^f^ele.ofgeaeeUelljke uitsluiting van Limburg fiur Noordr)3rabaut_> van da voordeden der invoering van de wet op den postpakketten dienst. De interpellant meende, dat de wijze van verdeeling der kantoren over het land den indruk gaf van partijdigheid en onbillijkheid tegenover Limburg en Noord Brabant. De Minister zeide, dat de instelling van kantoren berustte op de verplichtingen waartoe Nederland bij tractaat verbonden is, derhalve op de belangeD van het iuternatianaal vei keer. De heeren Ruys, Van Baar en Vermeulen meenden dat het internationaal goederenver voer da vestiging van kantoren juist in Limburg vorderde. Bij deze gelegenheid vroeg de heer Donner, in hoeverre de Minister by de dienstregeling rekening houdt met den Zondag. Het antwoord luidde, dat men voornemens is voor spoedbestellingen de kantoren des Zondags te sluiten, dien dag geene aannemin gen te doen en alleen eeue bestelling te doen verrichten van pakketten, den vorigen dag .Aangeboden. 3o. In antwoord op de interpellatie van den heer Gratama, die aandrong op een spoedige Terbetering van het Zwolsche Diep en naar de plannen der Regeering met dit vaarwater vroeg, zeide de Minister van Waterstaat, dat hjj het plan der staatscommissie in vele op zichten onvoldoende acht. Hij hoopt nog dit jaar een voorstel tot verbeteriog van het Zwolsche Diep te doen. Bij de behandeling van het wetsontwerp op maten, gewichten en gasmeters is door de heeren Balilman en Van Delden bestreden een amendement, om nevens de systematische namen der maten en gewichten weg te laten de Nederlandsche namen. Offlcteelo Hedcdeelingen. T)q gewone audiëntie van den Minister Vftn..Financiën zal aanstaanden Donderdag, den-9. dezer, en die van den Minister van Marjneop Yrjjdag den 10 dezer niet plaats hebben. De,Minister van Financiëa maakt bekend, dat<;he,t saldo van 's Rijks schatkist by de Nec^erjandsche Bank op 4 dezer bij den be taalmeester aanwezig, bedraagt de som van f 6,477,091.76. DEN HAAG, 7 Maart 1882. De Kroonprins heeft een geldelijke bij «li age doen toekomen aan de Commissie, welke een voorstelling inricht ten voordeele van de onge- lukkigen door het verongelukken van het stoomschip Eoning der Nederlanden. Deze voorstelling zal den 20en derer in het Theater Van Lier, Plantage plaats hebben. SCHIEDAM, 7 Maart 1882 De wagendienst van hier op Rotterdam vice yersa. .die, tengevolge van de afsluiting der passage over de brug te Delfslmven de vorige week nog de passagiers tot di»* plaats vervoerde, heeft Zaterdagavond den dienst gestaakt daar liet aantal passagiers is gebleken te gering te zijn om den dienst vul te houden tot jJe stoomtram op Rotterdam gereed is. Wymeeueti dat de directie van den Wagendienst aanspraak mag maken op de erkentelykheid van het publiek voor hare loffeljjke pogingen, om, niettegenstaande het voor haar minder voordeelige resultaat, den dienst zoolang mogelijk te bljjven volhouden. Wy meenen onzen lezers geen omlienst te doen door te herinneren, -dat by de invoering van den postpakkutdienst het poit voor ge frankeerde «brieven of pakketten, papieren bevattende, wordt gewijzigd als volgt: boven 15 tot en met '100 gr. 40 cents. 00 n 250 15 250 in» 500 s 20 50O j 1000 25 Boven het gewicht van 1000 grammen jivorden geen pakketten tegen het tarief der briefporten ter verzending met de brievenpost toegelaten. Op het tarief van drukwerk (dag-of week bladen uitgezonderd) wordt het volgende port toegepast. voor elke 25 grammen 1 cent. boven 100 tot en met 150 gr. 5 cents, s 150 t s 200 7l/s 200 j 3001!) 5 300 s 400 j i2Vs ~s> d 400 a 500 t 15 en vooits elke 250 grammen of gedeelte van 250 grammen een port van 2Va csnt daar boven. Aan de gemeentebesturen is door de Gede puteerde Staten der provinciën het verzoek gericht om, ingevolge een schryven van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 1 Maart, vóór den 15 Maart a. s. op te geven het aantal kiezers iu hun gemeente voor de Tweede Kamer en voor den gemeentel aad lo. volgens de na art. 10 der kieswet vóór 15 Maart a. s. vast te stellen kiezerslijsten, en alzoo volgens den beslaanden cencus2o. volgens een opgegeven lageren cencus. Da gemeenteraad van Vlaardiuger-Ambacht heeft besloten een nieuwe openbare school te bouwen. Aangaande de regeling van den postpak- ketdienst veroemeu wy de volgende bijzon derheden Met wijziging van vroegere voorschriften is bepaald, dat de kanton i voor het aannemen van pakketten op Zon-en feestdagen gesloten zullen zijn. Als regel geldt dat op werkdagen, iu plaat- sen met een zielental boven 15,000, drie maal, in plaatsen met minder bevolking en waar postkantoren gevestigd zjju, tweemaal, en ten platten lande eenmaal daags zal be steld worden. Op Zon- en feestdagen woiden de pakketten slechts eenmaal daags besteld. Spoedbestelling vindt op Zou-en feestdagen^ alléén plaats van de pakketteu, die vóór den aanvang der eenige op dien dag plaats vin dende bestelling zijn aangekomen. De postboden, waaronder er zjjn, die acht uren daags hebben a! te leggen, zulleu in lastdieien herschapen worden, daar een viaclit van 18 kiiogiam voor één persoon door den Minister als niet te zwaar is aangenomen. Als te gemoetkoming daarvoor zullen zij zich, op stiaf van schotsing of ontslag uit den dienst, zonder meer, van alle vervoer van pakjes voor eigen rekening dienen te out- houden. (N. Iï. U.) De geleideude missive lot de memoiie van luitenant-generaal K. Van der Heydeu, auu de Tweede Kamer ingezondenimar aan leiding van liet voorgevallene aldaar op 18 November des vorigen jaais, luidt als volgt: vin den vorm der aangeboden Memorie, heb ik getracht de toezegging te vervullen, die ik uwo Vergadering deed bij mijn schrijven van 20 November II. Zij behandelde in hoofdzaak tweo ondoi werpen de verwijdering van den luitenant-generaal Van der lleyden uit Atjeh, en de beschuldiging van wreedheid van het Atjehbche legerbestuur. Beide ondervvorpon staan met elkander in nauw verband: de beschuldiging speelde een rol bij de verwijdering. Toch zijn zij, vooral ook voor mij, in hooge mate onderscheiden in beteekenis. Mijne verwijdering van Atjeh hangt samen met de politieke vraag: Militair of burgerlijk bestuur op Atjeh? Wie do beslissing dor Regeering goedkeurt, hij moge met weerzin den bedekten weg opmer ken, Jangs welken de Regeering naar haai doel streefde, als politiek man kan voor hem, bij het verkregen resultaat vergelekende beoor deeling der taktiek slechts eone ondergeschikte plaats innemen. Ja, zelfs bij hem, die taktiok en resultaat beiden afkeurt, zal uit den aard der zaak de politieke kwestie do hoofdkwestie blij- I ven.' En hij die, gelijk ilc geweest ben, de drager is van een hoog militair en politiek gezag, kan en moet weten, dat onverdiende, onheusche be handeling ten allen tijde jegens zulke mannen oen rol in hun lot heeft gespeeld. Ik laat derhalve dat geheole plint aan de hooge prudentie van Uwe Vergadering; voor mij zeiven vraag ik op dat punt niets. Anders is het met de beschuldiging. Onmenacbelijke wreedheid is hot Atjehschc legerbestuur ten laste gelegd, en op rmj is de smet geworpen, dat ik aan zulke wreedheid door mode weten, oogluikend toelaten of nalatig niet tegen gaan, medeplichtig ben. Maar men heeft het recht zijn loop niet gelaten. Aan den beschuldigde is het openbaar gerechtelijk onderzoek ontho.uden. Men roofde mij mijn goeden naam, maar men sloot de kampplaats af, waar ik mijn naam voor den onpnrtijdigen rechter kon heroveren. En men zette de kroon op het wsrk door hem, voor wien men de bank der beschuldigden angstvallig sloot, roekeloos te plaatsen op de bank der verdachten. Want dat is de beteekenis van de daad der Regeering in uwo Vergadering jvan den i Sdcn November jl. Bij monde van de Minister van Koloniën, door voorlezing van hot rapport van den procu reur-generaal in Nederlandsch-Indie, heeft de Regeering niet geschroomd mij te stellen onder verdenking van daden, die mij in de[achtingjvan eiken weidenkenden burger diep moeten doen dalen. En ik ben gedoomd om onder die verden king te blijven, want men sluit mij het gerechtshof. Maar een ander gerecht blijft mij open. Voor uwe Kamer geldon niet de enge vormen, die naar het oordeel van den procureur-generaal bij het gerechtshof den uitslag der beschuldiging twijfel achtig konden maken. Bovendien in uwe Vergadering is de beschul- diging thans neergelegd. In uw midden is feitelijk de gewezen oppei bevelhebber van het leger in Atjeh, en in hem het legerbestuur, door de Regeering geplaatst op de bank der verdenking van gruwelijke wreedheid. Die toestand, kwetsendjvoor het hooge publieke belang dat er bij is betrokken, is bovendien kren kend voor het rechtvaardigheidsgevoel. Aan dien toestand, vertrouw ik, dat uwe Kamer een einde zal maken- En op het tweede punt derhalve, liet punt der beschuldiging, meen ik dat een verzoek mij vrijstaat. Dat verzoek is: dat uwe Vergadering eene enquête instelie naar de wreedheden, dje direct of indirect mij zijn ten laste gelegd. Ik had mij gevleid zelf het volle licht te kunnen ontsteken over de beide onderwerpen, die mijne memorie behandelt, door mededceling van al de bescheiden die daarop betrekking hebben. Bij kabinetsmissive ..van 20 December 1881, La PIJ, heeft do Minister van Koloniën mij echter de vergunning geweigerd, om afschriften over te leggen van de elf stukken, vermeld in Bijlage XXóts der memorie. Bij kabinetsschrijven van 30 December 1881, letter Y' is die weige ring vooi het meerendeel de/er bescheiden perti nent door den Minister heihaald. Onder de hierbedoelde stukken behoort mede het rapport van den inspecteur van het gevan geniswezen, do hcor Stibbe, die is het laatst van 1880 met een speciale zending naar Atjeh werd belast. Vóór -zooveel bet bekend weid, en zooals ook mij bekend is, luidt het rapport zeer gunstig. Door dcnzelfden Minister dus, die nietschroomde mij in 'slan'db raadzaal verdacht to maken met het rapport van don procuieur genei aal een akte van beschuldiging, die tot geen vervolging leidde en die mij nooit was medegedeeld zijn mij de voornaamste middelen van verdediging onthouden, Waar mijne poging schipbreuk leed; blijft rnij niets anders over dan oen beroep te doon op het rechtsgevoel van uwe Vergadering door, zooais ik hiorvoren deed, haro tusschcnkomst ten deze in te roepen". Uit den Haag schrylt men aan het Z. D.: 3De geruchten omtrent een aftreding van den gouverneur van, Suriname houden aan. Ditmaal geloof ik, hebben zij meer grond dan vroeger. Jhr. Van Sypesteyn wil terugkeeren, doch de Minister Van Goltstein bewoog hem nog eenigen tijd te blijveu, ten einde daar door te toonen, dat hjj zelfs den schyn niet op zich wil laden, dat hy zou wjjken voor onedele oppositie. Als de gouverneur bij zjjn wensch volhardt, meen ik dat werkelijk de Minister van Marine, de lieer Taalman Kip, hem zal opvolgen. Onmogelijk is het niet, dat alsdan de heer Wichers hem als Minister vervangen zal. Na een ziekte van drie dagen is gisteren te Groningen overledeu de heer Mr. J. J, Cremers, sedert vele jaren lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Te Rotterdam is jl. Zondag nacht tegen den ochtendstond een felle bi and uitgebroken i in het perceel no. 45 aan den hoek der Glas haven, bewoond beneden door den broodbakker T. B, Enderman en boven door de gezinnen vad de wed. Klootwijk (met kinderen en Jan Van Drongeleu als kostganger) en van Peter Muller met zijn vrouw en zijn schoonmoeder, de 76jange weduwe W. Menens. De biand moet ontslaan zijn in het achtergedeelte der bovenwoning van de wed. Klootwijk en breidde zich met groote snelheid uit. Enderman en het gezin van de wed. Klootwijk slaagden er in zonder letsel naar buiten te komen, terwijl Jan Van Drongelen eenige braudvvondea kreeg, Ongelukkiger liep het af met het gezin van Muller. Op het pot taal sloegen de vlammen verwoed om het drietal heen, zoodat de man, die zijn schoonmoeder lia-J opgenomen, baar moest laten vallen. Hy zolf en zijn vrouw be kwamen zware brandwonden, terwiil het lijk van de wed. Merteus later geheel veiknold in het puin op het pmlaal is gevonden. De oorzaak van den biand is onbekend. De heer B. 8. Berenstejjn, oppei rabbijn te 's Hage, dopt een beioep op onze landgenooten om, evenals dat :in Engeland geschiedde, een vergadering >te beleggen,"ten einde tegen de Jodenvervolgingen in Rusland te protesteeren en aan de vervolgden ook uit ons land stoffelijke hulp te doen toekomen, Naar het 'Dagblad verneemt, moet Delfland bezwaai hebben gemaakt tegen de nivelleering van het Seinpostduin uiet alleen, maar ook tegea het verder afnemen der duinen vanaf de villa van den heer Broukhorst tot voorbjj den vuurtoren, welke grond Burgemeester ear Wethouders voornemens zjjn, op erfpacht uit te geven. Te Bt telle overleed den 3n dezer op 79- jmigeu leeltyd eu in tamelijk bekrompen, omstandigheden een nr.an, die vroeger als geneesheer de vraagbank was vandegemeeuts en haren omtrek, ui. Dr. E. W. Ludeking, Hy was tegelijk met Van Speijk, wiens slaap- kameraad hij was. in het weeshuis te Amster dam opgevopd, en wist zich door eigen eneigie op te wei ken tot de belangrijke betrekking, welke hy jaren lang met eeie vervulde. De oveiledene was eerehd van het Amsteidnmsch genootschap totbevoideting van natuur-, genees- en heelkunde. De hoi-r J. J. Wesselman te Amsterdam heeft een wagen-controleur uitgevonden, die bij standplaats! ijtuigeu liet aantal en den duur der ritten automatisch opteekeut. De toestel is op 't oogenblik op weg naar Parijs, waar hy uaar den prijs van 100,000 franc, door een der grootste rjjtuigvereeni- gingen voor de beste controleurs uitgeloofd, zal mededingen. Over de internationale visscherij-teutoon» stelling van 1883 te Londen sehrjjft onzff Londensche correspondent ons voorloopig het volgende De tentoonstelling zal zoo omvangrijk moge-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1882 | | pagina 2