I. I' l'f' §\- I; vk i r U'S F C -^1' I; 1/ \fr f k1 V V- v* I' Si' S' C kv& i-k HAAGSCHE SCHETSEN. K o i o n i n. *- K K 1 v \vh^ H v/r fi k' i.-. IfA |fr *V tV* t: si ft i. K fi F' kt «Vfj^ A*<. Jky* V Jöj i'j i %r V 1 K# v 4?> J-**» genomen. Zij, de eenige getuige van de dubbele misdaad, door de moordenaars in liet leven ge laten, dat heeft argwaan gewekt. Ook schenen de banden-waarmede zij verklaarde door de booswichten in de keuken vastgebonden to zijn, niet stevig genoeg om hare vlucht te verhinde ren. Men legt haar buitendien ten laste, dat zij niet om hulp geroepen heeft, toen de moorde naars binnentraden. Zij gaf bij het eerste verhoor ts kennen, dat het Spanjaarden zouden goweest zijn, die de misdaad bedreven hebbenmaar toen men haar vroeg, hun signalement op te geven, viel uit haar antwoord weinig op te maken. Zij was eorst sedert tweo maanden bij haar meester ir< dienstzij is van haar man gescheidenis eene zuster van oen wegens diefstal veroordeel den persoon, bij wion zij 's avonds na den dub belen moord huisvesting heeft gezocht, en Heeft een zoon, die pas uit de gevangenis is ontslagen. Een waanzinnige heeft te Amiens twee revol verschoten op Jules Vcrne gelost, en hem in het linker been getroffen de wond is niet ornstig, Be waanzinnige, do eenige neef dos schrijvers, werd door zijne familie bewaakt, doch hij wist aan het toezicht te ontsnappen. Do dader van den afschuwelijken moordaan slag op het 42-jarige meisje, Josephina Danys, te Antwerpen, welken wij uitvoerig hebben me degedeeld, is nog niet bekend. Tengevolge van een ongeteekendon brief, waarin de vleeschhou- war Antbonissen, den oom van liec meisje, bij wien h'jt op den dag van den moord op bezoek ■was, via, do vreescl'.jke misdaad beschuldigd wordt, beeft hij een langdurig verhoor ondergaan, doch de man heeft kunnen bewijzen, dat hij niet voor 5 uur des namiddags zijne oude woning in de Nassaustraat heeft verlaten. Do eelitgenoo- ten Anthonissen worden zwaar beproefd; niet 4plleen dat de man bij het publiek onder verden- king ligt de afgrijselijke misdaad gepleegd te hebben, maar bovendien heeft het echtpaar het eenig kind van enkele maanden oud, dezer dagen door den dood verloren. De justitie moet ■wel iemand op het spoor zijn, want zij beeft met betrekking tot deze zaak, de aanhouding verzocht van een onbekende, wiens signalement is als volgt30 jaren oud, blond haar, wenk brauwen, baard en knevel insgelijks blond; ge- Weed als werkman, met een klein zwart vilten hoedje; overjas van donkere stof met zwart flmvcelen kraag. Deze persoon spreekt zeer goed Ylaamsch, doch slocht Fransch. Prins Torlonia, de onlangs overleden Romein- eche miliionnair, was op acht na derijksteman ter wereld. Hij had een inkomen van f4200 per dag. Dezer dagen is zijn testamentgeopend. Erfge namen zijnde hertogin van Ceri, zijn dochter, en de kleinzoon van den hertog van Ceri. Een aantal legaten zijn door den prins aan bloed verwanten, vrienden, bedienden enz. vermaakt, en voorts is door hom bopaald, dat de steun, door hem verstrekt aan vele liefdadige instellin gen, moet worden voortgezet door den hertog on de hertogin van Ceri. - daar ik geen Duitsche hen maar ik heb veel met Duitschers omgegaan en moet u evenwel eerlijk verklaren, dat ik nog nooit den naam van Eothenliurg aan de hoe zegt gij ook aan de Tauber, gehoord heb. Hij lachte en had nu op eenmaal alle ver legenheid overwonnen door het besef, dut bij in kennis van niet onbelangrijke zaken boven deze voorname dame stond. Vergeef mijzeidc hijdat ik mij thans aan "t zelfde euvel schuldig gemaakt heb, waar aan alle Rothenburgers tegenover viecmdelingen mank gaan, hoewel mijn ïwieg en bakermat" niet aan den oever van de Tauber heeft gestaan. Wij zijn allen zoo met onze stad ingenomen, er too op verzotdat wij ons niet kunnen voorstel len hoe een mensch er wel uitziet, die niets \an Rothenburg weetToen ik ernegen jaar ge leden, oor 'teerst kwam, wist ik zelf echter niet veel meer van de oude vrije rijksstad, dan dat zij op een hoog, uit de rivier oprijzend plateau gelegen, met muren en torens, nog juist zooals voor vijf eeuwen, omgeven was, en de eer had mijne voorvaderen onder hare burgers geteld te De heer August Gamel te Kopenhagen heeft aan de verceniging tot ondersteuning der armen aldaar vrijheid gegeven, van 40 Maart tot 1 April, dagelijks aan zijn woning 50 werkoloozen en 50 belioeftigen te zenden, om van hem een kroon to ontvangen. Opdat men gcon politieke beteekctiis aan deze daad hechte, heeft do heer Gamel uitdrukkelijk verzocht ook arbeidors van de arboidcrs-vereenïging te zenden, indien zij behoefte aan onderstand hebben. 'tllad gesneeuwd, geen beetje, en de] straten waren glad. Wie op do monsclilievendheid der llaagsche dienstboden rekende en onbeslagen op weg ging, mocht zichzelf breekbare waar achten en een deel van een gedachte wijden aan die nuttige instellingen, die levensverzekeringen boe ten. Op het Plein, in de nabijheid van het ministerie van Koloniën, kwam een oude, gebrekkige man op twee krukken aangestrompeld. Voorzichtig, en langzamer dan anders zochten de krukken van don stumper naar een vast en gevaarloos punt; met opzet plantten zij zich in de rulle sneeuw, waar het gevaar 't geringst was. Hij had al een heel eind afgelegd, dezo man Natuur was hem niet gunstig gezind dezen winter, maar, zou hij geen gebrek lijden, dan diende hij toch het lijf te wagen en zijn dagehjkschen tocht te doen. liier, bij Koloniën, moet ge weten, was zijn vaste standplaats. Alle morgens tegen tien uie was hij er to vinden. Do hoeren, die daaralle dagen op hetzelfde uur passeerden om zich naar hunne bureaux of ook wel naar »de Witte" te begeven, kenden hom sinds jaren. Zij waren talrijk genoeg om een armen, ouden man in 't leven te houden. Of ze 'tdeden? Ja, Ieder van hen had zijn dag, waarop hij naar vermogen barmhartigheid oefende. Die heeren, ze waren »van allerlei slag." Er hepen er onder, die 't leven v»n de luchtigste zijde opnamen en wier levensbeschou wing en levenswijze losser was, dan sommigen zouden willen goedkeurenMaar de licht- zinnigsten zijn de or v>armhartigsten nietHoudt den steen terug, bid ik u, dien gij zondt willen opheffen hem te werpen, dat hij treft, is geen kunst; herinner u het woord der liofde »éeii goede daad bedekt vele gebreken" en weet, dat die dene goede daad misschien de teere wortel is, die te eeniger tijd /al uitspruiten om zegenrijke vruchten te geven! Vurige harten leven snel Dezen dag was de oude llein Hagel laat. want de gladde straten hadden hem opgehouden. Da meesten zijner weldoeners waren reeds voorbij gegaan. Hein liegroep dat wel en hij bedacht bij zichzelf of die hem nu ook werkelijk gemist zoudon hebben: annzien immors doet gedenken? En vervolgens begon hij duidelijk in to zien, dat Itij vandaag zijn doel missen zou. Wat nooit gebouide, Hein Hagel hoorde in dit oogenblik het half bevroren fluitje niet van de tram, die van don Vij vei berg kwam aanrij den. Hij stond tusschen de rails, en niet voordat de koetsier, steeds fluitende, uit alle macht de rem aanzette, schrikte hij van het doordringend geknars, begreep onmiddellijk het dreigend gevaar en plantte zijn krukkon tot een grooten sjirong ver in do sneeuw, te ver, te schuin, /oodat een van de twee weggleedHein llagel viel en brak een arm. Sla een oogenblik stil bij een gedachte, die zicli in een luttel getal woorden lnnt omschrijven, waarvan do korte slotsom neeikomt op: Gebrek. hebben. Ik neem de vrijheid, mij zei ven bij dezen aan de genadige vrouw voor te stellen mijn naam is Hans Dopplei'. Glimlachend hoog hij zich, en zag haar daarbij aan, of hij vei wachtte, dat het noemen van zijn naam een levendigen indruk op haar maken zou zoo ongeveer alsof hij Hans Columbus heette, of iets dergelijks. Maar haar gelaat onderging niet do ininsie verandering. De naam van Hans Dnppier scheen haar volkomen onverschillig te loten. Toen de jonge schilder bemeikte, dat de mede- deeling van zijn geslachtsnaam niet den minsten indruk op de vreemde dame maakte, raakte hij eenigszins van zijn stuk. Doji|)ler is mijn naam, herhaalde hij, zooals ik do eer had u te zeggen. De schrijf- - wijze met een D is vnn Interen tijd. Oorspron kelijk was de naam Toppler, maar in devonge eeuw kwam die veranderde schrijfwijze in zwang bij de zijlinie, waartoe 'ik behoor. Doch 't is his torisch zeker, want het blijkt uit de ooi konden, dat de stamvader van ons geslacht geen andere en geen mindere was dan do groote burgemees- Bedenk boe bitter weinig bet lot van éen armen man te betcekencn heeft en in aanmerking komt tegenover het nimmer ophoudend jagen en woelen eener onverschillige wereld en heb een oogenblik dceinis met bet lot des ouden, die zich tot lijdelijk verdragen en wachten gedoemd ziet In eon dier nieuwere buurten van 's-Graven- hage, welker namen u levendig aan onze oud- Ilollandsche schilderschool herinneren, maar wel ker voor 't mcerendeel vervallen en naargeestig uitzien van te vroegen ouderdom getuigt en misschien aftakelen zal, als de roem dier school nog onverzwakt voortleeft in een dior buurten staat een rei huizen, zoover uw oog reikt onder dan lijst en als 't ware een aaneen schakeling van even hooge, evon breede, even vervelooze ramen en deuren. In bijna elk onder huis wordt een of andere nering met bijna geen succes gedrevon; van haast elk bovenhuis staat de deur open en aan iedere deur speelt of ver veelt zich een onbeperkt aantal morsigo kinderen. Die openstaande deuren brengen u op een denk beeld, dat door liet groot aantal kinderen ea de vele in- en uitgaande mcnschen versterkt wordt. Do bovenhuizen namelijk worden of door do eige naars, of door de bewoners bij kleine gedeelten verhuurd, en ziedaar tevens verklaard waarom de gewitte binnenmuren zoo beduimeld en meternyon- teokeningen versierd, de trajjpen zoo smerig en de leuningen zoo groezelig zijn. Er keerschen in deze huizen echt socialistische beginselen, die natuurlijk ten gevolge hebben dat er niets wordt gedaan, wat naar rcinhouden gelijkt; dc eersten willen hier gaarne do laatsten zijnen, waarde rechten zoo vrijwillig prijsgegeven werden, heb ben de plichten zich al voor lang in dikke nevelen gehuldWat wilt go? Hoe grooter recht, hoe duurder plicht: dat stond niet op het demo- cratisch-optoclit-bord te lezen Komaan, op geleide der kleverige leuning naar boven, tot zij u in den steek laat en eon vettig touw u verder leidt. Op dien donkoren tocht kunt gij eenige wetenschap opdoen. Gij hoort immers wol het geklop van den schoenmaker en, op de/elfdo verdieping, het godruisch van de naaimachine des kleermakers, die beidon svoor winkels" werken? Uiteen hygiënisch oogpunt maar allons! gij rnoet niet alles willen weten! En luister er maar niet langer naar: stilstaan is achteruitgaan op deze glibberige trap, die hior en daar een trede heeft moeten afstaan Hoogerop; geschiei van kinderen treft uw oor; misschien zijn de wurmen alleen; mogelijk spelen ze met lucifers; dat hoort er zoo bij. Evon gaan zien Goed msar pas op want de deur gaat naar buiten open, zoodoende dient zij meteen tot traphekje. Zie maar, een vrouw treedt op hot portaaltje, de moeder zeker. Hooger op nuhier eindigt de leuning al. Hoe is het mogelijk dat een raon- schelijk verstand een huis zóo in elkaar zetten kan zonder een zweem van, ik zal niet zeggen, licht, maar dan toch lucht 1 Bah, de vcreenigde geuren van hot gekook van acht of tien gezin nen wriemelen hier naar bovengij houdt het er voor, dat ga den damp, als die maar zichtbaar waszondt kunnen snijden 1 Vlug dan verder naar bovenge zijt nu al zoover gekmncn 'tis of hot huis in een kegel uitloopt, zoo nauw wordt het hier, maar nu zijt ge er ook, want in den top van den kegel woont Hoin Hagel en, als ge nu do/e deur opent, kunt go hem zien. Ja werkelijk, ge kunt hom zien, want hier is het licht Al voortschitrrelend naar omhoog, hebt ge tegelijk het ncliteigedeelto van liet huis be reikt; on nu hier, iu dezo kamer, geven twee smalle ramen uitzicht op de achterzijde dor hui zen van een andere straat en, in do diepte, op kleine bleekti'Idjcs, die bij de benedenwoningen belmoren. Hier ook verlaat u dat nare gevoel van beklemdheid dat bijna uwWlongen-,:,, het werk doed staken't riekt hier naar klak op de rauren.cn naar zeep aan hot houtweik gij verkomt, en merkt met genoegen de heldere X gordijntjes voor de rnmon en den glans op de 4 luttele geverfde meuholen in het vertrek. En hier nu ligt in een zindelijke bedstee Hein Ilngolde oude stakker van het Pleinen zijn gebroken arm is in oen verband gewikkeld Noemde ik niet, daareven, de wereld onverschillig? Laster is het, dien dag en nacht niet ophouden to weerspreken in werken van barmhartigheid! Goddank, to midden van al hot woelen ondrij. van en jagen beweegt zich de nimmer slapende menschenliefdezij zag al zoo velerlei ellende dezen winter; zij zag ook Hein Hagel vallen; zij schoot toe; zij verleende hulp; zij bezocht reeds zijn armelijk kamertje; zij is duik in do weer voor hem; zij heeft reeds opwekkend haar adem laten gaan over don machtigsten hefboom dezer eeuw: de drukpers. En dat alles te liever ea roet te meer goede verwachting, nadat zij Hein Hagel en zijn vrouw van nabij had leeren kennen. Want Hein was getrouwd, al bijna veertig jaar. En Hein z'n vrouw, zoo oud als ze was en of 't haar ook zwaar begon te vallen, ging' nog geregeld een dag of drie in.de weck nit werken. Zoo had zij tot nog toe liet nijpendst gebrek buiten de deur kunnen houden en nog nooit behoefte aan bedeeling gehad. Zij en haar man stelden daar een eer in. Maar daarkivatn nu op eens, in 't hartje van den winter, dat onverwachte ongeluk, hetwelk do vrouw dwong om thuis te blijven bij haar man; en nochtans dacht zij daar niot aan, toon zo den armen Hein dc trappen opdroegen en, veel hulpeloozor nog dan anders, hem neerlegdenZij hield zich kloek; zij stond hem ter zijde, toen de oakiM1 het verband legde, angstig zijn gelaat bespiedende, Maar hij hield zijne oogen vast op do hare ge richt en deed zijn uiterste best om haar niets van zijn smart to laten bemerken Nog voor don avond bezocht do engel der barmhartigheid het sobeie vertrekje on wierp er haro eerste lichtstralen. We) degelijk hadden do achterblijvers Hein llagel op zijn standplaats gemist, en zij namen de reeds uitgestoken hand niet terug. Kon de oude zijn lovensondeihoud niet komen aannemen, dan zouden zij hot hein gaan brengen; in den steek laten wilden zij hem niet. Zij namen ook de pers in den arm en vonden don tijd om zich met anderen te ver staan en aller samen-,veiktng had.ten gevolge dat gebrek en ontbering en de nijpende kou de oudjes niet konden bereik en.... {Slot volgt,) Ps.ox. Batavia, 40 Februari Van den resident van Madioen zijn de vol gende telegrammen ontvangen, gedagteekend van den 3 dezer; jiEen gistcrriamiddag van Ponorogo per post ontvangen telegram van don ass.-res. van Patjitan meldtzware regens in den nacht van* 30 op 31 en gedurende den 34, De regen houdt thans nog aan. De omtrek, benevens de nloon- aloen aan do Noordzijde staat oen paar voet onder water. Het jiersoneel is gedeeltelij1, niet binnen, daar ieder moet zorgen voor have en goed." Een telegram van denzelfdon, aangebracht per oppus»er, luidt: »Ken hedenmorgen van den controleur Kappen, die zich te Ardjosuris bevindt, ontvangen schrijven houdt in een nog niet te overzieno ramp heeft de bevolking der lagere streken van Semanten getroffen. In den ter van Rothenburg Ueinrich Toppler, van wien de genadige viouw toch zeker wel gehoord zal hebben Zij schudde glimlachend het hoofd, en vor- mauktB zich blijkbaar mot de naïveteit van des grooten burgemeesters afstammeling. Het spijt mij znor, waarlijk, ik betreur het dnt het met mijne historiekennis al niet veel beter gesteld is dan met mijne aardrijkskundige. Maar, vergeef mij de vraag, wat heeft uw sinm- vader geduon, dat ik mij zou moeten schamen hein niet to kennen? Die wooulen brachten Jiem weder tot zich zoi- ven en hij moest lachen over zijne kitidpilijfcis verwaandheid. Wees maar niet banggenadigo vrouw zei de hij, dat ik u met eenige bladzijden uit de Rotlienburgsrlie kioiiiekoii vertelen zaluit puren familietrots! Waarlijk, er is reden genoeg om op dat punt het hoofd nederig te buigen want ik zelf, znoals gij mij hier voor u ziet, heb niets meer te zeggen in dp bakermat vnn mijn geslacht, cn ik hoop daarom dan nu ook maar niet, dat ik, zooals mijn stamvader, nadat ik den oorlogsroem der goede stad verhoogd zal hebben, dooi' mijne medeburgers gekeikerd eu den hongerdood of 't vergif zal prijs_ gegeven worden. Een ontzettend uiteinde, niet waar, gena dige vrouw? Een mooie dank voor zoovelegroota daden! En dat alles op een blooic beschuldiging) niets dan laster! Men zei, dat hij du stad tegen eenige vorstelijke personen op 't spel gezeteit do partij verloren had. Er was evenwel vnn die gcheelo aantijging niet hot minste of geringste waar. Of zijn naam wellicht aanleiding tot het boosaardig verzinsel heeft gegeven Want ook in de oude taal heette met dobbelsteenen vvoijieitf dobbelenen in ons familiewapen i\'(i)dt vviwlgd.y f®.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1886 | | pagina 6