t
f
I
f
te
4
I
I-
II
W
pv
ïl
I'
f,
m
\i
|!f
;i
II»
I
If/
i*
i<
f
lr
F,
■'i
jr
1^-
1?
HS
I
if'1;
k
14
j?*.
u.
I.
ik
lag'
N
II')
I fx
li'r
I
I 'i-.
I ÜJj
l? -
ML
t
jM
JP
V
A
I
•3 ,-*"
I#
|«v
Ii4
Iwj-
14-
I x4
h
l?v
I V
14?
lï'1
I *-
|f\«
l&h
Ifs
11-:.<
«erleend als secretaris van dec Baad van State,
inet dankbetuiging voor de vele goede
diensten in die betrekking bewezen.
- "v t ,v J i ''M rf-
W*i
!'"D*4
''17 ^.Vi-fv
SCHIEDAM, S& Maart 1888.
Onder de ingezonden stukken i» de2f. S. Ct,
van Zondag jl. lezen wy het volgende
Na den itr||d.
Eeneliberaleen eeneanti-revolutionnaire
kiesvergadering.
Jl/. d. R.
Zoudt ge mij een weinig plaatsruimte in uw
geacht blad willen afstaan ten einde openbaarheid
te geven aan een gevoel van dankbaarheid?
Hebbon wij den goeden uitslag in het district
Schiedam zeker ook te danken aan onze eigen
krachtsinspanning, niet het minst komt de eer
van die overwinning toe aan twee mannen, die
wel aan onze roepstem gehoor hebben willen
geven om in ons midden op te treden. Tot nog
vóór korten tijd was de man, dien we nu de eer
bebben onzen algevaardigde te mogen noemen, bij
de meeste Overschiescho, Scbiebroeksche en Ketel-
sche kiezers onbekend en onbemind. Hat was een
,naam, meer nieten ik zou personen kunnen
noemen, die den eersten keer niet ter stembus ge
togen zijn, omdat i— zij op geen onbekende
wilden stemmen. Op aandrang van de Schiedam-
eche kiesvereeniging trad nu 15 Maart de heer
nor. J. Cr. Patnn te Overscbie voor de kiezers op,
en evenais Caesar van zichzelf getuigde, zoo
getuigen wij van hemhij kwam, zag en over
won. Zijn innemend uiterlijk, zijne bezadigde rede,
met gloed en overtuiging uitgesproken, deed vele
twijfelaars vragenis dat nu een liberaal 1 Men
bad ons dat heel anders voorgesteld.
Na den heer Patijn vroeg en verkreeg de
heer Fabius, van de Vrije Universiteit, het woord,
tonder dat hem eenige beperking hoegenaamd,
noch van den tijd, noch van de stof, waaraan
bij zich te houden had, werd opgelegd. Zijne vrij
lange rede, waarvan de korte zin was, dat hij
den anti-revolutionnairen nadrukkelijk aanbeval
den Roomschen candmaat te stemmen, werd be
daard en zonder interruptie aangehoord, waarna
de beer Patijn op waardige en bezadigde wijze
repliceerde. Wij keerden uiterst voldaan huis
waarts. Maar wat gebeurt? De mannen van het
drievoudig verbond belegden den 19en Maart,
den avond vóór de herstemming, eene vergade
ring te Overschie, waarin de heer Fabius uit
Delft zou optreden, gewapend met een gevaarlijk
wapen, een wapen, dat, helaas, nog maar al te
vaak zijn doel niet mist, het wapen van verdacht
making. De liberalen hadden het zwaar te ver
antwoorden. De Roomsche bondgenooten daaren
tegen waren volstrekt niet gevaarlijk, ze deden
geen kind kwaad. Al wat de geschiedenis daar
van zegt was lasterbovendien hadden wij met
de kerk bier niets te maken, het gold bier de
staatkunde; en wat een verbond met de sociaal
democraten betreft, dat was wel door de liberalen
uitgebazuind, maar volgens Fabius was er al
weder geen woord van waar. Hoe straalden de
gezichten dier anti-revoiutionnaiie leiders, toen
bun geachte woordvoerder zijne lange rede geëin
digd had. Zij waanden zich zeker van de over
winning. Maar daar schoot, als een adelaar op
zijne prooi, de heer dr. J, Zaaier Az. door de
dichtupaangedrongen menigte naar voren en nam
plaats vóór het spreekgestoelte.
Dien geduchlen strijder voor het liberalisme
hadden zij niet gewacht en ook volstrekt niet
opgemerkt, daar hij zich expresselijk op den ach-
tergrond bad gehouden.
Hoe verschoten die gezichten aan de bestuurs
tafel van kleur. Hoe kon noen het hun aanzien, dat
zij voor een nederlaag als die te Zevenhuizen be
ducht waren. Eerst werd aan dr, Zaayer gevraagd
of hij wel van het begin der vergadering af
tegenwoordig was geweest, hetgeen bevestigend
werd beantwoord, waarna hem blijkbaar met
weerzin vergund werd gedurende dO minuten te
spreken, en wel over geen andere punten dan
genomen uit de rede van hunnen geachten voor
ganger Fabius. Men had zich te onderwerpen.
De heer Zaayer beloofde zich zooveel mogelijk
te zullen beperken en zich alleen tot de hoofd
zaken te zullen bepalen, maar deed een beroep op
hunne welwillendheid, indien hij den hem gestel
den tijd een paar minuten mocht overschrijden.
Het was tevergeefs, men kon hem niet meer
toestaan.
Zoo ving dan de heer Zaayer zijne rede aan,
eli de beide heeren Fabius en M. Noordtzij,
van de theologische school te Kampen (naar ik
hoor), namen nu eene houding aan, die hen
zeker in Je achting van beschaafde lieden niet
heeft doen rijzen. Of meenden zij misschien, dat
hun minachtend lachen, geeuwen, hoofdschudden
en schouderophalen de slagen kon afweren die
op de hoofden dier drijvers neerkwamen? De
heer M. Noordtzij liet het niet eens bij gebai en,
maar viel den spreker zelfs in de rede, en toen
deze zich wilde veidedigen, riep de voorzitter hem
tot de orde, in plaats van den heer NooAdtzix
te verzoeken den spreker niet in de rede te vallen.
De 10 minuten waren om eer men er aan
dacht, en ofschoon er een geweldig protest uit
de vergadering opging tegen het ontnemen van
bet woord aan d~. Zaayer, het baatte niet,
waarna vele kiezers, nadat zij bij monde van den
heer 6. Visser Bz, geconstateerd hadden, dat er
van debat op deze wijze geen sprake kon zijn,
met den heer Zaayer de zaal verlieten.
Hierna voerden nog de heeren Noordtzij en
Fabius geruimen tijd het woord. Of zij er veel
succes mee gehad bebben, dit mogen wij betwij
felen, ook met het oog op den uitslag, dat de
liberale candidaat met eene meerderheid van 225
stemmen het veld heeft behouden, door ons bijna
verloren gewaand.
Maar dezen uitslag, wij danken hem dan ook
voor een goed deel aan het krachtige optreden
van dr. J. Zaayer Az., en ik ben overtuigd de
tolk te zijn van alle liberalen, die het genoegen
hadden hem Maandag 19 Maart j.l. te Overschie
te booren, ai was het dan ook maar 10 minu
ten, wanneer ik zeg dat wij dr. Zaayer nimmer
zullen vergeten, en dat wij met een gevoel van
innige dankbaarheid zijner steeds zullen geden
ken om hetgeen hij voor ons heeft gedaan.
Aanvaard, M. de R., de verzekering mijner
hoogachting en geloof mij gaarne,
UEd. dw. dn.
X.
Overschie23 Maart 1888.
De beer M. J. Mees vau Haarlem trad gister
avond als spreker by het Nuts-departement
alhier op. Met eene vertaling van zjjne hand
van eenige der schoonste fragmenten uit het
drama »Les noces d'Atilla" van Heun de
Bornier stelde hy zyn talryk publiek vóór
de pauze in kennis. Het zou ons te ver voeren,
indien we een overzicht wilden geven van al
het aangrypend schoooe, dat weggelegd n in
dit drama, waariu Alilla, koning der Huuneu,
die 380 jaar oü Christus regeerde, ons wordt
geschilderd. Tot enkele punten willen we
ons daaioui bepalen.
Na eene voorafgaande inleiding over het
ruwe en onbeschaafde van dien volksstam,
de zeden eu gewcouteo van de Hunnen,
waai by spreker ook deed uitkomen hoe Atilla,
die zyne opvoeding aan het Romeinsche bof
had genoten, in weerwil van zyne gestrengheid,
toch voor zijn tyd een beschaafd man moet
genoemd worden, die in schranderheid en
wilskracht op gelyke lyn met een Caesar,
Napoleon 1 enz. kan gesteld worden, werden
de 4 bedryven, waaruit het drama bestaat,
achtereenvolgens behandeld. Het tafereel
waarin Atilla, door geldzucht gedreven, de
hand eischt van de dochter van den Romein-
schen keizer, die hem vroeger den trouw
ring zond; het gesprek tusschen Maxilius
en Atilla; het tooneel tusschen Atilla en
zyne bruid, zoomede de houding en de laatste
woorden op de stervende lippen van Atilla
als hy gevallen is onder het moordtuig in de
hand vao haar die eenige oogenbhkken te
voren, zyne vronw werd, zjjn glanspunten
van het drama te noemeD. Komt den beer
Mees alle lof toe voor de fraaie overzetting in
onze taal, de wyze waarop hy zjjn werk voor
droeg, verdient in hooge mate geroemd te wor
den. Ook de krachtige stem, waarmede spreker
begaafd is, kwam aan de vertolking van dit
drama, hetwelk speelt in een tyd van nog
strenge barbaarschheid en onbeschaafdheid,
zeer ten goede.
Na de pauze besprak de heer Mees de kunst
van goed te lezen en voor te dragen. Hy
toonde aan hoe de kansel en het tooneel in
dezen veel bedorven hadden; terwyl hy met de
voordracht van tal vao geestige gedichtjes,
van mannen als de Génestet, Piet Paaltjena,
Bilderdyk, Gouverneur enz. den rykdom en
de kracht van onze Hollandsche taal deed
uitkomen, en er op weeR hoe we het vooral
aan deze mannen, te danken hebben, dat we
laogzamerhaod van den preektoon en van het
ziekelijke, vroeger aan zoovele gedichtjes eigen,
zyn verlost.
Luide werd spreker toegejuicht, en met den
wensch van den voorzitter, dat de heer Mees
spoedig moge terugkomen, zal zeker door al
de aanwezigen van harte zjjn ingestemd.
Z. M. de koning heeft den 25o dezer de
geloofsbrieven ontvangen van den heer Hung-
Cbun, als buitengewoon gezant en gevolmach
tigd minister van deo keizer vau China by het
Nederlandsche hof.
De nieuwe verkiezingen voor een lid der
Tweede Kamer in de kiesdistricten Breda en
Druten door het bedanken van Je heeren
dr. H. J. A. M. Schaepman en mr. F. J. M. A.
Reekers, noodzakelyk geworden, zullen plaats
hebben op Dinsdag, 10 April e. k., en de
herstemmingen, zoo die noodigzyo, op Dins
dag, 24 April d. a. v.
In het kiesdistrict Steenwyk is van aoti-
revolutionnatre zyde candidaat gesteld voor de
Tweede Kamer: de heer jhr. mr. G. Th.
Beelaerts van Blokland.
Uit Den Ha&« wordt aan het Handelsblad
geschreven dat veleu met gelooven, dat het
aftreden van den minister Heemskerk ernstig*,
gemeend is. Men vermoedt dat de premier
niet ongaarne weder zou worden belast met-
de samenstelling van een nieuw Kabinet,
waariu dan anti-revolutionnaire en katholieke'
ambtgenooten naast hem zouden zitting nemen.
Dit plan zou geopperd zyn door leden der
rechterzijdedie Diet ongeneigd zyn al»
ministers op te treden, doch gaarne met
Heemskerk's ervaring en kundigheden bus
voordeel zouden doen, vooral in het tydpsrk
vao overgang, nu de Eerste Kamer nog niet
is omgezet. Beide fractiën der rechterzjjds
zouden dan haar zin krygen, zoowel die
Heemskerk willen behouden, als die zelvaa
willen regeeren.
Is dit inderdaad de toeleg, dan zal ver
moedelijk geen lid der rechterzijde de opdracht
erlangen, maar terstond de minister Heems
kerk met de samenstelling van een Kabinet
worden belast.
Toch blyven wy betwijfelen dat de minister
zich tot zulk een weinig eervolle zwenking
naar rechts zal leenen.
De Avondpost betoogt dat art. 87 der grond
wet (dat de eed verklaring of belofte -
door de leden der Tweede Kamer wordt afge
legd in handen vao den koning of in dr
vergadering der Tweede Kamer in handen van
den voorzitter) in cor flict komt met art 88y.
volgens hetwelk de benoeming van een voor
zitter moet geschieden uit een door de Kamer
aangeboden opgaaf van drie leden, indien dr
koning inderdaad met zelf de leden wenscht
te beëedigen. Het oudste lid, dat ae vergade
ring leidt totdat de voorzitter door den koning*
is benoemd, kan toch wel niet worden geacht
de by art. 87 bedoelde voorzitter te zyn, meent
het blad, en de bovenbedoelde voordracht van
drie leden ban niet worden saamgesteld vóór
de Kamerleden hunne betrekking hebben aan
vaard.
Uit Zelhem meldt de Zutph01.:
De haodelw'yze van ds. Ulfets alhier by da
verkiezing van een lid van de Tweede Kamer
voor dit district, waarbjj hy in de kerk de
candtdatuur van mr. Bevers (R.-k.) aanbeval,
lag genoemden predikant zón zwaar op hef
hart, dat hy Zondagvoormiddag van deo kansel
zjjoe gemeente ootmoedig om vergiffenis voor
zjjn beganen misslag heeft gesmeekt.
Het is ook bier weder een bewjjs vao het
bekende spreekwoord berouw komt meestaf
te laat".
De Berliner Börsen-Zeitung bevat het vol
gend telegram uit Amsterdam vao 26 Maart f
»Tea gevolge van de ministerieels crisis en
de onmogelijkheid om een nieuw ministerie*
te vormen, heeft de koning besloten de Tweede
Kamer te ontbinden."
Ziedaar wel een berichtgever, die zijnen tijd
vooruitloopt I
nog verder bromde de klok van Saint-Germain-1"
Auxerrois.
De wind, door niets gestuit, woedde hevig op
de kade van 't Louvre, gierde over de Pont-Neuf,
zweepte 't water van de Seine tegen de pijlers
op, deed de vensterruiten trillen, builde door do
straten en vermeerderde niet weinig de akeligheid
van dien nacht.
't Nachtlichtje schemerde door den matglazen
ballon en wierp een spookachtig schijnsel op de
donkere wanden.
Gaston luisterde telkens met ingehouden adem
paar 't gekreun, dat uit de alkoof kwam, knoopte
zijn jas hoog dicht en ging met de armen over
elkander bij den haard zitten, waarin nog eenig
vuur onder de asch gloorde.
Door de halfgeopende deur van't aangrenzend
studeervertrek hoorde hij dat zijn oom zich te
bed begaf.
Een barre, booze nacht I riep Chavreux hem
;toe, terwijl hij zich onder het dekbed uitstrekte.
En een droevigo nacbt bovendien, oom.
Hebt ge 't niet koud, Gaston 't Hooren
van dien ijskouden stormwind jaagt mij reeds
een huivering door de leden.
Och neen, oom, 'tgaat nogal.
Nu, ik zal zien of ik de oogen dicht kan
doen.
Nacht, oom.
En eenige minuten later drong 't geluid der
diepe maar rustige ademhaling van den schilder
in de kamer door, waar dokter Fougerin op 't
ziekbed lag uitgestrekt en Gaston Lambelle, al
leen en in nadenken verzonken, waakte.
Van tijd tot tijd rukte hij zich uit zijne mij
meringen los en sloop op de teenen naar 't bed,
om met een verkoelend vocht de droge, brandende
lippen te bestrijken van zijn vaderlijken vriend
en voogd.
De lijder haalde met moeite adem. Hij lag
met geopende maar benevelde oogen. De grijze
haren hingen hem in wanorde over 't gloeiende
voorhoofd. Nu en dan uitte hij met koortsige
drift enkele syllaben, onsamenhangende woorden
of ook wel geheele volzinnen. Gaston luisterde,
met ingehouden adem over hem heen gebogen, en
trachtte hem te verstaan, of althans een zin te
vormen uit dat aanhoudende en onvermoeide
gestamel.
i' 't Was alles door elkaarlatijn, griekscb, namen
van geleerdendan weer scheen de geest van
den kranke in verre gewesten rond te dolen en
volgden de namen van plaatsen en steden elkan
der op, of hij begon gedurig afgebroken reisver
halen. Zijne vermagerde, blauwe handen, met dik
opgezwollen aderen, bewogen zich onophoudelijk,
zonder een rustpunt te kunnen vinden, en Gaston
moest den grijsaard gedurig weer toedekken,
omdat hij telkens alles, wat hem op de keel of de
borst drukte, van zich wierp.
Twee dagen lang bleef de zieke ongeveer ia
denzelfden toestand.
Den morgen dat mevrouw Lambelle met haren
zoon, heiden even ontsteld, 't eerst bij den lijder
kwamen, nadat Claudine hun de Jobstijding had
medegedeeld, vonden zij hem reeds geheel buiten
kennis. Pierre Chavreux, die 't eerst van het ge
beurde kennis gekregen had, was alleen bij hem.
Fougerin was den vorigen avond van eene
wandeling thuis gekomen, en eensklaps door een
aanval van beroerte getroffen. Dadelijk had hij 't
bewustzijn verloren en was gaan ijlen. Twee ge-
neesheeren, terstond geroepen, erkenden eenstem
mig dat de aanval hoogst ernstig was, en meen
den een ongelukkigen afloop te moeten voorspol
len. 't Was ook niet waarschijnlijk dat oen grijsaard
van ruim 77 jaar zulk een geweldigen schok
zou kunnen weerstaan. De aangewezen middelen-
werden intusschen aangewend.
Gaston en Chavreux Heten zich niet ontmoe
digen door die ongunstige uitspraak dei' ge*
neesheeren, maar deden alles, wat zij vermochten,,
om het lijden van den zieke te verzachten, zijn
toestand te verbeteren en hem aan den dood te*
betwisten.
Wordt vervolgd.)
<4
Os
liVW
\yk
^Hi-**
r
1