Binnènlandsche Berichten.
I*
4V
w
ïA
6
7
W-,
L-i
I
Lu.*
I:;
'if
1
v,3r'
;5'\ir -*»*
jaar'de ■vrekkige band naar uitstrekten. Want
die belastingen doch die komen straks.
Meneer Jozua Eikenburg is dus geboren Hagc-
jsaar. Dientengevolge spreekt hij Haagsch, een
dialect, lieve lezeres 1 waarvoor de Hemel gena
dig uwe kleine ooren beware I Als mensch
van vleesch en been beschouwd, verheft meneer
Jozua zich niot boven het middelmatige, noch
in grootte, noch in lichaamsbouw. Hij loopt iet
wat gebogen: gevolg zijner onveranderlijke ge
woonte om op zijne eenzame wandelingen over
de belastingen, in verband met zijne Russen, na
te denken; en in-den laats ten tijd, sedert de
Oostersche quaestie seen nieuw stadium" is in
getreden, schijnt hij zich meer dan vroeger met
jülke gedachten bezig te houden. In 't voorbij
gaan gezegd, hij begrijpt niet waarom een der
vele conferenties er niet met éen slag een eind
*an maaktwaar, drommel, zijn ze anders voor?
Want als cr bijvoorbeeld tusschen Holland en
Pruisen eens eene verhouding kwam als nu tus-
«chen Bulgarije en Rusland, zou bij zich gaarne
als Pruisisch onderdaan aanmeldnn mits Den
Haag maar Den Haag bleef en Scheveningen
geene zeehaven kroeg.
Meneer Jozua Eikenburg is vijf en zestig jaar
iW van gelijken leeftijd ongeveer is zijn stand
punt in zaken van politiek, letterkunde en kunst
in het algemeen; want als goed Hagenaar doet
hij aan al die dingen. Hij ie een Dagblad-man;
die waardige voorlichter der publieke opinie staat
,<en valt met hem. Zijne belangstelling in de let
terkunde drijft hem naar de beroemde boekver-
Itoopingen van Martinus Nijhoff en Van Stockum,
woar hij soms wel aan een perkamenten of hoor-
■tien band blijft hangen. Ook frequenteert hij PP
regenachtige dagen de Binnenhofsche boeken
stalletjes. Zijn algemeen-kunstgevoel eindelijk
Vindt voldoening (behalve in de groen en geel
gegolfde zeetjes, die hij zijn oigendom mag
noemen,) in de schilderijen voor do ruiten van
v Goupil en Couvée. Zeeën en zeetjes -zijn zijne
^lievelingen. Eene «Félicie", wier kleeren door
-Absentie schitterenis hem een gruwelen
Wakart houdt hij voor een kwakzalver. Hij ziet
jltans om u te-bewijzen dat'deze afschuwelijke
richting in de.kunst-een voorname oorzaak'is
wani de glad verkeerde wereld, waarin we tegen
woordig leven van het socialisme en de onzede-
Jijkfióidf en de belastingenvan de muilkorven
An de biljetten met «Mazelen" er op en van het
mededongen met Jeane Lorette.
Als meneer Jozua getrouwd geweest is,-dan
is hij het nu in elk geval niet.meer. Hij moet
dan een kinderloozè weduwnaar zijn. Kirtderen
mag hij anders we), mits zij hunne vingertjes
Diet te dicht bij zijne pas gekeerde broek bren
gen en geene ulevelletjes verwachten. Schoongo-
wgstfchen zeeschelpen heeft hij «wel» eens-in- zijne
gakken, zoo ook een paar wilde kastanjes tegen
de rheumatiek. Hij lèëft' óp een bovenhuisin een
der nieuwe buurten, en toodt zich voornamelijk
met zachte'beschuit uit »De ÖudelVette;Hen"'eh1,
de vanouds 'beroemde lever-vorst van Bleijanburg.
jEene bejaarde'» huishoudster, dié veel van een
.jBOtenkraker theeft,' regeertzijn f huis.
Alle morgens -ten tien ore, na het Dagblad van
^den vorigen dag gelezen te hebben, verlaat hij zijne
,-%'oning -en gaat den Scheyeningschrn weg op.
.Trammen doet hij nooit;' dat is een' van die
dingen, welke'bij in zijn'hart verafschuwt. Op
vaste .dagen wandelt'hij den weg ten einde en
-het dorp door naar''hot strand, zoowel in den
winter als'in den zomer. De zeo tiekt hem nan.
omdat die wel .alleen nog dezélfde is als in zijne*
.jeugd, AVat de ontzettende veranderingen te
Scheveningen overigens aangaat: hij verheugt
zich van harte over den vooruitgang dor bad-
plaats, maar wil er niet al te openlijk voor uit
komen want de aanwezigheid van zoovele vreem
delingen, vooral Engelschen, aan wie, hij oen
broertje dood heeft,* die in den zomer het hoogste
woord voeren en zich aan alle banken boven op
den straatweg als vastlijmen, hindeit hem in zeer
hooge mate Hij ziet ook niet m waarom het
terras van het badhuis niet meer ais vroeger
vrijelijk voor hem kan openstaantot het betalen
van oen kurtav zal hij in eeuwigheid niet be
sluiten en daarom blijft hij liever benaden aan
het stiand wandelenen als' er (ten minste m
den zomer) jonge dames en jonge meneeien in
de strandstoelen» piet maken en lachen en vroolijk
zijn, tenvijl: hij'voorbijgaat, dan denkt hij dat
het om hem is, wordt boos en keert ze den
rug toe, en komt met in zijn oude humeur
terug, eer bij al de stoelen achter zich heeft en
alleen is.
Op andere dagen bewandelt hij den weg slechts
gedeeltelijk en gaat.de Boschjes in. Daar zou hij
eon on betaalbaren wegwijzer zijn, want hij kent
ieder pad on weet waar het op uitloopt; Op be
scheiden schaal en zonder dat iemand het weet,
helpt hij de commissie voor duinbeplanting,'door
jaarlijks eemge dozijnen kastanjeboomen te
planten. Hij haait ze uit het grootc Bosch en
brengt ze hierheen, waar ze bijna niet geVunden
wordenen juist omdat zeven achtste van zijn
aanplant geregeld mislukt en drie kwart van de
rest door de korjijrienopgegeten» wordt, is het
hem eene ontzettende,,voldoening als hij soms
toevallig de bosebwerkers onder elkaar hoort
zeggen«Alweer 'n kistanjerj hoe weerl.kom
men die hiar toch Meneer Jozua kent alle
bosehwachters van aanzien, en zij kennen hem
en schoon-zij nooit zijn •geluid gehoord hebben
en niet weten wie hij is, noch wat hij doet, zul
len zij volstrekt niet verwonderd staan, ais zij
bem 't avond of morgen aan een hoogen eiketnk
vinden hangen, want, onder ons gezegd, zij hou
den hem voor niet te best bij 't hoofd.
In 't gruote Bosch komt meneer Jozua niet
anders dan om kastanjes te halen,j parades bij
te wonen en op Woensdagavonden de muziek
dor grenadiers te hooren. Als-alle Hagenaars,
vereert bij hot corps van Vbllmar in.ztjn geheel,
schoon hij niet gemakkelijk voor een van.
deszelfs samenstellende rieden don hoed afnemen,
zal:- ze worden vnor hun muziek'betaald. Dat
is eigenlijk de basis van het geheele gebouw zijner
waardoering van kunst en kunstenaars. Gelijk
hij zelf geen hoogeren wensth koestert dan zijn
geld te behouden, zoo mogelijk op behoedzame
wijze te vermeerderen, meent inj ook dat alle
mensehen hetzij -ze een winkel doeneen
fabriek hebben of een kunst beoefenen, bij slot
van rekening in het lieve geld hun éemg efpd-
doel vinden. Ook'in dit opzicht kan hij-u "doof*
priitem, zoodat gij-niet weet of gij u meer ver
wonderen moet over bet scheeve zijner ibewijs-
voering dan over de heftigheid, waai door hjj zich,
warm maakt, of over de hatdnekkigheid, waarmee
hij aan zijn eigen stellingen gelooft.
Meneer Jozua Eikenburg is'geen lid eener socië
teit Dei halve, keert hij na zijn morgenwandeling
huiswaarts, om er de koffie te drinken, 4» hem
in een langeiijs uit de keuken gebracht wordt.
Van -een gezellige koffietafel weet htj niet af;
maar dat is niet zijn schuld. Tusschenbeide
herinnert hij zich wel eens .met een.zucht het
koflleuur van jaren, her onder het ouderlijk dak;'
doch hij heeft een flauw besef 'dat zijne huis
houdster zich ,aan zijne herinneringen met storen
en hate gewoonten, niet verandoi en zal, weshalve
hij zwijgt en zidh amüseei t met naar de voorbij
gangers :te kijkon. Later gaat hij weder dit,'hetzij
naar dep vendu, naar de boekenstalletjes, of
naar een andere zijner vermakelijkheden, mits
geen koffiehuis, want bitter drinkt hij niet
en bier lust hij niet Hij beziet ook gaarne de
nieuwigheden in galanterie- en modewinkels,
maar, hoewel hij een of twee aardige nichtj'es
heeft, laat hij zich nimmer veilokkenoraeriets
van te koopon. Zoo krijgt Inj de middaguren ge
makkelijk klein en keert andermaal huiswaarts
om vis-A-vis zijne huishoudster te eten, waarna
hij zijn dutje doet. Dan komt al spoedig de Avond
postdia sedert den korten tijd van haar bestaan
een heele vervulling voor hem geworden is. Bij
goed weer gaat hij soms ten derden male de
straat op; maar meestal brengt hij den verderen
tijd door met lijmen en repareeren van allerlei
huishoudelijke voorwerpen of met het lezen van
het boek, waarmee hij op de laatste verkooptng
is blijven zitten, of met het zich verdiepen in het
kostelijk verloden, en ettelijke malen in het jaar
ook met het knippen van coupons, waartoe hij
den uitgaansavond zijner huishoudster afwacht.
Meneer Jozua Eikenburg is meestal zijn eigen
dokter, en altijd zijn eigen apotheker. Hij beweert
dat de meeste ziekten met kou vatten beginnen; en
zoodra hij gelooft eene kou*bij zich te hebben,
gebruikt bij vóór het naar bed gaan heete anijs
melk, Overigens cureert hij zich zelf met brotn-
cali,' water, suiker en-een warme kruik.
Hij is in geen jaren buiten zijne vaderstad ge
weest en zijne bloedverwanten kent hij slechts
bij overlevering. Vrienden Leeft hij evenmin;
hoogstens twee of drie bekenden van gelijke levens
wijs, met wie hij op straat wel eens eenwooid
wisselt. Hij meent het buiten bloedverwanten en
vrienden te kunnen'(toen, en werkelijk heeft hij
het reeds vele jaren buiten hen gedaan. Aan de
toekomst denkt hij liefst niet, voor zoover zijne
Russen er niet bij betrokken zijn. Dat er een tijd
zou kunnen komen, waarin hij aan een handdruk,
zij het een laatsten, behoefte zou kunnen hebben,
weet hij niet. Eenzelvig egoïst als hij is, kan hij
zich den troost van zoo'n handdruk niet voor
stellen. Aldus zal zijne begrafenis over eemgen
tijd, ondanks anijsmelk en broracali, door zijnen
executeur geregeld worden, en niemand zal 'de
plaats kennen, waar hij .geleefdiheeft. Ptox.
SCHIEDAM, 13 November 1883:
De Deutsche rijksbank heeft haren koers
voor aankoop van wissels op de open markt
van 2% pet. verhoogd tot 3 pet.
Naar wjj vernemen, hebben.zich eea aantal
ingezetenen van 's-Giavenhaga. vereenigd.om
het plan tot het houden eener kunsta'(jver-
heidstentoonstellmg op te vatten. Daartoe is'
bereids in eene vergadering..ia beginsel: be
sloten. Mea wenscht. de tentoonstelling op
nieuw te doea uitgaan van-het Haagsche de- -
parlement van nijverheid.
Een 'bloedig 'toonee! werd Donderdagavond
omstreeks 7 uur» oaby het station van den
HotlandsChren spoorweg te 's-Hage afgespeeld.
Een half uur te vorea ontving een dertien
jarige knaap, wonende in da Van-Limburg-
Stirumstraat, die in de Boèkhorststraat wan
delde, van eeo man, die een wagen met koop-
■waren voortduwde, het verzoek om hem be
hulpzaam 'te zyn in het -oprijden van den
hapdwftgen over de draaibrug 'aldaar. De
jongen voldeed hieraan, waarna de nnbêkendjf;,
man hem uitnoodigde zijn metgezel tè'iijnf
tot aan de Van-Ravesteinstraatwaar dsn£
wagen thuis behoorde. Ook hierin stemde de'4%
geen kwaad vermoedende knaap toe. En teen* ti
de koopman hem, toen de wagen was weg.-^fJ
gebracht, een dubbeltje beloofde, als hy nog',
nïedegiog naar de Ryswyksche straat,
even
aarzelde de jongen geenjpogeoblik. Zij bereik»
ten langs den Stationswphet voorplein van
het spoorwegstation J waar de zonderlinge
onbekende zich met zjju jeugdigen metgezel
naar een afgelegen piek begaf. Daar haalde
eerstgenoemde een knipmes uit den zak, voor»
wendende zijn nagels te willen reinigen. Maar
onverhoeds bracht hij den knaap een afscbu- -A'
welyke snede over het gelaat toe, loopeads
van het linkeroog tot even voorbij den neus,
De dader zette het onmiddellijk op een loopèo,*'
in de richting van den Ru'swykschen weg,
den jongen gillende achterlatende. Op dient
geschreeuw schoten) de agenten uit het nabij
gelegen politie-posthuis toe, die den armed"
jongen voorloopig hulp verleenden en hem
uaar het ziekenhuis brachten.
Een nauwgezet onderzoek werd bekroond'
met de aanhouding van den dader, die atfn'
den Ryswykschen .weg woonde. Men deelt
mede dat hy niet wel by 't hoofd is en reedt
meermalen gezegd heeft, een jongen den ball
te zullen afsnijden. De geneesheer, toegevoegd"*
aan de''politie, heeft den dader gisteren aan"
eeoonderzoek onderworpen.
Omtrent -den Donderdagavond te GeieOO f
gepleegde» moordaanslag vernemen wjj hst
volgende.;
De door eenpistoolschot getroffeniBoven» 1
is nog niet overleden, maar aangezien de kogsl
tot in de longpjjp is doorgedrongen, -bestaat-",
er weinig hoop, dat hy in het leven zal bljjveoi
Zyn aanvaller is zekere N. Ferron, vroegef
insgelyks te Geleen woonachtig, thans melter-
Woon ta Walsum by Dioslaken (Pruisen)
gevestigd. F, was naar Geleeo gekomen our
ndet eene geldzaak te regelen. In- eens
herberg^ kregen zy zulk eenfbevigen twist,
dat de "herbergier hen verwijderde. Daaf'
buiten Werd echter.de twist hervat en kort
dasroa het noodlottige schot door F. op B<»'
gélosl. F. zocht terstond zyn heil in de vluchti
De marecbaussee te Sittard was-eenHtur>nAv
het vooi gevallene van een en ander in kendM
gesteld ep spoedde zich naar Geleen, om proces
verbaal op te maken. *'s Morge
van daar terruggekeerd, begaven,
men vermoedde-dat F. de wyk naar:Pruiaéttv
had gdhomen, de brigadier Beltjens en-de» -
marechaussee Deveneins zich te paard vau>^
Sittard naar Geilenkireben, welken afstand'
van 21' kilometer zy in 67 minuten aflegden,
en mochten de voldoening smaken, F. aao hot -
station te 'G„ juist toen h(j een kaartje had
Ti
sDuer m Kennis
eieen, om procek--'
rgens te -5-üreaf- 7
;a*eb,< aangezlab 1 1,
vük naar:Pruiaétt v't f
zeer'in zijn voordeel veranderd. Zijn oog stond
niet meer zoo fletseh, tijno zenuwen schenen
sterker geworden en'hij bad nu al in geen vier
weken meer nachtelijke tochten ondernomen in
den slaap.
Zijn schetsboek, dat bij altijd mpedroeg, hield
bij bij 'tbinnenkomen onder den arm, en hij lei het
'8b op'de tafel om ér in te bladeren.
ïMijno zuster is'zeer ontstemd," zoo begon
bij, »nu de zaak van doctor Dorsum 'zoo slecht
staat."
»Dat heb ik tot mijn leedwezen opgemerkt,"
was het antwoord van Arendberg. jToch is er
Aan gedaan, wat met mogelijkheid gedaan kon,
worden."
Daarvoor is mijne zuster u ook zeer dank
baar," hernam Mario; «maarzoudt gij niet den
ken dat ook ik nog iets ten goede zou kunnen
uitrichten? Ik heb hier eene teekening 't is
die van een nachtwandelaar welke ik graag
bij 't gerecht zou willen overleggen. Gij weet,
mijnheer Arendberg, dat ik vroeger dikwijls half
slapende in den nacht rondliep en dan soms
dingen zag, dio later voor droomen werden
Aangezien. Zoudt gij denken, mijnheer, dat het f
getuigenis van zoo iemand.bij 't gerechtgeldig
zat zijn? Ziet gij vervolgde iMario, op een
zijner portretten wijzend dit is de man, die
het testament weggenomen heeft. Ik heb hem
's nachts na. den dood van>tante,in hare kamer-
zien sluipen (en hem des .morgens mtgeteekend.
't Is de vader van den, advocaat Jörsum."
De heer .Arendberg was roet deze vraag ver
legen.
»Ik weetwaarlijk niet," sprak hij na «enig
nadenken, »of het iets helpen zal, ,dat ,gij den»
ambtenaar, die met het onderzoek der zaak is
belast, ioze bijzonderheid gaat meedelenmaar
schaden kan liet in elk geval niet,"
«Zoudt gij met mij willen meegaan, mijn
heer Arendberg Y' vroeg Mario. sWij moeten
zooveel mogelijk trachten te voorkomen dat de
naam van den man, aan wion mijne zuster en
ik zooveel verschuldigd zijn, door het slijk ge
haald wordt. Ik zou ook tegen den vader niet
gaarne in 't openbaar als beschuldiger optreden."
Laat ons er dadelijk heengaan," sprak Arend
berg vastbesloten. Elk middel/ dat oemg licht
k»n aanbrengen in de duistere zaak, was hem
in dei daad wtlkom.
En de beide mannen sloegen te zamen den weg
naar het bureau van den gerechtsdienaar iri, waar
zij door een beambte werden binnengeleid.
De heer Arendberg zette, na zich als Mario
's vriend te hebben doen kennen, de zaak uiteen en
Mario loonde het portret van Bürsuro.
De ambtenaar nam met belangstelling ken
nis van hunne vei klaringen.
sDat is eene merkwaardige omstandigheid,"
sprak hij. j't Is echter noodig, zal Uwe verklaring
rechtsgeldigheid erlangen, mijnheer, dat we een
geneeskundig onderzoek omtrent de waarde er
van doen instellen," zeide hij, zich tot Mario
•wendend. «Vervolgens zullen nadere verklaringen
uwerzijds vergeleken kunnen worden mot de
gegevens, die reeds te onzer beschikking staan
en die alsnog geheim worden gebonden,"
«Ik ben gereed," ontwoorddo Mario, «ook om
trent de geringste bijzondeihcden inlichting ia,
verschaffen. Alles, wat ik gezien heb, staat mij
nog zoo - helder en klaar voor den geest, alsof
het gisteren gebeurd was."
«Ik wil dan ook van dit u\V beweren proces-
verbaai opmaken," sprak de gerechtsdienaar, »en
verzoek u plaats to nemen."
Hij schelde]
Een der klerken kwam binnen.
Deze zette zich aan eene schrijftafel' en de""
officier begon:
«Mijnbeer Lavien, kunt gij 'zeggen aan' Wdtifó
zijde van het huis de man, die door u voor den
"dief wordt gehouden, dtn tuin ingekomen is?"
«Aan de linkerzijde, mijnheer."
«Herinnert gij u* waar-hij langs-ging?"
«Hij gpig schuins door den tuin on plaatst®'
zich toen op den heuvel achter den lindebootnr<!
aan de linkerzijde," was het duidelijk antwoord
van Maiio.
Da schrijver teekende'hët nauwkeurig aan;1' -
«Wat voerde do man daar uit?"
«Hij scheen er geruimentijd ia beiaad te -
staan, wat te doen, klom toen aan den watdr«'
kant den heuvel af, gingor links om heen en'
trad op het venster van de sterfkamer toe.'Dit
stond openhij klom er door en kwam na ecmgfl
minuten langs denzolfden weg weer de kamer»
ait. Toen ging hij langs het tuinpad, door het
ijzeren hok en .verdween achter de boomen."
Do schrijver noteerde -alles,
Wordt vervolgd
1<
b
a
d
sl
et
2'
di
8t
lii
in
10
lat
Ra
.«dre
tooi
bek
1
hee
aan
w
B
arrc
Era
van
van
bet
ijrer
hulp
wekl
en h
Oi
Gene
kwaï
hilar
Ki
deeri
Riet
Ui
luhvi
k