Maandag 29 September. j& 60 I; Eerste Blad. Kennisgeving. 9 fc^mWI- y|-Jr v- -; v* wr,v»^e^ •A.clit en Dertigste Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binnenlandsche. L ïncimru yy v -> *- -j- j 1 \<*r -5« •aar en 5 »r* w> (_i Abos«e»bOT8PR«8, per kwartaal »-»1.85. "jVwiüo per past, door .bet gclieele Rijk - 2.50. '1 ft MZonderlijke nommers - 0.10.' BVBEAVi HARST, S, 13*. &0VSRTSKtH£PRU8; van 110 gewouo regels wet inbegrip van eene Courantf l.lfc. Iedere gewone regel meer- 0,10 Dribmaaii plaatsing wordt tegen vwbkkaal berekend. I, f! 85, 3 franco i tieenm hicdam i - skers, te botch- efl y alsmede Xdnde»* Bin. ïnrigtlngenwelke gevaar; schade of liindcr hunnen veroorzaken. rtff» Bun OEM E E s T E Tl EN \V E T II O U D EKS VAN SOIII EDAM, Gelet op Art. 8 der Wet van den 2den Juny,' 1875 Staatsblad no, 95) Geven kennis aan de ingezetenen, dut 'op beden aan M. MEIJER, en zijne regtverkry- genden vergunning is verleend, tot,pprigting eener kogchclsmcdcry in het,pand aau "het Broersveld, wyk C, no. 506, kadaster sectie B, no. 2636. Schiedam, den 25 September 1884, Durgemttdtr en Weihouders voornoemd. P. J. VAN DIJIC, VAN HATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 27 Sept. 1884. Wanneer de maanden, wier namen zonder t geschreven worden, voorbij zyn, September met broeiige of stormachtige dagen het heen gaan van den zomer verkondigt, dan wordt van lieverlede de geest van het spel vaardig over het volk van Nederland, eu de speel kaarten komen voor den dag. Niet, of die )len ganschen langen zomer door in haar lieren omhulsel hebben liggen sluimeren, ctegendeel: de geschiedenis, die sneer leert dén dat er altijd vi ij wat gehaspel onder de kinderen der menschen is geweest, heeft ge boekstaafd, dat het volk van Nederland in vroeger en later eeuwen, by zomer- en winter tijd, wanneer het maar een vrij uur had, ï't lief Troefspul", gelijk Huygens het noemde, als middel van uitspanning hoog in eere hield, co de oud-Vaderlandsche trekschuit, met haar gezellig toefje, herbergde meniginalen een gezelschap hartstochtelijke kaartspelers, wier potsierlijk krakeel over een verkeerd getrokken kaart de niet-meespelenden hartelijk ver maakte, een onschuldig vei maak, dat de niet- taeespelenden der negentiende eeuw uog steeds volop bunnen genieten, waar drie of vier vergaderd zyn om whist-, bombre- of quadrille tafel, Het geschiedboek leert, dat de prinselijke secretaris Constantijn Huygens een aaits- liefltebber van het kaartspel is geweest. Wanneer hijop zijn geliefd Ilofwyck, zyn goede vrienden en vriendinnen gul onthaalde sa het lieve Voorburg op zomer&che dagen ')f bij gelegenheid van de beioemde Voor- hurgsche kermis tal van gasten op het Witte Huis verzameld zag, dan liet niet zelden de levenslustige gastheer het sierlykejacht voor gezegd Quia aanleggen, en noodigde hy de aanwezigen tot een watertochtje, zooals ia 1659 naar Maassluis, waar liy hen opSchel- viseh, Cabeljau en Sneringh-Scholl ofTongh dacht te onthalen, maar waar men zich by gebrek aan dat alles met »Botjens plat en laf, in Petercely-nat moest vergenoegen. Eeo stevig glas Borgemeestera w'y'n hield niette min den goeden luim levendig; op den terugtocht van Maassluis naar "Voorburg kwamen de kaarten voor den dag, en men was verwonderd toen men de Hoornbrug, •was genaderd reeds zoo spoedig aan 't Molentje te zijn. De kaarten hadden het hoogs gezelschaphet mooie zomerweer, uur eu tijd en de laffe en platte Maassluische Botjens glad en al doen vergeten. Een jaar daarua, men schreef toen 1660, had Huygens weer een pieiziertoebt op touw gezet 't Weer was heerlyk; een uitstapje naar Rotterdam met een vroolyken maattyd in Den Doelen speelde den goeden sWewe- naer" door het hoofd. De Botjeos van Maas sluis hadden hij en zijn gasten nog niet vergeten, daarom was er vooruit naar den kastelein van Den Doelen te Rotterdam be richt gezonden, 't hy gasten te wachten had, die een fijne tong voor spys en drank bezaten. Men ging aan boord van 't jacht, en, nauwelijks gezeten, daer we willen Huy gens zelf laten verhalen: tl nor viel het eerste spreken Van 'theiligh Kaerte-blad: 'tVVeer waer soo schoon (ais 't wouw, De tijd soo kostelick als 't God behaeghd'een' vrouw Een' vrouw, en noch een Vrouw geliefde't te bevelen, Plein Hockelings gewys; men sou gaen sitten (spelen, Wie kon 't verhinderen? 'twas t' ongelijcken kans, Dry Vrouwen tegen vier verhockehnghdo Mans. Acn gmgh den Ed'len tuysch; op geld, op geen (vertrouwen; 'tPickquetje voor de Mans, 'IRoemstceckje (a)voor (do Vrouwen; (Als reden) maer, cylaes, een sober Mtmn alleen, Die 'r mé ten strijde gmgh, was licht'lick overstroen; Hy moster onder deur; daer holp suer siennoch (kyven: Broclit hy een' Heer op 't spelsy wonnen 't met (dry Wyven. Soo was hy stnegh vertritst, en all syn schoone geld Ten mcostendeel soo liaest getrocken als getelt. Soo racckte men te Delft, en eenighsins aan 't (suhaemen Het jacht most rondom toe: want do gelasen (3) Ramen Betronde men met veel, soo was elck eens beducht Of wijze Lieden van onsvyser hen genucht Te vvyslick oordeelden, en of bedaerde Gtysen Sulck Voick nis onse Vracht met vingicn mochten (wysen, En dencken, schnemje wat: 'toogh van con Mann (van Stoet Is grouwlick daer men doet dat niet te wel en staet: En troeven voor den Noen, (4) als vvy ons wel be- (keken, En staet niet half soo wei als vroogh te hooren (preken, Volkomen naar de wijze der vrouwen. (aj Kaartspel, later ais bluffen bekend. Glazen. Middag, De kerekhofsbrugh bedeckt' een welnigh van die (schand; Maer in dien korten nacht hadd yeder weer sijn' hand Genoegh te reppen, om sijn hoopken geld te decken; Soo kan gclegentheil een vroom gemoed verwecken Tot ongeregeltheit, 't en baet Gebuer noch Vriend Mits dat het niemand sie, elck vatt' na wat hem dient." Een prachtig achilderijtjo uit de zeventiende eeuw; die kaartspelende mannen en vrouwen uit den hoogsten stand, die de gordijntjes voor de ramen vau het jacht lateD vallen, opdat de goede Delvenaren de kaartenbladen op (een zomerschen morgen niet zouden zien, en idan, die kortstondige duisternis, als men onder een brug doorvoer, waarvan gebruik gemaakt werd om zich van 's nabuurs pen ningen meester te maken, en eindelyk, Huy- gen's vrome verzuchting; Soo kan gelegen theit een vroom gemoed verwecken Tot ongeregeltheit; "tls kostelykl Toch was men het over het geoorloofde van het kaartspelen in Huygens' tjjd niet eens, en ontbrak het niet aan waarschuwende stemmen. Zoo ia 1681, toen het land door een zweren vloed was bezocht, en de eerwaarde Petrus Plancius te Rotterdam deze gelegenheid te baat nam, om tegen teerling- en kaartspel duchtig te velde te trekken. Wat wonder, riep hy uit, wat wonder, daar de vloed der zonden, en onder dezelve mede dit gruwelkwaad vau dobbelen en spelen, dus hoog en geweldig is, zoodafc geen djjketi of dammen van trouwhartige waarschuwing en vermaningen krachtig ge noeg zijn, om het te stuiten, dat ook God de watervloeden zoo hoog heeft laten vloeien en geweldig aandringen, dat het over dijken en dammers is 'neecgevloeid en dezelve ver broken heeft. Menig beeldendienaar kan niet meer gezet zyn op zjjn beelden, als, in dit land, veel kaartspelers op de kaartebeelden i alsof de Duivel haar aan de kaarten of 't verkeer bord had vastgelijmd, zoodat zij het niet moede werden; de Satan, in wiens strikken ze zijn, leidt haar na zyn wille tot dit werk. Dit is nu, eylaas! het bedrijf van onze jongelingen eu der dochteren van het Nederlandsche Zion De eerwaarde beer Plancius gaat verder, 1 co wil zelfs, dat zy, die Christenen heeten, zich van het verkoopen van kaarten, uile- en ganzeborden of tiktakborden of iets dergelijks zullen onthouden. De classis van Zuid-Beveland, die zich by gelegenheid van dezelfde waterramp deed hooreu, trok eveneens tegen het spel te velde. Ze wenschte o. a. dat het gebruik van het lot by schippeis, werklieden, als zakkeudiagers eo dergelijke mocht verboden worden. Een derde schreef bij dezelfde gelegenheid over de zonde van het spel: Deze zonde gaat schrikkelijk in zwang in onzen Lande; men speelt veelszins met het Lot, met kaart eu dobbetsteenen, niet alleen in herbergen, maar ook in gemeene huizen, ja byzonder in de huizen en hoven der grooien; 't is een gemeen kwaad onder den volke, by grooten en kleinen veel is men bezig in dat heilloos Duivelspel, byzonder het kaartspel, en de overheid doet er niets tegenzij laat zelfs toe, dat de verkoo- pers van speelkaarten te Amsterdam, alsof zjj eerlijke koopluiden waren, de teekenen van zulk een verkoop openly k voordoen,'tis alles met gracia en privilegie van de HH. Regenten terwyl dezelfde schrijver het verschrikkelijk noemt, dat er tot diakenen in de gemeenten gekozen wordeD, dezulken, die met kaart en dobbelsteen spelen en in komedièn gaan. Dit gaat zoo het heele land door in menigten gemeenten, en niemand zoekt het te ver» beteren 1 Een paar eeuwen zijn over deze stormen tegen 'theyligh Kaerte-blad van Huygens heengegaan en het blijkt sterk genoeg geweest te zyn, om alle aanvallen te weerstaan zoo in ons land als elders. PEN HAAG, 26 September lUofu H. M. de Koningin kwam f.s.iec voor middag, ruim half elf ure, van re' Lno V, de residentie aan, vergezeld van eu.e Sicx- dame en baron Taets van Ameror an van Natewisch, kamerheer des Konings. De commissaris des Konings, de burge meester en de waarnemende gouverneur der residentie waren ter begroeting van H. M. aan het Ryaspoorstation aanwezig. Heden avond te half acht ure keerde H, M. naar het Loo terug. Tot het gevolg van H.H. M.M, den Koning en de Koningin gedurende hun verblyf in Luxemburg behaoren Zr. M. adjudant luit» kol. baron Schimmeipenninck van der O'y'e} de kamerheer baron Taets van Amerongen tot Natewisch eu een hoofdambtenaar van 's Konings kabinet. H. M. de Koningin zal, vóór Haar vertrek naar Luxemburg een afscheidsbezoek brengen aan hare zuster, de gravin van Bentheim, te Bentheim, en wel op a. s. Maandag. De Vice-admiraal van Cappellen, die in opdiacht had Z. M. den Keizer van Duitsch- lauü namens Z. M. den Koning der Neder landen te Keulen te begroeten, is te 's-Gra- venhage teruggekeerd. SCHIEDAM, 27 September 1884. De heer B, Brinkman, pastoor te Helder, zal, naar wij vernemen, woi den benoemd als pastoor der O. L. V. kerk alhier, in de plaats vau den heer G. F. Diabbe, benoemd-tot deken vau 's Gravenhage eu pastoor der nieuwe Sv Jacobskerk, in de Parkstraat aldaar. Onze katholieke stadgenooten in 't alge meen, eu zyne parochianen in 't byzonder, zien den waardigea man, die aieh sedert zyn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1884 | | pagina 1