l A°. 1888 Wöensdag 18 April. N°. 6967. Tweede Blad. KENNISGEVING. Twee-en-yëertigste Jaargang Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binneniandsche Berichten. VERSLAG- Kamer van Koophandel en Fabrieken UITGEVER: jj. QDÉ. Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nummers f 1.85. - 2.50. - 0.10. BDSSËIC: MARKT, 131, Advertentieprijs: van 110 gewone regela inet inbegrip van eene Courant110 Iedere gewone regel meer ,j0. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Beschrijving der Personele Belasting en der latenten. De Bürqemeester en Wethou ders van Schiedam, Gezien de besluiten van den Hoer Commis.' -des Konings i".i de Provincie Zuid-Holland van üï-u 21 Maart jl. lilt. A. Nos. 2G2/1 en 2 (3e Afd.) Bron. Bladen Nos. 32 en 33, betrekkelijk de beschrijving der Personele Belasting en van het Patcutregt voor het dienstjaar 1888/9, Doen te weten: 1. Dat de uitreiking van de verklaringen aan df.pair.nl- pligtigen, met uitzondering van de hierna onder nos. 3 en 4 genoemd, voor het dienstjaar 1888/9 zal aanvangen op Maandag den 7den Mei aan staande, en dat de wederinzamding dier verklaringen acht dagen daarna zal geschieden, binnen wolken tijd deza verklaringen door de belanghebbenden. be hoorlijk zullen moeten worden ingevuld. 2. Dat de Registers der patentpligtigen zullen worden gesloten uiterlijk op den 3!sten Mei aanstaande, en latergeent verklaringen meer lnogen aangenomen worden wordende wijders de belanghebbenden ver wezen naar het bepaalde bij artt. 1 en 37 der wet van den 21sten Mei 1819 [Staatsblad no. 34), handelende, zoo over de verpligthig van heiywelke bij de algemeene beschrijving zijn overgeslagen, als over de booten tegen verzuim van en gebreken in de aangifte zelve te verbeuren. 3. Dat de tijd tot het doen der aangifte door Schippers, Eigenaars van of Directie-Voerenden over Vaar tuigen, mitsgaders reizende Kooplieden, Commis- sionnairs. Fabrikanten, Factoren, Kantoorbedien den, Inlandsclie Kramers, Debitanten van Loterij briefjes en Ondernemers van Publieke Vermakelijk heden aanvangt op den 1 sten Mei aanstaande, en e>„/iV op den 15den derzelfde maand, voor zooveel het beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen, en met dien verstande, dat de Schippers, of Directie-Voerenden over Vaartuigen, weike gebruik zouden kunnen' maken van het vermogen, hun krachtens 19 en 20 derXVIe tabel toegekend, tot aan .den laatsten Mei, met de vertooning van liet bewijs van gedane aan gifte zuilen kunnen volstaan, welke aangifte zal behooren te geschieden ter Secretarie der Gemeente; 4. Dat de uitreiking van de verklaringen aan de patentpligtigen, vermeld onder nos. 37 tot 40 van tabel XIV der wet, zijnde Slijters in wijnen, sterke dranken en likeuren, Tappers, Kroeghou ders, Kofilj huishouders enz., zal moeten geschie den onverwijld na het ingaan van het belastingjaar, zijnde voor het jaar 1888 89 op den eersten Mei a. s,, terwijl deze na verloop van drie dagen zullen algehaald worden; 5. Dat de beschrijving voor de Bersonele Belasting voor het dienstjaar 1887^88 insgelijks een aan vang zal nemen op Maandag den 7den Mei aanstaande, terwijl degenen, welke op den 20sten dier maand geen biljet mogten ontvangen heb ben, verpligt zullen zijn, hetzelve ten kantore van den Ontvanger der Directe Belastingen te doen afhalenen aldaar, behoorlijk ingevuld, terug te bezorgen vóór den 31 der zelfde maand; strek kende verder tot narigt, met betrekking tot de berekening van den aanslag voorde Huurwaarde, de Deuren en Vensters en de Haardsteden, dat de bevolking van de kom dezor Gemeente be- bedraagt een aantal van 24685 zielen; 6. Dat, ingevolge art. 29 2 der wet van den 29stcn Maart 1883 (Staatsblad no. 4), tot Tegen- schattere in dezo gemeente zijn benoemd do Héeren: A.UGUSTINUS NOLEN, MARTINUS WOUTERLOOD, JOHANNESFRANCISCUSROZE- STIIATEN en JAN JACOB VORMER; 7. Dat bij bezwaarschriften tegen de aanslagen in zake de personele belasting en liet patentregt, ingevolge art. 1 der wet van 4 April 1870 {Staatsblad no. CO) behoort te worden overge- legd een duplicaat van het aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents bij den ontvanger verkrijg baar gesteld. Wordende voorts de ingezetenen aandachtig ge maakt op hunne verpligtingen orn in- en uitwonende dienstboden der eerste, en do in- en uitwonende dienstmeisjes der vierde klasse, die op i Mei 1888 reeds den leeftijd van lOjaren zullen hebben bereikt, in de belasting aan te geven, voorts op de wijzigingen welke door de Wet van den 9 April 1809 Staatsblad no. 59) in de Wetten betrelïende de Personele Belasting van 1833 en 1843 zijn gebragt, en wel bijzonder op de volgende artikelen der Wet van 18Ü9, te weten Art. 5, waarbij is bepaald, dat de belasting niet is verschuldigd wegens de eonige vrouwelijke be diende overigens naar de eerste, derde of vierde klasse belastbaar, in dienst van den belastingplig- tige, welke geeneandere bediendenhoudtenvierof uieer eigen of aangehuwde kinderen, kindskinderen of pupillen bij zich heeft inwonen, die op den eersten Mei des jaars, waarover de belasting Soopt, jonger dan een en twintig jaar zijn. Art. 7, houdende bepaling dat de twee eerste parngraphen van art. 27 der bovengenoemde wet van 1833 worden gelezen als volgt: 1Die na den 15 Mei een perceel in gebruik neemt, is voor dit perceel de belasting naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die dan nog over is, verschuldigd. §2. Aan den belastingpligtige, die in den loop des dienstjaars oen perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in zijn dienst achter te laten, wordt ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die dan nog over is, indien daarvan door hem, binnen den tijd van eene maand, vol gende op die waarin hij hetpereecl yerliet, tegen bewijs, schriftelijke aangifte is gedaan ten kantore van den ontvanger, op een aldaar kosteloos verkrijg baar biljet. De ontheffing wordt ook verleend over liet driemaande- lijksche tijdvak waarin het perceel werd verlaten, indien de belastingpligtige daarna, doch iu den loop van hetzelfde tijdvak een ander perceel waarvoor hij lelaslingpligtig is, in gebruik neemt. Bij overlijden van den belastingpligtige treden zijne erfgenamen in dezelfde 'regten en verpligtingen. De aangiften, volgens het eerste en derde lid inge diend, worden als gewone bezwaarschriften aan gemerkt en behandeld. En ia hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 17den April 1888. Be Burgemeester en Wethouders van Schiedam, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretaris, A. W. MULDER. SCHIEDAM, 17 April'1888. Dezevende algumeeue vergadering der Nederlaadsche vereeniging tot bevordering van Zondagsrust zul worden gehouden opDonder- dag 3 Mei e, k., ia het gebouw voor kunsten en wetenschappen, Mariaptaais te Utrecht, des ochtends tea half 12 ure. Ouder de püutea ter behandeling komen voor Voorstel van do afdeeling Leidoti: Da algemeene vergadering spreke den wensch uit dat het hoofdbestuur mocht goedvinden aan eene commissie de taak op te dragen, in den vorm van eens concept-Zondagswet met toelich ting, de inzichten en wenschen onzer vereeniging te formuleeren, wat betreft den induslrieelen arbeid, de vervoermiddelen en het expeditie- wezen. Voorstel van de afdeeling Rotterdam De algemeene vergadering drage aan bot hoofd bestuur op, zich te wenden tot de verschillende maatschappijen van vorvoer in den lande, als daar zijn: spoorweg-, stoomboot-, tramweg- en Jonmibusmnatschappijen, met dringend verzoek, dat zij bij hot vaststellen hunner zomer- en win- terdienstregolingen niet verzuimen, om aan het personeel do noodige Zondagsrust te verzekeren zoodanig, dat, indien niots anders mogelijk blijkt, ieder beambte althans 2 Zondagen in de maand vrij van dienst zij, hetzij door plaatsvervanging, hetzij door eene dienovereenkomstig beperkte Zon dagsdienstregeling; en, met het oog op de vele personen, sedert jaren .verstoken van Zondagsrust, en de zedelijk godsdienstige, zoowel als de maat schappelijke en lichamelijke belangen der geëm- ploieerden, het vertrouwen uit te drukken, dat de maatschappijen barmhartigheid zullen willen laten blijken, zoowel in hun eigen belang, als in dat van het publiek tevens. 0. Voorstel van dezelfde afdeeling: De algemeene vergadering noodige het hoofd bestuur uit, de tot nu toe uitgegeven en de nog "•uit te geven geschriften in boekvorm voor algemeene verspreiding te kostbaar te doen verschijnen in den vorm van volksblaadjes of zoogenaamde vliegende blaadjes, door lager kos- tenden prijs meer geschikt voor kostelooze ver spreiding, opdat de zeer lezenswaardige inhoud meer .mder het bereik der massa kome. 7. Voorstel van dezelfde afdeeling De algemeene vergadering noodige liet hoofd bestuur uit, zich te wenden tot de verschillende werklieden- en andere vereenigingen in ons va derland, opdat deze zich kunnen uitspreken over het groote belang van Zondagsrust, ook voor dan werkman, en het hoofdbestuur in zijn streven tot het verkrijgen der Zondagsrust behulpzaam kunnen zijn. Twee leden van het hoofdbestuur moeten gekozen worden in de plaats van de heeren Keiler van Hoorn, te Dordrecht en jhr. Six, te 's-Hage, die niet herkiesbaar 2(jn. Ten einde uitvoering te geven aan het besluit, genomen in de jongste zitting van den Amsterdamschen gemeenteraad, is gisteren een aanvang gemaakt met de werkzaamheden tot verfraaiing van het Gedempte Damrak. Jacob Hobein is Zaterdagnamiddag ten half 3 te Vlissingen met treurmuziek van het 3e regiment infanterie begraven. De stoet be stond uit vele militairen van zee- en land macht, bet kader der schutterij, ridders van de Mil. Willemsorde, deputation van de ver eenigingen sVan Speyk", van hel eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen, van Ne- derlandsch-Iudische oud strijders en Neder- landsche en Belgische loodseu, allen met hunne vaandels. De kist was bedekt met Hobein's vlag en zjjne equipementsstukkeo, beoevens met tal van kransen. Op weg naar de be graafplaats maakte de stoet een omweg en passeerde het standbeeld vao De Ruyter. De kapitein t./z. Spanjaard, inspecteur van het loodswezen, hield bjj het graf eene treffende rede. VAN DE T E S CII1E D A M over den toestand van Nijverheid, Handel en Scheepvaart in 1687. Het jaar 1887 was voor onzen handel en nijverheid weder ongunstig. Verschillende omstandigheden gaven aanleiding dat de prijzen van den moutwijn iets beter waren dan die in 1880, maardenlgemeene toestand bleef zeer gedrukt. Het sloopen van een aantal branderijen, hei buiten werking blijven van een 20-ta\ en het óen dag per week stilstaan van de overige, gevoegd bij den meerde ren uitvoer naar het buitenland, tengevolge der aange kondigde verhooging van invoerrechten in Zuid- Ameriko, en het in werkingtreden van deSchiedainsche alcohol-fabriek, maakten wel dat de prijs van don moutwijn oen weinig hooger was dan in het vooraf gegane jaar; de prijs der gist daarentegen liet zeer veel te wenschen over, en was lager dan ooit te voren. De opbrengst van publiek veikochte branderijen toonde ook aan dat daarmede geen winstgevend be drijf werd uitgeoefend. De resultaten der branderij-industrie waren dan ook zeer onbevredigend. Deze Kamer heeft het meermalen gezegd, en het kan niet genoeg worden herhaald, dat het voortbestaan der branderij-industrie ten nauwste samenhangt met de tariefwetgeving. Zoolang ons land wordt overstroomd met producten uit den vreemde, die tegen een zeer bescheiden of geen invoerrecht onze grenzen overschrijden, terwijl voor onze producten als het ware een financieele dam den invoer in vreemde landen belet, zal onze indus trie kwijnen, omdat zij daardoor op de plaatsen van verbruik niet kan concurreeren, geen nieuwe kan op zoeken als de wereld-mededinging het haar lastig maakt en omdat de breede vlucht, die zij nemen wil en kan, als het ware vleugellam wordt gemaakt door de hooge rechten in andere landen. Hadden andere Staten en speiaal de ons omringende een tarief, gelijk aan het onze, dan zoude de persoon lijke bekwaam- en werkzaamheid der nijveren, de toe passing der door dc wetenschap geleerde verbeteringen en de door do praktijk aangegeven middelen, de indus- trieelen brengen tot een edelen, zuiver gestclden wed strijd, maar nu nu worden, trots dat alles, onzé industrieelen, ten spijt van arbeid, moed eh zorgen, beloond met schade en verlies. Een enkel voorbeeld. Het invoerrecht in Duilschland van ons gedistilleerd is f108.per 100 kilo en van onze gist f36.per 100 kilo, terwijl hier te lande wordt geheven van 100 liter gedistilleerd ad 50% slechts f3.50 en van gist niets. in Duitschland en andere landen krijgen de produ centen daarenboven nog directe en indirecte premiëii bij uitvoer. 'tls dan ook meer dan tijd dat hier te lande maat regelen worden genomen om dien ongezonden toestand te doen ophouden. Of zou ten aanzien der tariefwetgeving nietwaar zijn de anders overal geldende regel: ïAI te goed is buurman; gek." Is het met ter-zijde-stëiling van alle theoriën geen eisch van zelfbehoud onze tarieven te her- zienï De smokkclhaudel aan de grenzen is afnemende*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 5