n
10
Per Telegraaf.
Landbouw en Veeteelt.
r voofjj.
ater
ossa
voor
ten)
oor-
otjff
cht.
uize
ate.
vee
ind.
niet
iad,
imV
ode
I.
oa|?
ibe-
mr-
en-
elt,
ef
u vt
ord
oor
nüf
ii ik
den
ens
eft/
is.
bet
M,
sen
"v'per week,1 welke haar te Amsterdam berden
'uitbetaald door mevr. Hoetink en te Botter
dam door mej. Van Zutphen, namens haar.
Get. was geheel belast met de verzorging van
het kind. Jaanlje bemoeide zich daarmede
zeer weinig. Van gevoerde onderhandelingen
met den heer Bosch weet zij wel dat die
plaats hadden, doch iets bepaalds wist zij
daaromtrent weinig mede te deelen, Wel
wist zy dat Bosch, die in het Badhötel lo
geerde, bijua dagelijks op -de Leuvehaven
kwam. Zij zag ook herhaalde malen dot
Jaantje Struik de juweelen van Bosch droeg,
doeh of hij ze des avonds weer medenatn,
wist getuige niet. Op den dag van den dief
stal zag get. omstreeks 8 uur in den mor
gen iemand voor het bed van Jaautje zitten.
Zij zagniet wie het was, doch Van Zutphen
zeide haar later dat het Christen was. Get.
weet echter zeker dat het niet de 18- A 20-
jarige jongen was. Hoelink was toen in het
Badhótel. Jaantje Struik liet den man nog
een kop koffie en een broodje brengen, doch
getuige heeft hem niet gezien. Het verzegeld
pakje heelt getuige dien dag ook niet getien,
maar wet eenige van de geschenken van
Hoetink. Jaantje was dien morgen ongesteld,
en ook is de docter er dien morgen nog ge
weest, doch omstreeks elf uur is Jaantje op
gestaan. Op eens brak een hevige scène uit
en riep Bosch: mijn geld ot mijn goed. O
God mijn pakjei
Wie op dit oogenblik in de voorkamer
waren, wist getuige niet. Een oogenblik later
riep Bosch.- »n»n, gij kunt my leddeu" en
op dit oogenblik rukte bij haar het kind af,
waarmede hij later weer is boven gekomen.
Get. heeft ook Jaantje hooren zeggen: sik
kan het pakje niet teruggeven, ik heb het
opengemaakt". Be jongejuffrouw Bosch is toen
buiten kennis geraakt. Wat er precies is
voorgevallen, weet get. niet. Van Zutphen kwam
omstreeks 3 uren terug, das avonds te acht
uren hebben Jaantje en Bosch het huis ver
laten oin zich naar Apeldoorn te begeven om
geld te halen, den volgenden dag kwam bij
Mej. Van Zutphen een brief van Jaantje uit
Apeldoorn. Getuige zag dat de heer De Bruijn
den brief opeischte, doch Mej. Van Zutphen
hem niet geven wilde. Eerst drie weken na
het voorgevallene kwam Jaantje terug. Wat
de verteringen van Jaantje betrof, verklaarde
get. dat zij veel uit rijden ging, altyd met
twee paarden. Nog verklaarde get. dat zij wel
armbanden enz. in beslag zag nemen bij v.
ZutpheD, doch niet den collier die in den
schoen geborgen was.
Besch. Jaantje zegt dat getuige niet alleen
f10 verdiende, maar vele fooien en geschenken
ontving. Ook beweert zij, dat getuige altijd
in de achterkamer was, dus niet kon zien
of er een of twee paarden voor het rijtuig
stonden. Evenmin kon get. weten dat er
maar één man in huis was. Kortom aller
hande opmerkingen die van geen beteekenis
zijn,
Getuige erkent dat zij vele cadeaux heeft
ontvangen en ook dikwijls het rijtuig heeft
zien staan. Op de vraag van advocaat Haas
hoe het pakje uit het bezit van Bosch geraakt
is, kon get, uiet antwoorden.
De volgende getuige is P. Christen, vroeger
schipper, nu koopman te Gorinchem. Be
President maakt hem bij het afteggen van
den eed opmerkzaam dat zyn verklaring in
deze zaak( van groot gewicht was. In 4878
kwamgetuige- rnet Hoetink in kennis, die
tot October 4880 bij hem op kamers woonde,
doch hem toen verliet, daar get. geschil met
hem -kreeg. Door Hoetink kwam getuige in
kennis i met Jaantje, en de familie Van Zut
phen. Omstreeks 15 Dec. 4880 verliet Hoetink
met Jaantje Gorinchem om naar Amsterdam
te .vertrekken en liet hij zijn winkel verloo-
pea. Eenigen tijd i.s, er een bewaker in den
winkel geweest, zonder dat er iets omging.
De man was don ook geen horlogemaker,
maar werkzaam geweest op de suikerfabriek.
i
•In Februari 1882 is Jaantje met juffrouw
Van Zutphen bij getuige geweest, doch sedert
niet meer. Haar broer Gerrit kwam nooit
bij gel. In den avond van den 23 Juli kreeg
get., door tusschenkomst van Van Zutphen,
een briefje van Jaantje. Daarin stond: »Kom
morgen vroeg bij mij. Het za! u geen schade
zijn, doch doet het vast.» Toen getuige kwam,
werd hij door Van Zutphen ontvangen, die
hem bij Jaantje aandiende. Hij kwam in de
slaapkamer bij Jaautje. Deze gat hem een
muntbiljet van f 40 en een kop koffie met
brood. Toen verzocht zij hem of hij haar een
pleizier wilde doen, al. eeu pakje voor haar
te bewaren dat getuige van haar zou ont
vangen. Te 42 uur zou hij het pakje bij haar
komen halen; docli toen kwam hy opstraal
Vau Zutphen tegen, die het hem gal'. Het
pakje was verzegeld en in wit kastpapier
verpakt. Get. heeft toen liet pakje mede naar
zijn huis genomen. Jaantje had getuige nog
verteld dat Hoetink er niets van weten mocht,
want dat het een cadeautje was. Het pakje
medegenomen hebbende, heeft getuige het
in een sigarenkistje zelf bewaaid in zijn pak
huis, om het voor iedereen stil te houden,
zooals Jaantje verzocht had. Iu liet begin van
December kwam Van Zutphen bij get. om
het pakje te viagen, doch daar Jaantje in arrest
zat gaf hij het niet. In den nacht van 20
tot 21 December logeerde Van Zutphen bij
get. en toen heeft hij het pakje gegeven,
onder verzekering van Van Zutphen, dat hij
het pakje zou bezorgen waar het behoorde.
Besch. Jaantje beweert dat zij het pakje
aau Van Zutphen heeft toevei trouwd omdat
zij eenigen tijd uit de stad wiide gaan. Het
briefje waarvan getuige sprak, was bestemd
voor het zoontje van getuige dat haar een
cadeau biacht. Christen is ook niet bij haar
geweest en zij heeft ook met hem niet over
een pakje onderhandeld.
Besch. Van Zutphen bevestigt dat hij op
verzoek van Jaantje het briefje geschreven
heeft en het door zijn zooutje bij Christen
liet brengen.
Op do viaag van den President waarom
zij een waarde van f115,000 aan Van Zutphen
toevertrouwde, met wiens verleden zij bekend
was, zeide zij dat zij nooit waarde in haar
bezit hield, en ook Christen vroeger meerdere
zaken te bewaren gaf.
Getuige Christen ontkende dit.
Besch. Van Zutphen eikent dat hy het
briefje geschreven heeft: dat hij het pakje
aau Christen gegeven heeft en het ook latei-
bij dezen gehaald heeft. Hij erkent dat het
pakje beide malen verzegeld was.
Besch. Jaantje beweeit dat zij geen pakje
aan Van Zutphen gegeven heeft maar losse
juweelen.
Besch. Van Zutpheu houdt vol dat het eeu
vergezeld pakje was.
Advocaat Haas vraagt nader waarom getuige
in December wei, en in November niet het
pakje aan Van Zutphen gaf.
Getuige zegt dat hij in December met de-
boodschap kwam dat hy het bezorgen moest
waar het behoorde.
De Officier vau Justitie en de President
herinneren get. dat hij in de instructie heeft
verklaard, dat Van Zutpheu hem gezegd had
dat hij hem aan het Wolfshoek zou vindeu
ea het pakje geven, en thans heeft getuige
verklaard dat hy bij hem aan huis moest komen.
De volgende get. is Josef Brandei, koopman
te Rotterdam.
De president droog er ten sterkste op aan,
dat hij niets zou verklaren dan de zuivere
waarheid.
In December 4882 is Jools bij getuige ge
komen met de vraag of hij f 25,000 by elkander
kon krijgen,1 dan had hij wat te koop van
f,100,000 waarde. Get. vroeg wat het was,
doch hij zeide: dat zal je later wel hooren.
Later op denzelfden dag kwam Jools terug
met Vau Zutphen en had de voorstelling plaats.
Eenige dagen later vroeg Van Zutphen of
hy het geld by elkander zou kunnen krijgen
waarop getuige zeide dat, als de goederen er
Waren, hy wel geld zou kunnen krijgen. Jools
had hem, wat den aard der goederen betrof,
gezegd dat het juweelen van de millioenen-
juffrouw waren.
De President dringt er nogmaals op aan,
dat get. waarheid zal spreken, herinnerende
dat op valsche getuigenis tuchthuissti af staat.
Op een avoad zat getuige met Van dei-
Heem kaart te spelen, toeu zyn vrouw hem
kwam roepen dat Jools met een »baas» hem
wachtte, thuis gekomen trof hij Jools en
Van Zutphen aan. Hij ging met hem naar
boven, en toen haaide Van Zutpheu een ver
zegeld pakje voor den dag. Hij opende dat
en toen zag getuige de juweelen eu gouden
sieraden. Get, eikent dat hy'begreep waar
hem de schoen wrong, Get/zeide dat ze maar
liever moesten weggaan, en zyn vrouw zeide
nog kind maak ons niet ongelukkig. Laat
ons maar liever blijven wat we zijn.* Zij gin
gen weg, elk afzonderlijk, eerst Vau Zutphen
met de juweelen iu eeu kiant gepakt, en
daarna Jools, deze een armband in de hand
houdende, zeide: ikijk, die heb ik vast ge
nomen.» Get. herkende de steentjes welke
in dien armband gezeten hadden. Jools en
"Van Zutphen, ziende dat getuige met wilde
koopen, zeide; kom dan maar weer om den
hoek, naar de herbeig. Get. sprak over de
zaak met Isak en Dekker, doch ook deze
onderhandelingen slaagden niet. Eindelijk
werd om Consenheim getelegrafeerd, die ook
daartoe overkwam, en ten huize van Isak
Biandel werd daarop door tusschenkomst van
Josef Brandei voor f 300 de koop gesloten,
nadat eerst f 350 was geviaagd, Consenheim
heeft toen dadelijk de juweelen er uitgebro
ken, Daaina heeft getuige aau Consenheim
de losse brillant verkocht, ook voor f 300,
alzoo te zamei f 600. Deze brillant had get.
na de eerste onderhandelingen op zyn kamer
gevonden. Consenheim haalde geld uit zijn
zak en gaf het aan Isak Brandei, die het
voor zich en voor Jool behield, die inmiddels
vertrokken was, na den koop van den arm
band. Getuige ontving f 440 als zijn deel in
de winst van den armband; voor de losse
brillant ontviug getuige eerst f '150, doch
later nog f 50 er bij. Get. heeft aan Isak
Brandei en aau Consenheim gezegd, dat de
steen ten zjjnen huize is gevonden nadat Van
Zutphen vertrokken was. Op Vrijdag 22 Dec.
kwam Van Zutphen by get. toen hij iu bed
lag; hy zei toeu, dat hij dadelijk bij Van der
Heem zou komen. Daar werden toen door
Vau Zutphen de juweelen weer uitgepakt in
tegenwoordigheid vau Vau der Heem, die
toen met Van Zutphen onderhandelde over
den collier, zonder dat hij hem kocht. Wel
heeft Van der Heem 2 armbanden gekocht. Op
veel vragen weet getuige niet te antwoorden.
De President vraagt aan getuige nogmaals
of hij voor-God kan vei antwoorden wat hy
heeft verklaard.
Getuige zegt dat hij dit met een eed voor
God kou verklaren.
Besch. Van Zutphen zegt dat het allemaal
leugens zijn wat getuige zegt. Hij zegt dat
èn Brandei "èn Vau der Heem goede» en
hebben gekocht van hemdat Brandei hem
twee armbanden uit de hand gerukt heeft
en dat, tijdens da juweelen op de biljart
uitgespreid lagen, verschillende stukken ver
dwenen. Van Zutphen nam de rest op en
ging heen.
Besch. Van der Heem verklaart het 15HG
gedeelte voor leugens. Van Zutphen en Bran
dei handelden over juweelen; hij werd wel
herhaaldelijk geroepen maar wilde met de.
zaak niets te maken hebben. Hij heeft noch
voor zich noch voor anderen gekocht. Hij
heeft Brandei renteloos voorschot van f 500
gegeveu en daarvoor in pand 2 armbanden
gekregen.
Get. zegt dat hy de zuivere waarheid heeft
gesprokeu en beschuldigde onwaarheid spreekt.
Consenheim verzekert dat er nooit over
gesproken is dot er juweelen vau de millioenen-
juffrouw te koop waren. Hij heeft zelfs nog
gevraagd of het wel van eerljjke afkomst
was. Brandei heeft toeu gezegd dat hij de
juweelen vau een kapitein had. ingeruild.
Besch. Jools getuigde plechtig zijn onschuld.
Hij zou blind blijven als hy gestolen had.
Hij is zyu toorn niet meer meester, balt
de handen tegen get. Biandel en barstte
daarnd in weeueu uit.
Koloniën.
Batavia, 12 Mei.
Van den Gouverneur van Atjeh en onder-
hoorigheden is onder dagteekening van 4 dezer
via Padang liet volgende telegrafisch bericht
ontvangen
IV Moekims geheel door benden onder Njaq
Hassan bezet; zij veitooneu zicli ook in VI en
IX Moekims. Den 2 Mei tegen benden uitge
rukt; niets gezien, doch bij leiugmarsch be
schoten, Wij kregen 6 gewonden; vijand deed
in zeer gering aantal uitgeleide tot bij Oleh-leh.
Gistereu Oleh-leh aangevallen; vijand met
achterlating van 2 dooüen, '1 geweer, 1 zak
beaumontpatronen en '1 klewang teruggejaagd;
er is gezien dat hij verscheidene gewonden
medesleepte; onzerzijds gewond 2 militairen
en 2 hedeu van Toekoe Nek. Njaq Hassan
zelf heet weder zwaar gewond, doch dit wordt
dezerzijds nog niet gelooid. (Jav. Ct.)
Eergisteren is de Raad van tndie weder
buitengewoon vergaderd geweest, waarschijn
lijk om de Atjehzaken te bespieken.
De resident van Soernbaya bericht ouder
dagteekening vau 2 dezer, dat zich ter hoofd
plaats vau dat gewast onder de inlandsche
bevolking in de laatste dagen enkele gevallen
van cholera voordeden.
Probolingo. Vrijdag den 13 April jl. tegen
42 ure begon de Lamongan onder een dof ge
rommel ascli uit te werpen, die vooral over
het disti iet Gading, zelfs tot aan de grens van
Bezoeki, nederviel. De aschregen duurde tot
Zondag voort en was iu de twee laatste dagen
het hevigst.
De koifie-aanplantigen aan den voet van de
Lamongan en de gogo-aauplautingen van de
bevolking aldaar hadden, ofschoon zij met een
dun laagje ascii weiden bedekt, oogenschyolijk
niet geleden. {Jav. Ot.)
Z. M. de Koning heeft aan de Land- en
Tumbouwvereenigiug in Luxemburg eene
toelage van 4400 gulden verleend.
Ingezonden mededcellngeu betreffende
zaken van particulier handels-
en nijverheidsbelang,
ad Cents pei» regel.
Moedeis met zieke, lastige,zuigende kin
deren, zullen haar kind genezen en zichzelf
veel goed doen door Hop-Bltter te gebrui
ken. Duizenden sterveu jaailyl.s aau de eene
of andere ongesteldheid der nieren welke
zij -zouden hebbeu kunnen vermijden door
bijtijds Uop-JBittcr te gebruikeu.
JttJEW MAAG, 20 Juni. In de heden
gehouden zitting vau de Tweede Kamer der
Staten-Generaal is de heer Reuther beëedigd,
en heeft by zitting geuomen.
De Minister van Oorlog heeft medegedeeld
dat hij telegrammen heeft ontvangen omtrent
den heden morgen ootslauen brand aan 's Rjjks
Marinewerf te Amsterdam «aarvan de slot
som is dat twee groote kappen van de ijzeren
booten Doggershanh en KoHenaer- verlóren
zijn en de beide booten zyn', vernield, terwijl v
een gedeelte van het yzerraagazijn is:uitge- -
brand.
,-1'» V'-'f».''1"--.
ng1
*w>
i e v
f
a