Zaterdag 7 Oei aber.
-V- 5546.
Kennisgev ng.
Feuilleton.
Een tweevoudig man.
1882.
Zes en Dertigs.te: Jaargang1.
Verschijnt dagelijks uitgezonderd Dinsdag.
W a a r s c h n w i n
Buitenlandsche Berichten.
NASCHOUW
r
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door het geheele Rijk
Aftonderlijke nommers
J 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BUUEAVt.llJLRHI1, S3, 124k.
'i
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene CourantJ 1,10.'
Iedere gewone regel meer0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
De B u r o e M e e s t e H en W e t ii o o d e H s van
gCHIEnAM,
Doen te weten
Dat door den Raad dier Gemeente, in zijn Openbare
Vergadering van den 17 Augustus 1882, 7ijn vast
gesteld de volgende Verordeningen
VERORDENING op de heffing
van Weegloon aan de Waag
binnen de Gemeente Schiedam.
Er zalte rekenen van den dag der afkondiging
dezer Voroidening, te Schiedam, ten behoeve der
Gemeente, worden geheven weegloon aan de
Gemeentewaag naar de voorschriften vervat in de
Verordening tot invordering daarvan, vastgesteld den
47 Augustus 1882 en overeenkomstig het volgende
Tarief van alle Goederen, zondor onder
scheid, voor elke weging:
Van 1 tot en met 25 kilogrammen 0.05.
20 75 - 0.10.
70 100 - 0.15.
101 125 - 0.20.
126 150 - 0.25.
151 175 - 0.30.
17G 200 - 0.35.
201 225 - 0.40.
220 250 - 0.45.
251 275 - 0.50.
270 300 - 0.55.
301 325 - 0.05.
320 350 - 0.75.
351 375 - 0.85.
370 400 - 1.00.
401 425 - 1.15.
Van 420 tot en met 450 kilogramn a'/ l'.30:;;>-'i
451 475 fgr) -1.45'
476 500 -1.60.
501 550 - 1.75.
551 600 - 1.00.
601 650 - 2.05.
051 700 - 2.20.
701 730 - 2.35.
751 800 - 2.50.
en zoo voorts opklimmende met 15 cents voor iedere
50 kilogrammen, gedeelten voor 't geheel genomen.
Wanneer schriftelijk bevvy's van de geconstatceide
wigt verlangd wordt, zal voor ieder af te geven biljet
moeten betaald worden vijf centen.
Aldus vastgesteld ter openbare Vergadering van den
Gemeenteraad van Schiedam, den 17 Augustus 1882.
De Burgemeester,
P. J. VAN DIJ1C VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
'Behoort bij Koninklijk besluit van 18 September
1882, no. 3. Mij bekend,
De Minister can Binnenlandsehe Zaken,
(get.) O. PIJNACKER HORDIJK.
Overeenkomstig liet oorspronkelijke
De Secretaris-Generaal van Bimenlauische Zaken,
(get.) HUBRECHT.
Voor eensluidend afschrift,
De Qriffier der Provinciale Staten van Zuid-Holland,
F. TA VENRAAT.
VERORDENING op de invordeiing
van het Weegloon aan de Waag
binnen de Gemeente Schiedam.
Art. 1.
Het Weegloon moet aan den Waagmeesterbe
taald wordenonmiddellijk na het wegen en vóór
dat de gewogen Goederen uit de waag worden
weggevoerd. 1
Art. 2.
Do invordering van het Weegloon tegen
nalatigen zal door den Gemeente-Ontvanger geschieden
overeenkomstig het bepaalde bij do artt. 258 toten
met 262 der Gemeentewet.
Aldus vastgesteld ter openbare Vergadering van den
Gemeenteraad van Schiedam, den 17 Augustus 1882.
De Burgemeester,
P J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. "W. MULDER.
En is hiervau afkondiging geschied, waar het
behoort, den 5 October 1882.
Burgmeester en Wethouders eau Schiedam,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
over de Wateringen en Heinslooten
ln het Oud- en Bfleuw-West-
Frankeland.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien art. 9 der Verordening op het reinigen en
op de gevorderde breedte en diepte houden van de
Wateringen en Heinslooten in het Oud- en Nieuw-
West-Frankeiand binnen genoemde Gemeente van
den 19 Mei 1881;
Brengen ter kennis van de Eigenaars van Lande
rijen, Huizen en Erven in genoemd Frankeland, dat
op Zaturdag den 21 October 1882, des voormiddags
ten Negen ure, eene SCHOUW zal gedreven vvordea
over bovenbedoelde Wateringen en Heinslooten.
Wordende bij deze ieder, dien zulks mogt aangaan
gewaarschuwd om te zorgen, dat aan het voorge-
schrevene bij de bovenaangehaalde Verordening, als
dan behoorlijk voldaan zij.
En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude
kunnen voorwenden, zal deze worden afgekondigd wa t
het behoort.
Schiedam, den 0 October 1882.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
ENGELAND.
Sir Noithcote heeft voor een groote meeting
van conservatieven te Glasgow een rede ge
houden, waarin door hem de oorlog met
Egypte als onnoodig en dus onrechtvaardig
werd gekenschetst. Indien d9 regeering tjjdig
met de noodige vastberadenheid ware opge
treden, had de oorlog vermeden kunnen wor
den. De oplossing der Egyptische kwestie zou
ontzaggelijke moeielijkheden met zich brengen.
Aan den Times wordt uit Kaïro van eer
gisteren gemeld, dat Arabi's rechtstreeksche
medeplichtigheid aan de moorden en de
plundering van Kaïro met de stukken kan
worden aangetoond.
F R A N K K IJ K.
De uiteengedreven niet erkende geestelijke
De politiek van den dag, do laatste nieuwtjes
haddon in ons gesprek de revue gepasseerdde
smaak van de thee hot 5e tasjo was reeds
verorberd werd minder; liet gesprek, oerst
zoo geanimeerd, begon to kwijnen, toen ik op
het gelukkig idéé kwam samen eens op to loopen.
Kom stel mij nu eens voor, sprak ik tot
mijn vriend, aan uw twoovoiidigon dorpsgenoot.
Hij keek opzijn horlogo en knikte toestemmend.
Ik hob oen paar uurtjes vrij, zeidc hij, we
Willen direct op weg, doch ik zal laton inspannen,
want hij woont niet in de kom van 't dorp, maar
heel achteraf, zoo wat drie kwartier gaans van hier.
Na eanigen tijd stond hot tllburytjo met het
vurige vosje voor; wij-stapten in en voort ging
het naar liet wonder."
't Is dat go er op staat, sprak mijn vriend,
toen wo oen eindje wog waren, maar hoe min
der bezoek advocaat Dubois krijgt, hoe betor
voor hom 't mat hem te zeer af.
Is hij dan ziek?
Dat nu juist niet, dochDo arme man
Ons tochtje ging door oen schoJiio strook. De
Wog liep evenwijdig aan een kronkelend riviertje,
welks eene oever de basis was van een koten
heuveltjes, prachtig versierd mot' een bonte af
wisseling van boomen en heesters; kortom de
natuur-vertoonde een pracht, die alleen zij kan
ten toon spreiden.
Gelukkig de monsch, die dit alles kan ge
nieten, sprak notaris Lomon, doch niet allen heb
ben dat gelukds man, dien gij zoo aanstonds
zult aanschouwen, mist dat genot reeds jaren.
Hij ziet wel alles, doch gevoelt daarbij niets,
't laat hein koud.
Ik kreeg innig medelijdon met den advocaat.
Ik beklaagde hem diep on was dankbaar voor
do gunst, die zoo menigeen niot waardeert om
dat men ze nooit gemist hoeft.
Op eens hield de notaris hot paard in, wij
hadden ons doel bereikt.
Mijn vriend was geen vreemdeling in hot liuis
van advocaat Dubois; een knecht kwam reeds
buitcngeloopen en nam liet paard bij don kop.
Iloe is het van daag met den advocaat?
vroeg mijn vriend,
Niet boter of slechter, sprak Jan. Geen
woord kan ik uit hom krijgen behalve na
tuurlijk
O ja, dat begrijpt zich.
Ilier, mijnheer komt de advocaat eens op
zoeken, 'k zal maar eens voorgaan. Kom, Eugene.
Ik volgde in afwachting der dingen, die komen
zouden. Wij wachtten niet Hng. De.advocaat
trad de kamer binnen.
Advocaat Dubois, de hoer Eugène Ley,
aldus stelde de notaris mij aan den advocaat voor.
Mot een blik die mij ontroerde, keek da ad
vocaat dan eens mij, dan weer den notaris aan
eindelijk opende hij den mond en vroeg met
afgemeten vvoorder.
Verkiest, mijnheer, den advocaat Dubois,
of den lieer Troppmann te sproken?
Beiden ben ik.
Voor ditmaal, sprak de notaris, wilde mijn
heer, den advocaat een bezoek brengen, oen
volgenden keer hoopt hij de eer te hebben
Troppmann te spreken.
Zet u, sprak do advocaat.
Hij zag mij vragend aan. Ik werd werkelijk
verlogen bij dien blik. Ik kwam hom bezoeken,
doch waarover had ik te spreken? Over niets.
Ik kwam hem eonvoudig zien als het «wonder"
waarover ik zooveel gehoord had. «Zou hij bet
begrepen hebben? dacht ik en ik schaamde mij.
Een lach, doch eon minder aangename, opende
hem den mond een weinig. Hij lachte nog eens,
doch nu hoorbaar, daarna meermalen, ieder maal
.met meer verheffing van stem.
Ik kreeg diep medelijden met den maa dien ik
scheen to martelen. Ik had spijt van mijn bezoek.
Terwijl hij nog doorlachte, en zijn lach nu
on dan afgebroken werd door onverstaanbare uit
roepen, was do notaris opgestaan en klopte
hem vortrouwelijk op den schouder.
Kom aan, kom aan, waarde heer Dubois
Troppmann zal j'o niet afluisteton, voitel mijn
heer daar eens wie je bent, want geloof me, hij be
weert dat gij met Troppmann niets gemeens hebt.
De advocaat bedaarde, hij rees van zijn stoel
op cn om mij tc bestraffen, sprak hij langzaam?
mij onafgebroken met een paar bolle oogen aaHjf
staronde: «En toch is het waar!"
't"VVas in 1889. Als slachtoffer vua rus*
gen laster, werd ik, lid van de balie, voor de
vierschaar gesleept om mij to verantwoorden.'
De logen had echter haar netton zoo gespreid»
de weefsels door haar gesponnen, waron zóó
fijn, zóó geheimzinnig, dat ik na eon lmrdnek-
kigen strijd, waarin ik mijn onschuld trachtte
te bewijzen, eindelijk don kamp opgaf en mij
VB- genade en ongenade overgaf.
*Men veroordeelde mij en wel ter dood!
Bange uren sleet ik die dagen in mijn cel,
in afwachting dat men mij naai' dn guillotine
zou voerenIk dankte den Hemel, dat ik celi
batair was. Hadde ik vrouw en kinderen na moe-;
ton later, de dood zou mij nog vóór liet scha
vot hebben ingehaald.
Eindelijk brak de noodlottige dag aan. Ik ijs
en sidder nog als ik mij het gekraak mijner
celdour voor den geost roep, toen de cipier bin
nentrad om mij voor mijn laatston tocht to halen.
Dienzelfdon dag word ook Troppmann, uitvoer
der van den vreeselijken moord van Pantin, naar
de guillotine govoord.
Wij betraden bijna tegelijkertijd het schavot.
Hij werd hot eerst aangegrepen. Ik sidderde!
Een slag en zijn hoofd rolde in de mand.