Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag Buitenlandsche Berichten. Binnen) andsche Berichten. MMï'l} ENGELAND. Abum.ementsi>hijs, por kwarlnnt frti-ica per post, door het gehoeio Rijk Afzonderlijke nommois apflgBwaftaaaaurecCTmawewaKSsregraMessaawra Advebtentiepmjs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant Iedere gewone regel meer Dricma'al geplaatst wordt tegen tweemaal berekend, zoo breed mogelijk opgezet, arbeid bieden da voor minstens deze geheele eeuw nog we!. Het omvat de volgende wenschen: 1. Algemeen stemrecht op den grondslag van proportioneele vertegenwoordiging (alles vol gens het hoofdbestuur bij de gewone wet te regelen.) 2. Leei plicht. 3. Eene progressieve inkomstenbelasting, met afschaffing van het patentrecht en vau de ac- cijnzen op eerste levensbehoeften. 4. Persoonlijke oefen- en weerplicht. 5. Volledige scheiding van staat en kerk.' 6. Wettelijke regeling van; a. den kinder arbeid; i. den arbeid der vrouw; c. het leer- liagsstelsel: d. den normalen arbeidsdag; e. het toezicht op werkplaatsenen fabrieken, ge paard met de benoeming van fabi ïeksinspeo- teura; f. aansprakelijkheid van denarbeidgever voor ongelukken en gebreken, in en door den arbeid ontstaan; g. arbeiderspeusioenen'h, scheids- en vredegerichten. De Spaai.sche regeeriog toont geneigdheid om de onderhandelingen over het handeislrac- taat met Eugeland te heropenen, Da Standard heeft uit Athene verschrikbü- kelijke berichten ontvangen, die aldaar uit Epnus wateu ingekomen. De Tuiksche Alba- neesche troepen deserteeren in menigte, plun- deien christendorpen, nemen er het vee weg, doodea iedereen, die tegenstand biedt. Er heerscht een algemeen terioiisme. Uit Larnaca wordt aan de Standard gemeld, dat er in Syrië een jammerlijke toestand heerscht. liet Tui ksche bestuur heelt op wreede wyze de joogste conscriptie doorgedie- vea. Vele dorpen zyn geruïneerd eo de bewo- neis er van vei trokken. v T D It K IJ E. In de Donderdag gehouden zitting der conferentie stelae de .Porie voor, onder goed- keuriog der mogendaedeu aan vorst Alexander den eisch te stellen van zjjue troepen uit Rumelie terug te trekken. De bulun zou daarna eenen buiteugewonen commissaris naar Rutneliè zenden, onder instemming der mo gendheden, om aldaar het gezag waar te nemen, totdat er definitief een gouverneur zou zyn benoemd. Vooite zou eene gemengde enquête-commissie, tydeus den duur van die vooiloopige legeeriug, de wenschen der Rume- lioten onderzoeken. Men gelooft, dat ten aan zien der twee laatstgenoemde punten over eenstemming zal vvoiden ve. kregen, maar dat ten aanzien van hel eeistgenoernde Fi aakrijk en Eogelaad zullen blijveu vasthouden aan den eisch, dat de ontruiming vau Rumeliè door Tuikije alleen worde gevoiderd. Geen enkel memoiandum is cr aan den EDgelschen diplomatieken agent ovei handigd. Dat prins Alexander zich buleedigemi over Russische officies en zou bobben uitgelaten, wordt ten stelligste tegengesproken, EGYPTE. Volgens een gerucht heeft er een gevecht plaats gehad tusschen de troepen van den Mahdi en de Engelschen. De dagbladen te Caïro spreken veel van het voortrukken der rebellen, AMERIKA. Uit Galveston wordt bericht, dat aldaar gistermorgen te 1 uur een hevige braad is uitgebarsten, die zich naar alle kanten ver- spietdde. Zestig blokken huizen waren bij de afzending van het bericht reeds geheel ver woest. De schade wordt begroot op vier millioen dollars. Verscheidene honderdtallen huisge zinnen ziju van dak beroofd. Jöyje,») (F,p r o c I a n u 11 e van Theebaw verklaart ijyoorlog aan Engeland en toept alle ge trouwe Binnanen op tot den stiijd voor vader land en godsdienst. Aan Europeanen en audere vreemdelingen mag nu nog geen letsel worden toegebracht; het zal eerst dan geoorloofd zyn hen te doodeo, wanneer de vijand over de grens zal getrokken zijn. Vele Europeanen verlaten Mandalay, en de Birmanen doen niets om dit te beletten. In de lelegiammen uit Montreal wordt verzekerd, dat Riel, ingevolge definitieve beslissing, aanstaanden Maandag zal worden opgehangen, en dat de Canadasche regeering stellige ordeis dienaangaande heeft uitgevaar digd. Uit Cairo wordt gemeld, dat de Arabieren nsar Dongola zyn teruggegaan, vermoedelijk wegens oueenigheden, Blijkens de naar hier overgeseinde procla matie van koning Theebaw aan zyn volk, verklaart h'y in dit stuk, dat de kwaadge- zinde Eugelsche barbaten de Birmanen willen beooilogen, ten einde er den godsdienst des volks te vernietigen, de zeden en gebruiken te onteeren, de eer des lands te schenden. «Mochten die Britsche barbaren eenig gedeelte ^des'rijks aantasten, dan zullen wij peisoonlyk tegen heD opi ukken, om hen weg te vagen, en met onze oorlogsschaien, onze aitillerie en olifauteu huo land in bezit te nemen" Ten slotte voegt hy er bij, dat de Birmanen, die alzoo hun heiligen godsdienst verdedigen, het Paradijs zullen binnengaan." SCHIEDAM14 November 1885. De iooneelvoorsleliiog ten behoeve van het Hervormd burgerl'yk weeshuis te Delftshaven zal niet, zooals gemeld werd, op 24, maar op 26 November plaats hebbeo. Men stelt zich voor, van de opbrengst den weezeu een aangenomen avond te verschaffen en, als do opbiengst meevalt, eenige geschen ken voor die kinderen aan te koopen. ïDe Unie," vereemging tot opwekking van staatskundig leven, te Amsterdam, gaat met een geheel nieuw program opnieuw de weield iu. Men hetinnert zich, dat onlangs is gemeld, dat de veteeuiging zelf tot de conclusie was gekomen dat zij allengs ingeslapen is. Ten eiude niet zoo spoedig weder tot die conclusie te moeten komen, heeft zij thans haar program Men schrijft van 'tLoo: Met genoegen kan ik vermelden, dat de gezondheid van Z. M. den koning weder zoo flink is, dat tegen heden op het paleis Het Loo eenige heeren genoodigd zijn, waaronder baron Werner van Palland vau AngeresteiD,' baron Van Hardenbroek van Bergambacht en" andoren, om eenige dagen met Z. M. den koning groote jachtpartyen te houden. Het schoone weder der laatste dagen is dan ook uiterst aanlokkelijk. De boeren hier in den omtrek zijn zeer in hun schik met deze groote jacht; zij klaagden reeds lang over den schro- raelijken overlast, dien zy van het wild hadden, dat zy toch niet jagen of vaogen mochten en haddeu zich reeds bij herhaling tot dea medelijden, vergeef mij, toen men mij geesolde, leed ik minder, God is mijn getuige, dan in dit uur; dat scheen gemakkelijker dan u aan te zien en gij, gij hebt medelijden gehad, gisteren zweegt gij; \ergeof mij, ellendige zondaar die ik ben; heb medelijden om Christus wil.en hij snikte. Toen Aksenoff Macaire Sémcnovitcli hoorde snikken, weende ook Lij. «Moge God u vergeven,", zeide hij, «ik ben misschien grooter zondaar dan gij, bloeder." Plotseling was liet, alsof een zware last ham van do ziel was genomen, zij kreeg vleugels, hij voeido zich plotseling los van zijn huis en haard de droefgeestigheid verliet hem, hij verlangde niet meer de gevangenis te vei laten; hij dacht slechts aan zijn stervensuur, dat hom voor eouwig zou bevrijden. Den volgenden dag, zonder naar Aksenoff ta luisteien, deed Macaire eene volledige beken* tenis. Maar toen de vrijbrief voor Aksenoff in de gevangenis kwam, was hij reeds vrij Zijn jongste uur had geslagen. LEGN TOLSTOI. Vrij gouolgdi toe: «Wat wilt ge van mij? Ga heen, of ik roep een soldaat." Plotseling boog Macai.e zich over hem heen en fluisterde «Iwan Draitriévitch, vergeef mij 1" «Wat moot ik je vetgevon?" vroeg deze. Ik heb den koopman gedood, ik heb bet mos in je roistasch gestoken, ik heb je ook willen dooden, maar ik hooi de gerucht beneden op de plaats; ik weid bang, ik lieb het bebloede mes m je tascli gestopt en ben door het mam ont vlucht." Aksenoff zweeg peinzende en wist niet wat fe zeggen. Macaire het zich op den grond glijden, knielde voor zijn bed en zeido«Iwan, vei geef mij voor God, vergeef mij, ik zal bekennen dat ik den koopman heb gedood, ge zult ontslagen worden, en naar de uwen toi ugkooren." Aksenoff antwoordde: «Het is gemakkelijk dit te zeggen, gelooft go dat mijne smart gering is?" Waar moot ik hoen, mijn vrouw is dood, mijne kinderen zijn mij vreemd geworden ik heb geen thuis meer, ik weet niet, waarheen mijne schre den te richten. f Macaire bleef daar, geknield, zijn hoofd in hot stof gebogen en, herhaaldeIwan, „Iwan heb Macaire gaf geen antwoord en bleef schijnbaar onverschillig den chef aanzien, terwijl hij dc blikkon van Aksenoff vermeed. Deze, wiens lippen en handen van aandoening beefden, wilde langen tijd niéts zeggen. Ilij dacht: «Als ik zwijg,ver geef ik hom en wam om zou ik dat? Hij heeft mij vernietigd, hij is mijn ongeluk geweest, laat hij mij nu mijne ellende en mijne marteling be talen. Als ik spreek, slaan ze hom dood. En als ik hem eens omechtvaaidig beschuldigde, zou mijn loven er beter om woiden of mijn last lichter?" De chef liornam: «Welnu, oude! zeg de waarheid, wie uwer lioeft dit gat gegraven ?'l Aksenoff wierp een blik op Macaire. «Ik heb niets ge/ien or. ik weet niets" zeido hij eindelijk. Men horna nooit achter do waarheid, niets werd ontdekt. Den volgenden nacht, ging Aksenofl naar bed en sluimerde; plotseling bespoui de hij dat iemand naderde on nau zijn bed ging zitten. Ondanks de duisternis, raadde hij dat het Macairo was; lnj vroeg hom: «Wat wilt ge nog meer van me hebben, wat inoet je hier? De andere zwoegen nu richtte Aksenoff zich overeind en riep hem f

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1885 | | pagina 5