m
J
6157.
e u i i I e t o n.
EENE RAMPSPOEDIGE.
S1A". iSS5.
Zaterdag 21 Februari.
•i
rë
r*,H'" Ti r fh~ ^Ts?»v''t"
i
Y&I?
fS
1ST eg en en Dertigste .T a a rgang.
Buitenlandsche Berichten.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
4
01
U i
V^rV'ft
1$
i&W I S
'•\4l ,3
«TT
- 'if s 1
ks^
/.y
ia
J&A.
i
i<
J.BUNrx'-.MfcnvsriU.ia, (tói itviaiuui
Tranco per post, door het geheele Ki|h
Aftondorlijke uoiniiiei*.
i.Hb.
- 2.50.
- 0.10
B ll SI K A I' J MAilliT, K 13 4.
A.uvkktenTUU'KIjs: van t10 gowoue regels inei
inbegrip van «ene Courantr 1.10-
Iedere gewone i egel meer 11 10.
DriëmaaI. plaatsing wordt tegen Twirditt bereltem)
ESHLINII.
Gordons vertrouwde bediende, George,
een zeer bekend Grieksch koopman te Khar
toem, die sedert maanden belast is geweest
met het ovei brengen van alle brieven van
en naar de belegerden, en die op een der
naar Gubat gezonden booten vei blijf hield,
heeft thans uit goede bron de bijzonde: heden
van den val vau Khartoem en Gordon's dood
vernomen. Zg komen oveieen mot de eerst
gepubliceerde berichten. Alle blanken, mannen,
vrouwen en kinderen werden vermoord, en
de lijken in den Nijl geworpen. Eveneens alle
gezinnen van de bemanning van Gordons
booten.
Goidon had zijn lot duidelijk voorzien,
want hij schreef in Januari een aantal af-
scheidsbi ie ven. Deze werden iu een postzak
aan boord der stoomboot gebracht en aan
George gegeven, die ze aan Sir Oh. Wilsou
overhandigde. Onder de brieveu was er éen
voor zijne zuster, éen voor zijn broeder, éen
voor Loru "Wolsely en éen voor Sir Ch. Wil
son. Er waren ook vijf cornpleete maaodelijk-
sche dagboeken van het beleg van Khartoem,
waarin alle voorgevallen bijzonderheden sedeit
het vertrek van Kolonel Stewart, zijn opge-
teekend.
.In zijn brief aan Sir Wiison schreef Gordon,
dat hij hoopte, indien het God behaagde, dat
de Engelschen intjjds zouden komen om hem
te redden, maar dat hij vreesde, dat zij te
laat zouden komen, dat hij wist, verraden te
zullcD worden, maar machteloos was het te
voorkomen. Hij was ingelicht, dat Khartoem
den 19a Januari aan deu Mahdi zoude worden
overgegeven. Hij kon weg, als hij vluchteu
wilde; maar weigerde zuiks, en,Zou tot het
laatste blijven, daar hg niet aevangen g«nom«n
wenschte te worden. Er bleef hem dus niets
over dan de dood.
Ook in deze inedcdeelingen echter is zeker
nog liet een en ander wat beveiliging veieischt.
De Fall Mall Gazette '/eat, dat met het
oog op het leiugtiekken van generaal Bulier
van Gubat en op de coneentreereode bewe
ging, welke noodzakeluk is geworden door
het oprukken van den Mahdi, tiet waaischijnlijk
is, dat de Engclsche strijdmacht naai Debbeh
samengetrokken, eu generaal "Wolseley naar
Ka'iro gercepeu zal worden, urn vau daaruit
de operaties te leiden.
In het Lageihuis heeft Nnrthcote eene
motie aangekondigd, inhoudende dat, aange
zien de politiek der regeeiing ut' Egypte en
Soedan groot verlies van tnensciienleveus en
zwaie kosten verooizaakt zonder gunstig
ïesultaat, het in't belang van bet Bntschergk
zoowel als van de Egyptische bevolking
diingend noodzakelijk is, met vastberadenheid
maatregelen te nemen, opdat aan de byzonrieie,
thans der Regeering opgeleide verantwoor
delijkheid \oldaaa en een goed en vast bestuur
ingesteld wmde in Egypte en io dat deel van
Soedan, hetwelk voor de veiligheid van Egypte
legen vijandelijke invallen moet woiden
beschei mri,
Cioss heeft aangekondigd, dat hij Maandag
voorstellen zal, dat Imit«che troepen naar
Soedan gezonden vvoiden.
In het hoogerhuis heeft loid Grauviile
gezegd dat tie regeering hoopt weidia een
voorstel te doen tot oplos-ing dei quaestie van
de Egyptische financiën, hetwelk vooiduelig en
ook noodzakelijk is voor Egypte, Engeland
tevreden stellen kan eti niet strijdig is met de
eer. Voor de uitvoering moet deze regeling
doó.r het pailemeot worden goedgekeurd. De
hoop op eene snelle oplossing der militaire
moeilijkheden is tengevolge van veriaad
onvervuld gebleven, maar de politiek teu aan
zien van Soedan is niet gewijzigd, doch slechts
door de gebeui tenissen belemrnei d. Een terug
tocht is onmogelijk. Aan lord Wolseley is de
onbeperktste vrijheid gelaten omtient de maat
regelen tot, en den tijd van den aanval op
Khartoem. Waarschijnlijk zal hij aan den
veldtocht in den herfst de vooikeur geven,
maar hij heeft in hst, de macht van den
Mahdi te breken.
Iu het lagerhuis heeft Harrington vei klaart!,
dat generaal Buller zyn terugtocht tot Gakdul
en waarschijnlijk tot Merawi voortzet.
Fitzrnauiice heeft medegedeeld, dat prins
Hassan ah burgerlijk commissaris generaal
Wolseley vergezelt, waartoe hij door den
Khedive is benoemd, ten einde gezag uit te
oefenen over de inoedirs en Egyptische burger
lijke ovei heden in Soedau.
'Gladstone heeft aangekondigd, dat onder de
regeeringsontwMrpen er ook een voorkomt
beti effende federatie der Australische koloniën.
Aan de Standard wordt uit Shaughae
melding gemaakt van een gevecht tusschen
schepen van de Ftatische eu vau de Chiueesche
vloot. Vóór de overrompeling der Chineezen
zgn drie schepen van hun eskader heeDge-
stnoind. De b«ide overige boden een hardnek-
kigen tegenstand en hebben viermaal den
aanval dor Franschen afgeslagen. Ernst Zondag
mocht het aan de Fiarische torpedo's gelukken,
die twee schepen te vernielen, wier bemanning
echter ontkwam.
De Daily Qhronicle bevat een bericht,
inhoudende dat de Engelschen den lóden
de/er op bévei van Wolseley Gubat hebben
ontruimd en in de woestijn bivakkeereu Om-
'tieut een aanval op Metemneh verkeerde men
nog iu het onzekeie. De kolonue Bulier keurt
vermoedelijk naar Korti terug, omdat de twee
Engelsche Nglbooten onbruikbaai waren.
Naar hetgeen aan de Daily Telegraph wordt
geseind, bad men vernomen dat de Mahdi met
60,000 man en veel geschut op Mutamneh
aanrukte, eu dat, toen de Engelschen Gubat
ontruimden, de Arabieren op slechts zeven
mijlen afstand stonden.
Volgens berichten uit Khartoem heeft de
Mahdi al de papieren van Gordon, benevens
eene menigte bankbiljetten in beslag enomen.
Uit Tunis ontvangt de Daily Neufk bericht,
dal er van daar agenten naar Tripoli waren
gegaan om het volk op te stoken en dat de
Franschen daarom de grenstroepen vei steilten,
Aan een fondsenmakelaar, op reis naar
Liveipool, is Woensdag, terwijl hjj sliep, voor
een beding van 35000 p. st. in buitenlandsche
en koloniale effecten ontstolen. Onder de
buitenlandsche effecten zgn Mexicanen, Russen,
Italianen en Portugeezen. Men beeft verden
king op twee vreemdelingen.
'LUXEMBURG.
Volgeus gerucht zijn de.heeren Simons, lid
der Kamer van afgevaardigden, en Thilges,
piesident van het gerechtshof naar Den Haag
ontboden en Woensdag vertrokken.
It A N K K I] K.
Het ootlogschip Bayar, dat op 15 dezer
in de Chineesche wateren twee Cnineescha
schepen in den grond'boorde, heeft slecht#
éen man verloren.
GRIEKENLAND.
De koning zal aan den heer Deljanni het
vormen van een nieuw ministerie opdragen»1
li.
XVII.
Mijne geschiedenis.
In dezen winter zal ik mijn vijf cn twintigste
|F-': jaar beroiken, Ik zie op mijn levon terug en
.-vermeld mijn herinneringen.
1 lk woonde in het gouvernement vnn Tamboy,
°P liet ^landgoed van een rijken edelman, Iwan
Matwojitsch Kolo wskoy. Mijne moeder leefde daar
£,;,;raet mij op een paar kamers van de tweede ver-
dieping. Zij was een Jodin, de dochter van een
reeds overleden schildor, dio in der tijd uitge-
5? noodigd was, zicii daar te vestigen. Zij was een
ziekelijke, maar buitengewoon schoone vrouw.
Haar aangezicht, zoo bleek, maar tevens zoo le
lieblank, deed aan was donken. Hare oogen had
den een zoo smartelijke uitdrukking, en deze
stond mij ook voor don geest, als ik mijn moeder
niet aanzag,dat ik, indien ze mij een poosje
aanzag, soms onwillekeurig in tranen uitbarstte
en haar in'de aiman viel.
Ik kreeg leermeesters ik werd ook in de mu
ziek onderwezen en juffrouw" genoemd. Mijne
moeder en ik aten bij don landheer aan tafel.
De heer van Koltowskoy was oen grooto, deltiga
grijsaard van een zeer indrukwekkende gestalte.
Hij riekte altijd naar amber. Ik was doodelijk
bevreesd voor hom, ofschoon hij me uSuzon"
noemde en me zijn magere, gespieide hand, die
wegens de groote, puntige manchetten nauwe
lijks zichtbaar was, toereikte om ze te laten kussen.
Tegenover mijn moeder was hij gemaakt, hof
felijk, doch hij onderhield zich weinig met haar.
Gewoonlijk voegde hij haar een panr vriendelijke:-,,
woorden toe, die zij terstond en cenigszins ge
jaagd beantwoordde dan zweeg hij, ging zitten,
liet mot een uitdrukking van voornaamheid het f
oog over zijn omgeving ronddwalen en eindigde
met oen giecpje Spaansehe1 snuif to nemen uit
zijn gouden doos, waarin de naamletters van
keizorin ICatharina waren gegraveerd.
Mijn negende levensjaar zal mij immer in
geheugon blijven. Op dien leeftijd vernam ik van
het kamermeisje, dat de heor van Koltowskoy
mijn vader was, en in datzelfde jaar trouwde
mijn moeder op zijn bevel met den heer Ratsch,
die een soort van rentmeester op het land
goed was.
Ik kon mij volstrekt niet begrijpen, dat het
vorhaal omtrent mijn geboorte waar zou wezen.
Ik twijfelde, bedroefde mij en tobde mij af, zoo
dat ik bijna ziek werd. Allerlei pijnlijke vragen
rezen bij mij op, die mijn verstand, in weerwil
van afmijn gepeins, toch met kon beantwoorden.
Eindoiijk moest het hooge woord mij van de lip
pen.
ils hot waar, mama," vroeg ik, »is deze wel
riekende popanz", zoo noemde ik Iwan Mat-
wejitsch, «mijn vader?"
Mijn moeder schrikte hevig en hield mij do
hand voor den mond.
Spreek daarover nooit en met niemand
Iloort gij, Suznnna Geen enkel woordsmeekte
zij mat oen bevende stem en drukte mij vast
aan haar hart.
En ik heb er met niemand over gesproken»' t
Al begreep ik toon het bovel van mijn moede?
nog met, toch gevoelde ik, dat er veel aatt
mijn zwijgen gelegen was, terwijl het mij late?
toescheen, dat zij mij in stilte om vergeving had
gebedon.
liet huwelijk met den heer Ratsch werd voly
trokken, doch wederzijds beminden hij en mijnb
moeder elkander niet. Hij was ter wille van het
f
behoud zijner betrekking met haar gehuwd
en zij moest aan den landheer gehoorzamen,
De heer van Koltowsky meende waarschijnlijk,
dat op deze wijze alles langs den besten^wej{
geregeld was, dat sla position était regulni isée."
Ik herinner mij, dat wij samen, mijnt
moeder en ik, op den dag vóór de bruiloft/'
den gehcelen morgen bitter weenden, ja, hitte?
en zwijgend, terwijl wij in elkanders armen lagen.
Dat zij zweeg, verwondert mij nu niet, watt
zou zo tot mij gèzegd hebben, vooral daar. ib
nog een kind was Maar, dat ik haar gaen ett«
kele vraag deed, bewijst, dunkt mij, slechte, dat
l i
-V,
W. Ai "A AV-vJ,