mÈmKÊmmiÊÊmmm nmsgeving. p882. Maandag 25 December. Jfê 5602.; SïIOlN ALE MILITIE P 0 UITTE. Feuilleton. VERLOREN. umm* Mf-'ï-"' Zen u Dertigste Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. {Uithoofde van 'liet KERSTFEEST zaFhèt nummer dezer Courant vuor |psdag 27 dezer dat Dinsdag- Ivond 26 dezer zou moeten ver- lijjnen, niet worden uitgegeven. ennisge vi ng\ Hn§9sT 5 ".i* B^v,1 ms&i' :^,v - v «sa kiWm' Brawtatatf-•■.= SffiSG'. pMNBsii5N.TSi>Rijs;"'per kwartaal pj^'jpar .post, door liet geheèle Rijk- jütouderlijke norainors 1.85. - 2.50. - 0.10. u BVKËAjDi n&RKI,;,B, 124 Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10. Iedere gewone regel meer. 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. eië Courant behoort een Bjjvoejsel, WWöfey" H;- -• Jbrgësieê&ter en Wethouders van Schiedam, ilafenerea- bij "deze alle belanghebbenden aan hunne Tpyiijjtil'ig Jtötliet doen van aangifte ter Insehrijeing '^&;;A*ajio/i<rfe. Militie, in de. maand Jauuarij 1883.' ^ïelbopaliiigcn der Wet betrekkelijk de Nationale jitieXvuti den 19 Augustus ISGI, (Staatsblad No. 72) erbij die inschrijving is geregeld, ziju de volgende: .'Art-', 15 Jaarlijks wórden voor de Mifitie ingeschre- M^sile mannelijke ingezetenen, die op den 1 Jauuarij Ihn jjèt jaar hun 19de jaar waren ingetreden. *J^VÓÓn INGEZETEN WORDT GEHOUDEN: jfhijj-wiens vader, of, is deze overleden, wiens moe- ^tó;,.pf, zijn beiden overleden, wiens voogd inge- jgietcii is volgens/ de Wet van den 28 Julij 1850 (Staatslied No. 4 4) ■fc|Ijy,Vdie, geen ouders of voogd hebbende, gedurende ^jjijeijaaiste aan het in de eerste zinsnede van dit partikel vernielde tijdstip voorafgaande, achttien Mdehzln Nederland verblijf hield; jjïüij, 'van wiens oudera de langstlevende ingezeten pt^S.,; alijs zijn voogd geen ingezeten, inits hij ibitiiien liet Rijk verblijf houdt. jVopr'ingezeten wordt niet gehouden de vreem- j|déli«g,- .behooi"oiide. tot eens» Staat, waar de Xeder- lafiilcf niet aan de. veiplïgte krijgsdienst is. onder worpen; of 'waar ten aanzien der diênstpligtigheid, Jljst- beginsel van vvederkeerigheid is aangenomen. Art. TG. Se inschrijving geschiedt tVan een ongehuwde in de Gemeente, waar de vader, bi^is deze overleden, de moedor,-óf, zijn beidon Jbïerléden, do voogd woont; teVan een gehuwde en van een weduwnaar in de ^■Gemeente waar hij woont feYan item, die geen vader, moeder of voogd heeft .door dezen is achtergelaten, of wiens'voogd buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hij woont; 4. Van den buiten 's lauds wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. 1 Art. 17. Poor da Militie wordt niet ingeschreven De in een vreemd Iijk achtergebleven zoon'van een ingezeten, die geen Nederlander is 2. De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al is'zyn voogd ingezeten; 3. De zuon van den Nederlanderdie ter z.akè van 's lands dienst .in 's Rijks overzeescbe bezittingen of koloniën woont. Art 18. Elk, die volgens art, 15 behoort te worden ingeschreven, is vcrpligt zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan to geven, tusschou den 1 ca den 31 Jamiarij. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beidén overleden, zijn voogd tot het doen van die aan gifte verpligt. De wijze, waarop van het doen van de aangifte blijken moet, wordt duor ons bepaald.. - Art. 20. Hij, dio eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch voor liet volbrengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, is verpligt, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij BurgemeesterJin .Wefc houders der. Gemoohte, -waai' de "inschrijving^ vólgens art. -1Ü, moet geschieden. Daarbij géiden de bepalingen der 2de en 3de zin sneden van art. 18. Zijne inschrijving geschiedt in hot Register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD, maken dien ten gevolge alle mannelijke ingezetenen, die geboren zijn in den ja'rc 18G4, bekend, dat ten Itaadliuize, opdagen en uren' hieronder vermeld, tot het doen (tier inschrijving meer bepaaldelijk gelegenheid kal worden gegeven, te weten: Op MAANDAG den 8 Jammrij 1883.cn D1NGSDAG den 9 Jamiarij 1883, telkens van des voormtddags 10 tot des namiddags 2 uur. Het register van inschrijving zai bovendien geopend blijven tot den 31 Jauuarij daaraanvolgende, des na middags ten vier uur,, wanneer het voorloopig zal worden gesloten. Burgemeester en Wethouders maken de belang hebbenden opmerkzaam., dat bij art." 183 der boven gemelde wet, eene boete van f25 tot f 100 is bepaald tegen hen, die verzuimen zich in de maand Jauuarij voor de Militie te doen inschrijven. Aldus vastgesteld bij Burgemeester en Wethouders van Schiedam, den 5 December 1882 en afgekondigd den 23 December daaraanvolgende. Se Burgemeester, P. J. VAN DIJ1C VAN MA.TKNESSE. l)e Secretaris A. W. MULDER. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Schiedam, brengt ter kennis yau de ingezetenen datop Maandag den 2& December eerstkomende, zijnde de Eerste Kerstdag, van des middags 12 tot des "namiddags 2 «re, aan het Bureau van den Burgerlijken Stand gelegenheid zal worden gegeven tot het doen van aangiften van geboorte en overlijden. Schiedam, den 20 December '1882. De Amltenaar voornoemd C. J. LONCQ. Aan hot Commissariaat van politie zyn ais op, straat gevonden'aangebracht een lederen ceintuur, een grjjs konijn, een bont schort, een gehaakte wollen kinder kamer eu een lot in de gcldleenlng van liet paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. ~J1- Schiedam, 23 December 1882. Met klagend geluid, jaar in jaar uit even eentonig, hoort men sedert eeuigen tijd den rondventer van Van Zwaaineu en Thompson's almanak voor het jaar onzes Heeren Jesu Christi 18S3 op onze strateu. Wat ook verandere of verkeere, deze almanak, metz'p perkamenten omslag, metz'yn twaalf vignettfeu, die we toen we nog kinderen waren, uitknipten, als de almanak had uit gediend; met zijn zwarte en roode letters, zyn mengelwerk, en zijn korte kronijk, sedert jaren aanvangende met het jaar 1849, deze almanak verandert niet; .hij trotseert den tydgeest, hij blijft, trots alle mededinging - op dit gebiedde vraagbaak van boer en burgerman. Wanneer verscheen toch wel de eerste almanak? Er is beweerd, dat na den Bybèl de almanak het oudste boek der wereld is;,. maar dan zyn de almanakkeu van verscheiden» eeuwen verloren gegaan; tenminste men vindt geen exemplaren, die vroeger dan in de vijftiende eeuw uitgegeven zyn. Opmerke-, lgk is liet feit, dat reeds in dó oudst bekende." exemplaren de heilige dagen der Roomscfi-. Catholieke kerk met roodo letters werden aangegeven. In een tijd, dat de sterren gerekend werden invloed op der menschen lot uit te oefenen, deden de almanakken druk.aan.da.atenren-i, wichelarij. Zoo heette het in een zeer ouden almanak, dat in de ure, als de planeet Saturnus uregniert, het niet guet en is bloet te laten noch medicijn le nemen'.'. »In die ure als Jupiter regniort mach men huwelicken maecken. Die onder Venus wordt geboren, is ousuver van leven, schoon van oogen en de van wyubrauwen, vollyerich, myddelbaer slatuer, waelsprekende, lustich, vol vrouden (vermaak,) syugen, dansen en do al dat daar ivysende is begerende en de oèck alle spoelen van luyten en de herpen", enz. Wat we van de verwachtingen omtrent een nieuw jaar bij de oude Germanen lezen, die in den jaarsnacht op een ossehuid buiten hun woning gingen zitten, om af te wachten, of er .ook een vlaag van den heiligen Noorder- mi? blijft er dus bij, gij wilt mij alleen Vertrekken? vroeg de vader, terwijl hij fc!yrouw.;misnoegd aanzag. |2ijn dochtertje stond aan zijn knieën geleund, o.igen tot hom op, en glimlachte hem fflMlEjg.'too. Ilij legde haar de beide handen M^t'Koèifd,/;streeltle oh strookte haar do bruine gjendo^hnren, en sloeg tóen zijn'donkere blik— j^jvylédér ^°p zijn jonge vrouw, die mèt alle l^teek'eneh vaii vermoeienis eh uitputting, bozig ^ceen;koffertjo te pakken. ^^{•Maar antwoordt mij dan toch, Marie!.her- jcï'-.hijWilt gij dan volstrekt te Parijs ^ijvpn, °n corst morgen bij mij koincn? Wilt Plfinet do kleine.alleen naar Hfivre roizen? moeite hief de jonge vrouw zich op een te ym den grond, on zag liem mot doffo oogen T-* a';V.L Ik kan niet meer, Martin! waarlijk niet zeide zij, en 't sproken kostte haar moeite. 't Is nu al racer dan vier-en-twintig uur geloden dat wij uit onze woning gingen, en ik heb in al dien ':d nog niet gezeten. Nu nog een nacht in den spoortrein doorbrengen, daar zie ik tegen op Laat mij hier uitrusten, één enkele nacht, en dan moosten wij morgen samen gaan. Waarom dat niet? Wel, omdat hot niet kan! riep hij uit, stond op cn liep 't bekrompen kamertje in'tllötel Garni op'en neer, waar zij hun intrek genomen had den. Men. gaat maar zoo niet klakkeloos naar Amerika! Eerst moot men plaatsen neinen en de boot zien. Maar wij bobben onze plaatsen immers al besproken? antwoordde zij op zachten toon, terwijl zij het koflbrtje sloot. Wel mogelijk 1 Maar weten we dan al of zij goed zijn? En bovendien ik heb nog allerlei, benoodigdheden in 11Avre te koopen, die ik hier niet zou kunnen krijgen, al liep ik er den gan- schen dag om. Daar heeft men dat alles in een; ommezien te keus en te keur,... Zij zijn er daar op ingericht om de landverhuizers te voor zien. Ilij hield op. Wéér had zijn kind liet aan vallige kopje zachtkens onderzijn arm weten te schuiven Zij sprak nooit als haro ouders in woordenwisseling waren; zij wist dat zij hot onsveder voorbij moest laten gaan, maar traclitto van tijd,tot tijd door eon liefkozing totbedaron te brengen wie van tweeën het driftigst scheen. Nu was 't haar vader. Hij boog zich tot haar en omhelsde haar werktuigelijk. Zog mij de waarheid, Mariehernam hij heftig, gij zijt mij moede, gij zijt hot leven moede dat wij leiden, gij zijt alles moè 1 Moede ben ik, dat 's waarantwoordde zij, maar u niet, MartinWij hadden elkander hartelijk liof toen wij trouwden, en ik heb u nog lief, ondanks. Met een driftige beweging viel hij haar in de rede Ondanks al mijn gobreken, mijn verkeerd heden, wilt gij zeggen, ondanks de.lichtvaardig- licid waarmee ik 't geld dat gij ton huwelijk meebracht, mijn spaarpenningen, dc erfenis van mijn vader, alles in een woord, heb zoek gemaakt.' Ik weet wat ik van uw onderwerping, van dat; sondanks" te donken heb. ik weet hoe gij. uw verwijten inkleedt Marie wende 't hoofd af, te veel uitgeput om hein te beantwoorden. Ilij hield den stroom van bittere woorden, die over zijn lippen dreigden te vlooien, terug en ging op minder norschen toon voort: Ik ben ongolukkig geweest, to good van vertrouwen, ik heb .mij om den tuin laten loiden cn uitkleeden door ellendelingen dat erken ik Maar, nu wij alles verkocht hebben, Marie, nu wij naar Amerika zullen gaan, waar ieder die een goed'hoofd heeft, die werken kan en werken wil, fortuin kan maken, moet gij ook niot zoo verdrietig, zoo neerslachtig wezon, u niet zoo tegonovor mij als een lovend verwijt van vlecsch en been aanstellen Ik hob ook al mijn moed wel noodig, geloof mij En nog wel voor twee omdat gij allen moed mist! Hij viel op oen stoei néér, zij ging naar hem- toe en vouwde do bleeke lmnden op zijn schouder» -w?ï

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1882 | | pagina 1