ipspp
mk
»Pe.vpórMf^fe
Cbr. Ger. Gemeente.
in fgeêft^sS
SlpndaardMj
ibomi -h<£fM
'in Lobman^
m.
r
.^^lieggen- of v'nn dozo vergadering te doen uit-*;®
fi|p®';*gaan, ':Uls bewijs,1 dat men niet instemde' mot
pfe',; hetgeen geschied wasmaar hot bestuur had,
J' zoomin eon protest al een request
jê?-p pa beraad;
K:Siv";i)Oodig beschouwd. Het bestaan der Kiesvereeni-
Wïi ging op, zichzelf immers was reeds een protest
elke overheersching op kerkelijk gebied.
iESfr1
Paffe?
togen
Bovendien de ondervinding heeft geleerd, dat een
in» door doljil
M
dergelijk stuk meestal ter zijde wordt gelegd.
Hierna gaf hij het woord aan Prof. Knappert.
'szing'; .vcr^ff?-"' •-.•De*® verklaard zijn taak met grooto ingeno-
fe-felvISf?' gienheid te hebben aanvaard. Ook hij achtte een
ruit, wollwArprotest niet geraden. Voor alles merkte hij op,
om' don 0 <-'■ dat do beoordeeling zeer moeilijk en de toestand
isariaatvan Sflf bijzonder ingewikkeld was. Slechts betrekkelijk
misterdanr^lSfé' w®'n'£ licbt 'kon kii g°velV omdat hijzelf weinig
advisee! en' ^1 J' bad Doch hij wilde de historische ontwikkeling
weest ziin:rlf'Iih®??van den strijd doen zien, opdat men weten zou
■J J welke houding aan te nemen. Zeer ver moest hij
daartoe echter teruggaan, want de grooto fout
§j is een fout van eeuwen geleden. In 't kort
xvcnschto spreker.
lo. aan te toonon waaruit het oude begrip van
:>koi'k"\ gelijk dit in de R. Itath. kerk bestaat,
is voortgesproten on hoe het Protestantisme daar»
tegen is opgekomen;
2d. kortelijk na te gaan uit deze geschiedenis
Van onze eigen Nederlandsen Hervormde kerk,
Jioe dat vorkeerdo' R. Kuth. begrip van «Kerk"
voor een tijd lang tot overwinning kwam.
3?- -tedooh zien hoe de tegenwoordige toestand
van'do kerk is, on
,4ó. de houding aan te geven, welke do modernen
in dozen strijd aannemen moeten, waarbij hij in
het algemeen den grond en den aard daarvan
'!,X *oó trachten duidelijk te maken.
'i -• Spr. ving nu aan met eon schets van de wor»
ding der kerk, na de door Paolus gestichte af-
zonderlijko gemeenten, tussclien welke geen
organiscli verband bestond. Eerst teen de ketterijen
opkwamen, werd do kerk geboren, en van dien
W tijd af moest men hetzelfde belijden als de bisschop
pen en opzieners der gemeente, en wat de
bepalingen van leer en ieven betreft mot de
hoofden censtemmiiig zijn. Pit is het begin ge-
weest van hetgcon men nu als de groote fout
js£ beschouwt;dat de kerk een vereeniging werd met
J' vasto bepalingen voor leor en leven. Wie hieraan
0* niet gehoorzaam was, kon geen christen zijn, een
fffv denkbeeld, dut nog heerschtimmers men gelooft
en doet slechts^ wat als wot voorgeschreven is.
Deze kork nu word voorgesteld als het ideaal,
nisalleen; irr/liot bezit van de goddelijke waar-
hcidy^ als een "goddelijk instituut, een instelling,
ri-dje hot donige middel was om zalig te worden,
Ditids nog 'het kenmerk van de katholieke vroom-
fe- heid V. gehoorzaamlieid aan hetgeen de kerk zegt.
Een- van'do Górcumscho martelaren men weet
het betuigde «Ik geloof wat de pater-gai diaan
eurd, en ritt;||
is gegeven,';!!
die go, ditSf.
waardeert']^
het'vooi'ge«'S|
t weten we,
d t geoogst^
sen advios.lt:
:ou, 'iriVdafcsjf
ijn, van mij;®
ter .bestaatisl
sschóuwiiifl^i
irdeei over-Si
lebl, gelijk ïiïj
le.
ti voorstel,
te vangen^®
lit voorstel i®
hands nietgg
onsch' komt
Staat, noch
in schrijvenfef
sen woord0
sde": »U W
OKLANO,'^
.Ir}"-;
te termijtf,'ïgi
erdam aanf"®
leraart dar®
g te komen'.'
jcheér,déf;Jj
en daarvan®?
teeg', Rijke^
dus wedefll
eldo mach®;',*
bet; yperónÉ*
iigo "rccnji' vl Kï:
n ten laste
worden te
[Iervornid0®li
v. d. 0-
10®
tVir.*
'■'■■ifüV,
een derdtffjgLyr^:
a.
om snel®.
wm-y
Wie-
t, om snei',;;
met de gérSSj
atsten tijdj
indenker^j
acht.
m noodig,®:,
ien kostofjv|
goed niet/M
andenallïïl
ergaderiii((M
ndérdagi'T^J®^
ien; ihriieh|f|
met Macn-i® I
ing uifge^l
hield iiet .\J
n.'vooi'dat®
misschieil
ield Zater^
rdam; eOttif
uilioguns^
-Knappert
léïltcgc^j
anbehnnW
ij'.'dó.pan!®:
engewopa'-S
leidde dsS
irdoNcd,^
ilenriibetijs
éfrichtingl
ri hncl-ga-S
;n ',in den®
u.de.to®^
de 'eun®
dun aiiddt
chten; Er,
tcekëning.
golooft." De. R. li. priester predikt niet wat hij
zelf: denkt^nnaar iwat de kerk leert", gansch
- anders do protestantsche 'predikanten zij geven
hun eigen denkbeelden weer.
.••De gehcolo geloofsbelijdenis waside kerk
is een goddelijke instelling met een .vaste wet
omtrent hetgeen men gelooven of niet gelooven
moot." Hot protest hiertegen kwam ook tegen
de conciliën. Luther, zoóals men wcët, was de
eerste, al huiverde hij er zelf voor terug, om met
dat cczag te breken. Maar hij werd door zijn
geweten gedrongen, en toen de aflaten werden
verkocht, luidde beslist zijn wbord»De kerk
heeft geon gezag meer
Dat de Protestant betuigt'sik gehoorzaam
aan Gód alleenis voorzeker een gevaarlijk
beginsel. Wantr \ndien men aan elk geloovig
christen het recht toekent om alleen te gehoor
zamen ann wat God tot hem zegtdan is
dau'rmetle aan "eik individu volstrekte vrijheid
gegeven. Maar beter dit dun dat-ook maar 6un
roonsch gedwongen zou worden. ,.»Ik sta-alleen
tegenover mijn Goden niemand zal tussclien
ons'zijn, ook niet de kerk," zeggen wij. Welnu,
indien dit zoo is, vnlt daarmede het beginsel
van; okerk"'. Dit iiobhen de hervormers in 't eerst
niet'ingezien,'en toen zij het begrepen, vreesden
zij. Luther o. a. heeft zeil' gezegd sludien ik
het mnar met. ntijn geweton had - kunnen over
eenbrengen ware ik niet' opgetreden. Want ik
zie nu, dat de menschen nog een paus noodig
hebben 1
Men heeft; later getraeht eeii ander gezag in
te. voeren: dat van den bijbel. Dit boek, dat op
;het gemoed, dor christenen zulk een overweldi
genden indruk had gemaakt noemdort zij toen
.uitsluitend «het Woord Gods" metgelteole
miskenning vnn dien heiligen drang, welken ieder
in', zijn 'geweten gevóelt, als God tot Item spreekt.
Bijbel en Goilswoord" wasvoor hen" hétzellde.
VVij nn weten dit beteren allen" kónden hot
■ïheter; vyeten®,:
Ik. wilzeide. de hoorKnappert«spreken
4nict groótü, matiging, in den strijd in de kerk
is do eerste plicht van allot? zacht te zijn in bót
iy' oo.rilcelcn over dn tegenstanilors, om ile waarheid
I® Van hun beginsel zoovee! mógelijk te lëereh
^kentien en te erkennen.De gelijkstelling van
{.bijbel en Godswoorddio bij de hervormers
naliuirlijk was, is.dit hu niet meer. De ntodernon
^hunnen den bijbel als zoodanig niet beren. Voor
hen is hij 'ja liet ëëuwiggedonkwaardige boek,
waarin de vroomsteh van Israël hunne lessen,
van levenswijsheid hebben nedergelegd en de
beginselen van bet christondom worden verkon
digd maar zij weten ook hoo de Bijbel is ontstaan,
zij weten dat de schrijvers'er van op dezelfde
wijze ais thans.hebben goschreven, dat dikwijls
langen tijd over de opneming van »esclirif-
ton is getwist, dat er vergissingen in voorkomen.
Voor ons is liet gevoelen der horvormers, dat in
den bijbel het gezag ligt, vervallen.
Doch ook onder hen kwam het reeds spoedig
tot een scheiding. Luther kon niet met Zwingli
instemmen en nog minder met Calvyn, en do
laatste liet Servot op den brandstapel omkomen,
omdat deze weder niet in zijn geloof deelde. Zoo
ontstonden langzamerhand do kerkgenootschap
pen, de Hervormde kerk splitste zich in ver
scheidene deelen, en zij zal zich wellicht in nog
meerdere afdeeiingen splitsen, alles door het be
gripEen kerk is de eenheid in het Donkenen
in de Geloofsleer..
De .Hervormde® kerk in Nederland ontstond
uit geringe beginselen. Eerst waren er slechts
zeer weinig Gereformeerden en bestond er geen
korkverband. Men noemdo zich slechts «do Ker
ken onder 't Kruis," of wel do «Kerke Chrisli",
een benaming, die tegenwoordig weder bij voor
keur gebe/.igd wordt. In 15G8 kwamen te Wezel
oenigo Protestanten bijeen, en dezen maakten dó
eerste wet voor de kerken, ten eindo daarin een
zekere eenheid te brengen. Vijftig jaar later
werd, in do Dordtsehe Synode van i 0 8 en
1G19, met meerderheid van stemmen besloten,
do Remonstramm uit do kerk te drijven, die
zich tegen de door haar aangenomen leer van
Calvyn hadden verzet, en tevens een reglement
vastgesteld, de «drie formulieren van eemgheid"
geheeten. Deze bestonden uit de door Gui o Do
Brèz opges.elde geloofsbelijdenis, waarin
hij slechts had uitgesproken wat hij voor zich ge
loofde, maar die door dc Synode verbindend
werd gemaakt voor de gelieolo Hervormde kerk
in Nederland, uit tleti II e i d e I b e r g s c h e n
catechismus, ook oorspronkelijk niet van bin
dend gezag een eenvoudig catechisutieboekje, en
uit de Dordtsehe Regelen. Hierdoor kon
men de puntjes eens op de »i*s" zotten. Deze
drie «formulieren", nu te zanten «het ar.coord
van «kerkelijke gemeenschap" genoemd, moesten
ais waarheid worden aangenomen. Maar dit ge
schiedde niet iti ons gehoele land. Men vroeg
van de Staten der provinciën vergunning of
men deze kerkorde van Dordt niet als wet be
hoefde in te voeren, en zij werd gegeven. VVij,
die een ambt bij dc kerk bekleedcn, moesten
haat evenwel onderteekenen.
Het beginsel van het Protestantisme intusschen
bleek in den loop der tijden s eeds vrijzinniger
te woraen, terwijl het Remonstrantisine terug
keerde eri- door velen aangehangen werd. Dit
wits de toestand in het begin vuil déze eeuw. lit
'1795, gelijk spr. herinnerde, hteld.de kerk op
staatskerk té zijn. Doch in 1810 nadat onder
de Ernnsclté övérheersching'Jiare voorrechten
waren afgeschaft, waardoor zij bijna ten onder
ging,, riep'de'souverome vorst v\Villoin I, bij ko
ninklijk besluit, een organisatie voor haar in
't léven. Door de Gereformeerden is de wettigheid
en de geldigheid van dat besluit betwist, daar, vol
gens hen, de koning het recht niet had uls wet
gever der kèi'k oji te treden.'Door uitspraken
vair don -Imogen - raad evenwel is uitgemaakt,
oat do toestand in 1816 geboren, volkomen wet
tig is. In 18o2 weid een nieuwe grondwet
voor do kerk gemaakt, die van haarzelf uitging
en door dc kerkelijke besturen zeil, zonder eenigen
tegenstand, in liet leven is geroepen. Toch be
strijden de Gereformeerden ook haar, evenals het
besluit, van 181G. Spreker kon dit niet begrijpen:
Allen, ook zij, zijn onder die wet leden of pre
dikanten der Kerk geworden en hebben duuruun
gehoorzaamheid beloofd. Naar zijne beschouwing
ging hut daarom niet aan do wettigheid dier
stukken- te ontkennen. Wie liet er niet mede
eens is,' kan zijn ontslag,nemenmuur iit de
kerk zijnde, ntoet,men zicli aan huru wetten
onderwerpen.
Het dorde deel van de rede: de tegenwoordige
toestand,' noopte spr. tot voorzichtigheid. In hol
oersie gedeelte van deze eeuw, zeide hij, was de
gemeente aan den Donitselien geest ontgroeid, -
on deze opvatting nam tee in onzentijd door
het ontstaan; der nieuwe,richting. Maar toen,duzq:
veel ontkende, numen de aanhangers van dé
orthodoxe richting in aantal toe. En daar dit
juist auiuen' viel met de invoering in 1S69 van
hut algemeen stemrecht, werden hierdoor de
strengste vertegenwoordigers van do rechtzinnige
richting' iii ile kerkelijke besturen gebracht. Deze,
titi spraken hel langzamerhand uit dut do drie
formulieren van eotiiglieid voor de lidmaten weder, -
burnetii! moesten worden gemaaktmaar do wet,
wmtreiulor wij loven, zeide spr., is vrijer. Eeni
gen' tijd geleden wérd de bepaling gemaakt, dat,
indien jonge menschen om tie een of andere
reden niet bij 'dato':predikant-Vim hunne gemeente
wensclten aangenomen to worden, dit, mits men
een bewijs van goed zedelijk gedrag overlegde,
in eeno andere gemeente geschieden kon. De
kerkeraad was echter van inzicht, dat voor do
leden moest vaststaan wat in do formulieren is
vervat, en zoo kwam men terug tot hét oude
beginselvaststelling van de Loer' en het Gezag
vnn do Opzieners, om te oordeelen over anderer
geloofsovertuiging.
Nu zou men zeggen, dat de strijd eigenlijk
over die attesten had moeten loopon doch dit
gebeurde niet. De gemeente Amsterdam namelijk
hcoft groote bezittingen. Wie, dus is er gevraagd,
is hiervan eigenaar 1 Do gemeente? De moeste
goederen dateeron van vóór 179b. Het verlangen
van koning Willem I was geweest het beheer
der goederen onder ziclt te houden en daarover
provinciale commissiën van toezicht aan te stel-
ien. Dit geschiedde dan ook in de meeste ge
meenten bij die van Amsterdam alleen niet
zij vroeg eigen beheer. Een kerkelijke com
missie werd en bleef daarop beheerster en be
stuurster? van die bezittingen, zondor dat de
Synode iets over haar had to zeggen. Het be
stuur van de kerk en het beheer der goederen
was steeds gescheiden. Jn 1806 besloot de koning
met 1869 hot beheer neder te leggen: doelt de
wet daartoe kwam niet tot stand, en tengevolge
daarvan was het beheer der goederen in vele ge
meenten ongeregeld. Niet alzoo te Amsterdam.
In 1869.werd. ér door do stemgerechtigdou be-
'slist over de vraag'hoe liet beheer der goederen
1 zou geschieden' en met groote meerderheid be
sloten om liet te doen blijven gelijk het was.
Le Gereformeerden echter, die hierbij dc meer
derheid hadden, voorzagen wat or geschieden
zou, en wenschten middelen te beramen om bij
een mogelijke breuk tusschcn hoogere en lagere
besturen, van het eigendom der gemeente ver
zekerd te zijn. En hiërum werd in 1875 het
bakendo wetsartikel gemaakt, waarin later de
ovcneons bekende wijziging gebracht is. Over een
en ander nu heelt liet classicaal bestuur aan
den kerkeraad inlichtingen gevraagd, welke ntot
gegeven zijn, en het classicaal bestuur zag zich
daarom genoodzaakt tot tien maatregel der schor
sing over te gaan. Zonder de quaestie te willen
beoordeelen, prees spreker den moed dier klueko
mannen, die aldus een dam hadden opgeworpen
tegen het kerkelijk drijvenzooveel te meer to
waurdeercti, daar do moesten hunner zeer recht
zinnig zijn. Ieder, die prijs stolt op het recht
vim andoren, moet hun ton hoogste dankbaar
wezen,
Over liet versperren van den toegang tot de
Nieuwe kerk hadden velen zich verwonderd.
Gtehëel ten onrechte. Als er een proces komt
zat vóór alles de vraag zijn: wie is de bezit
ter? Spreker verklaarde er weinig van te hebben
'bSgrepen; alleen dit: dut het van het hoogste
belang is te zijn bezitter. De vraag naar
hut eigendom is ontzachhjk moeilijk te beant-
i woorden scherpzinnige juristen zijn het cr niet
- over eens.
-''Welke liouding'dtébben de modernen' nu aan
tè nemen Na hetgeen in dé vorige week geschied
is,-; atwacliten. Do vraag blijft of hot beginsel der
gereformeerden of dat der modernen zegevieren
i'ziii. Detï'strijd niét opgegeven, dus raailde spr.
-atthv Er is'cen tijd geweest toen men twijfelde
of do mudernen do kerk niet moesten verlaten;
die is goeddeels vourbij, en meer en meer komt,
- men tot de overtuiging, dat men zich handhaven
moet. Niet omdat er geen zaligheid is dan in de
kelk de wereld van onzen Uemelschen Vader,
zeide spr.. is ruimer, dan de Hervormde Kerk.
Vi'ior een goed deel hebben ook de vrijzinnigen
schuld aan dezen toestand. Men bedenke het toch
'niet éen kun'er gemist worden, niet Óen. Maar
er, zijn, behalve de onverschilligen, nog zooveien,
die zich aan de kerk unttrokkenChristelijke
mannen en vrouwen.' Daarin muet liet goede
voorbeeld verandering brengen. Indien eens alle
geleerde, ontwikkelde on godsdienstige menschen
samenwerkten.szuii dó invloed van de kerk dan
niet oneindiggi'oi)tét{ 'zijnj oneindig sterker, zoo
■zij .medestrijden wilden' voor dal kostelijke goed?
De modernen 'dan moéten 'zéggen, staande tegen
over dé gereforuieërdcii '.^Laygtt'crre a entrance.
Wént "zoo"déze in' dé- kerk hëerschen, is or voor
du modernen?geen;;pluats meer.
-vSpiv hield,■ftwaai%ibëweerd. \^brdt dat algeheele
vrijheid - van.lMT?gï»Vi^riijl]i|i8,xtbch vol: «Geen
.leertuohtDat: is lief{er.ht pfotestantsclie.be-
ginseii' Volkomën gelijk,gaf hij de rechtzinnigen
dat*:;zij: de:- Néd. Hèrv.^'Kerk niet willen gcinaakt
zién tot een imodui-nëlkurk maar'wat hij in hen
niet dulden kan wasy 'tlat zij aan liun partij alleen
..récht wilden geven.;'Zeker, de kerk moet geen
''moderne kerlt worden. Eenheid van leer is onbe
reikbaar en een kerk, daarop gebaseerd, is in
bet Priitostariusum éen omiirtgV Zulk een kerk
zou ook hoogst eenzijdig zijn, een lout, die even
eens do modernen aankleeft oti wélke, du recht-'
.zinnigen van allerlei kleur niet hebben. Daarom
vyensclile spr. beiden samen te doe» blijven;
viin dé oprechto vroomheid der rechtzinnigen is
voor den' moderne zeer veel'te loeren, en als de
mudernon de' kerk verlieten, zouden de recht
zinnigen het geheel tegen do Gereformeerden
verliezen,,
Ue kerk moet een kerk zijn van verschil
lende. richtingenzij is als oen kleed, geweven
M l ,1 ,/C jj
uit idealen cn gebeden. Maar de orthodoxen p,
moeten dan toegeven, dat dc modernen recht -,, -f
hebben in de kerk niet een zedelijk maar een
'feitelijk recht. Wat is het kenmerk der Ned.
llerv. Kerk? Zij is wat zij is en wat zij go-
worden is door do historie.Zijischristelijk; v
dit karakter Jt'eeft zij en blijft zij behouden. Zij '."i®
is ook protest an tscli, en daarom heeft men 'i'
het recht zich tegen de handolingen der Gere-
formeerden te verzetten. Hot streven der Gere-
formeerden schijnt sectarisch - te zijn. «Onz.-
beginsel'', zeide spr., «eischt te doen wat wn vuü?
kunnen. Wij zijllen een zegen zijn voor geheel - -t"
ons volk, als wij ons beginsel handhavenliét
is niet te zoggen welk con ramp het zou wozen
als do Gereformeerden zegevierden, Dc kerk if
een macht, die driehonderd jaar lang het beste
en het grootste aan het Nedorlnndschc volk: 1U;®
heeft gegeven. De strijd, die thans gevoerd
wordt, is eon heerlijke strijd de strijd om'der.:';V0if
vrijheid! Wij moeten hotiben een kerk met ver-
schillende richtingen, allen overtuigd, dat liet ;:lS{
christelijke het hoogste is. Moeilijk is het, dit in v.
onzo dagen door algemeen stemrecht uit to maken
Of wij de overwinning zullen behalen,, is niot
te zeggen; de modernen kunnen het vulk niet
fanatizeeren5 alleen door overtuiging, moeten"
wij werken.
«Misschien." dus eindigde spr., «zijn de dagen
dor Kerk geteld; maar zoolang zij bestaat, zal
ik voor haar ijveren. Gedachtig aan bet woord
van den Oranjevorst: «Ik zal handhaven I" Laat -{ft®
ons het groote goed, dat God ons grsclionkon
heeft, bewaren, en al zullen de orthodoxen ook'
ons streven niet waurdeeren, wij zullen staan ;-C;
in onze kracht, wetende, dat die uit God is!"'
Nadat de Voorz den spreker voor zijne rede «v-S
gedankt had, waaraan de groote bijval, door de
hoorders betoond, een bijzondere kracht bijzette, vp
werd medegedeeld, dat na de rustpoos gelegen- >j
lteid tot onderlinge bespreking zou gegeven wor»
den. - 11
Van deze maakte ds. A. J. Wcsthoff gebruik -2
om, mede hulde brengende aan de heldere'uit- '-/'Yfvjj
eenzetting der feiten en toestanden door den
inleider, op eenig verscltil te wijzen tusschen •fh-É.
hem en den spr., ten aanzien van enkiiie'bij-
zonderheden, terwijl hij opmerkte, dat liet boheer
der kerkelijke goederen in 1810 0» in 18b2 v'0
wettelijk gesanclionnëerd is. Daarom waren, naar-:',-V0V^
zijn overtuiging, allen, die hiermede '.brakén{0;'''iv^
revolutionairen. Zij moesten buigen oi de kerk
verlaten.
Ten aanzien van het algemeen stemrecht,
schroomde spreker niet te zeggendat ook' hjj {'V?
dit een groote. ramp achtte voor de Hervormds
kerk, en hut opheffen daarvan door. de Synode
wenschclijk was
Wat moet de houding zijn van de verschillende i
fractiën was gevraagd. Men is, dus berichtte
hij bezig mot hét riemen van proevenióm tot v
de beste oplossing te komen. Wellicht zou ëeni
facultatieve kerspelvorming, met een duidelijk
en nauwkeurig geregeld administratief verband, {{i;
wenschelijk zijn. Hierdoor zou aan den verhit-
terden strijd een einde kunnen worden gemaakt
Met zwijgend voorbijgaan vnn zijn eigen aandeel,
wilde hij dit luidt* vorklaren: do Nedarl.fHerv.
kerk heeft in de laatste dagen haar behoud en
aanvankelijke redding te danken aan het classicaal
bestuur, en aan huren scribn, dr. Vos, in 't bij-
zonder.
Waarom' men zich zoo sterk verzet heeft?
Omdat de vvog, die dr. Kuyper in do Kerk bewan-
delt, hem niet alleen voor haar, maar ook voor -{-V
den Staat gevaarlijk maakt. Wanneer hij de i
wetten van de Kerk niet erkent, zal liet volk,, - ,-S
met dat voorbeeld voor oógen, eenmaal zeggen'C
«Geeft gij om de voor u gestelde wetten zoo,
weinig, dan geven wij ook niets meer om 'die -
van den Staat." 0v'.ïi0||
Met den heer Westhoff op cetiigc punten instem-
mende, betuigde de bcer Knappert in zijn repliek, '1
dat ook Item het trouwens oude denkbeeld van i
kerspelvorming voor don geest had gezweefd
maar dan blijft alleen het administratief verband. b>
-Hij.stelde voorts nog de zware taak in'tlicht,-:;i$y^
welke Synode en Classis te vorvullen hebben. -k
Op een vraag van den heer Scliagt,'of het niot
op den weg der Vereeniging lag een daiikbéttn- '7-v
ging te richten tot het classicaal'"bestuur-voor .Jjf
zijn moedig-en krachtig 'opt reden, antwoordde de
voorzitter, dat liet. bestuur..{gemeend had .niet..,.C.:{>ï
naar buiten" te' moeten werken. Dé vertegenwoor-
tuui uq .ucapt cntti^ in huii^oluwiiuccijdui im£
vooralsnog niet-noodzakelijk is, wekte hij allei
'tot samen werking en getrouwe opkoiiist aan de
steinbus op, eti sloot daarna de vergadering. j
Beroepen: te Zwartewaal de heer A.
Niehoer, cand. der theol. sdiooi te Kumpan.
Bedankt: -voor-liet beroep naar Doden»-''
vaart door ds. J. Schoëmaker, pred, to Veitb*
liuizetl.
m-i-y