Binnenlandsche Berichten.
Gemengde Berichten.
nyden, en beschouwen carrière-malten weldra
als het hoogste. Het bewonderenswaardige in
Erasmus is dat, toen in vervolg van tijd zyn
bestaan eenmaal verzekerd was, de aanbie
dingen van Koningen, Keizers en Pausen,
stelselmatig door hem afgeslagen zyn. Door
de ondervinding geleerd haatte hij eenearmoede
die tot bedelen doemt, eene afkomst welke
aan het platburgerlijke vermaagschapt. Maar
a'ijn edel hart en zyn groot verstand behoed
den hem voor de dwaling, in de eene of de
andere richting aan het uitwendige meer te
hechten dan het waard is. Zij heeft hem
diensten bewezen, de Nederlandsche schooiers-
wereld uit welke hy voortkwam. Het gemeene
klooster-zelf is hem eene weldadige leerschool
geweest."
Erasmus was in de wieg gelegd, zegt Huet,
voor leermeester van Noord-Europa met de
pen. Maar... het schrijversbestaan was lang
niet gemakkelijk te vinden, in een tijd, toen
de boekdiukkunst nog in haar kindsheid was.
Toch heeft Erasmus, de arme, zevenduizend
dukaten kunnen nalaten.
"We kuuneu niet anders, of de schoone
bladzijde meedeelen, die Huet in zijn werk
tOo mensch kundig hieromtrent tepas brengt:
ïlleeft Shakespeare het zaliger gevonden
een huis en een inboedel te kunnen koopen
Of was Erasmus gelukkiger iets te kunnen
nalaten? Een testament te kunnen dikteeren
{tan een notaris?
Wie zich eene voorstelling wenscht te
vormen van hetgeen, toen het zonnetje van
den betrekkeljjken voorspoed nog door moest
breken, Erasmus in zijne jongelingsjaren uit
gestaan eu geleden heeft, denke zich een man
als onzen voortreffelijken land- en ouderen
tijdgenoot Groen van Prinsterer (sommige
portretten van Erasmus en sommige van
Groen vertoonen oen zweem van gelijkenis),
en vrage zich hoe het zulk een fijn be werk
tuigden geest in een tenger lichaam te
moede zou geweest zynzoo hij gedurende
de eerste veertig levensjaren met eene ge
meene soort van armoede had moeten wor
stelen? Te moede, ondanks het gunstig verschil
tusschen de maatschappelijke toestanden en
hulpmiddelen- in de eerste helft der 10de
eeuw en de laatste helft der 15de. Ondanks
het stammen uit een met onderscheiding
bekend geslacht, en het niet schrijnen ofknagen
van als èen stigma beschouwde kloostergelof
ten. Enkel onder het dagelijks stuiten vaneen
groot verstand op eene botte omgevingvan
een gevoelig hart op de algemeene onverschil
ligheid; van uitgezochte kundigheden op eene
onwetendheid van de ruwste soort. Onder het
botsen, in déu woord van een schuw en stil
ideaal op het walgelijke eener werkelijkheid,
die, nachtmerrie bjj dag, zulk een geest
bovenal van eene lompe en luidt uchtige
paardenmarkt doet droornen.
Voor alle mannen met buitengewone gaven
die als vondelingen in liet leven geworpen
worden, is de wereld eene harde leerschool
het hardst voor mannen met een vrouwelijken
aard, op wier genie de tegenspoeden, welke
andere karakters louteren of sterkende
werkiDg van een hagelslag doen.
Het hangt samen met het bijzondere in
Erasmus dat de teleurstellingen zjjner lange
leerjareu niet in staat zijn geweest zijn humeur
te bederveu, at prikkelden zij in hooge mate
zjjn ongeduld. In eene eeuw toen alle mensehen
ia alle dingen met heftigheid partij kozen,
en men geen goed burger scheen te kunnen
zijn zoo men niet wit of zwart, vierkant
vóór of vierkant tegen was, wist hjj met
ongeëvenaarde geestkracht zich voor uitersten
te hoeden, en, gelijk hij tot een werelddeel
het woord richtte, een werelddeel te staan. De
Lutheranen hebben hem verweten onveibeter-
Ijjk Roomsch, de Roomschen meer dan een halve
Lutheraan te zjjn. Humanisten hebben hem
gehavend als een afvallige en theologen wegens
zijn humanisme hem uitgemaakt voor een
libert'ijn. Een filoloog heeft hem gescholden
wegens zjjn berispen eener cicerouiaansche
latiniteiten zjjn roem was Latjjnsclie
brieven te kunnen schrijvenfraaier dan
sedert Cicero iemand in Europa gedaan had.
Een Paus aanvaardde de opdracht vau zijn
Nieuw Testament, en een Pausgezind Keizer
liet door dienaren der inquisitie de exemplaren
ophalen eu vernietigen. Tijd- eu landgeaooten
van hem zijn levend verbrand wegens het
voorstaan van meeningen die ook de zijne
waren; en hij zelf zou al zjjn meeningen ver
loochend hebbeu, liever dan ééu zijner mede-
n'ieuschen op het schavot te brengen. Geboren
Nederlauder, was hjj tegelyk een geboren
kosmopoliet. Voortgekomen uit het volk,
haatte hij noch het volk, noch de burgers,
noch do edelen. Gehoorzaam zoon der Katho
lieke kerk, was hjj onvermoeid in het plagen
harer bestuurders. Oukuudige monniken waren
het schrikbeeld van den gewezen Augustjjuer
doch hq voad de Lutheische hagepredikeis
geen aanwmst voor de beschaving. Gekroonde
hoofden vereerden hem met hunne vriend
schap; toch ontsnapte zelfs de diagers eener
driedubbele niet altijd aau zijne kritiek. Hij
was misschien de vvysste man van zijn tijd
eu zou blijven leven als type van den lofrede
naar der dwaasheid.
{Slot in het volgend nummer.)
SCHIEDAM, 8 Februari 1888.
Door Z. M. is aan onzen stadgenoot den
heer A. Rosman, thans koopman te Brussel,
verlof verleend tot het aannemen van het
ridderkruis der orde van den Heiligen Gregorius
den Groote, hem den 22u Jan. '1878 door
wjjlen Z. H. Paus Pius IX geschonken.
De Minister van Oorlog; gezien's Kouings
kabinetsrescript van 31 Januari 1883 uo. 1,
betreffende het lol waardig gediag der troepen
bjj het op '19 Januari 11. plaats gehad hebbend
onheil nabij Muiden; brengt, krachten» de
daarbij verleende machtiging, ter algemeene
kennis:
lo. dat aan de troepen uit het garnizoen
te Naarden en in het bijzonder aan het
detachement vesting-artillerie te Muiden en
aan zjjn kommandant, den 2en luitenant,
Jhr. F. W. A. baron Van Asoeck, die met
dat detachement het eerst ter hulpe naar de
plaats desonheils gesneld is Hoogstdeszelfs
bijzondere tevredenheid kenbaar zal worden
gemaakt over den ijver, de voortvarendheid
en het oveileg, waarmede zij, by voorschreven
gelegenheid, tot wering van verder onheil,
bijstand hebben verleend;
2o. dat die tevredenheidsbetuiging bij leger
order ter kennis van de laudmaeht zal worden
gebracht, en dat daarvan verder, ten aanzien
van genoemden 2en luitenant en van het
detachement ouder zjjn bevel, aanteekeuingen
in de stamboeken zal worden gehouden;
3. dat aan den luitenant baron Van Asbeck,
die zich, bij de gelegeuheid bovenbedoeld, bij
zonder heelt onderscheiden, door hem Minister,
namens Z. M., een beschikking zal worden
uitgeieikt, waarbjj hem, onder erkenning van
de door hem bewezen diensten, ter zake van
die diensten, 's Komngs tevredenheid wordt
kenbaar gemaakt;
4. dat aan de onderofficieren en mindere
militairen van het garnizoen te Naarden eu van
meel bedoeld detachement, die op'19 Jauuari li.
ter voorscrireven plaatse dienst hebben verricht,
een nader door Z. M. te bepalen geldelijke be-
looniug zal worden toegekend.
De heer G. Adolf geeft in het D. v. N~.
eenige beschouwingen naar aauleiding van
het dezer dagen in ons blad opgenomen adres
vau de Rolterdamsche Slachters-vereemging
aan den Minister van Binnen). Zaken over
de bestrijdiug van longziekte in 't spoeling-
district.
Hij noemt de vrees voor bedreiging van
onzen veestapel overdreven en redeneert al
dus In het spoelingdistrict kan men het vee
op 5000 stuks schatten, hoofdzakelijk be
stemd voor de vetmakerij, zoodat herhaalde
verwisseliug van vee plaats heeft. P.ekenende
op diiemaal verwisselen in één jaar kan men
het aantal, dat in een jaar met het spoehug-
district in aamaking komt, veilig schatten
op 15000 stuksdaarvan werden in 1882 664
stuks afgemaakt, als slachtoffers van de long
ziekte of de verdenking er vau. Onder die 664
runderen waren natuurlijk aangetaste dieren,
tegen welker afmaking geen bezwaar kan ge
maakt vyorden, daar bijgevoegd die welke zeer
zekernangetastzoudeuzyn, daaraan de besmet
ting toch wel eenige invloed niet zal worden
ontzegd, dan komt men tot een cjjfer van 500
stuks, die slechts- uit voorzorg onteigend en
afgemaakt zjjn.
Wat zegt nu 500 op 15000? iuept de heer
A. uit, en iioe kon men spreken van uitput
ting van ouzen veestapel te meer daar het
bijna uitsluitend slachtvee is? Neem ook iu
Marcelle sloeg haar de armen om den hals,
vroeg niet meer, on nam overgelukkig met madame
Jalin den terugwog, naar huis aan.
- xiy
De tijd der vaeantio was daar, en mademoi
selle Louise Favrot, trotsch op haar leeftijd van
vijftien jaren, in de moederlijke woning teruggo-
këerd. Zij was nog altijd wat schraal van figuur
maar haar gelaat beloofde wel wat goeds, hoewel
de uitdrukking toch, naar allo waarschijnlijkheid
altijd iets schérps zou blijven behouden.
Marcelle had Louiso's terugkomst met blijd
schap tegemoet gezien. Haar rein kinderlijk liart
had nog geen begrip van boosaardigheid, en
Louise was voor haar nog altijd haar eorste wel
doenster. Toen 't opgenomen kind haar pleeg
moeder n madame" was gaan noemon, waardoor
zij. zooveel ergernis gegeven had, was dit niet
uit eenig boos opzet, uit koelheid of ondankbaar
heid geschied: zij had hot in alle oprechtheid
gedaan, meenende dat, was madame Favrot haar
moeder niet, zij haar ook niet langer zoo noe
men moost.
Zoó als 'madame Jalin te recht voorzien had,
Logon Louise al zeer spoedig het huis te klein
te vinden, en in de eerste plaats haar kamertje,
waar tot dusver ook 't ledekant van Marcelle
gestaan had. Marcello moest dus verhuizen, en
kreeg haar slaapplaats in een donkor, zeer be-
kronipon vertrekje. Toen Louise 't rijk weer al
leen had, vleide zij haar moeder zoolang, totdat
zij, de beurs mocht schraal zijn of niet, een
nieuw en keurig lcdekant kreeg. Marcelle merkte
dat alles niet alleen op, maar ondervond het
verschil, dat tusschen haar on Louise gemaakt
werd, dieper en dieper, cn zij kreeg een grievend
besel van haar minderheid. £lken dag zag zij 't
meer in, dat haar jonge leven niet veel hoop op
boter toekomst gaf. En had zij 'tnict uit zich
zelve gevoeld, Louise zou 'thaar door haaron-
aanmerking, dat het spoelingdistrict maar egjv
zeer klein deel van ons laud isZuid-Hojfasd
(het tweede vee-centrum van ons land) woidt
geschat op 198,000 stuks vee; Frieslam! op
205,000.
Ook de grief dat de regeering zich door
den verkoop van de afgemaakte doch niet aan
getaste runderen op particulier terrein beweegt
telt de inzender gering; 500 runderen250
Kg. elk, geven '125,000 Kg. vleesch. Aange
nomen zelfs dat dit alles iu Rotterdam, werd
verkocht, dau is het nog geen Eg vleesch
per hoofd.
Ten slotte zegt de heer A. Ik ben geea
tegenstander vau inenting, maar wel van de
wijze waarop zij is toegepast. Zoolang als ik
mij de zaak der longziekte-bestrijding by het
vee heb aangetrokken is de inenting nooit
toegepast zooals zulks behoorde gedaan te
woiden, noch heeft de coutroleeriug der
resultaten van dien maatregel gedeugd. Mocht
gij daarvoor de bewyzeu vei langen zoo hebt
gij mij deze slechts te vragen.
Adressanten spieken ten slotte den wensch
uit, dat de Minister zal bepalen: dat alleen
het aangetaste rund zal worden afgemaakt,
Ik geloof dat men thans een veel te zuiver
standpunt voor de bestrijding der longziekte
bij 't vee heeft ingenomen, om het bij den
eersten den besteu aanval te verlaten. Radi*
kaal is de wijze van de tegenwoordige be*
stiyding der ziekte, radikanl ja, liianr zonder
schandelijk te zijn. Men heeft bij de toe
passing der inenting, zich niet ontzien mensch*.
onteerende maatregelen te nemen; thans heeft,
er niets onverantwoordelijks plaats. Wil men
dus den Minister bewegen tot de loepassingi
van andere maatregelen over te gaan, laat
men dan beter motieven daarvoor aangeven'
dan de leden der R. S. V. iu het bedoeld'
adres gedaan hebben.
Volgens gisteren uit Batavia ontvangen
depêche, heeft ile Gouvernemeiits-koffieoogst-.
van 1882 op Java bedragen 1025000 pikols.(R,)'
Door den opera-directeur Poliin te Hamburg
moeten, volgens de Duitsche bladen, dezer
dagen aandeden in de opbrengst der stem
van den tenorzanger Bötel uitgegeven zijn
tot een bedrag van 50,000 Mark. Tenor-actiën.
Dat is toch wel iets nieuws iu de geld wereld!
Hedvvig Reicher Kiiuiennann lijdt te Brussel
aan typhus. Haar toestand is zorgelyk eu
behalve haar oudere zuster moeten de doctoren
bij haar waken.
Correspondentie met de maan. Een advocaat;
die onlangs te Pest gestorven is, heeft aan
de Ilongaarsche academie 200 ducaten ver'
maakt, welk bedrag als prijs moet dienen
voor de volgende prijsvraag, door de acade
mie uilteschiyveu, nl. shoe de bewoners
vau de aaide mot die van de maan zouden
kunnen coi respondeeren."
ophoudelijke schimpscheuten wel hebben doen
gevoelen. Do kostschool had haar een vornisje
van uitwendige beschaving gegeven, maar tevens
hot minder goede in haar meer ontwikkeld, dan
hot goede. Zij had grooto gedachten van zich zelve
gekregen, en in gelijke mate geringschatting van
anderen, althans van hen, die zij als haar minderen
beschouwde. Marce' o rerd dus alles behalve
gespaard; zoo moest z',iren, dat zij een grooten
mond had, dat haar linauen grof, ruw en niet om
aan te zien waren, 'dat zij eigenlijk heel leelijk was
en velo dergelijke lieflijkheden meer. Marcelle liaJ
er leed van, dat zij zoo was, maar zij kon erniets
aan veranderen, on berustte er zuchtend in. Spoedig
evenwel maakte Louise't veel erger en grievondei',
toen zich haar ondeugende kritiek niet langer
tot het uitwendige, doch nu ook tot de teederste
gevoelens dos harten, en haar karakter uitstrekte.
Maar toen was ook do grens bereikt, van 't geen
Marcelle gelaten dragen kon. Voor 't eerst kwam
de gedachte aan verzet in haar op, nog wel zwak,
maar toch levendig genoeg, om, werd de uittar
ting to sterk, daad to worden.
Gij moot mij niet langer zoo gemeenzaam
toespreken, zei Louise op zekeren morgen, en
zeer nit do hoogte. Dat hebt gij gisteren gedaan
in liet bijzijn van vreemden, en ik wil niet dat het
weer gebeurt.
Marcello word rood als blood, en antwoordde
Ik zal 't onthouden.
*t Ontging Louise niet, dat Marcelle van klem' -
verschoot, en op geheel 'ongewone toon sprak.
We! zoo! hernam zij schamper, 't schijnt if;
niet te bevallen wat ik zeg maar 't blijft:
gozegd, en ik zal u manieren loeren.
En daarmee ging mademoiselle Favrot, zonder'
Marcello verder met een woord te verwaardigen;
heen, en neuriede een nieuw airtje. De arme -
wees zag haar met con smartvolle» blik na schudde -
'tl.oofd treurig, en ging met haar werk voortl|
het schoonmaken der kaïner van haar plaaggeest!
Wordt \cruolgd.)