Haamdag 17 Maart.
Eerste Blad
Nationale Militie.
Feuilleton.
DE ALBATROS.
Acht
Dertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks,
kt
uitgezonderd Dinsdag.
e ii
monarch ie
het monaichaa!
- 2.50
7 iBOHNBMBNÏsi'SHï, por ts.wm taal
'fresco per post, door hot goheelc Rijk
vL'Afeondorlijke noinmors
-• lyrr*—'"q'PB
0.10.
B O JE A II s
.ABUT, li13 <Jt.
Advertentieprijs: vau 1—10 gewond regels met
mbegrip van eene Courantf i.lC.
tedere gewone regoi meer0,10
Diukhaai, plaatsing wordt tegen tweemaal betekend.
HE1VWBSGEVWO.
BüBOES) EESTEIt EN "WUTHOUDEttS VAN
Schiedam,
Brengen ter kennis van de Geestelijken cn Bedienaren
tan de Godsdienst lij de erkende Kerkgenootschappen en
At Studenten in de Godgeleerdheiddie daauoa aan
erkende iiuigtingeii vaa onderwijs woulcn opgeietd
in deze Gemcento voor de Militie hebben geloot en,
bij nnmvijzmg voor do dienst door den Militieraad,
'jtullen moeten ivoiden-of bereids ia het voorgaande
jaar bij de Militie zijn ingelijfd, en door Zijne Majes
teit den Koning, krachtens Ait. 127 dor Wet van den
lilden Augustus 1801 \Staatsllad No. 72,) voor één
jaar van de werkelijke dienst zijn ontheven;
Dut zij, volgens AU. 71 van het Koninklijk besluit
«ran den 8styn Met 1862, Staatsblad No. 46,) vdtir
den later. April eerstkomende, by den Buigemeester
dezer Gemeente moeten indienen de nnnvinge om ont
heffing van de werkelijke dienst, in het aangehaalde
Wetsartikel vermeld, onder overlegging van de bewijs
stukken, omschreven in Art. 69 en vastgesteld bij
Art. 70 van genoemd Koninklijk besluit.
En is hiervan afkondiging geschiedwaar liet be-
hooit, den 15 Maart 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
1». J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris
A. W. MULDER.
Sohiedam, 15 Maait 1884.
Do afgeluOjien week biacht du tijding van
twee nvei winningen, die ttouwens beide ver
wacht werden, dm van de Fianschen, welke
Bac-Niuh innamen en de Chiueezen op de
vlucht dieven, cn dm van de Engelschen op
de Arabieren in üoi'dan.
Do Fianschen, nok diegenen ouder hen,
3.
Slut.
Du hoor Gravenhorst had geen tijd to vor-
iiezon voor do volvoering van zijn afschuwelijk
plan, daar het schip bij gunstigon wind reeds
den volgenden middag zou uitzeilen. Terwijl
Bodewijk Van Diest nog met angst en bovon
te donken over de govoigen van hetgeen
7 zooeven was voorgevallen, stond eensklaps de
patvoon weêr tegenover hom in het kantoor.
- »Ik geloof," zoo begon de i ceder met oen
L. honigzoet glimlachje en iets ongewoon vriondc-
lijk8 en gemeenzaams in den toon zijner "stem,
-'•dat wij cllcafu' daareven niet goed hebben be-
'h gfapen, meneer Van Diest
Ik meendo u te betrappen op ongepaste hande
lingen ten opzichte mijner dochter, maar ik
hoor tot mijne groote vreugde van Elsa, dat gij
c heiden elkahr sinds lang liefhebt. Niots zal mij
aangenamer zijn, dan Elsa verbonden to zien aan
welke niet tot de vrienden vau den tegen-
woordigen regeoringsvorm behooren, zullen
juichen, ook al is de overwinning, die ze
hebben behaald, niet in staat, de herinnering
aan de laatste nederlagen in Europa uit te
wisschen. 't Is le hopen, dat deze overwinning
de geesten in de Fransche Republiek niet al
te zei»rzal doen ontvlammen. Volgens de laatste
berichten toch rchijnt Franktijk steeds voort
te gaan, zijn legermacht op kolossaten voet
te houden, eu kunnen in oorlogstijd thans
ver over de millioen geoefende manschappen
onder de wapenen worden gebracht.
Nu de koniugsnaarn van den gtaafvau Cham-
bord, Hen dj ik V, geen dienst meer kan doen, is
daarvoor die van Philips VII, als titel van den
gtaaf van Parys, in plaats gekomen. Alskrooa-
pietendent geeft deze weinig teekeuen van
leven.
De monatchaleu zorgen evenwel, dat die
naam ten miusto nu en dau op de tong
komten van den anderen kant komt
de Eonapartisui'che pretendent Jerótne Bona
parte tusschenbeide nog eens vei kondigen,
dat ook hij nog bestaat. De Napoleons zija
altoos nog al sterk geweest in redevoeringen
en manifesten, waarin zy meer of min behen
dig den natiooaleu trots wisten te pt ikkelen.
Deze Napoleonvaa wien nog nooit iets
ernstigs is vernomen, had deze week de
biutaliteit aan het volk te verkondigen, dat
hijin tegenstelling vau de Ptinsen van
Orleans, die tijk zijn, arm is, maar dat hij
in die armoede zijn eet stelt. Ilue de man
dergelijken onzin publiek durft makenis
onbegrijpelijk, en Fiausche bladen vau allerlei
richting hebben ook niet nagelaten hem er
een jonkman van haren stand, on dien ik daarbij
in alle opzichten van zoo gunstige zijdo heb
loeren kennen
Lodovvijk vertrouwde zijne ooien niet. Was
dit dezelfdo man van een oogonblik geleden,
van vvions toorn hij zich do vrecselijkste gevolgen
had voorgesteld?
nik zal u evenwol niet behoeven te zoggen,
meneer Van Diest, dat de man, die Elsa naar
het altaar hoopt te geleiden, haar voor't minst
overeenkomstig haar tegenwoordigen stand en
levenswijze moot kunnen onderhouden Neen,
luister nu oven oplottend toe! Ik wil uw beider
geluk, mits gij 't bewijs wilt leveren, door in
spanning en vlijt dit geluk te verdienen. Do
laatste brieven, uit Indie ontvangen, hebben ons
do tijding gebrachtdat do chef van ons filiaal-
huis to Batavia onverwacht is overleden. Er is
onmiddellijk iemand noodig, die geheel op do
hoogte onzer zaken en vertrouwbaar genoog
is, om de plaats van den overledene in te
nomen.
Wilt gij er heen gaan en or driejaar blijvon,
tegen duizend gulden per maand en vrijen over
tocht heen cn terug, dan geef ik u mijn woord,
dat, als go terugkomt én uw beider genegenheid
is onvoranderd 1 gebleven, mijnerzijds togen uw
op te wijzen, dat het zyn eigen schuld is,
als hg er niet warmpjes inzit. Millioenen bij
rnilftoenen zija hem in den goeden tijd van
het Fransche Keizerrijk toegeworpen; zyn
deze niet meer in zyn bezit, dan is het alleen
maar eeu bewijs, dat hy een slecht admi
nistrateur is geweest.
De monarchalen in Frankrijk zijn zeer
vetbolgen over den stap van den directeur
van openbare veiligheid, dia een circulaire
heeft uitgevaardigd, waarbij aau de betrokken
ambtenaren inlichtingen worden gevraagd
over de handelingen der monarchale comités.
De heer Edouard Hervé schrijft naar aan
leiding van deze circulaire aan genoemden
directeur den volgendekarakterestieken
brief
»Wien uwer twee vijanden van vroeger
vreest, gij thans het meest, de Commune
of de "monarchie? Naar bet schynt de
en niet de Commune. Gij ziet
gevaarhet anarchistisch
gevaar ziet ge niet. Gy gelooft aan de anar
chistische samenzvvetitigaan de anti-sociale
samenzwering gelooft ge niet,
»Eu toch tracht de Commune niet u te
bedriegenzij waarschuwt u tegen het lot
dat u wacht. Zij heeft hare bladen, maakt
daarin hare voornemens bekend, vet kondigt
dat zij zich genoegdoening zal verschaffen en
verklaart vooial dat zij zich wreken zal. Aan
de burgets-republikeinen zoowel als aan de
monatchaleu belooft zij den muur der gyze-
laats. Ge zijt dapper, mynheer, en als de dag
gekomen zal zijn, zoudt gij met een onbeneveld
oog en met opgerichten hooide het executie
peloton aanschouwen. Veracht dus bet per-
soonlyk gevaar, en ik zal u er om prijzen.
Maar hebt gij, hebben de bewindsmannen die
boven u gesteld zijn, uwe politieke partjj-
genootenhet recht het nationaal gevaar
te verachten? De commune van 1871 heeft
Parijs vernield; een nieuwe commune zou
het vaderland kunuen vernielen."
Aanstaanden Dinsdag, deu verjaardag der
commune, voor velen ook de treurige herin
nering aan den moord op de g'y'zelaars,
waarop de heer Ilervd ziospeelt, zullen de
aanhangers der commune rustig laten voorbij
gaan, zy wensclten echter op Zondag a. s. hun
aanhangers by elkander te verzamelen in tie
groote zaal van het ïElysée-Montmartre."
De overwinning der Engelschen op Osman
Digma, de rechterhand van deu Mahdi is
lang zoo gemakkelijk niet geweest als in den
aanvang werd geseind. Voor zoover bekend
is, bedraagt het verlies der Engelschen 100
dooden en 150 gekwetsten. Kan hetinsommige
gevallen waar zijn, dat het voor den soldaat zoet
is, voor 't Vaderland te sterven, iu dit geval
rijst wel eenige rechtmatige twijfel omtient
deze bewering. Tal van familien ia Engeland
van hoogen en lagen raDg, zullen eerlang,
bij het inzien van de doodenlijslen, die uit
Afrika worden gezonden, de zekerheid ver
krijgen, dat ze ti ellende verliezen te belreuten
hebben, en otn welke reden? Omdat het Vader
land in gevaar was, als iu 1815? Neen, omdat
de politiek van Engeland meebrengt,op alle
punten van den aardbol vasten voet te krjjgeu
en te houden. Laat men nu vrij telegia-
feeien; de Engelsche troepen trekken snel
terug op SoeakimEngeland is feitelijk
huwelijk geenerlei bezwaar zal worden ge
maakt
i)0, meneer Gravenhorst 1" begon Lodewijk,
wiens oogon schitterden van blijde verrassing en
geluk, ihoo kan ik u ooit dankbaar genoeg zijn
lloo gaarne neem ik uw voorstel aanMag
ik Elsa gaan zoggen?..."
sSsssst, m'n jongen, er is nog iets, dat u
misschien iret zoo goed zal bevallen. Het is
gebiedend noodzakelijk, dat uw vortrok naar
Indié onverwijld plaats beeft. Er biedt zich
toevallig cone prachtige gelegenheid aan.
Kunt ge tegen morgenmiddag gereed zijn om
mot de Albatros uittezeilen
Lodewijks gelaat betrok voor een oogonblik.
Alicrloi gedachten bestormden zijn brein.
»Wo hobbon geen tijd te verlietenzeg ja of
neen!"
Welnu, meneer Gravenhorst, dan zeg ik ja,
en dank u nogmaals recht innig Yoor uwe goed
heid".
»Bravo, hier is mijne hand; sla toe! En nu,
niet gedraald. Vertel aan Elsa en aan uwe fami
lie, hoe de zaak gelegen is, houd u als een man,
en zorg, dat ge tijdig aan boord zijt!..."
Elsa vond het denkbeeld veiscbrikkelijk, dat
zij hem 's middags geon kopjes thee meer zou
mogen brengen, maar voor 't ovciige was zij,
even als Lodewijk, ten zeersto veihougd, dat do
zaak zulk eene gelukkige wending had genomen.
Zij wat en beiden nog zoo jong; die drie jaartjes
zouden spoedig voorbij zijn. »En zult ge mij
eeuwig trouw blijven?" Alsof do afstand iets
zon kunnen veranderen aan de innigheid hunner
liefde! «En zult go lange brieven schrijven?"
Ozeker cn vast met elke mailNu nog
ééno omhelzing, en dan nog één toedera hand
druk! En ntt, voort, voort; de tijd is kort en
er is nog zooveel te dooit
De patroon is inmiddels alleen gebleven in zijn
kantoor, llij heeft zijn gewone plaats aan den
lessenaar ingenomen, ni«t om zich met schrijf
werk bezig te houden, want Lodewijk had alles
naar behooren afgedaan, maar om, met het
houfd op den arm geleund, zich nog een oogen»
blik to zitten vermeien in het welslagon zijner
plannen. Waarom beurt hij nu en dan het hoofd
op en kijkt hij naar het hnngklokje, welks
eentonig getiktak alleen de stilte verbreekt?
Omdat hij aan niets anders denken kan, dan
aan het zeilree-liggend schip, aan de Albatros.
Was 't maar al vierentwintig uur verder! Er
kan zoo veel gebeuren iu den tijd, die nog moet -
verloopon 1 Den kapitein beeft hij 's morgens een
><u