Binnenlandsche Berichten. il C- •f'J 'i i "ft Jri o m SCHIEDAM18 Januari 1882. Aan de Kamer van Koophandel en Fa brieken alhier is gezonden een exemplaar tan. het bericht omtrent den handel en de scheepvaart ia het Britsche Koninkrijk over de maand November 1881. Ia de week van 26 December tot 2 Januari jl. ie door den keurmeester van het vleesch alhier afgekeurd, om onder toezicht der politie te worden begraven, het vleesch van een rund toebehoorende aan D. A. In Das Schijf, een in Dresden verschonend blad voor de binnen scheepvaart, wordt met lof melding gemaakt van de moedige daad van den kapitein J. Bitter van de sleepboot Mentor II, te Schiedam, die den schipper Karl Budberg, van het Rijnschip Katharine, dat in den storm van den 17 December jl. op de Maas voor deze stad van zijn ankers was geslagen en in gevaarvollen toestand verkeerde bijstand bood, niettegenstaande de golven over het dek van zijn hoot sloegen en er reeds water stond in het ruim der machine. Het mocht den kapitein Bitter gelukken met de uiteiste .krach taan wending van de stoommachine, het Schip Katharine van den wal te houden, waar tegen het dreigde stuk te slaan en het be houden in de haven te brengen. Op de voordracht voor een onderwijzer aan de school van den heer Jansen te Rotterdam jtjjn geplaatst de heeren H. J. Notenboom, te Schiebroek C. Bach te Rotterdam en J. Frederikse te Pernis. De heer Notenboom komt ook voor op de voordracht voor onderwijzer op de school van den heer Bunk te Rotterdam. De leden der Tweede Kamer zijn thans "werkelijk ter vergadering opgeroepen tegen Donderdag 19 dezer, des namiddags te 3 uren. Wij zijn thans in het bezit der opgaven omtrent de opbrengst van 's rijks middelen over hetgeheele dienstjaar 1881. Daaruit blykt, dat de guustige vooruitzichten, die zich san het eind van November reeds deden ver wachten nog iet9 vei beterd zijn. Het jaar sluit meteen vooruitgang van ruim f2,804,911 boven de opbrengst van 1880 en van f5,576,891 boven de raming. Tot die gunstige, uitkomst, tegenover het vorige jaar hebben voorname lijk bijgedragen de acejjnsen, nagenoeg 1 mil- lioen, waarvan de suiker alleen ruim 6 ton de indirecte belastingen, zegel-, registratie- en hypotheekrechten ntwenoeg f1,272,000 Hier in deelden de registratierechten voor f 626,000 en de successierechten voor f534,000 ruim. De accijns op gedistilleerd bracht f22,709,859 op tegen een raming van f 22,400.000. Verder is er gestadige stijging waar te nemen in de opbrengst der directe belastingen (srondbe- lasting, het personeel en de patenten), der posterijen, "der telegraphie, der invoerrechten en ook der loodsgelden. De opbrengst van den rijkstelegraaf was voor 1881 geraamd op f935,800; zy heeft bedragen f 1,062,269.05 tegeu fl,016,206 59 Vu in 1880, dus f 126,469.05 boven de raming en f 46,062.45Vs meer dan in het voorafgaand jaar. Van vertrouwbare zijde vernemen wij dnt de vice-admiraal Jhr. De Casembroot door Z. :M. den Keizer van Japan, als bijjk van hoogachting voor het trotseeren op den 11 n Juli 1863 van bet grootst gevaar waaraan een oorlogsschip kan bloot gesteld worden, thans vereerd is met het grootkruis van de Keizerlijke Japansche orde van de Rijzende Zon. Wij meenen den wetrach te mogen uitspre ken, dat de Nederlandsche Regeering er nu eindelijk ook toe moge besluiten, het wapen feit van het foiceeren der straat Sirnonoseki onder de belangrijke krijgsverrichtingen der Nederlandsche Marine op te nemen. Wijlen Z. M. de Keizer van Rusland benoemde wegens datzelfde wapenfeit den bevelhebber van de Medusa tot ridder van St. George, een onderscheiding waarop geheel onze marine wel roem mag dragenmaar het komt ons dan ook vreemd voor, dat nog nooit één Minister van Marine er aau gedacht schijnt te hebben, dit, wapenfeit naar waarde te beoordeelen zoodat aan de nog overgebleven officieren en bemanning der Medusa het welverdiende ecreteeken voor belangiyke krijgsbedrijven met is toegekend gewoideu. Waar vreemde Mogendheden, met den toenmalige!» vyaml incluis, een zoo schitterende hulde aan den Nederlandschen bevelhebber meenen te mogen brengen, zal hierin, naar wij vertrouwen de noodige prikkel worden gevonden om aan al de dappereD, die de eer der Nederlandsche vlag in de wateren van Japan zoo schitterend hebben opgehouden, alsnog daarvoor de openlijke erkenning te doen ten deel vallen, welke hun o, i. ïeeds al te lang onthouden werd. D r t Met beti-ekking tot den thans door Duitsch- land genomen maatregel omtrent de kustvaait deelt het Vaderland mede, dat deze is toege staan aan Belgie, Brazilië, Denemaikcn, Engeland, Italië eu Zweden en Nooi wegen, teiwijl uitgesloten zijn Frankrijk, Ruslanden Nedetlaucl. Wat ons land betreft, leeds bij het traktaat van 1851 werd wel aan Duitsch- land de kustvaartin Nedeiiand, maar niet aan Nederland die in Duitschlnnd toegekend. De Regeering achtte dit destijds van luttel belang. Later wei d die we! toegestaan, maar thans is de vergunning weder ingetrokken, zondei dat van een enkele aanleiding onzerzijds tot die'uit sluiting blijkt. Het Vaderland vraagt nu of bet beginsel van int. 11 van liet traktaat van 1851, ^eerbiediging van weüerzijdsche alge- meene wetgeving", niet moet leiden tot een ander régime ten aanzien der kustvaait voor Duitsche schepen, een régime, waaraan onze eigen wetgeving indertijd wel degelijk heeft gedacht. Door den gemeenteraad van Rotterdam is in zyne zitting van gisteren tot secretaris dier gemeente benoemd de heerMr. J, J. Ta- venraat, hoofdambtenaar ter secretarie aldaar, met aigemeene stemmen. De diergaatde te Rotterdam zal dit jaar 25 jaar hebben bestaan; op 1 Mei 1857 werd de eeiste ballotage van leden gehouden en bij Koninklijk besluit van 15 September 1857 de vereeniging als rechtspersoon erkend. Het voornemen bestaat, door een feest op groote schaal, dit zilveien jubilé te vieren. Ter eere der vei kiezing van den heer A. Buma tot lid der Tweede Kamer zijn jl. Zondagavond een groot aantal burgers var» Hmdeloopen ten huize van den logement houder Eiselo bijeengekomen om van hunne vreugde daarover te doen blijken; toen de gekozeoe in hun midden kwarn, gingen er daverende hoe»a's op. Menige feestdronk werd er ingesteld, ook door belangstellenden uit den omtrek. Uit vele woningen wapperde de driekleur en ook van menige scheepsmast. Alle standen deden hun best om den avond tot een feestavond te maken. Yieugdeschoten knalden onophoudelijk, vuurwerken werden afgestoken, optochten, een en ander afgewis seld door Vaderlandsche liederen. Het feest duuide tot laat ia deu nacht. (Haart. Ot.) Weidia zal in het belang van den visch- hamiel een rechtstreeksche telegrafische ver binding tusschen Nieuwediep, Scheveningen en Ylaardingen tot stand komen. Het Wag. Weekblad, dat anders veel gema tigder is in zijn persoonlijke aanvallen optegen- standers dan andere antirevolutionaire bladen, schijnt echter het niet onder zich te kunnen laten om nu eu dan te toonen, dat het in jivrome" beoordeeling van anderen niet ten achter is by de geestverwanten. »Er is een burgemeester brievengaarder te Nieuwveen schiijft het blad. Die edelacht bare heer staat slecht ter faam en naam. Hij is een beslist tegenstander van 't Christelijk onderwysen hy maakte ambtsmisbruik in zake vaccine. Wy diagen hem bij deze voor aan Z. Ex den Min. van Rinn, Zaken tot hetoi.tvan- gen van ontslag." Men kan zich voorstellen wat het wezen zou, als de heeren het maar voor het zeggen hadden. ïDie man is een beslist tegenstander van het Christelijk ondeiwijs staat dus slecht ter faam eu naam, weg met dien man," eu de sChristelyke" piedikant, wien liet dan gegeven is zuo over de zaken meeste praten en te handelen tikt eens welbehaaglijk met zijn p'yp op d> n wang, m liet volle besef van het gelijk zoo maar inet een nijdige penne- streek de ongeloovige v'yanden Gods te kunnen afmaken. Het praatje over ambtsmisbruik bjj de vac- k I" *4 {V 1 "*t r 'WW ciüe-zal 'wel nie'ts om hetljjfhebbenj'daarj, man andets zeker al lang op een auderejv|| daarover lastig zou zijn gevallen. "TJk Wij kennen den edelachtbaren heer bürga, meester van Nieuwveen - niet. Maar, als df mannen, die zich 'bij uitstek JiChristetier noemen, hem slecht ter naam'en faam hékfel omdat hij beslist tegenstander van hun »Christelijk" onderwijs is, kan meu het hem toch niet euvel duiden, dat hij voor dat soort Christelijkheid geen sympathie koestert, v (FaJ.): De strijd tusschen de ultramoutanen vaa De Tijd en de Limburgersdie ziel» niet gedwee genoeg toonen over het wachtwoord uit het hoofdkamp der uitramontanen, wordt steeds heftiger. Het Venloosch Weekblad, dal steeds voor Limburg opkomt, noemt hetgeen De Tijd over de houding der Limburg-cha ledenin verband rnet hun stemming ove'f Hoofdstuk V (Binnenl. Zaken) en de b& noeming van den heer Yan der Kamp tol onderwijzer aan de kweekschool te Maastricht schrijft: ipuren waanzin; venijnige ea onzinnige redeneeringnonsensingegeven door den haat, die het verstand verbijs terde," enz. Men zou zeggen, als men die epitheta las,' dat het Venloosch Weekblad een liberaal blad onderhanden had, zoo lustig scheldt het er op los. En toch geldt het niemand anders, dan den geestverwant De Tijd, die de Lim burgers de les wilde lezen. *s Als men nu reeds dit fraais te lezen krygt/ii nu de heeren nog maar een klein geschil' hebben, terwijl zy gezamenlijk in de oppositie zijn een toestand, die de gemoederen toch' altijd in het bijzonder bijeenhoudt,welks' epitheta zal'hel. dan regenen, als zjj in de actieve politiek het niet met elkaar eens zullen zijn. Vad Van Alkmaar begint de Victorie zegt dB' geschiedenis, zou de geschiedenis zoo ook eenmaal vermelden dat van een nog veel geringer plaatsje, van Dirksland, de vrijheid^ begint voor hen, die tegen het eedsformulier bezwaar hebben? In het besluit t:it heffing van een vergunningsrecht voor don verkoop van steikcn drauk was door der Raad def gemeente bepaald, dat de schatters en her*' schaUets naar den aard hunner godsdienstige overtuiging den eed of de belofte konden afleggen. Wegens een daartegen ge maakt bezwaar, we» d de beslissing de3 Koning}' ingeioepen en deze keuide de uitdrukking, >o«e»tuiging" goed. Diikstand is thans de eerste en eeuige plaats m ons [and, waar met geviaagd zal vvoub-n hoe men gedoopt is of bij welke kerkelijke gemeente meo in zijn jeugd aangenomen is, maar welke goda-_ dienstige oveituiging men he.'lt op het oogen- blik dat de eed of de belofte afgelegd moet worden. (B. Nil) >1 Als een bijzondei heid vestigen wij dB aandacht op het feit, dat Zuteidag te's Hags en die allen dus begonnenAllerliefste nichtje, haasje," of beminnelijk, bekoorlijk, door een' onwaardiger» neefin verlegenheid gebracht nichtje of violoncelletjo. En ze drong er bij haar vader op aan, dat zij toch eindelijk uitgeschilderd zou worden, want Amadeus verzocht haar op zijn grappige manier zoo dringend om het beloofde portret. »Wat is dat voor een manier?" Zulk een brief, en geen portret er bij. Geloof mijik dacht, dat ik het zoo spoedig zon krijgen. Zend het mij daarom, hoe eer hoe liever! Ik hoop toch, dat het zal zijn, zooals ik het graag heb, namelijk in Fransche kleederdrachtwant dan ziet mijn nichtje er wol vijf percent mooier uit." Ach éen plaatséen antwoord op een be deesde vraag klonk baar dag en nacht in de noren. Hoe mij Mannheim bevalt? zoo goed als mij $en plaats zonder mijn nichtje bevallen kan. Zou hij wetendat Augsburg haar na zijn vertrek zoo akelig on afgestorven toescheen? Met de zanglessen van Gottlieb ging het in- tusschen zeer langzaam vooruit; onvermoeid zong hij de zangwijs, speelde haar die herhaalde malen op de fluit voor, maar het nichtje van den muzikant scheen op het gebied van muziek weinig of'niets met hem gemeen te hebben. sliet komt er niet op aanzeido zij na iedere mislukte poging vol zelfvertrouwen»ik zal het wel leeren als Amadeus komten ik denk, dat ik het bij hem veel beter zal zingen dan bij u. En dan zal ik u eons verrassen, Gottlieb 1" Eindelijk was dan ook het portret, waarnaar zoo vorlangd werd, gereed. «Daar hebt ge mij," schreef ze, eweiiswaar niet in Fransche kleederdracht, maar het zal toch zoo ook wel goed zijn. Er is eigenlijk oen heele gescbiedenis aan verbonden, nèef, waarom ik met mijn mutsje op en den zwart zijden doek om, uitgeschildeul ben. In deze kleederen heb ik u voor hot eerst gezien en mijn mooio kleederen wierp ik op den giond, om u te begroetendus kon ik niet anders doen 1" Arme Mniinnnc! terwijl zij thuis in het schemeruurtje het iVeilohenlied" trachtte ie leeren, hoordo Mozait het in Mannheim kunstig en vol gevoel door andere rozeroodo lippen zingen, en ofschoon ze haar portret gezonden had, ver keerde haar frisch, vriendelijk gelaat toch in groot gevaar, voor altijd vergeten te wordon. Waar bleef de herinnering aan andere meisjes- oogen, als de heldere sterren in het sclioone gelaat van Aloysia Weber op hem gevestigd waren? En al dacht hij ook tusschenbeide aan zijn verblijf in Augsbbrg en aan de schertsende woorden en plagerijen, zoo werd het hem nu duidelijk, dat het geen liefde was geweest, die hij voor het nichtje had gevoeld, maar een voudig een waim gevool van vtiendschapi De spottende woorden van zijn vader hadden geen uitwciking op hem gehad; de opkomend®'1 ware liefde deed hem nu eeist dien hartstocht kennen. Schaarschor kwamen er blieven voor Marianne; eindelijk kwam er in het geheel, geen meer. f. Toch was zo niet bedroefd. ij komt terug Gottlieb," zeide zo kalm; «ik weet nu, datzijflj kunst groot moet zijn, al begrijp ik dio_ ooll,- niet. Misschien maakt hij nieuwe liederen-eit;t heeft hij geen tijd tot schrijvenlaat mij onder- tusschen maar vlijtig leeren." Wordt vervolgd.) y

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1882 | | pagina 2