te; fcll-. fel? ffes? 8m& mm Gemengde Berichten. 'M llfcö ü«i IsSfis Éfev?';, m: W: m. BBS»®? yX-Jv.v'Jfx, tSV" p« i-W JVv "i.p Het tweede beoogt to dooit vervallen de in de ;wèt verleende jbévoegdheid, waarvan een hoogere ||||ïï.v rentevoet der belconingen het gevolg kan zijn. Stfe-En het derde hééft ten doel de kredietmidde- der bank ook te brengén onder het bereik SlXuivtV.; -. van zoovelen, die ze voor uitbreiding van handel ,&.- en nijverheid tijdelijk behoeven, doch slechts vaste goederen tot zekerheid hunner bèleening kunnen aanbieden.?. l ït De voorsteller beoogt alleen een verbod te doen vervallen, dat met; betrekking tot do reeds zoo zeer gedoprecieorde onroerende goederen eene ware onbillijkheid in zich sluit. Door den heer Domein Nieuwenhuis zijn 9 amendementen voorgesteld op de bankwet, strek- kende1 lo. om het kapitaal der bank op 46 millioen golden te behouden, behoudens vergrooting bij de wet; 2o. om haar gelegenheid te geven gelden in deposito to nemen; 3o. om hot aantal directeuren met 2 te ver minderen. 4o.om de geheolé 'directie der bank telkens voor 5 jaar to doen benoemen door den koning So. ooa den koninklijken commissaris door den. Itaat to doen bezoldigen - 6o. om de winstverdeeling tusschen den staat en de bank te stéllen ieder op de helft 7o. om te bepalen dat geen directeur of agent en evenmin de rcgeerings-corarnissaris aandeelen van de bank mogen hebben; 8o. om te bepalen dat de namen der aandeel- liffe;1' - houders, en het aantal stemmen dat ieder kan JpfS'uitbrengen, eene maand vóór de jaarlijkache V(sr- gadering in de Staatscourant worden bekend go- maakt, en :!l'v- SÉpsS, 9o. aan den staat het" recht te geven bij hot Jjjjf'ï." eindigen van het octrooi van de bank over to hBmen gedisconteerde en nog niet vervallen wis- Éfev seis enz.; in onderpand gegeveneffecten, goede- ren, munt enz., en dé gebouwen der bank, het- Éfeyr zij tegen balanswaarde of tegen tasatie. De heer Bahlmann hoeft voorgesteldlo. de geheele directie door den koning te doen be- noemen, telkens voor 5 jaar en jaarlijks een. üfeftóiii;;-- der directeuren te doen aftreden, doch opnieuw benoembaar te doen verklaren; 2b. den konink lijken commissaris recht te geven ook de ver- Tgp< (jSKfeï,; m. aaKswV-s JrL: gaderingen der directie bij te wonon om tead- j&iv viseeren on hem de goedkeuring te verleénen tot SSr-- de vaststelling van de balans op do winst-en ver- Hesrekening, met beroep van zijne uitspraak op jPft' den minister van financiën. K'.i" Door den heer :A. Van; Dodem is een amende- ment voorgesteld, om don staat de bevoegdheid i te géven da Nederlandscbe bank wettelijk te ver- j||| plichten al het haar te koop aangeboden wor- - deride muntmetaal, waarvan de vermunting bij jrf j de wet aan ieder zal zijn vrijgelaten, tegen munt- ËfevV prijs te koopei. MpÜ Het doel dezer wijziging is om te voorkomen, dat hoóger waarde aan da, munt kan wordeu pti}.:. toegekend dan de waarde van het motaal, ver- pf'? maerderd met de kosten der vermunting. 8CH1EDAV, SI Juli 1888. In een paar Portugeeschebladen;, byy. Ccmmercio ia Guards en JDiario illuttrado, komen wasrdeerende artikelen voor over onzen onlangs aldaar overleden landgenoot ;dr.PF A. Van der Laan, die jarenlang aldaar een zeer gezocht en geëerd oogheelkundige was. Hij ontving zjjne opleiding aan de Ut'rechtsche hoogeschool. Aan zyn karakter; aan zjjne be kwaamheid én aan zyn groote werkzaamheid op velerlei gebied wordt pprechte|bulde ge bracht. Hy stichtte het eerste blad isbportuga! aan de oogheelkunde gewjjd,én was dé grond legger van eene school, die reeds mannén' van naam voortbracht. - Het volgende droevige voorval had dezer dagen plaats in de gemeente Elshout. De 23-jarige dochter, van den landbouwer "W. K.aldaar, werd door een der koeien, .djezjj moest melken, in de weide aangeval- len. Het woedende dier stiet haar een der., horens in den monden scheurde de wang tot onder bet oog. Het meisje, kwam achter over in éen sloot terecht, nog altyd achter volgd door het beest, dat met de voorpooten op haar toesprong juist toen twee rnenschen, die in den omtrek aan het werk waren kwamen toegesneld en het geluk hadden, de ongelukkige van verdere vervolging vau het woedende dier te bevrijden en haar van éen anders wissen dood te redden. Z\j werd huis waarts gebracht en verkeert in amartelyken toestand. In Duitschland worden do gouden en zilveren muntstukken met don beeldenaar van keizer Fre- dorik III ijverig opgekocht. Er zijn er in het ge heel slechts 10,000 geslagen; hunne waarde is reods verdrievoudigd. Te Madrid heeft een opzienbarend proces alle gemoederen in bewoging gebracht. Eenige dagen geleden wérd een vrouw in haro woning door acht dolksteken vermoóid gevonden, terwijl men de sporen van den moord tevergeefs'door brand- stichting had trachten uit te 'wisschen. Het ver moeden' viel spoedig op den eeriigen zoon, die web is waar in de gevangenis zat; doch door ver scheidene, personen op de straat gezien was. Daar de justitie zich niet met de zaak scheen te be moeien, nam dempers het ambt van vervolgor op zich en drong aan op een onderzoek naar den dader. Dit onderzoek bracht dan ook werkelijk aan het licht dat de directeur van de eerste strafgevangenis van het rijk Juan Barela had toegestaan de gevangenis te verlaten, en zelfs het dienstmeisje Iliginia door bedreigingen had ge dwongen zich voor de moordenares van hare meesteres uit te geven, om den moedermoordo- naar te redden. Toon de directeur, Millan Astrar, die éen gunsteling is van een der eerste magi straatspersonen, tegenover Iliginia gebracht werd, wildé; hij haar; met een dolk vermoorden, hetgeen echter Ibelet [wérd. Men herinnert zich bijdeze gelegenheid het proces Monasterio waarbij even eens de moordenaar, een rijke erfgenaam, zijn straf ontging, -— en later aan den minister van justitie een prachtig lustslot ten geschenke gaf. To Londen bevindt zichthans eene Ameri-";f kaansche dame, mevrouw Shaw, die zich óp hetv fluiten heeft toegelegd en daarin eene groote. kunstvaardigheid heeft verkregen. Eonevrienèin van haar accompagneert haar óp de piano. Zij fluitgeheele opera's en getroost zich daarvoor gróoto "moeite en inspanning.' Om eene opera in te studeeren heeft zij drie maanden noodig. Haar .hoogste toon is. zoo scherp, dat.men.hem op verren afstand kan hooren, maar gewoonlijk fluit zij zacht en melodieus. Zij wordt iri vele salons genoodigd om uitvoeringen te geven; onderan- deren was zij bij den prins'van Wales. Zij maakt uitstekende zaken. Hare vier dochters, die ook denzelfden aanleg 1 hebben, roept zij' nooit bij hare namen, maar fluit haar, élk''op'verschillende wijze. In het Seine-departement zijn meer dan 200.000 vreemdelingen 'gevestigd, en wel57.649 Belgen, 35.718 Duitschers, 28.351 Italianen, 27.233 Zwitsers, 19.227 Hojlanders, 14.701 Engelschen, 8018 Russen, 6915 Amerikanen, 5860 Oosten-, rijkers, 4242 Spanjaarden en 1294 Zweden, Denen en Noorëri. Men heeft uitgerekend, dat er ongeveer 4000 groote papierfabrieken in de wereld zijn, die jaar lijks 980 millioen kilogram papier afleveren. Daarvan gebruiken de couranten er 300 millioen, de boekhandel 191 millioen, de handelskantoren 100 millioen, en de regeeringen, administratieën enz, evenzooveel. Verder gaan er 93,000,000 naar de industrieelen,.95,000,000 naar de scholen en 401,000,000 wordt voor particuliere corres pondentie verbruikt, In Frankrijk wordt jaarlijks 135,000,000 K.G. papier beschreven en bedrukt, waarvan 20,000,000 voor de dagbladen. Hoe is men aan den naam Amerika gekomen T Hot gewona'antwoord luidt; .van Amerigo Ves pucci, den eersten ontdekker der West-Indische 'eilanden, wien ter eere men het land der nieuwe wereld Amerika noemde. De laatste nasporingen op het gebied van do Indiaansche taal hebben echter aangetoond dat het woord Amerik of Amerique reeds,bestond toen Vespucci in 1499 do Wost-Indische eilanden ontdekte. In de taal Her Chontales en der Magas beteekent Amerik vhet land der windeD." Bovendien.heette Vespuo ci, een geboren Florentijner, niet Amerigo, maar Alberigo (Albert). Deze.: naamsverandering is to wijten aan,een; boekhandelaar ,tq St. Dié, Martin Waidseemüller genaamd. Deze maakte van ïAlberich", den naam nAmerick", naar,een kalen- derheilige die nooit bestaan hoeft. Jules Marion wijst in zijn smapoteca geologica", Besanjon 1888, op een anderen Indiaanschen oorsprong van het woord. Los Aonoriques was vol- ,v.-.vy gens hemeen Indiaansche volksstam, in het géi bied waarvan goud gévondén wWd. ^a| Ook de oude Sebastiaan Mtlnster spreekt van »Albericus" Vesputius, die in 1497 uit Portugal vertrok en eerst de Cariarische en daarna da West-Indische, eilanden ontdekte. De slavenhandel iri Afrika is nog steeds veel v. uitgebreider dan men gewoonlijk denkt/ Kardinaal' Lavigerie, aartsbisschop van Algiers on Carthago, dié dezer dagen te Parijs een voordracht hield over dat 'onderwerp, deelde daarom treilt treurige feiten roede. Volgens de opgaven, welke hij van zijne zen- delingen ontving, worden er jaarlijks niet minder dan 400,000 slaven aan de kusten van Afrika verkocht, én telt men daarbij de velen, die onderweg door mishandeling sterven,of die gedood warden in de gevechten met de slavenhandelaar» die hunne dorpen overvielen, dan kan men het jaarlijksch aantal slachtoffers van den slavenhan del op ongeveer 2 millioen rnenschen stellen. Zij worden'bij karavanen van 1500 tegelijk uit het binnenland gevoerd, en de handel wordt vooral gedreven vlak \bij de-Europeesche bezittingen aan do Róóde .zee, in den omtrek van Zanzibar, in Zuid-Afrika enz. De zendelingen doen wat zij kunnen, om do arme zwarten te beschermenen ben terug ta koopen, maar zij kunnen niet veel; en de vroe ger dichtbevolkte landen van Afrika loopen ge vaar tot verlaten woestenijen te worden gen aak Ij door-de schandelijke moord- en rooftochten van de handelaars in ménschelijke koopwaar. Engeland, Frankrijk én Italië, zoo besloot kar dinaal Lavigerie, hebben veel gedaan voor'het tegengaan' van den slavenhandel. Maar men mag niet blijvenstilstaan. Er is nog veol te doen, vóór het doel bereikt is. Hij stelt zich' voor, aanvan kelijk het zijne daartoe bij te dragen door in Frankrijk en België een ivreedzamon kruistocht? tegen den slavenhandel te prediken en christenen en niet-christenen tot het bestrijden van dien handel op te wekken. herhaling met zijn scherts tot hem, ofschoon deze zich geweld 'aandeed, dié scherts "te'beantwoor- den. ■Na den maaltijd volgde Herbert zijne zuster naar hare kamer. Hij was nog geheel onder den Illy-fe^vindruk, dien hij van zijne dischgenooten had JP? opgedaan, en was niet in staat, dien te verborgen. r": SferjS Dit ontging Frida met. »Hoe zijn u mijne beide huisgenooten beval- len 7" vroegzij. Nit eenige aarzeling sprak Herbert rtfef Verwacht gij op die vraag één oprecht ant woord?'' ïGij weet, dat ik van u niét anders verwacht. Ik hoop dat de jaren tusschen ons ten minste geene verwijdering zullen gebracht hebben." uZekor nictl" verzekerde de officier, .terwijl hij zijne zuster de hand toestak. >Welnu dan lij wildeh mij boiden riiot bevallen. In Grill's houding en gedrag ligt iets, dat mij beletten zal hem spoedig, mijn vertrouwen te schenken, en de commissaris schijntmij toe een weinig serieus persoon te zijn, allerminst geschikt voor de be langrijke zending, dié hein opgedragen'is." Of ik nu goed gezien heb, dat móet do tijd loeren. Gij vroegt ook maar, hoe zij mij bij deze eerste kennismaking waren bevallen." Die woorden schenen op Frida geen aangena- men indruk té maken. »Zeg, Herbert," sprak .zij, igij zijt toch met 1 geen vooroordeel tégen béiden hier gekomen »lk ken hen immers niet 7" Gij hebt mét Boden' over hen gesproken. Ik vind, dunkt"mij,zijn oordeel in uwe woorden terug.". F iSchrijft gij mij zoo weinig zelfstandigheid' - 'toé T' - 11 "v Gij weet, hoezeer ik uw oordeel óp prijs stol, doch men gaat zoo licht'op eon eens ont vangen .indruk in. Ik .heb langer met beide man non omgegaan dan een uwer en heb meer be lang dan gij lieden bij ieder van hen. Grill heeft zich altijd tegenover mij een waar en oprecht vriend getoond. Hij was de earstè, die helpend en radend optrad, toeri ik' zooveel behoefte had aan bulp,v en heeft mij belangeloos in alles bij gestaan." »Zou dat wel zoo geheel belangeloos zijn?" vroeg de officier." Waarom niet hernam Frida. uBelooning vraagt hij niet; zelfs mijn dank.wijst hij af. Ook', Boden erkent, dat'hij een bekwaam opzichter is. Ik heb nog geen oogenblik reden gehad, mij over hem te beklagen. Hij treedt zelfstandig op,- 't is waar, doch alleen bij zaken, waarvan ik geen verstand en waarbij mijn oordeel geen waar- de zou hebben. Ik ben niet vooringenomen, maar beschouw de dingen onpartijdig op grond van de ondervinding, die ik heb.; Daarom, 'zal ook niets mij doen 'wankelen in. mijne overtuiging." Herbert vond; dat de ijver, waarmede Frida voor Grill in de bres sprong, niet! zoo geheel onpartijdig 'was. Doch", hij hield zich overtuigd, dat alleen haar edele zin en hare dankbaarheid uit bare woorden spraken. Hij begreep dat hij zeer voorzichtig te werk moest gaan, om dien ijver niet nog meer aan te wakkeren. «Niemand zal u uwe overtuiging, willen be- twisten," zeide hij. lachend, »en ik érkende reeds bij voorbaat, dat de mijno nog opzeer zwakke gronden steunt." «Ik geloof dat gij dén commissaris ook ver-, keerd beoordeelt," hernam Frida op bedaarder Een probaat middel heeft ergens oen barbier gevonden, om zich tegen «kale" vrienden te be- schermen. De wijdvermaarde hulpvaardigheid, die den barbiers eigen is, werd door vele zijner klan- ten misbruikt om hem een klein bedrag af te zetten, met de bewering: «Dat men zijnporte- monnaie had vergeten." De barbier bemerkte echter spoedig dat on dank 's werelds loon is, want hij verloor niet alleen zijn geld, maar ook zijne klanten, diehet geleend hadden. Hij hing nu iri zijn winkel een papier, met de volgende woorden«50 gulden belooning aan hem, die van af hedon van mij geld ter leen'weet te krijgen, of mij bewijst dat ik iemand wegens het niet teruggeven van ge leend geld vervolgd heb." .Zoodra nd iemand hem geld te ieen vroeg, zeide hij '»0,' u probeert de f 50 te verdienen? Neen, zóo dom ben'ik niet." Zoo behield'hij zijn geld en zijn klanten. toon. .«Wel wii ik^bekenriorijdat ik aanvankelijk evenzoo gedacht heb als gij, maar spoedig heb ik mij overtuigd, hoezeer de J schijnbedriegen kan 'én-.jhoé ''gevaarlijk het - is,-zich door uit wendige Lenteeücénén. in zijn oordeel te laten, leiden. Hij mankt bij de eerste kennismaking volstrekt niet den indruk van een ijverig en werk zaam politiebeambte, doch ik geloof dat hij niet naar hier gezondenzou zijn, als hij dat niet was. Grill gaat veel met hom om; zij zijn reeds bes te vrienden en,hij.is er zeker van, dat de blik van den commissaris'scherp en juist genoeg i» om hem niet zoo gemakkelijk van het spoor te t laten brengen. Hij Iaat zich .nietuit over zijn» nasporingen, maar i ik geloof dat hij niet zoo opgewekt en vroolijk r zou zijn, als hij geen kans zag, zijne .zending.tot, een goed einde te. brengen.",, {Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 6