1
'I
■I
1
tolüiit iaplijts, lifpatei Dinslaj.
Einseiilaaösolie Berichten.
.1
Woensdag 16 November,
I
1
PO LIT IE.
1
1
'4
i
'i
3
'I
a
mmsst
Vi,-1
e u Dertigste Jaargaug,
i
.1
f
J
ts
cy cJ, d
i
ij
'f
1
ORAHT:
MCI «WAlUtl
ISOnnh.*? riji'KiJi»,
l««ti lionr liet geheele Uyk
^iflntiderlijke tioiuitiei s
i
- '2.50.
- 0.10.
«UREAlli KAKKT, E, 121.
AuvKKTKr.TiKi-Kus: van 1—10 gewone regels
met inbegrip van eene Courantf 1.10»
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
By deze Courant behoort een Bijvoegsel.
^an bet Commissaiiaat van Politie
Óp straat gevonden aangebiacht een
gouden medaillon
jijden.
is als
rond
met steenen aan weeis
ontslag verleend
DEN' HA AO, 15 November 1881.
Bi"1 Z. M. besluit is eervol
i
aan de lieer R. Drost als 2de luitenant bij de
dienstdooude schutterij te Vlaardingen en is
als zoodanig benoemd de heer H. Kikkert, thans
sergeant by die schutterij aldaar.
SCHIEDAM16 November 1881.
De heer 0. Smitt, surnumeiair aan liet
postkantoor alhier, heeft, bij de jl. Viijdag en
.Zaterdag te. 'sJJage_gehouden examens, „met-
gunstig gevolg examen afgelegd voor commies
by de Posteiijen.
De mepstei knecht van den molen sDe
Batavier", Casp. Lenteman, van wien wij
onlangs melding maakten, dat hij ernstige in-
wendigtriüeu7ingen had bekomen door in het
Korte Gioereweegje tusseheu een muur en den
molenwagen beklemd te geraken, is Zaterdag-
mosgeu jl. na smaitelijk lijden gestorven.
baan bracht waarop de trein 2.30 uit Rottei dam
hem te gemoet reed. Gelukkig kon intyds gestopt
worden, doch de aankomende trein moest met
eenig oponthoud tot den wissel terugryden. (N.)
Blijkens een bij het departement van
Kolomen ontvangen telegram van den Gouver
neur-Generaal van Nederlandsch-Indie, neemt
de cholera af te Soerabaija, Samarang en
Batavia, doch heerscht zij hevig te Demak,
Sidajoe, Grissee, Malang, SoerakaitaenKandoug.
Naar wij vernemen, zijn de onderhan
delingen van ons gouvernement met dat van
Fianknjk over een te sluiten handelsttactaat
byna afgeloopen. De heer4Verkei k Pistorius is
uit Parijs te 's Gravenhage teruggekeerd om
de laatste instiuclién te ontvangen en zou
heden weder vei trekken om de onderhandeling
ten einde te brengen. (Vad.)
De üuitsche handelaren in steenkolen
doen naar het sch'y'nt moeite om een
belangrijke verhooging vau prijs van dit attikel
-tsbewei ken.-De-Nederlaetlsciie-afoomei's.wen--.teruggehoudejustiikkgn.,
Wegens
het bedanken van den heer L.
Landsman te Rotterdam voor de benoeming tot
hoofd der 3de openbaie school te Barendiecht,
is de voordracht thans aangevuld met de heei en
W. Fermie, ondeiwyzer te Siiedrecht, enJ.II.
Van der Dusse, ondeiwijzei te Schiedam.
Blijkens het overzicht van de opbiengst
van 's rijks middelen over de afgeloopen tien
maanden des jaais.is ei, vergeleken met het
zelfde tydpeik des votigeu jaais, een vooruit
gang op te mei ken van f2,753,105 en over
treft z'y de raming leeds met ruim f3,125,524.
„Tot deze gunstige uitkomst hebben vooi namelijk
bijgedragen de accijns op de suiker luim 6
Ion, het gedistillees d f70,000, de registiatie-
rechten nagenoeg 6 ton, de successieiechten
'f470,000, terwijl de posteiijeu en telegiafen
I hunne vooruitgaande beweging volgen. In de
.vlechten op den invoer en de loodsgelden is
'Tmede een kleine vooi uitgang op te merken.
De maanden November en December gaan
^meestal boven het gemiddelde der taming,
.zoodat het met onmogelijk is dat wy aan het
jeinde des jaais weder de meermalen vei kt egen
^vooruitgang van 4 milhoeu boven de lamiug
|iullen hebben.
Gistermiddag had op den Holl. IJzeren spoor
weg tusschen den Haag eu Rotteulam weder een
ernstig ongeluk kunnen veroorzaakt worden
.t?°r onachtzaamheid van een wissel wachter.
Dein die te Rotleidam te 2.53 uit'sllage
Cmoest aan komen, kwam 33 minuten te laat, door
lat door een verkeerden -wisseistucd hem op de
K v
Av*
den thans te veigeefs pogingen aan, om hun
wmteivoorraad te verkiijgeu. De Duitschers
bevvereu, dat de geringe voorraad voortkomt
uit gebtek aan werkkrachten, tengevolge van het
verhuizen van zoovele weiklieden naar Ameuka.
--De toestand van Mr. L. Ed. Lentmg blyft
onveranderd.
Oveieenkomstig de toezegging, door den
Minister van Koloniën gedaan in de Veigade-
img vau de Tweede Kamer van 7 October
1881, is thans van regeenngswege, voor zooveel
noodig, openbaarheid gegeven aan de stukken
beti effende het ontstaan vud den oorlog inet
Atjeh, welke in 1874, voor 'een deel ouder
voorwaaide van geheimhouding, aau de Staten-
Geneiaal zijn medegedeeld.
Vooiaf gaat een herdiuk van de Nota over
de betiekkingen tusseheu Nedeiland eu Atjeh
van 1824 tot 1873, welke den 22 Apiil 1873
door den toenmaligeu Minister van Kolomen
aan de Staten-Geneiaal weid aangeboden,
linmeis tot i echt vei stand der stukkeu van
1873, is liet uondig, dat men voor den geest
Uebbc wat vroeger is vooi gevallen. Aan bedoeld
stuk zyn toegevoegd do instructien die dooi
de Indische Regeeiing aau den resident van
Riouw gegeven werden, nadat hij in Decem
ber 1872 een bezoek had'ontvangen van een
gezantschap uit Atjeh. Dit is geschied omdat
naar die instructien, bij Indisch mailrapport
van 9 Januari 1873 aau het Depaiteinent van
Kolomen medegedeeld, verwezen woidt in de
telegiaphische eu sclniftelijhe correspondentie
van den Mimstei van Koloniën met den Gou
verneur-Generaal.
Dan volgen de teleginmnieo, die tusschen
den Consul Geneiaal der Nedei landen te Singa
pore en den Gouverneur-Genei aal en tusschen
dezen eu den Minister van Koloniën gewisseld
zijn tot den dag van het vettiek der eeiste
espeditie naar Atjeh.
Daaira woideu in verschillende afdeelit.gen
achtereenvolgens medegedeeld: de brieven van
den Minister van Koloniën aan den Minister van
Buitenlandsche Zaken en aan den Gouverneur-
Generaal; de brieven van den Gouverneur-
Genei aal aan dea Minister van Koloniën, met
bijlagendiplomatieke stukkendo stukken be
treffende de oorlogsverklaring aan Atjeh en da
staking der eerste expedite.
De thans gepubliceerd wordende verzameling
kan als een volledig geheel worden aangemerkt,
al ontbieken daataan sommige der aan de
Staten-Generaal oveigelegde bescheiden. Er
zijn geen andere stukken teruggehouden, dan
die noodeloos den omvang van den bundel
zouden hebbeu uitgebieidde zoodanige namelijk,
die niet rechtstreeks op het ontstaan van den
oorlog betrekking hebben, of die onderwerpen
betreffen waaromtrent reeds het noodige blijkt
hetzy uit een historische nota, hetzij uit andere
bescheiden die eveneens worden gepubliceerd.
Ten overvloede volgt een korte aanwijzing der
i i
\'V
jit
Deze offfcieele bescheiden zyn by den boek
handelaar Maitinus Nijhoff te 's Gravenhage
verkrijgbaar.
Volgens telegiam van Aden is het stoom
schip Madura aldaar jl. Zaleidag avoml aange
komen, aan boord hebbende kapitein Biuijus en
38 personeu, behoorende tot de opvarenden van
de Koning der Nederlandendie m zyn sloep
waren. Deze schipbreukelingen waien door da
Madura aangetioffen op de Salomon-eilanden.
De namen der geredden zijn kapitein Biuijns
passagieis: mevrouw Kotting, geboien De Heus,
en dochter; mejuffr. Van Waegeningh deheeren
Van Osenbruggen, Logeman, Retnking, Hemtz,
De Tot bal, Trap, onderofficiervan de ekvvipage
Zeelt, tweede officier; Koch, derde machinist;
Titz, docteiSeegers, hofmeester 13 mindeien
der ekwipage en 12 soldaten. Zij hadden bij zich
2 zakken brievenmalen, die dus mede zyn gered.
De Madura, kapt. Adriani, meda van de Maat-
schappy Nederland, was 22 October van Batavia
naai Nedei land vertrokken DeSalomon-eilanden
zyn een eilandengroep in den Indtschen Oceaan
ten Noorden van de Chagos-eilanden,
Zooals bekend is, zonk het stoomschip Koning
der Nederlanden den 5den Octobei en begaven
de opvarenden zich in zeven sloepen, ten getale
van 213 personen. Er zijn nu gei ed vier sloepen,
bevattende 123 koppen, zoodat er nog drie
sloepen met 90 personeu vermist woiden.
Volgens telegram van Point de Galle bij de
stoomvaait-maatschappij Nederland ontvangen,
is de kanonneei boot Beady aldaar aangekomen,
nu den kruistocht ter opzoeking van booten
ex ss. Koning der Nederlanden.
Te Diego Garcia ontmoette de komm&ndant
den 30en October de Madura van genoemde
maatschappij en spiak niet kapitein Adriani af,
dat deze naar Peros Banhos, een der Salomon-
eilanden ten noorden der Chagos zou stevenen,
waar, vermoedelijk volgens berichten van in
landers, een boot zou aangekomen zijn. De
yV*S