P7" F 0 L l TeT
Maandag 20 Maart.
M 5404.
Feuilleton.
Ma ij-Polls Arts.
Zes en D er tig st J a ar g-an g.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
Binnénlandschè Berichteri,
feiï. Schiedam, 18 Maart 1882.
v •In Italiëzal op den laatstcn dag dezer
maand de gedenkdag wor'deo gevierd van de
.'fioogenoerndo Siciliaansche 'Vesper. Zooals'
^'.terecht door een correspondent werd opge
merkt, betrefthet hier niet de herdenking
tan.een glorierijke overwinning, maar' van
Bietê minder dan een verraderlöke lmndeling.'
De-Italiaansche. democraten hebben al het
mogelijke gedaan ;de féestviering -te ver-
biiulfren,' die.èn dit een staatkundig èn- uit
'gen zedelijk oogpunt-niet aan te bevelen is. 'tls
?;tföfftöet:;güiukt? :ëü"'daaróm komt hét 'er hii
vroor hen op aan, aan de feesten te Palermo
hét:'karakter van een demonstratie tegen
.-Frankrijk te ontDemen. Ziehier 'in korte
strekken de 'feiten, waarop deze feestviering
jbétrelckïog heeft. -
fe'F; 2.
^ilOKNEMENTSPntJS, per kwartaal
ftmco per post, door het gehoele Uijk
Afwuderlijkc notnmers -
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BUSHMr niiBRT, El, 124.
Advertentieprijs: van .1—10 gewone regels met
inbegrip van een» Courant1.10.
.Iedere gewone regelmeer v - 0.10,
Driemaal plaatsing wordt .tegen tweemaal berekend.
deze Courant behoort een Bijvoegsel.
fcrAan 'het Commissariaat vau politie zijn als
ijop.straat gevonden aangebracht een kinder-
'■'i sehóentfeeen' portcmonnale met 2
|éïeateltjes,een p.ortcmonnaic met ff 0.21
f ipi een loterijbriefje.
geslacht derDuitsché .Hohenstaufen,
dal ook in'iItalië bezittingen had, was ia.
■$nophoudelijken .stryd gewikkeld, met de
•^Pausen dier dagen, Tnnócentius IV begon de
ilvervolgingen tegen dat geslacht; negen andere
kerkvorsten zetten die voort, totdat liet aan
^Paüs, Martinus IV, die den .Frauschen Prins
Karei ;.van An jou naar Italië had geroepen,
/■gelukte, de Hohenstaufen geheel ter, onder
>1»-brengen. Karei van Anjou namelijk versloeg
den 4en,.-Februari 1266 zijn tegenstander
Manfred, en den 23ea April 1268 den laatste
der Hohenstaufen de jonge Conradin. Deze
èa.'.zyn, vriend Frederilc van Oostenryk, da
eerste oud 46, de !tweede oud 18 jaren
werden krijgsgevangen gemaakt en den 29
.October 1268 te- Napels in bet openbaar
onthoofd, in het bijzijn .van een buiteugemeeo -
groote volksmenigte,
Conradin, na het hoofd van zijn vriend Frede-
rik, dat op het schavot was geróld, te hebben
opgenomen en .gekust, wierp'zgn handschoen'
tusschen de menigte,- en legde vervolgend,
zgn hoofd op het bloedige blok, om 'den
doodelijken slag te ontvangen. De handschoen
werd opgeraapt door Jan, heer Van Procida,
die te Salerno woonde, en daar, als beoefe
naar der geneeskunde, een zeer "gunstigètf
naam had. Deze' koesterde een' gloeien den1
haat tegën de Fraoschen; de Hohenstaufen
të wreken,'bloedig te wreken, was van na af
zjjn levensdoel. Na den 'dood van Komng
Manfred had hij zich schijnbaar, teruggetrok
ken, en leefde "stil met zijn lamilie,'die" uit
een zcèr schoone vrouw,' een bekoorlijke
dochter en een dapperen'zoon bestond, - -
JEenige Fransche ridders uit het gevolg
-van .Kareivan Anjou hadden het-obg*g<!-;-'
slagen op de vrouw en de dochter van Jau
Van Procida, maar hun misdadige pogingen
waren afgestuit op beidér vrouwen deugd.
Daar verleiding niet baatte, werd door hen
besloten openlijk gewelddadigheid te plegen,
en toen Jan Vau Procida eens afwezig wis,
drongen zy zijn'woning binnen en randden
de beide vrouwen aan, op wier hulpgeschrei
de zoon kwam toeloopeu, die zijn pogingen
om haar te ontzetten, met zijn ieven boette.
En bij het zieltogende lichaam begingen de
woestelingen de gruwelijkste wandadeu.
Deuzelfden avond kwam Jau Van Procida
terug, om het ergste ie vernemen. Naar
Napels te ijlen en aan Koning Karei van
Anjou gerechtigheid te vragen, was het werk
van een oogenblik, In plaats vaii'hemdiete
verschaffen, overlaadde de verwaten'Frausch-
man hem met spot, Toen besloot de getergde
mam op nieuw, wraak te nemén en begon
ee£.pelgrimstocht door Spanje, naar,' Con-
stanunopel, door- Sicilië, overal, waar hij
slechts kon hopen, vijanden der Frauschen
te vinden. -
Idtusschën had de laatdunkenheid der
Fraoschen door geheel Siciliëzulk een weerzin
verwekt, dat de minste vonk voldoende was,
om hét kruit te doèo ontbranden. Welnu,
-deze. ontploffing had plaats op Paasehmaandag
van het jaar 1282, den 31 Maart. De burgers
van Palermo waren gewoon, in de kerk te
Montreal, op eenigen afstand buiten'de Btad,
de Vesper te hoorem.
Hët was een wandeling, waarvan veel ge
bruik werd gecnaakt, en dé Fraoschen zelf
namen deel aan het feest en den plechtigen
optocht'.
De- Fransche stadhouder had evenwel ver
boden wapenen mede te nemen, met welke
mén /anders - op" dezen dag 'spiegelgevechten
placht té hóuden. Onder voorwendsel orn te
onderzoeken of iemand soms ook wapenen
Vöftidrgöip.hadV'gingf ceu aanvoerder der
Frauschen, Örouet de Genliszoo. verdat
hij de hand in den boezem stak eener jonge
Siciliaansche vrouw. De jonge vrouw viel in
onmacht, bnaar haar echtgenoot schoot toe,
en op hetzelfde oogenblik stortte Drouet
doodelijk 'door een dolksteek getroffen, neder.
Juist op dit oogeublik begounen de Vesper
klokken te luiden, thans' echter niet om den
aaiivaug der godsdienstplechtigheden aan te
kondigenmaar. als het sein van een alge-
meenen aauval op.de Frauschen.' Tweehonderd
Fransche soldaten werdenna de dapperste
verdediging, door- het volk afgemaakt. De
moord werd in de stad voortgezét, .ja, tot-in
de kleinste plaatsen van Sicilië toe. Niemand
vónd genade, zelfs liet leven vain de vrouwen
en kinderen der gehate vreemdelingen werd
niet gespaard. De scliandëlijkste tooneelen
hadden er van dien Slen Maart'af tot aan
den 7en Mei plaats. Toen had men de Frao
schen Uitgeroeid, maar hét woeste volk had
tegeljjk denstryd voor de vrijheid van zijn
land op de schandelijkste wijze onteerdj de
strijd was in een bloeddorstigen moord ont
aard, dién men met geen pen beschryft.' Karël
van Anjou zag zijn heerschappij in Italië
verloren 'gaan. Pedro van Arragori. gehuwd
met Constance, de dochter van Manfreil,-kwan»
op uilnoodiging van Jan Van Procida, de ziet
v*o den opstandnaar Sicilië, waar hij zgn
heerschappij vestigde:
De feesten te Palermo zullen vier dagen
duren. Men hééft ef Garibaldi bij uitgenoodigdj:
die, hoewel ziek, beloofd beeft té komen.
De Italiaansche democraten hadden gelijk,
toen zijnu de verhouding tusschen Italië
en Frankrijk toch niet zeer innig is, dezen'
zesden honderdjarigen gedenkdag in stilte'
wenschten te doen voorbijgaan, bovenal, om'
dat de eeuwen de gruwelijke tooneelén, di«x
toen plaats haddenniet in - vergetelheid
hebben kunnen brengen.
DEN HAAG, 18 Blaart 1883.
Naar wij vernemenwordt Jhr. Hoéft,
administrateur op bet Kroon-domein, opzijn
verzoek eervol ontslagen en opgevolgd door'
baron Schimmelpenninck van der Oye.
SCHIEDAM, 18 Maart 1882.
Volgens de door Burgemeester en -Wet
houders dezer gemeente, den 14 .Maart 1882
vastgestelde kiezerslijsten, bedraagt het getal
kiezers voor: de Tweede Kaïner der Stateh-
Generaal 505, de Provinciale Staten 505, en.'
den Gemeenteraad 809.
Naar wij vernemen heeft zich ook alhier,
een commissie gevormd voor de in het yolr
genile jaar te Amsterdam te houden Inter-
Vrij naar het Duitsch van
W,II-AU FF. -
verhaalde hem, dat de Prins reeds de
lappen .afging, doch* de oude man scheen op dit'
|.|ogénbUk sléchts aan één vöorwerp to kunnen den-
Jkeö'SHij vroeg,'hoe,dat portret hier gekomen was.
zei- hem, dat het, Vóór verscheidene eeuwen,'
een '"'groet meester geschilder.: en toevallig
t.iÓHhanden gekomen was van "de tegenwoordige
*%ehaars.
j:»0. -.Gpd, Vneen.riep hij uit. »Het stuk is
-liet. is geen hónderd", jaar oud; doch
SWar komt't van daan, zeg mij, van waar? O,
l^erweer u, waar kan ik haar vinden?"
WM
mé
De man was;oud en. hij zag er t^éerwaardig
uit, dan dat men deze openbaring van.'t gevoel
belachelijk koni vindonmaar toen hij dezelfde be
wering op nieuw hoorde,, dat .dit portret oud.en
waarschijnlijk door Lucas Cranach geschilderd
was, .schudde'hij zeer- ongelovig het Hoofd.
f Mij no lieerenl" sprak hij, eri legde, ter hé-,
vestiging, de.hand .pp, het hart. «Mijne heeren,
Don Pedro San Mentanjo I.igoz houdt u voor
achtingswaardige menschen. Gij zij t geen koop
lieden in. schilderijen ,<sn gij wilt mij dit portret
niet voor. oud. verkoopen ik mag door uw goed-
hoid deze stukken bezien en gij geniet/bij uw
welwiilendheid- omtrent het publiek, aigemeene
"erkentenis; maar ik moot mij ontzaglijk bedrie
gen of.ik ken de- dame, die op dit schilderij
is afgebeeld."
Bij deze woorden verliet hij, beleefd groetende,
liet., vertrek. -
«Waarlijk,"- aei een dor eigenaars van de
galerij, aals we niet .zoo stellig wisten, door
wien dit stuk geschilderd is,: wauneér en hoe wij
't. in bezit kregen, en vyelk een menigte vani.
jaren het té voren .in K"" hing,'dan tou ram
in gevaar komen zich 'omtrent die dumo te vor-
gissen. Schijnt niet de esne of andere herinnering
ook den "jongen Fröben bijna dagelijks vóór dit
portret-te drijven En deze oude Don,, schitterde
ér geen jeugdig vuur. in zijn oogen, toén hij
verzekerde, dat hij de dame kende?'tlszönder-
- ling, dat de verbeelding zeer verstandige menschen
dikwijls zoo foppen kanEri mij zou 't ten hoogste
verwonderen, als., de Spanjaard hier voor 't laatst
gewoest was." "'V V
III.
En de .veronderstelling blëék gegrond ,to zijn.
Nauwelijks was de galerij den volgendén'morgen
geopend, of ook Don Pedro trad met deftige
schreden binnen,; liep de breede muren roet
schilderijen voorbij "enjgiRgj rechtstreeks naar de
kafoer, waarin :de damerpet den- gevederden
hoed was ten toon gesteld. Het speet hém,'dat
de plaats vóór het portret reeds was ingenomen,
zoodat hij zich niet alleen en ongestoord in het
beschouwen verdiepen kon. Een jong mensch stond
er voor, bezag hot geruimen' tijd, ti'ad naar een
venster, keek naar den loop dér wolkon en plaatste
zich dan weder voor 't portret. liet vervaalde den
ouden heer wol eenigszins, doch hij moest
geduid hebben; wat zou hij. er tegen,doéiiï
Hij begon do.oogon op andere' schilderijen te,
vestigen, maar vol van de godachto aan do dam'e,
keerde liij elk oogenblik liet hoofd om on .zag óf
het jonge mensch nog niet was heengegaan;
helaas! de onbekende stond daar .ais een beeld:
hij scheen geheel in zijn aanschouwon verzonken...
Do, Spanjaard hoestte, om hem uit zijn langdu
rige, drooroen opte wekken, doch de andere,
droomde voort; Don Pedro schuurde een paar
kleinigheden roet den voet over den grond: de
jonge man zag om, maar hij liet vluchtig een
vriondelijken blik over don ouden heer dwalen,
om dion spoedig weder op het bééld tc vestigen»