ipspp mk »Pe.vpórMf^fe Cbr. Ger. Gemeente. in fgeêft^sS SlpndaardMj ibomi -h<£fM 'in Lobman^ m. r .^^lieggen- of v'nn dozo vergadering te doen uit-*;® fi|p®';*gaan, ':Uls bewijs,1 dat men niet instemde' mot pfe',; hetgeen geschied wasmaar hot bestuur had, J' zoomin eon protest al een request jê?-p pa beraad; K:Siv";i)Oodig beschouwd. Het bestaan der Kiesvereeni- Wïi ging op, zichzelf immers was reeds een protest elke overheersching op kerkelijk gebied. iESfr1 Paffe? togen Bovendien de ondervinding heeft geleerd, dat een in» door doljil M dergelijk stuk meestal ter zijde wordt gelegd. Hierna gaf hij het woord aan Prof. Knappert. 'szing'; .vcr^ff?-"' •-.•De*® verklaard zijn taak met grooto ingeno- fe-felvISf?' gienheid te hebben aanvaard. Ook hij achtte een ruit, wollwArprotest niet geraden. Voor alles merkte hij op, om' don 0 <-'■ dat do beoordeeling zeer moeilijk en de toestand isariaatvan Sflf bijzonder ingewikkeld was. Slechts betrekkelijk misterdanr^lSfé' w®'n'£ licbt 'kon kii g°velV omdat hijzelf weinig advisee! en' ^1 J' bad Doch hij wilde de historische ontwikkeling weest ziin:rlf'Iih®??van den strijd doen zien, opdat men weten zou ■J J welke houding aan te nemen. Zeer ver moest hij daartoe echter teruggaan, want de grooto fout §j is een fout van eeuwen geleden. In 't kort xvcnschto spreker. lo. aan te toonon waaruit het oude begrip van :>koi'k"\ gelijk dit in de R. Itath. kerk bestaat, is voortgesproten on hoe het Protestantisme daar» tegen is opgekomen; 2d. kortelijk na te gaan uit deze geschiedenis Van onze eigen Nederlandsen Hervormde kerk, Jioe dat vorkeerdo' R. Kuth. begrip van «Kerk" voor een tijd lang tot overwinning kwam. 3?- -tedooh zien hoe de tegenwoordige toestand van'do kerk is, on ,4ó. de houding aan te geven, welke do modernen in dozen strijd aannemen moeten, waarbij hij in het algemeen den grond en den aard daarvan '!,X *oó trachten duidelijk te maken. 'i -• Spr. ving nu aan met eon schets van de wor» ding der kerk, na de door Paolus gestichte af- zonderlijko gemeenten, tussclien welke geen organiscli verband bestond. Eerst teen de ketterijen opkwamen, werd do kerk geboren, en van dien W tijd af moest men hetzelfde belijden als de bisschop pen en opzieners der gemeente, en wat de bepalingen van leer en ieven betreft mot de hoofden censtemmiiig zijn. Pit is het begin ge- weest van hetgcon men nu als de groote fout js£ beschouwt;dat de kerk een vereeniging werd met J' vasto bepalingen voor leor en leven. Wie hieraan 0* niet gehoorzaam was, kon geen christen zijn, een fffv denkbeeld, dut nog heerschtimmers men gelooft en doet slechts^ wat als wot voorgeschreven is. Deze kork nu word voorgesteld als het ideaal, nisalleen; irr/liot bezit van de goddelijke waar- hcidy^ als een "goddelijk instituut, een instelling, ri-dje hot donige middel was om zalig te worden, Ditids nog 'het kenmerk van de katholieke vroom- fe- heid V. gehoorzaamlieid aan hetgeen de kerk zegt. Een- van'do Górcumscho martelaren men weet het betuigde «Ik geloof wat de pater-gai diaan eurd, en ritt;|| is gegeven,';!! die go, ditSf. waardeert']^ het'vooi'ge«'S| t weten we, d t geoogst^ sen advios.lt: :ou, 'iriVdafcsjf ijn, van mij;® ter .bestaatisl sschóuwiiifl^i irdeei over-Si lebl, gelijk ïiïj le. ti voorstel, te vangen^® lit voorstel i® hands nietgg onsch' komt Staat, noch in schrijvenfef sen woord0 sde": »U W OKLANO,'^ .Ir}"-; te termijtf,'ïgi erdam aanf"® leraart dar® g te komen'.' jcheér,déf;Jj en daarvan®? teeg', Rijke^ dus wedefll eldo mach®;',* bet; yperónÉ* iigo "rccnji' vl Kï: n ten laste worden te [Iervornid0®li v. d. 0- 10® tVir.* '■'■■ifüV, een derdtffjgLyr^: a. om snel®. wm-y Wie- t, om snei',;; met de gérSSj atsten tijdj indenker^j acht. m noodig,®:, ien kostofjv| goed niet/M andenallïïl ergaderiii((M ndérdagi'T^J®^ ien; ihriieh|f| met Macn-i® I ing uifge^l hield iiet .\J n.'vooi'dat® misschieil ield Zater^ rdam; eOttif uilioguns^ -Knappert léïltcgc^j anbehnnW ij'.'dó.pan!®: engewopa'-S leidde dsS irdoNcd,^ ilenriibetijs éfrichtingl ri hncl-ga-S ;n ',in den® u.de.to®^ de 'eun® dun aiiddt chten; Er, tcekëning. golooft." De. R. li. priester predikt niet wat hij zelf: denkt^nnaar iwat de kerk leert", gansch - anders do protestantsche 'predikanten zij geven hun eigen denkbeelden weer. .••De gehcolo geloofsbelijdenis waside kerk is een goddelijke instelling met een .vaste wet omtrent hetgeen men gelooven of niet gelooven moot." Hot protest hiertegen kwam ook tegen de conciliën. Luther, zoóals men wcët, was de eerste, al huiverde hij er zelf voor terug, om met dat cczag te breken. Maar hij werd door zijn geweten gedrongen, en toen de aflaten werden verkocht, luidde beslist zijn wbord»De kerk heeft geon gezag meer Dat de Protestant betuigt'sik gehoorzaam aan Gód alleenis voorzeker een gevaarlijk beginsel. Wantr \ndien men aan elk geloovig christen het recht toekent om alleen te gehoor zamen ann wat God tot hem zegtdan is dau'rmetle aan "eik individu volstrekte vrijheid gegeven. Maar beter dit dun dat-ook maar 6un roonsch gedwongen zou worden. ,.»Ik sta-alleen tegenover mijn Goden niemand zal tussclien ons'zijn, ook niet de kerk," zeggen wij. Welnu, indien dit zoo is, vnlt daarmede het beginsel van; okerk"'. Dit iiobhen de hervormers in 't eerst niet'ingezien,'en toen zij het begrepen, vreesden zij. Luther o. a. heeft zeil' gezegd sludien ik het mnar met. ntijn geweton had - kunnen over eenbrengen ware ik niet' opgetreden. Want ik zie nu, dat de menschen nog een paus noodig hebben 1 Men heeft; later getraeht eeii ander gezag in te. voeren: dat van den bijbel. Dit boek, dat op ;het gemoed, dor christenen zulk een overweldi genden indruk had gemaakt noemdort zij toen .uitsluitend «het Woord Gods" metgelteole miskenning vnn dien heiligen drang, welken ieder in', zijn 'geweten gevóelt, als God tot Item spreekt. Bijbel en Goilswoord" wasvoor hen" hétzellde. VVij nn weten dit beteren allen" kónden hot ■ïheter; vyeten®,: Ik. wilzeide. de hoorKnappert«spreken 4nict groótü, matiging, in den strijd in de kerk is do eerste plicht van allot? zacht te zijn in bót iy' oo.rilcelcn over dn tegenstanilors, om ile waarheid I® Van hun beginsel zoovee! mógelijk te lëereh ^kentien en te erkennen.De gelijkstelling van {.bijbel en Godswoorddio bij de hervormers naliuirlijk was, is.dit hu niet meer. De ntodernon ^hunnen den bijbel als zoodanig niet beren. Voor hen is hij 'ja liet ëëuwiggedonkwaardige boek, waarin de vroomsteh van Israël hunne lessen, van levenswijsheid hebben nedergelegd en de beginselen van bet christondom worden verkon digd maar zij weten ook hoo de Bijbel is ontstaan, zij weten dat de schrijvers'er van op dezelfde wijze ais thans.hebben goschreven, dat dikwijls langen tijd over de opneming van »esclirif- ton is getwist, dat er vergissingen in voorkomen. Voor ons is liet gevoelen der horvormers, dat in den bijbel het gezag ligt, vervallen. Doch ook onder hen kwam het reeds spoedig tot een scheiding. Luther kon niet met Zwingli instemmen en nog minder met Calvyn, en do laatste liet Servot op den brandstapel omkomen, omdat deze weder niet in zijn geloof deelde. Zoo ontstonden langzamerhand do kerkgenootschap pen, de Hervormde kerk splitste zich in ver scheidene deelen, en zij zal zich wellicht in nog meerdere afdeeiingen splitsen, alles door het be gripEen kerk is de eenheid in het Donkenen in de Geloofsleer.. De .Hervormde® kerk in Nederland ontstond uit geringe beginselen. Eerst waren er slechts zeer weinig Gereformeerden en bestond er geen korkverband. Men noemdo zich slechts «do Ker ken onder 't Kruis," of wel do «Kerke Chrisli", een benaming, die tegenwoordig weder bij voor keur gebe/.igd wordt. In 15G8 kwamen te Wezel oenigo Protestanten bijeen, en dezen maakten dó eerste wet voor de kerken, ten eindo daarin een zekere eenheid te brengen. Vijftig jaar later werd, in do Dordtsehe Synode van i 0 8 en 1G19, met meerderheid van stemmen besloten, do Remonstramm uit do kerk te drijven, die zich tegen de door haar aangenomen leer van Calvyn hadden verzet, en tevens een reglement vastgesteld, de «drie formulieren van eemgheid" geheeten. Deze bestonden uit de door Gui o Do Brèz opges.elde geloofsbelijdenis, waarin hij slechts had uitgesproken wat hij voor zich ge loofde, maar die door dc Synode verbindend werd gemaakt voor de gelieolo Hervormde kerk in Nederland, uit tleti II e i d e I b e r g s c h e n catechismus, ook oorspronkelijk niet van bin dend gezag een eenvoudig catechisutieboekje, en uit de Dordtsehe Regelen. Hierdoor kon men de puntjes eens op de »i*s" zotten. Deze drie «formulieren", nu te zanten «het ar.coord van «kerkelijke gemeenschap" genoemd, moesten ais waarheid worden aangenomen. Maar dit ge schiedde niet iti ons gehoele land. Men vroeg van de Staten der provinciën vergunning of men deze kerkorde van Dordt niet als wet be hoefde in te voeren, en zij werd gegeven. VVij, die een ambt bij dc kerk bekleedcn, moesten haat evenwel onderteekenen. Het beginsel van het Protestantisme intusschen bleek in den loop der tijden s eeds vrijzinniger te woraen, terwijl het Remonstrantisine terug keerde eri- door velen aangehangen werd. Dit wits de toestand in het begin vuil déze eeuw. lit '1795, gelijk spr. herinnerde, hteld.de kerk op staatskerk té zijn. Doch in 1810 nadat onder de Ernnsclté övérheersching'Jiare voorrechten waren afgeschaft, waardoor zij bijna ten onder ging,, riep'de'souverome vorst v\Villoin I, bij ko ninklijk besluit, een organisatie voor haar in 't léven. Door de Gereformeerden is de wettigheid en de geldigheid van dat besluit betwist, daar, vol gens hen, de koning het recht niet had uls wet gever der kèi'k oji te treden.'Door uitspraken vair don -Imogen - raad evenwel is uitgemaakt, oat do toestand in 1816 geboren, volkomen wet tig is. In 18o2 weid een nieuwe grondwet voor do kerk gemaakt, die van haarzelf uitging en door dc kerkelijke besturen zeil, zonder eenigen tegenstand, in liet leven is geroepen. Toch be strijden de Gereformeerden ook haar, evenals het besluit, van 181G. Spreker kon dit niet begrijpen: Allen, ook zij, zijn onder die wet leden of pre dikanten der Kerk geworden en hebben duuruun gehoorzaamheid beloofd. Naar zijne beschouwing ging hut daarom niet aan do wettigheid dier stukken- te ontkennen. Wie liet er niet mede eens is,' kan zijn ontslag,nemenmuur iit de kerk zijnde, ntoet,men zicli aan huru wetten onderwerpen. Het dorde deel van de rede: de tegenwoordige toestand,' noopte spr. tot voorzichtigheid. In hol oersie gedeelte van deze eeuw, zeide hij, was de gemeente aan den Donitselien geest ontgroeid, - on deze opvatting nam tee in onzentijd door het ontstaan; der nieuwe,richting. Maar toen,duzq: veel ontkende, numen de aanhangers van dé orthodoxe richting in aantal toe. En daar dit juist auiuen' viel met de invoering in 1S69 van hut algemeen stemrecht, werden hierdoor de strengste vertegenwoordigers van do rechtzinnige richting' iii ile kerkelijke besturen gebracht. Deze, titi spraken hel langzamerhand uit dut do drie formulieren van eotiiglieid voor de lidmaten weder, - burnetii! moesten worden gemaaktmaar do wet, wmtreiulor wij loven, zeide spr., is vrijer. Eeni gen' tijd geleden wérd de bepaling gemaakt, dat, indien jonge menschen om tie een of andere reden niet bij 'dato':predikant-Vim hunne gemeente wensclten aangenomen to worden, dit, mits men een bewijs van goed zedelijk gedrag overlegde, in eeno andere gemeente geschieden kon. De kerkeraad was echter van inzicht, dat voor do leden moest vaststaan wat in do formulieren is vervat, en zoo kwam men terug tot hét oude beginselvaststelling van de Loer' en het Gezag vnn do Opzieners, om te oordeelen over anderer geloofsovertuiging. Nu zou men zeggen, dat de strijd eigenlijk over die attesten had moeten loopon doch dit gebeurde niet. De gemeente Amsterdam namelijk hcoft groote bezittingen. Wie, dus is er gevraagd, is hiervan eigenaar 1 Do gemeente? De moeste goederen dateeron van vóór 179b. Het verlangen van koning Willem I was geweest het beheer der goederen onder ziclt te houden en daarover provinciale commissiën van toezicht aan te stel- ien. Dit geschiedde dan ook in de meeste ge meenten bij die van Amsterdam alleen niet zij vroeg eigen beheer. Een kerkelijke com missie werd en bleef daarop beheerster en be stuurster? van die bezittingen, zondor dat de Synode iets over haar had to zeggen. Het be stuur van de kerk en het beheer der goederen was steeds gescheiden. Jn 1806 besloot de koning met 1869 hot beheer neder te leggen: doelt de wet daartoe kwam niet tot stand, en tengevolge daarvan was het beheer der goederen in vele ge meenten ongeregeld. Niet alzoo te Amsterdam. In 1869.werd. ér door do stemgerechtigdou be- 'slist over de vraag'hoe liet beheer der goederen 1 zou geschieden' en met groote meerderheid be sloten om liet te doen blijven gelijk het was. Le Gereformeerden echter, die hierbij dc meer derheid hadden, voorzagen wat or geschieden zou, en wenschten middelen te beramen om bij een mogelijke breuk tusschcn hoogere en lagere besturen, van het eigendom der gemeente ver zekerd te zijn. En hiërum werd in 1875 het bakendo wetsartikel gemaakt, waarin later de ovcneons bekende wijziging gebracht is. Over een en ander nu heelt liet classicaal bestuur aan den kerkeraad inlichtingen gevraagd, welke ntot gegeven zijn, en het classicaal bestuur zag zich daarom genoodzaakt tot tien maatregel der schor sing over te gaan. Zonder de quaestie te willen beoordeelen, prees spreker den moed dier klueko mannen, die aldus een dam hadden opgeworpen tegen het kerkelijk drijvenzooveel te meer to waurdeercti, daar do moesten hunner zeer recht zinnig zijn. Ieder, die prijs stolt op het recht vim andoren, moet hun ton hoogste dankbaar wezen, Over liet versperren van den toegang tot de Nieuwe kerk hadden velen zich verwonderd. Gtehëel ten onrechte. Als er een proces komt zat vóór alles de vraag zijn: wie is de bezit ter? Spreker verklaarde er weinig van te hebben 'bSgrepen; alleen dit: dut het van het hoogste belang is te zijn bezitter. De vraag naar hut eigendom is ontzachhjk moeilijk te beant- i woorden scherpzinnige juristen zijn het cr niet - over eens. -''Welke liouding'dtébben de modernen' nu aan tè nemen Na hetgeen in dé vorige week geschied is,-; atwacliten. Do vraag blijft of hot beginsel der gereformeerden of dat der modernen zegevieren i'ziii. Detï'strijd niét opgegeven, dus raailde spr. -atthv Er is'cen tijd geweest toen men twijfelde of do mudernen do kerk niet moesten verlaten; die is goeddeels vourbij, en meer en meer komt, - men tot de overtuiging, dat men zich handhaven moet. Niet omdat er geen zaligheid is dan in de kelk de wereld van onzen Uemelschen Vader, zeide spr.. is ruimer, dan de Hervormde Kerk. Vi'ior een goed deel hebben ook de vrijzinnigen schuld aan dezen toestand. Men bedenke het toch 'niet éen kun'er gemist worden, niet Óen. Maar er, zijn, behalve de onverschilligen, nog zooveien, die zich aan de kerk unttrokkenChristelijke mannen en vrouwen.' Daarin muet liet goede voorbeeld verandering brengen. Indien eens alle geleerde, ontwikkelde on godsdienstige menschen samenwerkten.szuii dó invloed van de kerk dan niet oneindiggi'oi)tét{ 'zijnj oneindig sterker, zoo ■zij .medestrijden wilden' voor dal kostelijke goed? De modernen 'dan moéten 'zéggen, staande tegen over dé gereforuieërdcii '.^Laygtt'crre a entrance. Wént "zoo"déze in' dé- kerk hëerschen, is or voor du modernen?geen;;pluats meer. -vSpiv hield,■ftwaai%ibëweerd. \^brdt dat algeheele vrijheid - van.lMT?gï»Vi^riijl]i|i8,xtbch vol: «Geen .leertuohtDat: is lief{er.ht pfotestantsclie.be- ginseii' Volkomën gelijk,gaf hij de rechtzinnigen dat*:;zij: de:- Néd. Hèrv.^'Kerk niet willen gcinaakt zién tot een imodui-nëlkurk maar'wat hij in hen niet dulden kan wasy 'tlat zij aan liun partij alleen ..récht wilden geven.;'Zeker, de kerk moet geen ''moderne kerlt worden. Eenheid van leer is onbe reikbaar en een kerk, daarop gebaseerd, is in bet Priitostariusum éen omiirtgV Zulk een kerk zou ook hoogst eenzijdig zijn, een lout, die even eens do modernen aankleeft oti wélke, du recht-' .zinnigen van allerlei kleur niet hebben. Daarom vyensclile spr. beiden samen te doe» blijven; viin dé oprechto vroomheid der rechtzinnigen is voor den' moderne zeer veel'te loeren, en als de mudernon de' kerk verlieten, zouden de recht zinnigen het geheel tegen do Gereformeerden verliezen,, Ue kerk moet een kerk zijn van verschil lende. richtingenzij is als oen kleed, geweven M l ,1 ,/C jj uit idealen cn gebeden. Maar de orthodoxen p, moeten dan toegeven, dat dc modernen recht -,, -f hebben in de kerk niet een zedelijk maar een 'feitelijk recht. Wat is het kenmerk der Ned. llerv. Kerk? Zij is wat zij is en wat zij go- worden is door do historie.Zijischristelijk; v dit karakter Jt'eeft zij en blijft zij behouden. Zij '."i® is ook protest an tscli, en daarom heeft men 'i' het recht zich tegen de handolingen der Gere- formeerden te verzetten. Hot streven der Gere- formeerden schijnt sectarisch - te zijn. «Onz.- beginsel'', zeide spr., «eischt te doen wat wn vuü? kunnen. Wij zijllen een zegen zijn voor geheel - -t" ons volk, als wij ons beginsel handhavenliét is niet te zoggen welk con ramp het zou wozen als do Gereformeerden zegevierden, Dc kerk if een macht, die driehonderd jaar lang het beste en het grootste aan het Nedorlnndschc volk: 1U;® heeft gegeven. De strijd, die thans gevoerd wordt, is eon heerlijke strijd de strijd om'der.:';V0if vrijheid! Wij moeten hotiben een kerk met ver- schillende richtingen, allen overtuigd, dat liet ;:lS{ christelijke het hoogste is. Moeilijk is het, dit in v. onzo dagen door algemeen stemrecht uit to maken Of wij de overwinning zullen behalen,, is niot te zeggen; de modernen kunnen het vulk niet fanatizeeren5 alleen door overtuiging, moeten" wij werken. «Misschien." dus eindigde spr., «zijn de dagen dor Kerk geteld; maar zoolang zij bestaat, zal ik voor haar ijveren. Gedachtig aan bet woord van den Oranjevorst: «Ik zal handhaven I" Laat -{ft® ons het groote goed, dat God ons grsclionkon heeft, bewaren, en al zullen de orthodoxen ook' ons streven niet waurdeeren, wij zullen staan ;-C; in onze kracht, wetende, dat die uit God is!"' Nadat de Voorz den spreker voor zijne rede «v-S gedankt had, waaraan de groote bijval, door de hoorders betoond, een bijzondere kracht bijzette, vp werd medegedeeld, dat na de rustpoos gelegen- >j lteid tot onderlinge bespreking zou gegeven wor» den. - 11 Van deze maakte ds. A. J. Wcsthoff gebruik -2 om, mede hulde brengende aan de heldere'uit- '-/'Yfvjj eenzetting der feiten en toestanden door den inleider, op eenig verscltil te wijzen tusschen •fh-É. hem en den spr., ten aanzien van enkiiie'bij- zonderheden, terwijl hij opmerkte, dat liet boheer der kerkelijke goederen in 1810 0» in 18b2 v'0 wettelijk gesanclionnëerd is. Daarom waren, naar-:',-V0V^ zijn overtuiging, allen, die hiermede '.brakén{0;'''iv^ revolutionairen. Zij moesten buigen oi de kerk verlaten. Ten aanzien van het algemeen stemrecht, schroomde spreker niet te zeggendat ook' hjj {'V? dit een groote. ramp achtte voor de Hervormds kerk, en hut opheffen daarvan door. de Synode wenschclijk was Wat moet de houding zijn van de verschillende i fractiën was gevraagd. Men is, dus berichtte hij bezig mot hét riemen van proevenióm tot v de beste oplossing te komen. Wellicht zou ëeni facultatieve kerspelvorming, met een duidelijk en nauwkeurig geregeld administratief verband, {{i; wenschelijk zijn. Hierdoor zou aan den verhit- terden strijd een einde kunnen worden gemaakt Met zwijgend voorbijgaan vnn zijn eigen aandeel, wilde hij dit luidt* vorklaren: do Nedarl.fHerv. kerk heeft in de laatste dagen haar behoud en aanvankelijke redding te danken aan het classicaal bestuur, en aan huren scribn, dr. Vos, in 't bij- zonder. Waarom' men zich zoo sterk verzet heeft? Omdat de vvog, die dr. Kuyper in do Kerk bewan- delt, hem niet alleen voor haar, maar ook voor -{-V den Staat gevaarlijk maakt. Wanneer hij de i wetten van de Kerk niet erkent, zal liet volk,, - ,-S met dat voorbeeld voor oógen, eenmaal zeggen'C «Geeft gij om de voor u gestelde wetten zoo, weinig, dan geven wij ook niets meer om 'die - van den Staat." 0v'.ïi0|| Met den heer Westhoff op cetiigc punten instem- mende, betuigde de bcer Knappert in zijn repliek, '1 dat ook Item het trouwens oude denkbeeld van i kerspelvorming voor don geest had gezweefd maar dan blijft alleen het administratief verband. b> -Hij.stelde voorts nog de zware taak in'tlicht,-:;i$y^ welke Synode en Classis te vorvullen hebben. -k Op een vraag van den heer Scliagt,'of het niot op den weg der Vereeniging lag een daiikbéttn- '7-v ging te richten tot het classicaal'"bestuur-voor .Jjf zijn moedig-en krachtig 'opt reden, antwoordde de voorzitter, dat liet. bestuur..{gemeend had .niet..,.C.:{>ï naar buiten" te' moeten werken. Dé vertegenwoor- tuui uq .ucapt cntti^ in huii^oluwiiuccijdui im£ vooralsnog niet-noodzakelijk is, wekte hij allei 'tot samen werking en getrouwe opkoiiist aan de steinbus op, eti sloot daarna de vergadering. j Beroepen: te Zwartewaal de heer A. Niehoer, cand. der theol. sdiooi te Kumpan. Bedankt: -voor-liet beroep naar Doden»-'' vaart door ds. J. Schoëmaker, pred, to Veitb* liuizetl. m-i-y

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1886 | | pagina 3