Maandag 5 Maart. 5651. euilleto n. VERLOREN. 1883. m - Z ©ven ©n Derti 'g"s te Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. m. lam. jt n SiBONNHMKNTSl'ltlJa, |iül kwal timl Franco per post, door hot gehcele Rijk j i.85. - 2.50. J Afzondtnlijke nommeis- 0.10. H li iS. 15 A liDfAUK T^ÜET/ l2 4. Advertentieprijs: vau 1—-10 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10. Iedere gewone regel meer- 0,10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Bydczc Coiiiant behoort een Bijvoegsel. Schiedam, 3 Maart 1883. Het votum, door de Tweede Kamer der Staten-Generaal verledeti Maandag uitgebracht, om niet te behandelen het ontwerp op den census, dat aan ons Vaderiand eenige duizen den kiezers zou bezorgen, heeft ten gevolge gehad, dat het Ministerie collectief outslag aan Z. M. den Koning heeft gevraagd. Opge treden onder de leuze een Ministerie van zaken te zullen zijn, heeft het in de eerste tijden van zijn bestuur zich met tact aan die leuze gehouden en aan ons Vaderiand ge wichtige diensten bewezen, zulke diensten, dat, ais eenmaal de geschiedenis der Ministe- riën ua 1848 wordt geschreven, en de prnc- tische resultaten van elk daarvan wordt be cijferd, het Ministerie Van Lijnden lang niet op do onderste t ij koinl te staan. Maar het Miuisteiie heeft dien weg verlaten na de laatste crisis is het opgetreden met de leuze: jpolitieke hervormingen" en toen kwam de zwakheid aan het licht. Een Ministerie als dit, hetwelk zich waarschijnlijk nu wel niet meer zal laten vinden om de teugels van het bewind op te nemen, gaat niet heen of het wordt druk besproken, niet het minst in de periodieke peis. liet Vaderland geeft niet onduidelijk te kennen, dat o. a. do Minister van Binuen- landsclie Zaken een der voorname bewerkers is geweest van den val vau het kabinet. De Minister van Binneiilaudbehe Zaken deed aan een politiek, die men van te voien weten kou dat schipbreuk zou lijden, terwijl hij door zijn houding de vrienden van het Minis terie ontstemde, zonder de tegenstanders te winneu of te ovei tuigen, Zoo kou het hei- boien kabinet wel geen lang bestaan hebben.'' De twee laatste Minisleriën dragen naai' den samensteller en den leider der politieke richting van het kabinet den naam van den premier; doch let men op hetgeen beide Minisleriën, het eerste en het hei boren kabi net Van Lijnden, werkelijk tot stand hebben gebracht, dan zullen de namen van de Ministers Modderman en Klerck beter dan de geijkte doopnaam van de Minisleriën aan duiden welk, nut de Mioisterieele periode van 1879 tot '83 voor ons land heeft gehad. Voor den Minister van Justitie is helzeer te betreuren, dat hij niet de voldoening mog smaken, die hij zoo ruimschoots voor zijn omvangrijken jarenlangen arbeid verdiend heeft. De wetsontwerpen voor de "invoering van het nieuwe strafwetboek, het grootste weik dat onder deze Regcering tot stand kwam, zjjn alle gereed; zij zijn voor een deel reed3 ingediend, de andere liggen ter indiening bij de Tweede Kamer gereed. De gevangenis- bouw is verzekerd eu vrij stellig is het tijdstip reeds te bepalen, waarop de uieuwe straf wetgeving zal kunnen in werking treden. De Hijd drukt zich forscher uit, eu zegt: Indien het Ministerie ua het votum der Tweede Kamer, mocht verdwijnen, zullen wij het niet weenend nnstaien, ofschoon een crisis op dit tijdstip, nu de verkiezingen op handen zijn, ons niet zonder groot politiek oDgerief schijut. Maar het votum, op zich zeiven beschouwd, heeft onze volle sympathie. IJet was niet de stok uil iiet spieekwooid, dien iemand, die slaan wil, overal gereed vindt. Het was wel degelijk een welverdiende kastijding, welke onze bewindslieden hebben ondeigaan." Hel blad wijst er verder op, hoe weiuig ernst het den Minister van Biimenlandsche Zaken was met zyn ontwerpen tot kieswet- herzieniug. Wat do heer J lord ijk voorstelde was niet voor het Staatsbladhet was voor de prullenmand bestemd! Be Tijd eindigt zijn beschouwing met een ware, goed geschetste teehemng van onzen 29. Zonderling! zei juffrouw IJermino: Hoe komen wij op eens zoo ernstig 't Is of wij op 'tpunt stonden to - scheiden Ik heb. u daar- aven toch niet van 't onderwijs, afgeschrikt, wil k hopen? Gij blijft de lossen toch voortzetten? Wel zeker! NatuurlijkNiets ten halve; •en ik herhaal: 'tzijn de gohikkigsto uren van mijn ganschen dag! Daarop vertrok hij. Toen Irj den tuin door liep, keeide hij zich nog oens oyi. Juffrouw Hormine en Marcello waren voor 'traam blijven »taan om hem na te zien. llij grootte nog eens ■toet de hand en verwijderde zich. Toen Rose den volgenden morgen met den ■hengselmand aan den arm 't liok uitging om do s><> dagolijksche provisie in to koopen, zag zij eon rijtuig voor 'thuis der familie Bréault staan. De meid legde er juist een valiesje en een reis deken in. Hebt ge een logeergast gehad vroeg Rose. Neen, dat niet; was 't antwoord, maar mijnheer Robert gaat naar Nice. Op 't zelfde oogenblik kwam hij de deur uit. Ilij hield een telegram in de hand, pas ontvangen. Oeh, Rose! woes zoo goed, en laat hot aan juffrouw Hoi mine lezon, dan zal zij alles be grijpen 'K Heb geen tijd om afscheid to nemen. Groot lmar van mij en Marcello ookl En wanneer komt mijnheer terug? vroeg Rose. Ilij haalde de schouders op. Do tranen ston den hem in de oogen. Ilij stapte in, en 't rijtuig verwijderde zich snel. Rose keerde op bare voetstappen terug om dadc'ijk aan zijn verzoek te voldoen, on sloeg een blik op het telegram; pölitieken toestand, waaruit we nog maar niet kunnen geraken. Do Standaard spant in scherpte de ki oon het spreekt niet van een slag maar van een schop, in minachting aan een karakterloos kabinet toegediend. Het spreekt verder van den kliek der Uberalisten; zjj hebban Van Lynden gebruikt en Van Lynden heeft zich laten gebruiken, zoolang zy het spijbelen liefhadden. Nu zij weer lust voelen om zelf de handen uit de mouwen te steken, wordt Van Lynden op zij gezet! Of ze waar is, die schildering, dat zal hopen we spoepig blijken. Zullen.de libe ralen het roer in handen nemen, of is een Ministerie Heemskerk te wachten Be Am sterdammer, hel nieuwe blad, verklaart zulks niet te weten, en betreurt daarom het heen gaan van het kabinet, terwijl nog altyd elke openbniing van een beter politiek leven afwezig is. In de vragen des tiids voor Maart, bespreekt Dr. 6, C. Steijnis het voorstel Vermeulen tot "wyzijging van de artikelen 56, 61 en 65 der wet op liet lager onderwijs: De wiskunde als vei plicht examenvak bij de hoofdonderwijzers- examens te doen wegvallen, en vervolgens de acte, welke de bevoegdheicTverleent tot het ge ven v au onderw'ys in vreemde talen, niet langer afhankelijk te stellen van het bezit van de hooldonderwijzeisacte B., maar alléén van de onderwijzersacte A. Dit voorstel geeft Dr. Steijnis aanleiding tot het volgende betoog: Goed voorgaan doet goed volgen. De wet vau 17 Augustus 1878, tot rege ling vau hot lager on der wijs, is niet zonder veel smarten ter wereld gebracht. Na haar geboorte door velen als een gebrekkige stumper, tot niets goeds iu staat, minachtend beschouwd eu bejegend, wil men haar reeds nu een tweede opeiatie doen oudeigaan. »Yader aanval van beroerte gehad. Moeder zeer verergerd. Kom dadelijk." Rose schrikte, en juffrouw Ilermine niet min der, toen zij de Jobstijding vernam, die haar de voorbode van een samenloop der treurigste omstandigheden scheen te zijn. XXIII. Een ongeluk komt nooit alloen, zegt hot spreekwoord. En werkelijk, or zijn tijdperken in ons leven, waarin allerlei rampen tegelijk sclainen te komen. Was een ongelukkige afloop bij madame Brcault te voorzien, bestond er ook al ongerustheid, dat haar echtgenoot op geen lang leven te rekenen lmd, de slag, die hem nu trof, kwam geheel onverwacht. Toen Robert to Nice kwam, zag hij zich dus dadelijk tusschcn twee ziekbedden geplaatst. Zijn vader was geheel buiten kenniszijn moeder Niet om haar daarna genezen en gezond ta laten voortleven, o neen! het einde moeten zal zijn de dood, Maar, omdat die dood nog we! een poosje op zich kan laten wachten zy, naar wier dood men zit te springen," leven soms het langst begint men maar vast aan hare vivisectie. De een wil hier wat villen, een tweede wat kerven; ver moedelijk in de hoop dat al die operaties en amputaties het einde zooveel mogelyk zullen verhaasten. De heer Mr, Lohmau ging voor. De wet was nog maar ruim drie en een halfjaar oud, toen die afgevaardigde' voorstelde, den 6den Maart 1882, om voor de eerste maal te opereeren. De meerderheid zijner ambtge- noolen volgde na onderzoek dit advies, en den 29sten Juoi daaraanvolgende was de kunstbewerking in de Tweede Kamer vol bracht. De Eerste Kamer, in consult geroepen, keurde de handelingeu des eeisteu heelmees ters goed, den 7den Juli van hetzelfde jaar. En de heer Dr. Vermeulen volgde. Want maar even vier maanden na laatstgenoemden datumden 9den November, kwam deze dokter, najjverig wellicht op het succes van zijn collega, met een nieuw operatie-vooisteL Had de heer Lohmüu het mes gezet in liet hoofd der wet, in artikelen 4 en 5, Dr* Vermeulen wil het nu eens met dun romp probeeren en artikelen 56, 61 en 65 onder handen nemeu. Geen wonder wanneer, hoe wel nog onzeker of deze tweede kunstbe werking zal doorgaande verschoppeling reeds nu vol angst uitziet of wellicht een derde heelmeester al op hare beenen loert," om daarop zijne kunst te veitoonen. Vol angst, omdat de chirurgeu zich soms zoo hardvochtig over'baar uitlieten, zoo meèdoo- genloos spraken over haar dood, en zij het dus weiuig vertrouwt als de heeren, onder het aanzetten van de messen, allerlei fraaie praatjes beginnen te houden. verzamelde ai haar krachten om met hem t% spreken. Wat hebt gij aan Jules gezegd was sen barer eerste vragen. Nog niets. Ik wist niet boe ik 't hier vinden zou, en toen dacht ik, dat het beter was hom op 't oogenblik nog rustig op 'tJycée to ia ton. Weet hij niets van uw vertrek? ff Neen, maar wij kunnen hier nu telegrafeercn. Zoo geschiedde, maar het telegram werd aan juffrouw liet mine gericht, met verzoek oni Jules, die juist dien dag, Zondag, als naar gewoonte^ bij haar zou doorbrengen, de droevige berichten mee te deolen. 't Was een treurige Zondag! Juffrouw Ilcrmint had zich van hare taak zoo voorzichtig mogelijk,, gekweten, Jules trachtte zicli groot te houden, Marcello poogde haren vriond to troosten, maar de indruk was te diep, het medegevoel te groot, en de stemming was on bleef s.jii.bcr. V.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1883 | | pagina 1