ber,
it'
i
urn bestendiging van huur der thans in huur
hébbende eigendommen der gemeente. Voorstel
van Burgemeester en Wethouders tot aankoop
van grond van de erven Korafeld, En
verdere voorstellen en mededeelingen.
Door het hoofdbestuur der Maatschappij
Tot Nut van 't Alqemeen is aan het depar
tement Schiedam een© subsidie van f 100
toegekend voor liet te geven onderwijs in
handenarbeid. Het voornemen bestaat, het
geven van dat onderwjjs, waarmede spoedig
een aanvang zal worden gemaakt, op te
dragen aan den heer L. Scbeflers, ouderwijzer
b't[ het opeiibnar lager onderwijs alhier, die
dezer dagen het diploma heeft bekomen van
met «zeer goeden uitslag" te hebben deelge
nomen aan den jongste» cursus voor onderwjjs
in handenarbeid, van wege de Maatschappij
gegeven.
De Staatscourant van heden bevat de sta
tuten van de Vereeniging«Du Vlaarriingsclie
IJsclub," te Vlaardingen.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal is
thans bijeengeroepen tegen Maandag 4 Decem
f
des avonds ten 8 uur.
In no. 21 van het «Militair Blad", omler
redactie van kapt. W. Rooseboom, komt een
artikel over den toestand in Atjeh voor, dat
met de volgende mei kwaardige mededeeling
eindigt.
«Tot slot wenschen wij hier alleen nog
maar mede te deeien, dut de tegenwoordige
civiele gouverneur van Atjeh, nadat hij in
4880 als guuvernements-commissarïs den staat
van zaken, die toen ontegenzeglijk oneindig
gunstiger was dan thans, met eigen oogen
aanschouwd had, op zijn terugreis naar Batavia
persoonlijk aanzijn medepassagiers verklaarde,
■.dat het tijdperk voor optreding van een civiel
bestuurder nog lang niet was aangebrokeu,
en wij durven voorts de overtuiging uitspreken,
dat de' Regeering niet zal kunnen of willpn
loochenen, dat diezelfde cmelegouvernements-
commissaris iu zijn aan de Ind. Regeeriag
ingediend geheim verslag, conform met de
zi-nswijze van den militairen commissnris, als
zijp meening schreef, dat het hoogste gezag
te, Atjeh moest blijven berusten in handen
van een militair. In weerwil -daarvan werd
toch de militaire gouverneur dooreen civielen
vervangen.
«Zal iemand na deze mededeeling, waarvan
men de juistheid onderzoeken kan, nog bewe-
re'n, dat het civiel bestuur te Atjeh op zijn
plaats is?
«Wij gelooven het niet."
Algemeen was de afkeuring, die de houding
van Dr. Kuyper in zake de uitzending van
Dr. Jonkman uaar den Transvaal gisteren in
de vergadering der Ned. Zuid-Afriknansche
Vereeniging vond. Eigenaardig is dat Dr.
Kuyper op die vergadering niet was vei schenen.
Er werden in zijn plaats en in die zijner beide
volgelingen, Mr. Fabius en Ds. Lion Cachet,
die als bestuursleden uittraden, drie nieuwe be-
f t, s
stuursleden gekozen en wel de heeren I. J. Van
Santen, H. C. Bergsma en Mr. N. A. Calisch
terwijl een motie van afkeuring over 's heeren
Kuypers houding aangenomen werd.
De belangrijke boekverzameling van prof.
Dr. J. J. van Oosterzee wordt van 25 dezer
lot 2 Dec. door den heer Beijers te Utrecht
in veiling gebracht. De Catalogus uit 3596
nummers bestaande is verschenen.
Behalve een belaugryke gift van Prins
Alexander ontving de commissie voor de
oprichting eener Ambachtschool te Dordrecht
ook een gift van f'100 van den gouverneur
generaal vau Indië Mr. 's Jacob, een gelijke
gift van 'tNut en een som van f50 van de
vereeniging tot bespreking van algemeene
belangen.
De llaagsche correspondent der Zatph. Ct,
deelt het volgende mede:
«Reeds sinds lang was het bekend dat de
verstandhouding tusscheu den Commissaris
des Konings in Zuid-Holland en Gedeputeei de
Staten veel te wenschen overliet, maar voor
eenige weken is het tot een openlijke breuk
gekomen. Alle leden van Gedeputeerde Staten
en met hen de griffier hebben aan den Miuister
vnu Binneulaudsche Zaken geschreven, dat
zy eenstemmig van meening waren, onder
leiding van Mr. Fock niet meer met vrucht
in het belaag der provincie werkzaam te
kunnen zijn, en dat zij daarom in de eerst
volgende vergadering van de Provinciale Staten
hun ontslag zouden nemen. Hun voornaamste
grief tegen den Commissaris was hieun gele
gen, dat deze het gezag van Gedeputeerde
Staten ondermijnde door de gemeentebesturen
togen de besluiten der Staten op te zetten.
«Derhalve een crisis in optima formadie
alleen nog door de tusscheukomst van deu
Miuister van Biunenlandsche Zaken weder
bezworen is. Deze toch he'elt deu Commissaris
weten te bewegen tot verklaringen, waarmede
Gedeputeeide Staten en hun griffier genoegen
konden nemen, en dientengevolge is aan het
plan om ontslag te vragen geen uitvoering
gegeven. Dat echter na een dergelijk voorval
de toestaud gespannen blijft en elk oogenblik
een nieuwe crisis kau uitbreken, spieektwel
van zelf."
Het Paasch-verlof der adelborsten zal niet
meer voor '14 dagen worden verleeud, maar
daaientegen wordt dit jaar 14 dagen verlof
gegeven, beginnendeóén week voor en eindigde
één week na de Kerstmis, zoodat de Oude
jaarsavond en de Nieuwjaarsdag ook door
hen bij de iaimlie wordt doorgebracht.
Wij vernemen, dat de met verlof te 's Hage
aanwezige majoor der genie E. B. Kielstra,
van het leger in Ned.-ludië, het voornemen
heelt opgevat tot liet leveren eeuer zou volledig
mogelijke beschrijving van onzen oorlog op
Atjeh. Het Departement van Koloniën heeft
genoemden hoofdofficier ten behoeve van dit
werk vergunning vorleeml tot het gebruik
maken van de noodige ©fficieele rapporten.
Ook aan andere gegevens van de zijde van
het groot aantal officieren, dat den Atjeh-krijg
gedeeltelijk heeft bygewoond, zal het hem, naar
wjj verwachten, niet ontbreken. Vad
De gepensioneerde Luitenant generaal W.
J. Knoop heeft het eerelidinaatschap der
vereenigingter beoefening van de Krijgswe
tenschap, hem door het bestuur aangeboden
aangenomen.
De Kaapsche mail met berichten tot 24
October is Zondag aangekomen. Uit de Trans
vaal wordt gomekl, dat het eerste gewone
rechterschap in de Republiek is aangeboden
aan den onlangs na zijn piomotie te Leiden,
naar Zuid-Afnka vertrokken zoon van president
Burgers. De pet» liet zich zeer vleiend over
hem uit en had de besto verwachtingen,
indien de heer B. de'benoeming aanvaardde.
Uit de eerste volledige berichten over den
ooi leg niet Mapoch, die Mamppa, den moor
denaar van Secocoeni, een scnuilplaats ver
leende en weigert hem aan de Tiansvaabche
overheid uit te leveren, blijkt, dat Mapoch de
agenten der Regeeriug ie Pretoria zoowel
als den Uriischeu Resident beleedigd en de
betaling van belasting geweigerd had. Dien
tengevolge weid een expeditie-troep van 2 a
3ÜÜ0 man uit alle oorden dos lauds bijeen
gebracht om aan 't Middelbuigscbe pad samen
te komen. Mapoch was sterk veiscliaust en
zijn stad was vol krijgslieden, teiwijl bijzijn
vee uaar een veilige plaats had doen overbren
gen. liet scheen, dat hij aan 't hoofd eener
vereeniging van inboorlingen stond, die zich
tegen het Transvaalsche bestuur wilden ver
zetten.
Vau de goudvelden komen steeds tegenstrij
dige berichten. Er zijn thans 750 delvers aan
't werk; meu zegt, dat een nieuwe kwartsader
is ontdekt, de rijkste en meest uitgestiekte,
die tot hiertoe werd gevonden. Ook op '15
m'yleu alstund van Pieloiia zegt men een
nieuw goudveld ontdekt te hebben.
De hoogleei aar Dr. W. F. R. buringar te
Leiden is benoemd tot lid vau de «riuciété des
sciences naturelles de la Charente-iuféneuie"
de la Roebelle,
Het drietal oud-strijders van Waterloo,
die te 's-Ilertogeuboscb nog in leven zijn,
is door den dood van deu 88-jarigeu J. De
Roos mét ëeu verminderd.
De gezagvoerder vau het schip Nordensfcjöld,
kapitein Johannesen, spreekt iu een brief van
27 Oct. uit Tioinsoe geruststelieud over de
schepen Dumphna eu Varna. Zijns inziens
zouden zij wel tot het vooijaar in het ijs
kunueh blijven liggen, maar zou het voor de
bemanningeu niet moeilijk vallen, het land
te bereiken, ingeval de schepen door hel ijs
werden vei nield, waarop echter geen vooi uit
zicht bestaat. Hij meent ook, dat zelfs bij een
strengen winter do bemanningen geen gevaaf
zouden loopen, daar zoowel de Dymphna als
de Nederlamlsche expeditie uitmuntend zijn
voorzieu van proviand, brandstof en kleedoren,
In de Karische zee ingevroren te liggen is,
wat stroom en wind betreft, niet erger* dan
op de Zuiderzee in Nederland. Later telegra
feerde hij nog dat naar zijn overtuiging de
berichten der Samnjedeu die in het wrak
van een schip dat der Dymphna meenden te
herkennen, van allen grond ontbloot zijn.
Men schrijft uit Veere aan de N. N. Ot.t
Nu er ernstige plannen beraamd worden
om eindelijk oen waardige hulde te brengen
aan de nagedachtenis van «hot Delfts orakel",
is het misschien niet ongepast te herinneren,
dat Veere er op bogen mag de geboot teplaata
te zijn van de voortreffelijke gade, die in
'1621 de waakzaamheid van Lóevestein» wach
ters veischalkte, wier vader hier meermalen
burgemeester was en wier woonhuis door de
oveilevering nog aangewezen wordt. Ook
bei ust op het raadhuis nog het kerkelijk
Troubot.ékwaarin onder meer gesloten huwe
lijken het volgende voorkomt:
Junius den 2Sn (1608).
«Tusscheu Mr. Hugo de Groot, advocaat-
sfiscaal vau Holland, Zeeland en Westfries-
«land eu
«joncvr. Maria Reijgersberge j. d. van
«Pieter, alhier woenende."
Blijkens een aankondiging van de directie
van het Paleis voor Volksvlijt to Amsterdam
zal Louise Michel daar Vrijdag e. k. een
voorlezing houden.
Men meldt uit 's-Hertogenbosch van 9.1
dezer: liet water is alhier sedert gisteretj
nog '13 centimeter gewassen, de stand be-j>
draagt reeds 5.48 meter bovea A. P, Do,
hellen morgen ontvangen berichten luiden
echter gunstig. De Baard wij ksehe over'aat
werkt met 36 centimeter. Aan de sluis te
Crevecoeur is de stand vun het water anu de
Maaszijde 5.93 en aan de Giezezyde 5.46
nieter boveu A. P.
Uit Zwoile meldt men, dat het water op
den IJsel gistermiddag 4 uur 2.90 M. tee«
kende, dat ia gedurende de laatste 8 uren
weder 9 cM. was. Wanneer er nog '10 cM.
bijkomt, moeteu de groote schutslui/en aan
het Katerveer worden gesloten, waardoor
de scheepvaait op de Willemsvaart gestremd
zou zyu.
De overtocht geschiedt alleen met roeibooten.
In Eigen Maard bespieekt Piof. Hugo De
Vries: «Een dreigend gevaar voor onze drink
waterleidingen". Dit gevaar, dat o. a. tg
Maagdenburg en te Rij=sel vooi komt en te
Berlijn reeds een ware ramp gewin den is,
bestaat in de snelle ontwikkeling van een
schimmelaehtig plantje, genaamd Crenothrik
polyspora. Ook iu de Amsterdamsche duin
met een liefde zooals ik nog nimmer oen vrouw
heb liefgehad. Daarom wil ik mij in dit rustige
schoone oord een not ingericht huis aanschaffen,
waar ik Maria als mijn gade kan binnenvoe
ren."
Toen Ltibowsky dit gezegd had, richtto Her
man zijn oogen op hem, maar nu niet meer zoo
liefdevol als voorheen, neen, zijn blik getuigde
van glocienden haat en verontwaardiging.
«Waarom zcidot go vroeger, dat Maria's zus
ter Jozefa door u als het ideaal eener vrouw be
schouwd werd?" vroeg hij op ruwen toon.
«Heb ik dit gozegd?" vroeg Lubowsky. Ikge-
loof u wol, want ik had mij voorgenomen, dat nie
mand iets van mijn liefde zou weten. Eerst meende
ik zelf, dat ik haar niet lief had, maar juist nu
gevoel ik meer dan ooit, dat ik zonder haar
geen vreugde kan genieten. En het leven is te
kort, om het geluk niet mot beide handen te
grijpen. Ik moet haar spoedig spreken, opdat ik
wete, of zij ook mij liefheeft. Roept mijn vader
land mij dan ten strijde, welnu, hare liefde schenkt
mij moed en kracht in het gevaar. En als dan
do strijd geëindigd is, wacht mij aan haar zijde
liet reinste geluk."
Een buitengewone bleekheid overtoog Herman's
gelaat. Na eenig stilzwijgen sprak hij:
«En Maria, bemint zij ook u
Lubowsky's beweeglijk gelaat nam een zege
pralende uitdrukking aan.
«Wo hebben nog nooit over liefde gesproken"
antwoordde hij, »en toch geloof ik vast, dat zij
mij lief heeft. Toen ik u voor do eerste maal zag,
lierman, sprak ik tot me zeiven: deze man wordt
uw beste vriend, en dat voorgevoel is bewaarheid
geworden. Evenzoo is het mij met Maria gegaan.
Ik gevoel hot, dat zij eens mijn vrouw zal worden."
Eenige heeren naderden hen.
«Waar blijft gij toch den ganschen avond,"
sprak een hunner.
«Eilievo," voogd© een ander er schertsend bij,
jhunne beminden zijn niet hier, en daarom bren
gen ze hier in de eenzaamheid hun tijd door in
zoete gepeinzen."
Lubowsky nam nu zijn vriend in den arm,
en verdween met hom onder de dansende menigte.
Een uur later had Herman zijn slede beste
gen, en reed in den stillen winternacht naar huis.
De sneeuw schitterde in het maanlicht als
zoovele fonkelende diamanten. Herman gevoelde
nooit koudo, maar heden wikkelde hij'zich hui
verend in zijn pels. Er was zooveel voorgevallen
dat hem tot weemoed moest stemmen.
«Lubowsky! indien gij wist, welk een indruk
uw woorden hebben gemaakt op den vriend dien
gij liefhebt, hoe die woorden hem tot( in de
ziel gegriefd hebben 1 Waarom juist moet het
Lubowsky zijn, die haar bemint?" fluisterde hij
droevig. En waarom juist mij tot den vertrouwde
zijner plannen gemaakt? Wat zal ik aanvangen?
Indien ik tot hem zeidouw liefde is ook de
mijne, dat zou te belachelijk zijn. 't Zou me her-
inncven aan een knaapje, in wiens oogen het
speelgoed eerst dan waarde verkrijgt als zijn
makker hot in handen heeft. Wist ik slechts ot
Maria hem liefhad Doch waarvoor zou dat die
nen? Ik ben gedoemd om te f' ,"<n en te
vergeten. Maria vergeten! Mijn 10e kan dat
mogelijk zijn?"
Langer te denken werd hem onvordraaglijkhij
richtte zich eensklaps op, en ontnam den koet
sier, die half in slaap gevallen was, do teugels.
Met een luid «voorwaarts" zweepte hij zijn paarden
aan tot eer. snellen draf, zoodat do slede pijl
snel over de sneeuwvlakte gleed.
(Wordt vervolgd
1