e lG emengde Berichten,
Bïnnenlandsche Berichten.
(Slot volgt.)
Ons kabinet is weer voltallig. De minis-
tereeie crisis is geëindigd. De heer van
Linden heeft het by sommigen zeer ver
kol ten, en wordt door anderen als de eenige
wan van het oogenblik, luide geprezen, omdat
ïiy blijft. Als de politieke verhoudingen zoo
ongunstig z'ytj, dat een homogeen ministerie
van een scherp geteekende kleur niet te vormen
H moet men met een ministerie van zaken
tevreden zyn. En zaken kan dit ministerie
doen. Het blijft echter te betreuren dat onge
veer vier maanden een volkomen werkeloosheid
op het terrein der wetgeving heeft moeten
tieerschen. Hopen we op een vruchtbaar zit
tingjaar 1882—83.
DEN HAAG, 26 Augustus 1882.
Ie Coning heeft aan inejonkvrouwe
A. van Reenen, op haar verzoek, eervol
ontslag verleend als hofdame van Prinses
Hendrik der Nederlanden, en benoemd tot
hofdame van H. K. H. jonkvrouwe M. baro
nesse du Tour van Bellinchave.
De commissie voor den bouw eener vierde
christelijke school te 'sHege ontving f5000
van H. K. H. Prinses Marianne.
O
SCHIEDAM, 26 Augustus 1882.
Bij dan heer Henri J. Stemberg te 's Graven-
.hage is een werkje in het licht verschenen,
dat in meer dan een opzicht merkwaardig is.
Het is van de hand van Dr. T. F. Burgers,
gewezen president der Transvaalsche Repu
bliek, en wordt door zijn vroegeren secretaris,
den heer T. M. Tromp ten voordeele der
nagelaten betrekkingen van den president
Uitgegeven. »Tooneelen uit ons dorp", aldus
de titel van het werk, geschreven in den
eersten tijd vac Burgers'verblijf in Afrika. De
schetsen zijn goed geschreven, leeren een
geheel anderen blik werpen in de Afrikaanseh-
Hollandsche wereld, en doen ons den scbryver
kennen als een man met een warm hart.
Hartelijk hopen we, dat de heeren Tromp
en Stemberg door deze uitgave een steen
zullen hebben bijgedragen tot het gebouw der
liefdadigheid, dat de Kaapsche vrienden van
aen l eer Burgers hebben willen oprichten:
de ondeisteuning van de onverzorgd achter
gebleven familie vau den gewezen president
"Üjft behalve de Minister
Het ministerie
van' Koloniën.
Aan den heer Vau Goltsteia is by zyn aftre
ding dank betuigd voor de vele en gewichtige
diensten, den Koning en den lande bewezen.
Behoort onder die gewichtige diensten ook
de wijze waarop de Nederlandsche Regeert,
vertegenwoordigd door den heer Van Goltstein,
generaal Van der Heyden heeft bejegend, eB
diens daden in de Nederlandsche Volksver
tegenwoordiging zijn besproken vraagt de
Amh. CL
ook, en van dat talent heb ik nu pai tij getrok
ken, niet om de boeren te vermaken en te bedot
ten, maar om de heilige justitie te helpen en
de waarheid te doen hoeren. Gij zult u zeker
de jongste van de drie wel herinneren, die naast
Robert Bristowe zat, en die, toen wij een eind
gereden hadden, zei dat hij 't in den wagen
zoo benauwd kreeg, en toen op den bok bij
den koetsier ging zitten
Wel zeker herinner ik mij dat Maar ga voort.
't Was omstreeks drie uur van middag,
dat de twee' anderen een luchtje waren gaan
scheppen, en ik met den bedoelde in de gelagka
mer alleen was. Ik hield mij nog maar altijd
dronken en bleef in mijn hoek op een paar stoe
len liggen als eon blok. «Wacht, maatje, dacht
ik zoo bij mij zelf, nu zal ik je eens op mijn
Manier in 't verhoor nemen zonder dat je weet
waar de wind vandaan komt," - en ik maakté»
tan mijn talent als buikspreker gebruik: »Wie
snuffelt daar in de zilverkast?" zei ik met de
«tem van Sara King, en 't was of 't geluid uit
Aan het Zeeuwsch D, bericht mén, dat;
over een ontwerp-Kon. besluit,- door den Mi
nister van Lijnden opgemaakt, ora een nog
al ingrijpende verandering in de inrichting
der Staatsloterij tot stand te brengen, door
den Raad van State een ongunstig advies
is uitgebracht. Dat College was nl. van oor
deel, dat die verandering het bestaan der
Staatsloterij zou kunnen in gevaar brengen,
terwijl die instelling, als middel om erger te
keeren, onmisbaar moet worden geacht.
Het Uil. maakt melding van een gerucht,
dat baron Van Lijnden van Sandenburg,
Minister van Financiën, verheven zal worden
tot graaf.
Het voornemen bestaat om, uit de ver
schillende steden onzes lands, een adres aan
den Konings te zendenmet het eerbiedig
verzoekdat het Z. M. moge behagende
spoorwegmaatschappijen te verplichten tot
invoering van de volgende bestaande veilig-
heidstoestellen
1. een ramtoestel door den machiuist be
diend, door stoom bewogen, en tegelijkertijd
op alle waggons werkende, in te voeren op
alle treinen, zoowel gewone als sneltreinen
2. een alarmsignaal, onder het bereik van
alle reizigers;
en de maatschappijen te gebieden hiermede
zoodra mogelijk een begin te maken, onder
verbeurte van een boete of het verbod van
hare treinen te laten loopeo, wanneer hieraan
binnen zes maanden geen gevolg is gegeven.
Eergisteren heeft te Maastricht, onder
tioorzitterschap van Mr. J, Polsde eerste
zitting plaats gehad van de Nederlandsche
Juristen-Vereeniging. Het vraagpuntvoor
dien dag aan de orde betrof de rechten der
vrouw, waaromtrent praeadviezen uitgebracht
waren door de heeren Mr. S. Van Houten
en Mr. Th. Borret. Eerstgenoemde zag in
de opzegbaarheid van het huwelijk het radi
caal geneesmiddel tegen de fouten, welke
onze wetgeving aankleven.
De heeren A. P, T. EysseliLevyWil-
leumier, Hartogh, Jitta, Van Oppen, Borret
en Van Houten voerden hierover het Woord
en de volgende vragen, die den aard van
de gedachtenwisseling tevens aanwijzen
werden aan de stemming onderworpen.'
*1. Eischt de waarborging van de rechten
der vrouw: j
a. dat de echtverbindtenis in de bij de
wet te bepalen vormen op eenzijdige .wils
verklaring zouden opgave van redeneff ont
bindbaar zjj? j
Zoo neeu:
1. dat de wettelijke gronden voordeecht
scheiding (scheiding van tafel en bed) worden
vermeerderd
e. dat de echtscheiding ingevolge minne
lijke overeenstemming worde toegelaten?
2. Eischt liet belang der vrouw, dat by
ontbinding des huwelijks of scheiding vau
'goederen, elk der echtgenootén zooveel mo
gelijk terugtrede in de financieele positie
die tydeus het aangaan vau het huwelijk
bestond?
3. Dient bepaald te worden dat de man
geen onroerende goederen of ten name staande
effecten en schuld vorderingen der gemeenschap
mag vervreemden, bezwaren of verpanden
zonder medewerking der vrouw?
4. Moet de vrouw, staande het huwelijk,
scheiding van goederen kunnen vorderen:
1. Wanneer de man door wanorde of
slecht brheer de goedereu der gemeenschap
verspilt?
2. Wanneer de man door wanorde of
slecht beheer zjjner eigeo goederen den waar
borg voor het huwelijksgoed der vrouw doet
verloren gaan; wanneer hij zich aan grof
verzuim in het beheer van de goederen zijner
vrouw schuldig maakt; of, wan Deer, zelfs
buiten zijn toedoen, door achteruitgang zijner
zaken do waai borg voor het huwelijksgoed
der vrouw verloren gaat of aaameikelijk
vermindert?
ia. ontkennend beantwoord met 47 tegen
18 stemmen.
15. bevestigend niet 60 legen 6 stemmen
let. bevestigend met 54 tegen 11 stemmen.
2, bevestigend met 32 tegen 4 stemmen'
(19 leden onthielden zich op grond van
minder duideljjke formuleering der viaag.)
3 en 4 (1 en 2) zonder stemming met
algemeene stemmen aangenomen.
Woensdag 11. had te Loenen a/d Vecht
een vreemd natuurverschijnsel plaats. Een
ooggetuige vei haalt, dat hy 's avonds, om
streeks 9 uur, na een on weder, buiten een
meer dan gewoue drukte hoorde. Naar de
oorzaak daarvan willende vernemen, zag hij,
dat de straat bedekt was met fhkkeiende
vlammetjes, terwijl de lucht bezwangerd
was inet phosphoorreuk. Ook op een gedeelte
van de Vecht nam men hetzelfde waar. Dit
verschijnsel duurde tot omstreeks midder
nacht. Vele personen waren zoodanig door
vrees bevangen, dat zy zich niet naar bed
durfden begeven.
Uit Oss wordt aandeiV. B. CL gemeld:
Sedert Maandag 11. zijn in het naburige
Heesch meer dan 150 personen door eene
hevige ziekte aangetast, nadat zij Zondag
''het^vleesch hadden gebruikt van eene koe,
welke ua eenige dagen ziek te zijn geweest
Zaterdag was gestorven.
Ofschoon de hulp 'van eenige geneeskun
digen is ingeroepen, is de toestand van som
mige personen de laatste dagen zoo verergerd
dat men het ergste vreest.
Reeds jaien bestaat onder de landbouwers
te Heesch de volgende overeenkomtInge
val een landbouwer een of meerdere beesten
door ziekte verliest, zyn de andere land
bouwers verplicht hem dat vleech tot een
goeden prijs af te koopen om hem daardoor
in -het verlies tegemoet te komen.'èe'kfl
titeitwelke men moet nemenvvordt'm,
regeld naar het getal beesten, dat efe
landbouwer heeft. Het is wel te betreuren
dat men by deze overeenkomst niet da t,
paling heeft gesteld, dat elk beest, aan zielfc
gestorveneerst door een deskundige moei
onderzocht worden.
Op de laatst gehouden vergadering van d(
natuurkundige vereeniging te Berlijn, heefi
prof. Christiani proeven laten zien vanor»
nische lichamen, langs galvanoplastischen Wc!
met goud, zilver en koper bedekt, teneinde
deze te verduurzamen.
Wij zouden hiervan geen meldiDg mal
daar reeds jaren geleden de firma"! M- Vl
Kempen zonen te Voot schoten dergelijke
voorwerpen heeft tentoongesteld, doch wj
wenschen er de aandacht op te vestigen, daat
de reden waarom prof. Christianize vertoond!
niet gelegen is in de galvanoplastiek, maaris
het bewaren der voorwerpen wat hun zuiveren
vorm aangaat. q
Kraliugen. Een tweejarigjongentjealhiei
is tengevolge van het drinken uit een trekpot
met vJk°köude thee> oadei' de hevigste pijnen
gestorven. Een der huisgeuooten had de o»
voorzichtigheid den pot op den grond neder
te zetten.
Den Haag. De nieuwbenoemde Minister
van Koloniën, Jhr. Mr. Willem Maurits De
Brauw, werd hier ter stede den 24eu Aug.
1838 geboren en werd dus op zijn 44en ver
jaardag Minister. In 1864 piomoveerde hi
als doctor iu de beide rechten aan de Leid-
sche Hoogeschool en den 25en Februari
1804 werd hy als advocaat bij den Hoogen
Raad dér Nederlanden beëedigd, Na een korten
tijd zich aan de piaktijk te hebbeu gewijd,
trad hij in het ambtelyk leven op, en we!
op 7 Juü J866 als commies van Staat bij
den Raad van State. Den len September
van het volgend jaar tot commies bij liet
Dep. vau Koloniën benoemd, klom hij den
len Juli 1871 tot den rang van hoofdcommies
en op deuzelfden daturn van 't jaar 1874
tot referendaris by dat Departement op. Door
zijn groote werkzaamheid viel op hem de
keuze, toen door het aftieden van den heer
Ribbe de betrekking van administrateur bij
de generale thesaurie aan het Departement
van Financiën vacant werd. Den len April
van dit jaar werd hij a'o zoodanig benoemd,
De nieuwbenoemde Minister is versierd met
de ridderorde van den Ned. Leeuw.
De kroning van den Russischen Keizer
heeft al wat kosten veroorzaakt en nu is
het nog niet bepaald, op welk tijdstip die
plechtigheid zal plaats hebben. De talrijke
toebereidselen, die, nu bijna gereed, telkens
weer worden weggenomen, hebben de Rus
den grond kwam. Nu h;»-u ge eens moeten zien,
hoe afgrijslijk 't gelaat van den jongen schavuit
eensklaps vertrokMet verwilderde, opgespalkte
oogen zag hij rond, en als gij betn op dat
oogenblik liadt kunnen zien, zoudt go zoo min als
ik getwijfeld hebben, of wij zijn op 't rechte
spoor, en hebben maar toe te tasten-
Alles goed en wel Barnes, maar dat alles
severt ons nog geen wettig bewijs. Evenwel uw
ontdekking is goud waard en wij moeten er partij
van trekken. Keer dadelijk naar de hei berg terug.
Ik zal er van avond ook komen, in 't zelfde cos-
tuum waarmee ik de reis deed.
Zoo gezegd, zoo gedaan; ik stapte 's avonds
de herberg binnen. De drie boeven zaten er om
een tafeltje, en Barnes zat droomcrig op eon
stoel in een hoek.
1 Zoo, is hij eindelijk wéér Wat bijgekomen
vroeg ik,' het drietal groetende.
"an middag ja, toen kon hij weer staan,
en is de straat opgeioopen, maar de opfrissching
hielp niet veel, want toen hij terugkeerde heeft
hij de fiesch nog eens aangesproken. Daarna
is hij weer in slaap gevallen en nu ziet ge
dat hij nog lang niot pluis is.
Ik ging naar hem toe, schudde hem wat
heen en weêr. ried hem liever naar zijn bed te
gaan, cn liep do kamer weer uit.
Ik bleef in den gang wachten. Barnes had
mij begrepen, want een oogenblik later wag
gelde hij de kamer uit, deed de deur achter
zich toe, en kwam bij mij.
Snel deelde hij mij mede, dat zij 's middags
terwijl hij met den jongste alleen was gebleven
een kar en paard van ICendal gehaald hadden;
dat zij nu spoedig zouden inspannen, en aan
den herbergier gezegd hadden, dat zij nog niot
wisten wanneer zij terug zouden komen, en mo
gelijk wel in een naburig stadje den nacht zou
den doorbrengen.
Dadelijk was mijn plan gemaakt
Kom niet in de gelagkamer terug, maar
blijf bij de hand, zei ik tegen Barnes. Wij zul
len de kar volgen.
Ik keerde onmiddellijk in de gelagkamer terug
en liet mij wat eten en .een fiesch bier brengen,
't Was inmiddels donker geworden, en einde
lijk stonden weder de oudste tweo van het drie
tal op; ik hoorde hen buiten om naar den sta!
gaan.
Mijn geheugen had mij niet bedrogen toen ik
bij onze eerste ontmoeting te Londen, den jong
ste, die nu door Barnes zoo oolijk aan't schrik
ken gemaakt was, meende te hei kennen. Zoodrz
ik nu met hem alleen was, stond ik op on fluis
terde hem in 't oor, terwijl ik mijn pruik en
bril even aflichtte: »Dick Staples, ik heb een
woordje met je te wisselen in de kamer hier1
naast.
Hij was als van den donder getroffen, zijd
tanden klapperden, hij stond werktuigelijk op,
en volgde mij.