Gemengde 8èrichten.
Schiedam; u Januari issa
Z. M. de kouiog heeft dezer dagen aan de
koninklijke Deventer tapjjtfabriek een hoogst
nuttig en zeer kostbaar prachtwerk geschon
ken, getiteld: «Dupont-Auberville ornement
des lissus avec des notes, explications et une
introduction générale, ouvrage édité sous la
direction de Monsieur Bachellin-Deiloreane,"
-x Het geschenk was begeleid van een waar-
deerend schrijven,' waarin de gröot'e belang
stelling van Z. M. in den bloei en vooruitgang
op 'industrieel gebied teu zeerste doorstraalt.
1° d€
uitzicht opende op een voorstel dat aller be
langen waarborgde, b. v. verlenging van den
termijn van vrijdom van 't gebruik van den
wondorkuil van 1 Februari tot 15 Juli. Of
schoon deze opvatting ook tegenspraak uitlokte,
waren vele leden het eens dat 'twénschelyk
is 't gevoelen der regeeribg te'kénnen.Zal
deze b'y aanneming van het voorstel het niet
ter bekrachtiging aan den koning voordra
gen? Zal zjj by verwerping spoedig een
wetsvoorstel doeD, waar by 'aan de belangen
der visschers wordt tegemoetgekomen? Er
waren leden, die van 't antwoord op deze
vragen hunne stem afhankelijk maakten.
Offlcleele Medodeellngen.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal op Dinsdag 17 dezer niet plaats
kobben.
De heer mr. W. De Sitter, lid der Eerste
Kamer, heeft, naar gemeld wordt, verklaard
by de aanstaande Kamer-ontbinding geen ver
nieuwing van zjjn mandaat te wenschen.
By den gemeenteraad van Rotterdam is
ingekomen een schrjjven van het raadslid
Heckes, met de mededeeliog dat hjj ontslag
neemt, alsmede een voorstel vao burgemeester
en wethouders tot het aaokoopen van diverse
hectaren weiland voor de verbetering van den
polder Cooltot verbinding van Delftshaven
oset Rotterdam, waarvan de kosten geraamd
*yn op f560.000.
Het voorstel tot het aangaan van eene lee
ning van vyf millioen is aangenomen.
Men seint uit' Londen 'aan het N. v. d, D.i
Volgens een telegram uit Durban heeft de
Briuche regeering geweigerd het artikel in
de HollandschTraosvaalsche spoorweg-coti-
cessie te erkennen, waarby exclusieve privi
legiën worden toegekend.
Omtrent het ongeval, dat Woensdagavond
op den Delftschen weg is gebeurd, verneemt
men van bevoegde zyde dat op de stoom
tram vao 9.12 uit Delft.niets hoegeoaamd
js bespeurd van het rjjtuig van den heer Van
Marken, ofschoon er b'yzpnder werd uitgezien
wegens den mist. Op 200 meter volgde een
losse machine, die stopte, omdat, een der
machinisten meende te hoorén roepen;.doch
op. de luide vraag: of er iemand om hulp
vroeg, werd geen antwoord gegeven, en daar.
meo aan de overzijde twee meoschen be-
speurde, dacht men dat deze luide gesproken
hadden. Uit een en ander wordt afgeleid,
dat/het in hooge mate twijfelachtig is of de
Stoomtram schuld heeft.
Een ernstig spoorweg-ongeluk hoeftMaandag
Weer in de Vereenigde Staten plaats gehad op
de lijn der sUnion Pacific Railway Company".
Een goederentrein kwam in botsing met een
personentrein nabij Gheyenne, in Wyoming.
Twee emigranten rijtuigen werden geheel ver
woest, twee kinderen werden verbrand en tien
personen verwond. Vele passagiers waren 'ernstig
bevroren. De thormometer stónd 20 graden on
der 0. De treinconducteur werd door liet vree-
telijk schouwspelzoozeer. aangegrepen,-dat'hij
plotseling; krankzinnig werd en wegliep.;'* Men\-
gelooft dat hij sedert in debergen':1 van koude'
is omgekomen.
Een ander ongeluk had plaats op de Boston
and Marine Railway. Een sneltrein van Boston
naar Portland ontspoorde op eene brug te Ha
verhill, in Massachusetts.'Acht personen werden
gedood en. vele gewond.
Bij de jongste sneeuwstormen in Oostenrijk*
Hongarije zijn een aantal personen, meest vrouwen,
omgekomen. In het graafschap Fiuraewciden 14
vrouwen onder de sneeuw dood gevonden.
ge nóodig hebt," zei ik zacht, maar drukte de
sleutels van woede tegen elkaar.
- «Misschien zoudeneen zijden rok en een fluweelen
lijfje niet leelijk zijn?"
«Dat moet iief zijn. Maar wat kost dat?"
«Als go er tegen zijt
«In het geheel niet. Dat is een prachtige inval,
van boven fluweel, van onderen zijden, aan den
rechterzij kant en aan de linkerzij bloemen. Maar
het bedrag?" Ik meende iets buitengewoon ver-
standings gezegd to hebben, maar mijn vrouw
keek mij verbaasd, beleedigd aan.
Mijn hemel, dacht ik, ik 'heb zeker weer iets
doms gezegd. Ik kreeg een koude rilling, wreef
eens over mijn voorhoofd, nam vlug eenigo bank
biljetten uit mijn kast, reikte ze mijne vrouw toe
en zei: «neem zooveel gij wilt."
Zij stuk echter de hand niet uit naar den
talisman der huwelijks-eendracht. Dat was erg.
«Je spot en iacht me uit," kwam .er ten slotte
van tusschen hare opeengeklemde lippen to
voorschijn. - 1
«IkHoe verzin jo het, Mar.ietjehoe zou ik in
staal zijn, zulk een goed, hartelijk, lief vrouwtje
voor den gek Ie houden
Mijn onderdanigheid bleef niet zonder gevolg.
De vochtigheid loste zich niet in tranen op, maar
vervloog. Ik herleefde.
«Maar ge spraakt, alsof
«Alsof ik vau een damerkleeding niets af wist,"
viel ik haar vlug in de rede. «Ik weet er ooit wer
kelijk: niets vanik kan mij niet voorstellen, wat
er tot een smaakvol kleedje behoort.
«Dan vergeef ik 'tje."
Zij vergaf het mij. Wat? Wat had ik haar
eigenlijk gedaan Dat ik haar in bloemen en
kant wilde steken Iets dergelijks had ik toch wel
eens meer gezien.
«Hoeveel hebt ge dus noodig riep ik fluks,
en hield de nietige en toch zoo machtige mun
tjes in de hand.
Mijne vrouw greep een papiertje van ff 00 uit
mijne hand, het overige borg ik haastig op zijn
oude plaats, draaide den sleutel om en de kast
was dicht. Hé! dat luchtte op, Het onweer was -
voorbij getrokken. Het Jiep zonder tranen, smee
kingen. bezweringen, beloften van beterschap
enz. al. En dan moet iemand nog eens zeggen-
dat ik de baas niet ben. De mensch leert diplo
maat te zijn, dus bijgevolg ook huiclieien en
'list-in do huwelijks-school/
«Ik heb alleen éen verzoek aan je," zei ik,
terwijl ik mijn gemakkelijke» stoel weer opzocht.
»Spreek, ik ben geheel gehoorzaam/je wensch
is mij een bevel," zei mijne vrouw, terwijl zij
het bankpapier in haar geldtaschje stak.
•Maai- ge moet niet boos worden."
»Hoe zou ik dat kunnen Op jou
Wat is mijn vrouwtje toch goed 1 O goddelijke
mammon, gij toovenaar.
Je weet, ga ik voort, eik heb het niet erg op
die vrouwelijke inkoopen.";
«Dat weet ik, beste man, dezen keer zal ik mij
echter waarlijk haasten."
«Je zoudt mij een groot genoegen bewijzen,
wanneer ge de japon dadelijk morgen gingt
koopen."
«Natuurlijk. Ik ga naar Makowski, Herse 'en
misschien nog naar Toluki en ben in een uurtje
klaar."
«Ik herhaal het, je zoudt mij daarmee een groot
genoegen doen."
>lk .zal het' doen, maar' zeg mij eens, wat kan'
het jou schelen, of ik de japon iets vroeger of
later koop
»Dat heb ik je toch al eenige keeren uitgelegd
ten eerste is er geen orde in huis, wanneer mevrouw
«inkoopen" doet; ten tweede wordt gij van
hot overtolligeheen- en weer 'rennen moede
er. zijt ge gewoonlijk voor elk nieuw kleedje eenige
dagen ziek; ten derde geeft gij door het telkens
uitstellen het geld voor iets anders uit; en moet ik
voor de tweede maal betalen,"
ïlk koop toch nooit onnoodige dingen," be
weerde zij.
"Dat waag ik niet te bestrijden. Wanneer ik jo
echter een som voor een kleedingstuk, wat je
noodig hebt, gegeven heb, geloofik dat mijn kas
van dien kant geen gevaar te vreezèn heeft, en doe
uitgaven, die ik anders misschien niet doen zóu.'!
Tenteeken, dat ze mij verstaan heeft; ktyuif
zij met het hoofd en belooft mij zich ditmaal 'til
haasten. -
Den volgenden dag kwam ik als gewoonlijk
tegon vier uur van het bureaunaar huis^fïM
«Waar is mijne vrouw vroeg uK§fl
meid.
vMevrouw is uit," antwoordde de dienstboéll
Hoe dat zoo?"
«Om inkoopen te doen." A
>0, .dat is waar, ik had het vergeten.''- >f§|
«Wanneer is zij uitgegaan?" iï:|i
»Tegen 42 uur." Öfl
Zonder honger at ik, nadat ik eerst een posijjl
had gewacht, want ik behoor tot diegenen, wièaf
zonder gezelschap niets maakt. Buitendien is <0
soep aangebrand, het vleesch zonder smaak, de>i
meelkost beneden alle critiek en de koffie ondrintf
haar.
«Komt mevrpuw nog niet 1" vroeg ik woedenl?
»Er is nog niets te zien," antwoordde de babsf
belzieke Anna, «Weet mijnheer dan niet daöi
wanneer mevrouw boodschappen doet, zij altijd!
tot 'savonds laat uitblijft?"
«Wat gaat jou dat aan, maak dat ge weg komt.'$
sla, waarom vraagt u het mij dan?" -t^
De praatzieke Anna nam de borden weg ettf
verdween. Daar hoor ik buiton de borden stak"'
vallen. Ik werd woedend. Ik vloog,op, liep naar!
buiten en riep: «Hebt ge dan.geene oogen?"^|
«Jawel, waarom schreeuwt u ook zoo Ik ban v
zoo. geschrikt, en daardoor komt het. MaarmijiÉ
hemel, zulk een groot ongeluk is het toch niet Lj;
Wie maakt er nu om een paar borden dadelijkf
zulk eene drukte
Het is ook waar, het is dwaas, zich over eenigitf
scherven te ergeren. xi-l?
«Kijk toch eens, of mevrouw nog niet in 'tga*$
zicht is," zei ik zachter. i-f!
«Maar waar Ik heb u gezegd dat als mevrouw,;!
uitgaat, blijft zij tot...."
«Ik weet het, ik weet het al.... x||f
Ik ging boos op de canapé liggen, sliep in, enrfl
werd weer wakker, las de courant; het werdX'
donker, men bracht mij thee, maar van «mevrouw'53;
was nog steeds geen spoor, te ontdekken. Eindelijk?»
tegen 8 uur 's avonds verschoen zij, vermoeid^
bleek en hongerig.
«Hoo kunt gij nu ook in *s hemels naam zo»-"-
lichtzinnig zijn I" riep ik; «gij zult u nog eené*||
ziekte op den hals halen." ï!sff
Zij voelde zich echter ditmaal niet beleedigd.M
Met schitterende oogen haalde zij, ondanks ver-11|
moeidheid en honger, eenigo pakjes uit haar zak\M
te voorschijn, wierp die op tafel en zeide zege-5^1
vierend«Zie je, dat zijn de vruchten van
arbeid van vandaag."
Het waren stalen van zijden stoffen, ,,ljM
«Gij zijt zeker de geheele stad rond geweest
«Wel neen I Ik ben alleen in de Komediestraafc-||
geweest." Vpê
«Alleen in de Komediestraat I Alsof hetdaar||
niet overvol van winkels was." f
«Gij zult wel honger hebben Marie, eetgauvw^f
wat." -
«Neen, neen, eerst moet ik je de staaltjes^
laten zien, wij moeten ze vergelijken; welko:|f
kleur bevalt jou.het beste?" .of-I'
Al pratende legt zij wel 400 stukjes zijde ópfïj
tafel, rangschikt ze als soldaten naast elkaar^
bekijkt ze en houdt ze éen voor éen voor
licht. .".M-l
«Zeg, welke kleur zoudt ge niij aanraden
Alsof mij dat iets schelen kon 1
«Laat mij met rust," zeide ik, «koop watjou|||l
beste bevalt en hdast je'er sléchts mee!" "'§1
Maar deze tegenstand hielp weinig. Ik moestlfI
de staaltjes van de rij af bekijken, er over praten^Xfel
en ten slotte éen kleur bepalen. !§S|
«Als ge wilt, zal ik den koopman schrijvenvjf,!
om het goed hier 'naar toe te sturen. Waartoe^;:W|
zoudt gij er weer heen loopen en je onnoodig ver^|®
moeien .;:?1
Neen, neen, dat is niet noodigik ga heel graag^S
een. beetje wandelen bij dat mooie weer," riep zqi.lji
geheel verschrikt uit.
«Maar morgen zult ge dan ook stellig aUéa^||
koopen?"
«Wees daarvan verzekerd." ïira
De tweede, derde, vierde, vijfde dag, een
•stwee wi
vctrouw
stalen t
ïWannee
jenmon
'van tnij
wil uit'1
hoofd.
X «Den
de praa
weer nt
straat d
jie naar
gedaan.
X De c
Mijne vrouw zoi tot mij«Kijk toch eens naar
mijn japon."
«Dat doe ik, vrouwtje," antwoord ik.
«Merk jo niets?"
«Ja, dat het een japon is, en geen mantel
of pels."
«Jawel maar'kijk nog eens goed."
Ik moet toegeven, dat de lust daartoe niet
groot was, want ik had het verbazend druk en
elke minuut was er éen. Maar zijn vrouw onvrien
delijk te behandelen, gaat toch niet aan, en'ik
sperde dus mijne oogon en bekeek haar.
«Zie je niets
Wat moest ik zien Zij droeg een smaakvol
kleedje. Wat voor belang kon mij dat echter in
boezemen Een jong meisje ziet men graag in
een bevallig kleedje, maar ïijne vrouw Wij
moestenmaarzien,hoo wij door de wereld kwamen,
en in welk kleed mijne vrouw haar deel van onze
- zware taak trachtte te vervullen was mij het
zelfde.
«Vroeger was je veel opmerkzamer," zeideze
eindelijk.
«Maar, lief kind," verdedigde ik mij, «zeg mij
dan wat go wilt en terstond zal ik het zien."
«Ge zijt me zeker al moe."
«Maar lieve Murie
Ik sprong, mijn geduld verliezend, van mijn
stoel op. «Zeg mij toch," riep ik, terwijl ik mijn
stem verhief, «waar het je om te doen. is!"
«Schreeuw liever niet zoo,"
«Lieve hemel, je ziet toch dat de tijd nutteloos
vei/strijkt," •?-
«Wat gaat mij jou tijd aan?"
«Maar voor mij is hij een tiran."
«En jij met hem samen,éen voor mij."
Ik voelde mij minder ;op rnijn.gemak, Ik kende
dezen aanloop voor huiselijke onaangenaamheden.
Ik was doodsbang voor tranen, dio waarschijnlijk'
spoedig losbarsten zouden. Waarom Waartoe?.
Ik wist eigenlijk niet water aan'dé hand was. Dé-'"
angst voor ,de tranen, maakte mij echter ootmoe
diger, en daarom zeide ik«.VVeos toch niet boos,' 'I
Marietje, ik wou je niet kwetsen." :i
Mijn lieve vrouw drong hare tranen terug, omzo
voor een volgend keertje voor morgen misschien
te bewaren en lachte als een regenboog in de 1!
onweerslucht.
«Zie je niet," zei ze langzaam, «dat mijn japon
versloten is?" A
Kindehjk I,Dus haar japon is versleten Ileehr
goed. Zonder twijfel. Dat ik .dat. niet zien konl
«Natuurlek, geheel versleten," stemde ik
haastig toe. «Ge moet iets anders hebben."
«Daar wilde ik om viagen, maar zie je, ik dorst
nietDe tijden zijn zoo slecht,"
«Ach wat, slechte tijden."
«Allé couranten schrijven' het."
«Wat welen de 'couranten daarvan I"
«Maar
«Geen maar's. Je japon is versleten en je moet
dus een nieuwo hebben."
«Wat zijt gij toch góed!'En'toch.;.'."
«Hoeveel hebt ge noodig?'
Ik ontsluit mijn kast, want ik wilde graag mijn
werk hervatten."
«Zie je, ik .wilde..-1
«Hoeveel hebt ge noodig! Noem mij da som."
«ik wilde iets moois hebben." -
«Zeer goed. Hoeveel De som."
«Iets smaakvols."
Mijn bloed begon-te'kóken. Ik bedwong'mij
echter, want ik vreesde de tranen. Men weet niet,
hoe men zich daar tegenover hóuden moet. Is men
ruv. .V dan is het mis; is meu zwak en toege
vend, dat is ook niet practisch. Het beste is dus ze
in het geheel niet uit te lokken. Ik speelde dus den
den geduldige.
«Ik verzoek je vriendelijk mij te zeggen hoeveel
roer. Ei
- Do g
tweede
haar de
het een
nog de
hals ha
Met
allen g«
stand 1
zuinig!)
'•Af kei
gcwach!
terwijl
waar g
jongelie
welbeko
ter van
te dien
delbaar
des gra
bij het
iéments
gro'ote i
teuren
betoond
den mi)
reeds
gelegen!
tbeoretii
plicht 1
en hun
stelling
ciens, h
Het
de jong
leidëlijk
Al is h
met nai
gelegen!
van eo
onverscl
maar h
dig ont
op de
epkotnei
Ik h
rich'aai
H. B. si
welke z
zaak m
anttvoor
ten teg
dé leerl
der en
da
deopm
Dat,!
:betoon
dochiei