m
h$*
0
W
Gemengde Berichten,
as^£v*
Sat
\h'
If;
I;)
HAAGSCHE SCHETSEN^
'i
9
K
ffev
Ah
\\S
|f.j
J;4
|Sv
I*.
X V-
worden, aldaar te hechten of op te zetten
Den inzenders van montdes enz. wordt het
onder stolp tentoonstellen met ongebluscbte
kalk zeer aanbevolen. Alle voorwerpen
moeten begeleid zijn van een gesloten couvert,
inhoudende den naam des inzenders.
Kenbare naammerken op taartranden of andere
te gebruiken voorwerpen mogen niet gebezigd
worden. De voorwerpen moeten zoolang
tentoougwteid blijven, als de commissie zal
noodig oordeelenzij, die hunne inzendingen
terug verlangen of ter beschikking der jury
stellen, moeten hiervan duidelijke inlichting
geven. Aanvragen voor nadere bijzonder
heden voor deze wedstrijden moeten gericht
worden aan L. B. Snoek, fabr. Boerhavestr.
64; J. H. v. d. Boogaard, Oude Leliestr. '11
G. I. Yan Th iel, Hoek Heerengr. en Utrecht-
scbestr. 558J. Ülrich, Leuvenhaven, Rotter
dam, en J. J. Couturier, Keizersgracht 674.
Als punten van behandeling op de algem.
vergadering, Woensdag 4 Aug. te den uur,
zijn bepaald:
Oprichting van een internationalen bak-
kersbond.
Belangen van het vak.
Sprekers worden uitgenoodigd zich aan te
melden bij den president, den heer S, W.
Siemens, te Amsterdam, met opgaaf van de
punten, welke zjj wenschen te behandelen.
Onlangs werd gemeld dat J. Yan Oord te
Maassluis, uit Spanje, waar hjj werkzaam was
bij de graaf- en baggerwerken, door de heeren
Volker en Bos aangenomen, was terruggekeerd
wegens den algemeen slechten toestand, voor-
samelyk de duurte der levensmiddelen, daar
tvJ lande. Thans ontvangen wjj van Vau Oord
een brief, waarin hjj mededeelt, o'm redenen
vau geheel persoonlijken aard naar Holland
te zijn teruggekeerd.
De toestand daar te lande is volstrekt niet
vau dien aard, dat het er voor een werkman,
niet evengoed uit te houden is als hier.
Joo enkele levensmiddelen al iets duurder
Pdogen zjjn dan hier, de ioonen, door de heeren
Yolker en Bos uitbetaald, zjjn zoodanig, dat
men niet alleen daarvan in Spanje kan rond
komen, maar ook vrouw en kiodereo in Hollaod
een voldoend bestaan geven. (JY. JS. Ct.)
^Blijkens het jaarverslag over 1885 van de
ïLouisa-stiehtiüg", te 'a-Gravenhage, werden
foj dat jaar 5 nieuwe verpleegbinderen opge
nomen. terwjjl 4 de stichting verlieten, waar-
',van i werd geplaatst als onderwijzer, 1 met
*- diploma <la ambachtsschool verliet en op het
."bureau van een architect te Amsterdam is
geplaatst, en 1 meisje onder de moederlijke
leiding terugkeerde.
Op 1 Januari jl. werden in de stichting
verpleegd 14 jongens en 12 meisjes; van de
jongens zjjn 5 leerlingen der ambachtsschool
en 9 van de burgerscholen, van de meisjes
jjjn 3 leerlingen der instructieschool en 7 van
da gemeente-burgerscholen. Omtrent hun ge
drag wordt door de voogden medegedeeld,
dat dit alle reden heeft gegeven tot groote
tevredenheid en hun vljjt bjj het werk en de
studie voldoende wareo.
De ontvangsten bedroegen f 14.478 64, waar
van f5591.47 aan renten, f6387.17 aan
bjjdragen en giften en f 250Ö aan legaten en
geschenken. Voor voeding, kleeding, onder
wijs, salarissen bdz. werd uitgegeven f10,816.66
en voor geldbelegging f 2080.19, zoodat de
rekening, welke bjj het begin van het jaar
was aangevangen roet een nadeelig saldo vair
f 937.79, op het einde van het jaar sloot ml?
een saldo in kas van f644.
In het laatste nummer van het Bouwkundig
Weekblad, orgaan der maatschappij tot be
vordering der bouwkunst, vinden wjj bet
verslag opgenomen van de commissie uit die
maatschappij, benoemd ter beantwoording van
de vraag, welke eischen men dient -e stellen
aan eeue goede regeling van vakonderwijs
voor de handwerkslieden in de bouwam
bachten.
De commissie is van oordeel, dat hetam-
bachtsonderwjjs ten spoedigste bjj de wet dient
geregeld te worden, en geeft reeds een ont
werp van wet, In de vergadering, welke in
September te Utrecht zal gehouden worden,
zal het verslag der commissie ter tafel worden
gebracht.
Delft. De gemeenteraad alhier heeft
besloten, dat op den dag van de onthulling
van het monument van Hugo De Giootvnn
gemeentewege feestelijkheden zullen gegeven
worden. Eene commissie is benoemd tot het
ontwerpen van een programma, en tevens om
dat programma uit te voeren.
Deurwaarders zijn over het algemeen eene on
aangename ontvangst gewoonzoo onhoffelijk als
dit onlangs op de kennis te Neuilly gebeurde,
blijft een uitzondering. Een dierentemmer had
verzuimd zijn staangeld te betalen, waarom men
hem esn deurwaarder op zijn dak zond. Met de
voorkomendste vriendelijkheid word de ambtenaar
uitgenoodigd naar binnen to gaan, doch toen hij
daar met zijne papieren voor den dag kwam
opende de dierentemmer oogenblikkelijk een gi oote
kooiwaaiin een viertal hongerige leeuwen
rondsprongen. Men begrijpt wat er van de beta
ling terechtkwam
Dezer dagen weid teSmotenskoeen Russische
hofdame, mevr. Goraii, begraven, die den leeftijd
van 114 jaren bereikte. Zij had Catherine II
gekend en was hofdame geweest onder de regee
ring van Paul I (die in 1801 oveileed). Hare
zuster, die 113 jaren is, ging in den lijkstoet,
met vaste schreden.
De toestand der landerijen in Denemarken is
dit jaar treurig. De sneeuw heeft deren winter
het wintei koren bijna geheel doen mislukken. De
meikevers en de droogte bobben het gras en den
zomergranen veei schade toegebracht. Op de klei
nere hoeven is het vee in gevaar te vei honge
ren. en algemeen hcerscht de vrees voor gebiok.
aan veevoeder m den aanstaanden winter. De
spaarkas der landbouwers in Soeland gaf 4000
kronen voor hen, die schade geledon hadden.
Een "'openlijke oproeping tot hulp zal aan het
publiek gericht worden.
Rood is de modekleur tegenwoordig; maar de
draagsters daarvan mogen wel voorzichtig zijn,
en zich in acht nemen voor natuurgenooten, die
zich orgoren aan deze kleur, alsstieren en kal
koenen. Een waarschuwend vooibeeld van dien
aard kwam dezer dagen te Deutz voor. Daar is
een dame, die met een grooten rooden stuk op
haar kleedje wandelde, door een kalkoen aange
vallen en deei lijk gewond aan handen en gelaat.
De woorden van prof Ten Brink, waarvan ik
in het slot dei vootgaande schets sprak en die
in een zijner literarische schetsen te vinden zijn,
doelen op bet verschil in belangstelling voor let
terkundige personen en feiten tussehen Noord- en
Zuid Nederland. Ik moet uit het geheugen citeo-
ren, wijl het deel, waarin het ritaat voorkomt,
op dit oogenbhk niet tot mijn beschikking is.
Spiekende over de populariteit van wijlen Hen
drik Conscience, verhaalt Ten Blink hoe eenmaal
een ondernemende waard munt wist te slaan uit
een Gpudscbe pijp, welke door Conscience gerookt
was. Een kleino kring van welbekende letterkun
digen had in een eenvoudige VJnamsche herberg
een bijeenkomst gehouden, waar 't zeer vroolijk
was toegegaan, en de groote Zuidnedoilaudsche
schrijver de vioohjkste geweest was van allun.
Maar toen de heeren waren heengegaan, ver-
meesteide fluks de waaid Conscience's pijp en gaf
haar eon eeieplaais aan den wand; en nog lan
gen tijd daarna kwamen de goede Vlamingen vol
eerbiedige nieuwsgierigheid kijken naar die pijp,
uit welke de geliefde verteller der »Kare!s van
Vlaanderen" geiookt bad.
Stel nu eens, zegt Ten Brink, dat er ergens
in een groote of kleine stad van Noord-Neder
land Rotterdam of Zioriksue, 's-Gravonhage of
Schiedam een uitgelezen kring van Nedei landsche
letterkundigen wate veieenigd geweest: Van Len-
ncp naast Hofdijk, Beets met De Veer en Haver-
schmidt, en dat de waard zich had willen roees
ter maken van de pijp, die bijvoorbeeld door Van
Lennep gebi uikt waszou dan de man niet
veel beter gedaan hebben met nauwkeurig aan-
leekening te houden van de gebruikte en niet
betaalde sneouwballatjons, dan de aandacht zijner
bezoekers op die pijp te vestigen 1
Aldus prof. Ten Brink. Indien nu een Rotter-
damsclie koopman of een Haagsclie ambtenaar
(beiden respectabele lieden, schoon ze elkaar geen
al te best bait toedragen), zeide dut hij, hetzij
önder hetzij na kantoor-, beurs- of bureautijd
we! wat andeis te doen had dan een Goudsclie
pijp te paan zien, al was die door 'k weet niet
wien gebiuikt dan zou ik dien koopman
of dienambtenaar volkomen gelijk gaven en beur
er bij antwoorden dat, als hij de "Vlamingers een
weinig kent, hij weten zal dat bet gebeurde metf
die piip misschien meer den landsman Conscience,
dan diens letierkundig© vooitbrengselen gold,
hoezeer het toch in elk geval van een naïeve'
genegenheid getuigt. Ik zou zelfs nog verder
willen gaan en hem zachtjes in 'toor fluis
teren (opdat geen Jantje Bhmus bet vemame),
dat »de sprong van het veihuvene naar het be
lachelijke niet zoo heel groot is" en dat, (zoo-
het in onzen tijd reeds eenigsz.ins gewaagd is een»
echte lange Goudscho pijp te rooken, wil men*
niet voor een ouderling m conflict of een Doid-
schen verlakker aangezien worden) bet nog veel'
meer gewaagd zou zijn ten profïjte van eon specu
latieven waard naar zulk een roukai tikel te gaan
kijken. De pijpentijd, mijn waarde lieer, (zou ik-
ten overvloede zoggen) is de pruikentijd
Maar, na aldus zijn koopmanshui t of ambte-
naarsgemocd door een veistandig naar den mond'
praten gunstig voor mij gestemd te hebben, zotf
ik langzamerhand uit een ander vaatje gaan-
lappen, Voorzichtige, polsende vragen (zoo stel'
ik) hebben me bevestigd in mijn vermoeden
dat zekeie bladen, die zich met li-aaie kunst
bezighouden en vooreerst geen nieuwen intee-
kenaar afwijzen zullen, nan mijn koopman of
ambtenaar niet, zelfs niet bij name bekend zijn,
Tengevolge dezei golukkige omstandigheid kan
ik het wagen met conige ietwat oudbakken »vcr-
schijnselen" vour den dag te komenzooals
bijvoorbeeld het totaal gemis aan eenige oifi-
cieole belangstelling bij de teraardebestelling van
meviouiv Bosboom-Tnussaintde tot heden uit
gebleven olficieele eikenning der verdiensten van
den schrijver van tMas Ilavelaar"; da hulp
behoevende toestand van den ouden Goever-
neur, den zeven-en-zeventiü-jmugen oom-
Jan Dat zijn allemaal zaken, die de koop
man zich niet behoeft aan te trekken en den-
ambtenaar koud kunnen laten. Het zijn misslagen
öf van de legeering fvan het salgemaen"}
en een goedkeurend (of liever afkeurend) hoofd
knikken bewijst roe, dat ik nog geen gevaar-
loop en een stap vei der kan gaan.
Die laatste stop zou dan daarin moeten be'
staan dat ik koopman en ambtenaar (en in
dezen hot Nedei landsche beschaafde publiek)*
rondweg ging beschuldigen denk aan dff
pijp van gebrek aan belangstelling voor de"
lettel kunde van hun land en voor hare beoefe<
naars. Maar daartoe ontbreekt het me waarlijk
aan den moed.
Dat er meerdere belangstelling kon zijn, staat
vast. Dat, gelijk ik in de vorige schets zei;
sommige litteraire bladen slechts met moeite het
hoofd boven water kunnen houden, is een feit.
Dat er een klinkende naam op den omslag vatt
een boek noodig is oftewel een pikante litef
om het lezers (zegge koopeis?) te deen vinden,
is maar al ta waar. Ën toch wil een onbarm
hartig vonnis mijn pen nog niet uit.
Sprak ik in de vorige schets niet van eeff
«giaavv-zwarte" stemming? Ik kom daar nog
even op terug. Indeidnad. wat onze letterkundige
tijdschriften aangaat, zo maken iemand boos.
i t£
.A/-
r ■-
I T/ x >s
r
LU
I
löv
I*4
|)r
|«V
r)l'
leek eti veel meer in aanleg en karakter had
van zijn vader, die een zonderling en ruw mensch
geweest was. 't Was overigens een zeer mooi
kind met bleek gelaat en zwarte lokken, dat door
,4e zwaarmoedigheid zijner moeder een in zich zelf
gekeerd en teruggetrokken karakter verkreeg.
De knaap wies snel en voordeelig op. Reeds
op negentienjarigen leeftijd had hij het uiterlijk
van een krachtig, volwassen man en zijne schoon
heid was met de jaren toegenomen.
Groot on slank igmn gestalte, elegant en los in
gijne bewegingen en een uitzicht, dat men niet
Bteer vergat, wanneer men het eenmaal aan
schouwd had, ziedaar de kenmerken des jongen
jjjans. Om hot hooge, blanke voorhoofd zwierden
Jange, gitzwarte lokken de groote donkerbruine
OOgen maakten een eigenaardigen indruk, terwijl
de flauwgebogen smalle neus en de met fijnbe-
sneden lippen omgeven mond aan het bleek ge
laat eene scherpe uitdrukking gaven.
De jonkman was betooverend schoon voor alle
jonge meisjes en vrouwen die dwepen met zulk
eene krachtig spiekende bekootlijkheid. Velen van
haar zagen in den rijken jongeling het ideaal
van manlijkheid, niettegenstaande men van een tal
van slechte, hatelijke eigenschappen in den jon
gen man wist te spreken.
Weldra werd het wereldkundig, dat de jonge
Möllenhof een hartstochtelijk speler, wreed en on
barmhartig en ontembaar hartstochtelijk van aard
was.
't Gebeurde meermalen, dat de jonkman eene
week en langer van huis was; dan kwam hij
terug van een tocht naar Amsterdam, Hamburg
of Keulen, waar hij aanzienlijke sommen roet bet
spel verloren had. De te zijner beschikking ge
stelde gelden waren bij lange na niet toereikend,
en dan leende hij geld, waar hij het los kon krij
gen. Tochten met pleiziervaartuigen naar ver
schillende streken des lands, die veel geld ver
slonden, wisselden af met dolle ritten, waarbij bij
meermalen uit moedwil de ai me paaiden, die hij
bereed, doodjoeg. Jegens zijne moeder, die hem
daarvoor menige berisping toediende, begon de
jonge Möllenhof een gevoel te koesteren, dat meer
geleek op haat dan op eerbied, kortom, de voor
stelling, die men zich te Emden langzamerhand
van den schoonen jongeling gevormd had, die
van een verleidelijk duivelskind, begon de waar
heid zeer nabij te komen.
Daar hoorde men eensklaps van eene heftige
scène in het huis der weduwe. Er moest een
schot gevallen zijn. Of de zoon zich zelf voor
hot lioofd had willen schieten en da moeder dit
belet had, dan of de zaken zich nog vreeseüjker
hadden toegedragen, wist men niot goed, doch
zeker was hetdat artsen en vvondbeelers een
tijdlang do villa Möllenhof bezochten.
Do weduwe was weken aaneen aan het krank-
bod gebonden, en toen zij zich weder in het
openbaar vertoonde, miste zij een harer handen.
De jonge Mollenhof werd kort hierop, zonder
dat de zaak vee! opzien wekte, en op eenigszins
geheimzinnige wijze, naar Australië gezonden, en
toen zijn vertrek luchtbaar was geworden, meld
den zich aan de woning zijner moeder een tal
van schuldeischers aan van den jongen heer met
wissels en schuldvorderingen van verschillenden
aard.
Al de heeren werden echter beleefd verwezen
naar den schuldenaar zelf, te Adelaide.
Na deze ontknooping was het op de villa stil
en eenzaam geworden. Mon zag de weduwe niet
meer en van den zoon hoorde men niets. Een half.
jaar later echter scheen op het goed weer eenig"
leven te komen. Daar wat en namelijk aangeko
men familieleden der weduweeen jong meisje en
een twintigjarig jonkman van zeer bescheiden
vooi komen, kinderen van de zuster van wijlen
den heer Möllenhof, dié, 'eien als deze, eon mena
gerie hield. Do jonge dame was zelve bij die in
lichting vvcikzauin gowcest en luid, na bet plot
seling verscheiden haier beide ouders, spoedig
na elkander, zonder middelen na te laten, drie
jaar lang met gelukkig gevolg, met roem zelfs,
de zaak gaando gehouden en in liet ondei houd
van haar en haren broeder voorzien.
{Wordt vervolgd.)
f.
lists «ss, tv-
.v
L.
„vrj X\ 2i's. -v A v-I-v.
j':-
*frS i v F
rff «.In i l