w
ter
i
4
I#;
f:
f»
III
m
4>
'M
€4
IK
ii
Gemengde Berichten.
HAAGSCHE SCHETSEN.
U'
5
Ij
Shit
m f
J*
'*si
Jaap gleden vier achterwielen in
de handIs het wonder, dat geheel Scheve-
Dingen een uur later van het geval wist; dat
de moeder het niet onder stoelen of banken
Stakdat het h&ar jongen was die by den
koning was geweest? Nv. d. D.)
HGN
|i* h
tSn.
W>
0%
Ijl
rS
i^V
II
|v
dat
zestien
naar de boven-
Uit Cayenne wordt gemeld
gendarmes vertrokken zyn
Marowyne en gestationneerd zullen worden op
het terrein gelegen tusschen de Lana en de
Tappahonie, ten einde het goudzoeken te be
letten in die landstreekwelke gedurig door
vreemden wordt bezocht en bewoond.
Zooals men zich herinnertis men het nog
niet eens omtrent de grensscheiding de
rivier de Marowyne tusschen Nederland en
Jfranseh Guyana, wyl nog met is uitgemaakt
of de Tappahonie een zyrivier van de Maro
wyne of wel de Marowyne zelve is.
In afwachting dat die quaestie is opgelost
hebben de regeeringen van Fraukiijk en van
Nederland in gemeen overleg aan de koloniale
besturen instructies gezonden, daartoe strek
kende, dat zy gezamenlyk maatregelen zouden
nemen om in gemeld terreindat zeer ryk
aan goud schynt te wezen, de ontginning en
het zoeken naar metalen te beletten.
Men verneemt dat een paar fabrikanten
in wollen stoffen te Tilburg in België aan
nemers zyn geworden voor de levering van
10,000 meter fijn laken, ten behoeve van bet
JBelgiscbe leger.
De1 landbouwer G. H., te Hummelo, had
«en 14 dagen geledeo, ondanks de herhaalde
waarschuwing van den conducteur, de on
voorzichtigheid van de in vollen gang z'ynde
Stoomtram te springen, met het ongelukkige
gevolg dat hy, nadat vóór een paar dagen
een zijner beenen was afgezet geworden, Don
derdagnacht is overleden.
Te Groningeo werd dezer dagen de volgende
vermakelyt.;* scène afgespeeld. Een met een
dienstbode alleen wonende dame bad den
avond bij een van haar vriendeo doorgebracht,
en ook de dienstmaagd bad de woning eenigen
t'yd vei laten, om boodschappen te doen. Na-
baar terugkomst stond de dame vreemd te
kyken, toen zy een fraaien baleinen wandel
stok met zilveren knop ra het salon zag slaan.
Op de verbazing volgde angst, de politie werd
gewaarschuwd, een onderzoek werd ingesteld,
en ofschoon dit niets verdachts aan het licht
bracht, bleef een politie-agent den geheelen
nacht in het huis, om by eventueel onraad
hulp te verleeueo. Doch de nacht ging ODge-
Stoord voor by, en ook een by daglicht gedaan
onderzoek bracht de zaak mets verder....
En de emdelyke oplossing 1 Mevrouw had van
haar visite, meenende haar parapluie mee te
nemen, zelve by vergissing den stok meege
bracht.
Omtrent den moordaanslag in de Londensche
wijk Whitechapel, welke volgens de laatste
berichten, waarschijnlijk niet tot de gruwelda
den van sJack the Ripper" moet gerekend worden,
melden de Londensche bladen de volgende bijzon
derheden
t r
De vrouw, Farmer genaamd, en de onbekende
hadden eerst in een kroeg sramen gedronken en
tot 's nachts te 4 uren een kamer genomen in
een slecht befaamd huis in Georgestreet, Spitai-
fields. Daar deed de man 's morgens een poging
om zijn gezellin den hals af te snijdenMaarzij
werd slechts licht gewond,' en verweerde zich zóo
krachtig, dat de man zijn poging opgaf en haas
tig de vlucht nam. Hij werd door de gewonde
vrouw en een paar mannen die op het hulpge
roep kwamen toeschieten achtervolgd, maar was
weldra in een zijstraat verdwenen.
De vrouw heeft een nauwkeuuga beschrijving
»an zijn uiterlijk gegeven, en als men hier wer
kelijk met een mislukten moord van »Jack the
Ripper" te doen had wat in zeker opzicht te
wenschen zou wezen zou er veel kans zijn,
dat de langgezochte moordenaar eindelijk gevat
werd. Verscheidene bewoners van de buurt ken
nen echter den pleger van dezen aanslag en ge-
looven niet dat hij betrokken is bij de vroegere
moorden.
In het hospitaal Lanboisière, te Parijs, was
een vrouw, die lederen dag haar bevalling
afwachtte. Vrouw van een werkman en reeds
moeder van 4 kinderen, was haar door dokter
Tinard, die haar onderzocht, voorspeld dat zij
drielingen zou krijgen. Den 13n werd zij p'otseling
onwel, zij riep om hulp, men droeg baar op haar
bed, waar zij den geest gaf. De aanwezige vroed
vrouw vervulde niettemin haar taak en drie wel
geschapen kinderen, een jongen en twee meisjes,
te zamen wegende 7 kilogr. 370 gr., kwamen
ter wereld.
Eurifides en Aicestus, twee jongelieden met
uitbottende knevels en mooie eindexamens, had
den nog nooit een storm sgezien". Wel gehoord,
in den schoorsteen van hun ouderlijk huis, en
ook wel gevoeld, op het kleine pleintje voor de
dorpskerk, ergens m Gelderland. Maar gezien,
dat wil zeggen, de quintessens van hooren,
zien en voelen gezien hadden ze een storm
nog niet.
En toen bet nu stormde, vlak op de kust,
stonden Eunfides en Aicestus al vroeg voor mijn
deur, met schitterende oogen en van opgewonden
heid trappelende voeten. De lucht was zwaar
bewolkt, en Eurifides droeg een paraplu. Aicestus,
die 'tgauw warm had, was ui zyn zomerjasje.
Ik had op den tocht geiekend. Diensvolgens
wierp ik een ouden ulster om, die lezen en schrij
ven kon. We togen heen, de hoeden diep in de
oogen gedrukt, Eunfides trotsch op zijn regen
scherm, dat, beweerde hij, groote diensten bewij
zen ZOU.; a ,£i
Naar Scheveningen, natuurlijk. Bij den tol
begon het lieve leventje al.Dor en kaal waren
de boomenrijen links en rechts; wat er nog
aan bevroren blad aan zat, was bij de eerste
stormvlaag weggeblazen. De wind had vrij spel
door het warnet van takken, en hij gierde en iloot
.hoog boven onze hoofden, als wilde hij juichend
bekendmaken datzijn rijk, was begonnen en
hy niet van plan was vooreerst den scepter neer
te leggen. Er vielen eenige regendruppels. Euri
fides ontrolde zijn paraplubrullend sneed
een ^windvlaag langs ons heen, en 't kostelijke
voorwerp was totaal vernield. Aicestus zette het
onbeduidende kraagje van zijn zomerjasje op en
stak de handen diep in de broekzakken. We
bogen alle drie het hoofd en gingen verder. Van
praten was geen quaestie.
We gingen voorbij de Kerkhoflaan schoonen,
aan beide zijden dichtbeschutten rijweg, aan welks
eind de storm met loeit. Gem bloempje, geen
krans, door eenf treurende hand bevend daar ge
plant of opgehangen, beweegt er zacht en
ongestoord rusten ddar, die moeiten en zorgen
hebben gehad 1 Gelukkigen, die ze zijn We
passeerden de Promenade, die, doodsch en ver
laten, me een zucht van verlangen naar een
nieuwen zomer ontlokte. We kwamen aan de
Roomsche, en daarna aan de Protestantsche kerk,
en toen toen zagen" Eurifides en Aicestus
den storm in zijn begin. Wat mij betreft, ik
knoopte mijn ulster van onder tot boven dicht,
kneep da lippen op elkaar en rilde.
Toen ging het voorwaarts, de zee tegemoet.
»God 1 sta bij die daar rondzwerven op de
woedende wateren 1" Die gedachte las ik in de
staroogende blikken mijner metgezellen. En
voorwaar, er is reden voor zoo'n smeekkreet.
Recht overeind, als een muur van water, staat
de Noordzee voor onséen seconde, en de
muur valt om, gebroken, verwoestGebroken
Dwaas, die 't geloottOp Je ziedende en kokende
pumhoopen van den eersten, bouwt zich bliksem
snel een tweede muur, en een derde, en een
vierde 0, Almachtigebewaar den schepe
ling, want hij schijnt reddeloos verloren
Zouden er in dit noodweer werkelijk menschen
op dia zee zyn?
't Schijnt ondenkbaar. En zoo ja, dan, wee hen!
Eunfides heeft zyn paraplu ergens tegen een
boom gezet voor den eerlijken vinder. Hij
heeft reeds wijsheid geleerd. Aicestus bibbert
onder zyn jasje, met van kou, maar van ont
zetting. En al wat aan ^y is, rilt en beeft, èn
van kou, in van ontzetting, in van eerbied.
Vooruit nu 1
Vooruit, naartoe Is de zee hier met' gelijk
aan de zee ddar? Hoort: »Een schipm nood
bromt een oude visscher naast ons. Ik wijs mijn
metgezellen op het kustlicht aan onze Iinkei hand.
Zie, op den omloop staan twee mannen, de
kijkers naar het Zuidwesten gericht. Mogelijk
beproeven zij iets te zienmogelijk zien zij
werkelijk iets. Voor zoover de afstand hen kan
doen onderscheiden, zyn zij m drukke beweging
vooruit duser schijnt een schip in mood
Vooruit l Makkelijk gezegd, voorwaar!
Nu herinner ik mij levendig een woord van
mijn braven, ouden predikant, bij wien ik gods
dienstonderwijs ontving.
"j Nu die tol welhaast geen tol meer zijn zal, ben
ik benieuwd of de dure tramrit Plein-Kurhaus goed-
hooper zal worden. De Haagsche tram "spaart nu
eerstdaags eeu belangryke som aan restitutie voor
tolgeld.
A
- vS*
c
'tWas winter, en het had gevroren". Niet gtei
maar, naar de meening van sommige primulav<£N$
rissen sterk genoeg om een schaats aan te binden.
Een vijftal dier haastig gebakerde lui zakten door
het ijs en verdronken jammerlijk. Den volgendent-
dag hadden we catechisatie. Onze goede dominee,
gewoon de dingen des dagelijkschen levens tot
leiddraad bij zijn onderwijs te nemen, stelde een
netelige vraag; «Jongelui, wat dunkt u, zou het
den dood verzachten, als gij wist dat anderen
mèt u moesten sterven 7" Elf twaalfden van ons
zwegen. Eén twaalfde zei ruiterlijkJa, dominee.
Als ik moest verdrinken, zou ik het 't liefst in
gezelschap van anderen doen".
Ouzo predikant keek voor zich, een oogenblik.
En toen volgde een ernstig, maar vriendelijk
bestraffend woord. En het éene twaalfde deel van
ons zweeg, dankbaar, maar niet voldaan
Dit alles kwam mij hier aan deze brullende
zee helder voor den geest. ïGoede oude dominee",
dacht ik, vgij hadt recht. En toch, de natuur
gaat boven de leer! Stel u voor, dat gij daar
alléén zwalktet op die bulderende wateren,
moederziel alleeno, ik geloof, de angst,
alleen de angst, zou u krankzinnig maken 1 Maar
geef dien armen zwerveling éen, slechts een lot
genoot en mogelijk zullen zij kracht putten
uit elkanders angst, uit de gedachte aan elkanders
bloedverwanten en alle krachten inspannen-
om nog gered te worden!
Gered? Is er dan redding mogelijk hier,aan-
dezen woedenden plas?
Zie, o zie!
Er is werkelijk een schip in nood!
Even zijn de masten te zien,1 nu niet, nu-
wel, nu weer met Maar wij hebben
ook geen zeemansoogenWe zijn ge
naderd tot voor het Kurhaus. Wat beweegt
zich daarbeneden?
De reddingboot!
Tranen van geestdrift parelen in de oogen
van Eurifides en Aicestus. Wat gaan zij doen
Zij willen de duinen afzij willen mee in die-
boot! Ik houd hen terug, maar met moeite.
Wat zouden zij uitrichten Die verweerde zee
bonken daarbeneden zullen het alleen wel
klaarspelenof met klaarspelen; o Godt
op deze ruwe mannen is de hoop der schip
breukelingen gevestigd l
God daarboven vier dier armen zitten in der
masten van het zinkende schipIia 1 daar vliegt
een vuurpijl met een lijn er aan. Helaas l
de storm jaagt de lijn terug, spot met der
menschen bestaanEen tweede pijl vliegt naar
het schip. vergeefs 1 En inmiddels doet
de bemanning al het mogelijke om de redding
boot op het wrak te sturen. O rechtvaar
dige hemelwaarom gelukken hunne pogingen
niet? De meest boventnenschelyke inspanning-
baat niet; daar zakt plotseling het schip
ineen; nog een oogenblik zijn de ongelukkigen
in de masten te zien. en dan is het uit
Mismoedig keert de bemanning der reddingboot
terug. Het is te laat; het is voorbij
Eurifides en Aicestus zien akelig bleek. Zij.
hebben een schip zien vergaan met man
en muis
Zij keeren zich om. isTrouweloozo zee," loes-
ik in hunne oogen. ^Afschuwelijke zeel"
En ook ik keer me om, rillend en klapper
tandend maar niet van de kou.
O goede God, sta bij die op de wateren zijn,
denk ik. En dan, terneergeslagen door der men
schen onmacht tegen de elementen, keeren we-
ons om en gaan huiswaarts.
En geen woord werd gesproken.
Eunfides en Aicestus hadden den storm rge
zien". Plojc.
-vle
bron opstijgt, verkwikt Teresa, en wekt haar op.
Zij gevoelt zich in een oasis vol frischbeid en
rust, en de haag beschermt haar tegen de stof,
1 de warmte en het rumoer.
De vlakte is voor eenige oogenblikken weder
«til gewordenzij hoort het geschreeuw der offi
cieren niet meer, noch de hoerah's der menigte
of bet gebriesch der paarden.
Maar een zonderlinge beweging daarentegen is
boven haar hoofd ontstaan. Zij ziet omhoog;
ontelbare vogels van allerlei soort veroorzaken
dat geritsel der bladeren. Van alle zijden opge
schrikt en verjaagd, hebben zij, gelijk Teresa,
daar een schuilplaats gezocht, en alles woelt en
krioelt er nu door elkander.
De hoorns schetteren, de regimenten cavalerie
rukken op en vatten post op dezelfde plek, die
eenige oogenblikken te "voren door het volk over
stroomd werd. Do vogels verlaten hun schuil
plaats nietmaar zitten nu doodstil naast
elkaar op de takken, die onder hun gewicht
buigen. J r
Maar niet de vogels trekken het meest hare
aandacht, het zijn 'de soldaten,' die voor haar «lies
gemeenschap met den weg afsluiten en baar van
alle zijden omringen.
't Is maar een spelzegt zij om zich te
bemoedigen, en zeker niet gevaarlijk; maar,
hoe ookGod, die mijn doel kent, zal mij be
schermen.
Zij begeeft zich naar de andere zijde van het
bosclije om ook daar het terrein te verkennen,
en op slechts driehonderd schreden afstands
aanschouwt zij de estrade, waarop Joséphine
en Napoleon plaats genomen hebben.
De ruimte, die haar van den troon scheidt
wordt nu en dan ingenomen door manoeuvree-
rende soldaten; soms ook wordt bet weer ont
ruimd en dan is het oversteken mogelijk.
Teresa trekt de stoute schoenen aan en ver
zamelt al haar moed het oogenblik is gekomen.
Zij rukt de takken der haag van elkaar om zich
een doortocht te banen.... maar nu schaamt zij
2ich over de haveloosheid, waarin hare kleeding
geraakt is. Hare lokken fladderen haar om het
hoofd, want de tressen zijn losgegaaphanden
en gelaat zijn met stof overdekt en hier en daar
bloedig geschramd.: Zich in zulk een toestand
voor de souvereinen van Frankrijk en Itólié te
vertoonen, gaat niet aan. 't Zou hét beste miadel
zijn om zich te laten afwijzenterugstooten en
wellicht bet doel barer zending te missen,
i Zy begeeft zich dus in het boscbje terug gaat
•p de kmeén liggen bij de bron, die haar nu tot
spiegel dient, zet den breedgeranden strooien hoed
af, vlecht hare glinsterende, ravenzwarte lokken
weer in tressen, na gelaat en handen frisch gewas-
schen te hebben, en eer zy oprijst, stort zy een
vurig gebed uit voor haar vader en zijn onge
lukkigen lotgenoot.
Terwijl zij nu opnieuw een geschikt oogenblik
afwacht om de ruimte over te steken, doen zich
eensklaps van vei scheiden kanten zware losbran
dingen der artillerie hooren. De grond dreunt, de
vogels vliegen verschrikt opdoen snerpende
angstkreten hooren, zwieren in wijde kringen
rond enzoodra zy van hun koers zeker zijn
ijlen zij met snellen vleugelslag Keen om een
betere schuilplaats in de bosschen van Vatpedo en
het lommer van Voghera op te zoeken.
De kampstrijd is begonnen 1
Doof van 't kanongebulder, onthutst door al
dat krijgsrumoer, was Teresa in eene soort van
wezenloosheid vervallen. Zij staroogde op den_
troon, dien zij nu eens voor zich zag, maardte
dan weder aan hare blikken onttrokken werdr
als verborgen achter een gordijn van lansen en-
bajonetten.
Na een half uur, waarin alle andere gedach
ten door een instinctmatige vrees verdrongen
schijnen, herneemt haar geestkracht de overhand.
Met meer kalmte overweegt zij 'de hinderpalen,
die zij te overwinnen zal hebben om'tot den»
troon door te dringen, en zij schijnen haar ten
slotte niet onoverkomelijk toe.
Twee colonnes infanterie, zich'in'eene rechte
lijn ter weerszijden van het boschje uitstrekkende,
liebben een hevig geweervuur tegen elkander'
geopend. Zij hoopt 'door dien dikken kruitdamp'
zich een weg te kunnen banen, zobdor opgemerkt'
te worden. Zij aarzelt evénwel nóg, totdat een-
troep huzaren, van dorst versmachtende, een-
inval in hare wijkplaats komt doen,
Wordt vervolgd.)
mi
hei
me
we
dik
«te
5 wei
r°P
keg
pla
Min
.tele
de
kwi
I
den
stan
E
lags
- 0
Wijr
-werl
.van
zijn
stroi
van
f iT
legei
jarei
met
Te
Ned.
veer
Doi
te Hi
40 ie
warm
Do<
Stads
gezant
tigen
Aai
te Arr
.huis t
VLi
succes
zeer g
teelt s
met p
slechts
publtel
if 13.5!
ijle dil
y Gist
rgezami
jdezer
slechts
\s
j$lie vo<
J 'der de
-;i' |md va
f' hl
Callenb
M en Niai
-* denes »c
5 Be'd
1 H. Buij
**->or ds
Vn.Voor
i-y-het ■- grj
Syindertm
Vsf
- X