan?" Die meer dan tachtig jaren, met welk een ver wonderlijk getrouw geheugen bewaarde hij daaivande gedachtenis I Het was dan ook een belangrijke levens tijd. Geboren in de ballingschap en opgevoed in don vreemde, scheen de stoitvloed der omwenteling, die bruiste om zijne wieg, hein die onverstoorbare kalmte geschonken te hebben, die steeds hem is bijgebleven. Als jongeling begroette hij voor 't eeist het land zijner vaderen; en al wat sinds dat vadeilatid smartte of verblijdde, hij deelde er in met zijn gansclie halt. De steun van drie Koningen, haakte hij voor sich zeiven nooit naarv bet schitterend, manr soms drukkend ge wicht der* kroon; tevreden met Neèrlands eerste en edelste burger te zijn; de band van ons Vorsten huis de weldoener van duizenden, en onder de zijnen helder, opgeiuiind en goed: een edel menscli, omdat hij oen waar Christen was 01 wie zoo leefde, sterft altijd nog te vroega li g de vrede- stichtersl Zij zullen Gods kinderen ge naamd wordenMaar 'tis, of de geest des Ontslapenen mij toefluistert: «Geen lofrede op mijn_ graf. God alleen is groot." Opgeruimd en blijmoedig: jal dat was liy. Toch werd ook hem de smart des levens niet bespaaid. Hoe dikwijls stond hij voor dezen grafkelderI Zijn twee jeugdige zoontjes wachten hem daar, met zijne bejaarde gade. Niet zijn lieve Louise, Zvvedens Ko ningin, die verre van hier rust. Maar hoe menigmaal en hoe zwaar beproefd, telkens richtte hij 't ootmoe dig neergebogen hoofd weder op, hechtte zich te meer aan zijn eenig overgeblevene dochter en klein dochter, en herleefde door beiden in het derde en vierde geslacht. Boog hem al de last der jaren, het hoofd bleef helder en 't hart bleef jong. Niets deed dan ook zoo spoedigen dood voorzien. Reisvaardig juist, werd bij opgeroepen tot de. reis, waarvan niemand wederkeert. Ontroering beving allen. Als een nationale ramp trof deze nieuwe slag ons vorstenhuis." En toch, zonden wij don afgeleefde» grijsaard de rust misgun nen? Niet veeleer dankbaar zijn, dat die gebreken van den ouderdom hem werden bespaard, en de dood strijd verkort? Hij stierf nis een Christen, gelijk hij had geleefdRust zacht bij uwe doodeu, grijze vorst 1 Wij treuren, maar niet als die geene hope bobben. Geëeibiedigd Hoofd van ons'zoo zwaar geteisterd vorstenhuis! Hebt gij opnieuw deze zware taak vol bracht, dan geve God, dat, als straks die grafkelder wordt-gesloton, deze eeuw hem niet meer openc, inaar in de volgende eerst bier een latere prediker voor even hooge jaren en eene regcoring van eene halve eeuw moge danken 1 Prins van Oranje, dien uw ontslapen oud-oom zoo lief had! U wenscht Nederland van harte met zijne levenskracht ook zijn levensmoed. Wie er treuren in zijne woning, of hier zijn opge komen uit die woning I de God der vertroosting zij met u, en de dankbaarheid voor zóó langbezit ver lichte den rouw over zoo zwaar verlies, Dit trooste ook eene bejaarde zuster, die hij steeds tot steun bleef; en zoo velen, hier en elders, die hij lief had en wel deed; trouwe dienaren ook, in zijnen dienst mét hein grijs geworden. iZijne nagedachtenis blijft ons, en wij leveren haar over aan de kinderen onzer kinderen, als van een vorst van Oranje, aan zijnen naamgetrouwjFncDERiK zzAan v r e d e r ij k. Vorsten en grooten van elders I brengt ook gij iets van dien vrede over in den vreemde, bjj het verlaten van dit'graf, helaas I al te rijk, maar toch de on- verbreckbare band van Oranje eu Nederland. Broeders, wie en wat gij ook zijtl die vrede des geloofs ga met ons van de graven; en God zij ons alle" in leven en sterven genadig. Amen!" Daarbuiten verhoogde de sombere toon der klokken en liet gedreun van bet geschut den indruk vau het woord des predikanten. Al de bloemen en kransen werden op de kist ge stapeld en, aldus onder den geurige» opperlast bedolven, zakte het gevaarte met zijn kostbaien last in de diepte. Z. M. de Koning drukte getrofk.. achtereenvolgens de hand van de vier Yreemde vorstelijke poisonen en van zijn zoon, den Prins van Oranje, waarna Z. M. met Prins Albert vuil Pruisen het kei kgebomv verliet. De Prins Von Wied, vergezeld door den Prins van Oranje, den Krooiipims van Denemarken en den erf groothertog van Saxeii-Weimsr-Eiseimcli, daalden neder ui den grafkelder en vertoefden er lang. Toen zij van den droevigen gang teruggekeerd waren en het kerk gebouw op hunne beurt vei lieten, weid de kist met het grootzegel van het Jtijk verzegeld door den Mi nister van Justitie, bijgestaan door den secretaris generaal van gezegd departement, in het bijzijn van Zijn Exc. den Giootmeester van Hunne Majesteiten en Oppei-kamei lieer graaf Schimmelpeniiiuck van Nyoahuis. Na de verzegeling der kist werd de lijkbaar met het rouwkleed daarov. r boven don ingang van het graf geplaatst, waarna de karnei heer-ceremoniemeester luide aankondigde, dat de plechtige teraardebestelling van het stoffelijk overblijfsel van Zijne Koninklijke Hoogheid Willem Fiedenk Karei, Prins der Neder landen, volbracht was. BURGER b IJ IC ESTAND. Geboren: 21 September. Johanna Marga- retha Albenlitia, dochter van F, M, Zoetmulder eu M. J, Van den Boogeit, Westvest. Jo hannes Christoffel Martinus, zoou van M. P. Fellzer en II. C. Werner, Lange Singehlraat. Hubeitus, zoon van H. Verdoes en J. Vink, Baan. 22 Rcgina Wiilemina, dochter vau H. Van den Heuvel en R. W. Van Gameien, Nfieuwslicht. Nicolaas, zoon van P. Bijl en H. Van Eip, in eeu vaartuig. Johanna Maria, dochter van M. Vesier eu J. M. Aalbers, Achter Singel. Overleden: 22 September. Huberlus Jeup, oud 51 jaar eu 4 maanden, Nieuwe Haven. Catharinus Bertus' De Lange, oud 3 maanden, Hoofdstraat. Johannes Cornells Herlaar, oud 4 maandeu, Frankelandsche Laan. OndertrouwdG. Robberegt eu H. M. Van Gent. F. J. U. Voelcker eu A. Tak. D. Vink en E. Van Grootveld. VEEMARKT VAN LONDEN. Donderdag waren aangevoerd 400 runderen, 200 kalveren. 4000 schapen, lOüvaikens. Er weid genoteerd: runderen 3/s 1 5s, kalveren V8 a schapen en lammeren 5 - i 7/-, varkers ii 5/- per steen. De ondergeteekende bericht bij deze, dat het in de BOTJBKSTltAilT, den 26 dezer 'ti BESTAANDE IN een nieuwen houten VLOER, TOOMEEL, 1 de VOORDEUREN TAFEL» SPIE- GEL§, PlANINO enz. enz., i» inmiddels inits te bevragen vóór de sluiting bij V.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1881 | | pagina 3