hadT
PICGIÖLA.
Maandag 10 'December.
■m
■0}
Eerste Macte
Feuilleton.
Iff
ietM
mm
xm
v';4
.i-i
-en-vee
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag
Tijdelijke openstelling
b za
zal zijn
Binnenlandsche Berichten.
Ér
te,
m
b
'tes<$
~ipf
hk
-ïskk
'j|||
&M
5V
UITGEVER: J. ODÉ.
»V?.V
i$tëi
I
10°b%£i
tkwvpv
"gt» m
f*3|i
45."
"in-::
itiwm
m
chte
ar.
'erv
ndt;
T'1
en;'
of-
jen l
mn
1
oki
te-,
're-,
se,
n-
at,,'
.N
n-
3'j;
te j.
8-
te
1-
m
3.
ï-ïf viS
'.'.•es*
";50
:fsfj
$8R
wMb
■v>&rsZ
■'-'sxü
r-föS:
*3$
- 'Vi -V .-•< '■-■■
Sm?
/t' jtBONNEMENTs^us, per kwartaal 4.85
'^y>»
biibrb fj
-• 'Mftmuo - per post, door, bet -. geheele Rjjk. -.
- 2.50.
Aftonderlijke nommers v - 0.10.
S'fc
BVREAUt HARKT, B, 12 4.
Advbbtbntispbus: *»q 110 gewon* rogels met
inbegrip na èene CourantIJlOt»
Iedere gewone regel meer.iffj
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
DRAAIBRUG over do Lange Haven
by de Qerrit-Verboonstraat.
T 'De B S r g e mé ester van S c h i ed a m,
if.'.■brengt ter kennis, dat de herstellingen aan
L bovéngenoémdet-brugzóóver gevorderd zyn,
'dat de passage daarover,Van hedenavond!
10 uur tot ai. s. Maandagmorgen 6 uur,
»*U
uitfluitend t>oof voetgangers
S c b i e d a m, den 8en December 1888.
De Burgemeester voornoemd,
P. I. VAN DIJK VAN MATENESSE.
Offfciëele fflededeelingeri.
Door Z. M. is mr. T. M. C. Asser, hoog-
Jeeraar aan de - universiteit te Amsterdam,
raad-adviseur aan het dep, van buitenl, zaken,
'0- benoemd tot Nederl. commissaris voor de
Rynvaart.
IBd»;§^,
slke
De gewone audiëntie van t den min. van
«justitie zal op Diosdag li dezer niet plaats
hebben.
SCI1IEDASI, 8 December 1888.
Nogmaals achten wy het onzen plicht, een
rartikel uit De Delvenaar onder.de oogën onzer
lezers te- brengen'wg' vragen er hun echter
.-verschooniog dm-
- Ronduit werd door ons erkend, dat de heer v;
en iec/t beweert nu de-»Schieddmsche" dat de
beer v. d. S. zijne belofte gebrokWheeft'maar
wat had hij dan moeten verklaren? Had men
soms liever gehad dat hij ook van die onbeperkte
vrijheid misbruik gemaakt had 'l!
Toorts beweert de »Schiednmsche" niettebegrij-
pen, - wat wij bedoelen met óns zeggen dat de aan
ons toegestane - vrijheid óns timer eert dan de
Schiedamscho liberalen. Wij zullen tegenover
die onbegrijpelijkheid iets duidelijker zijn. In het
jongste voorjaar werd door verschillende sprekers
eelrVï
maar ook bleek hier on daar bepaaldelijk diir
waar de heer Zaaijer als bestrijder optrad —„van
cene zachtst gonoerad ,so?iJerlinge taktiok. De b&-
stijder;- n.l. verzamelde tehuis een aantal beschuldi
gingen tegen allerlei anti-revolutionaire sprekers
en bladen uit alle oorden des lands én droeg dun
die uitvoerige rede voor nadat hem het woord
was gegeven tot debat met don spreker. Dat
was -echter geen debatdat was eeno liberale ver
kiezingsrede en dm die taktiek te breken en aan
dlleii gelegenheid tot spreken te geven en ten
slótte aatr' den rèderiaaf gelegenheid tot antwoord -
werd b. v. ook to Delft aan den vooravond der
verkiezing, toen de heer Fabiüs optrad, de èiscb
gesteld aan elk opponentȏen kwartier spreken
en over de rede van Öen spreker"! "Vier beoren
te Delft, allen liberalen, maakten van de gelegen
heid tot debat gebruik en iedereen sprak lof over
de goede leiding door den president van sNeder-
land en Oranje" gegeven. Het is bovendien bekend
dat in allerlei vergaderingen waar gedebatteerd
wordt een tijd van 40 it 45 minuten voor elke
spreker, buiten den inleider, wordt bepaald en de
voorzitter de sprekers bij sde orde" bepaalt;
"Waarom zou nu wat overal en ook in den
laatsten verkiezingsstrijd te Delft èn te Dordrecht
èn op zoo menige andere plaats doeltreffend en
eerlijk bleek, in het district Schiedam onmogelijk
zijn? Wij kennen slechts twee gissingen en laten
de - sSehiedamsche" de keusè-f de tegenwoordig-
'fcéid des beeren Zaaijer bf de mindere bekeadhaid
met de regels van een fatsoenlijk, debat' bij de
Schiedamsche liberalen, die dan toch in ai wat
van hen in November j.k in druk kwam, een
tiekè moraliteit. Wij herhalen dusdo liberalen,
onze houding niet duchtende, honden ons do
vrijheid geven,' die wij ter wille van een eerlijk
detiat lien móesten ontzeggenbegrijpt do «Schie
damsche" ons nu?
En nu het*twééde! De beer v. d. Sluys be
streed de houding van Mr. Six als openbaar per-
sdoni als liberaal Minister; daarvan^Was de
geschiedenis der' tuimelramen een even treffend
bééld als die' met het gebéd op de scholen. Beide
punten werden ontkend door den kandidaat en
'antwoorden mocht de heer v. d. Sluys niet meer. En
wat blijkt nu? Dat punt' één geheel juist was en
in punt twee de héér v. d. Sluys sprak van een
koninklijk besluit in plaats van te noemen eene
circulaire van een inspecteurinderdaad èene
verwarring waarover een niét politiek man zich-
allerminst behoeft te schamen het feit blijft toch
/Sat in voor 'koninklijk' besluit èn voor circulaire
niemand verantwoordelijk is dan de heer Sir.
"Wat er overigens ■persoonlijks ligt in het Schie-
damscli bétoog, wij 'bréngen het gaarne onder
de oogen onzer lezersdoch wij laten het liggen
zulke argumenten verraden slechts zwakheid.
"Wij hopen evenwel dat de «Schiedamsche" ook
nu den moed hebben zal om ons antwoord te
plaatsen.
Met een enkel woord willen wij deze pen-
nestrijd, althans iD ons blad besluiten; In de
eerste plaats beweert De Delvenaar, dat de
heer v. d. Sluys wél erkend heeft dat hy
onbelemmerd te Overscbie spreken mocht.
Wie zich nu het voorgaande'artikel vau ge
noemd blad herinnert, weet, dat de heer Van
der Sluys enkel verklaard heeft, dat de libera
len zich alleszins fatsoeDlyk gedragen hebben.
Beteekeot nu in de taal van De Delvenaaf
hét woord fatsoenlyk vrjjheid toestaan nö.O
den tegenstander, oos wel, hoewel het obs
nieuw iszij bedeuke dau echter, dat het
tegengestelde hiervan onfatsoenlijk luidt, ea
dat de a.-r. precies het tegengestelde vau dé
liberalen deden.
Verder gewaagt De Delvenaar van een
zonderlinge tactiek van den heer Zaaijer. T*
is wél een weinig in tegenspraak met hetge
dit blad in haar vorig nummer beweèi
(namelyk, dat de heer Zaayer als Kamer
best weet, hoe zich te gedragen en dat
liberalen hem dus met hun getier niet I
hoefden te helpen)doch dit zullen wij dl
laten: op zulk een kleinigheid moet men
onze tegenstanders niet zién 1 Dat er zond
lingë dingen gebeurd zijn in Maart ll. zyn'
volkomen met De Delvenaar eens. Of
herinnert zich niet het zonderlinge feit."c
een spreker (dè heer J. C. Fabius) moest
druipen, nadat ile heer Zaayer hém bestred
Wie herinnert zich niet de zonderiic
tactiek der a,-ri te Overschie, door aan d
voorzitter, den heer Hoogèndam, in den h;
Noordtzy èen toeziendeo voogd te verschaft
die aanstonds tusschenbeide kon komeb,
er een spaak in bet wiel kwam? Dezelfde
zonderlinge tactiek werd gevolgd by de laatste
verkiezingook de heer Van der Borch had
zulk een man Doodig en vond dien ia dei»
heer Seret. V.
Eu boewei te Vlaardingen slechts kiezeré
van Vlaardingen en Vlaardinger-Ambacht het
woord mochten voeren de heer Seret was
hierboven verhevenby nam het woord, om
het gesprokene van den heer Van der BorcKf;
toe te lichten. Dit zyn zeker zaken, die 27*
Delvenaar met ons zonderling zal heeten!
in».
s*-'
j 'i.
Zoo. gaat het in den regè! mot hen, die niét
l^^tópr éènè góede opvoeding gevórmd zijn. Zij onder*
||J^ 'drokkën de edoltnoedige opwellingen van bun hart,
v"" :ïls zij een harde taak te vervullen hebben, in
:j-plaats"'van, te'trachten'dié hardheid door wel-
willende vormen te verzachten. Ludovic heeft
nooit in woorden zijne goedhartigheid laten blijken,
maar door dadenDie'daden worden hem verboden,
.-en hij uit "zijn medelijden .in' geen enkel woord 1
"Toch ontbreekt' liet' hem niet, integendeelmaar
.-'nu hij 'gedwongen is tegen "wil én dank, tegen
•de inspraak van zijn hart in, beulsknecht'te zijn,
- uit bet zich in gramstorigheid tegen', hetslacht-
ofTer zelf. Hij doet zijn best zich ongevoelig
té -■ toonen, nu bij do uitvoerder moet worden van
ieeh onverbiddelijk bevel. Haalt bij zich daardoor
baat op den hals, weliiu, zooveel te beter dat
zal hem de vervulling van zijn harden plicht des
té gemakkelijker /maken. *t Slachtoffer en de beul.
de gevangene en de cipier, moeten vijandig tegen
óver elkander staan!
Toen 't etensuur gekomen was, zag Ludovic
Charney voor. de plant staan, in een diep, smar
telijk gepeins verzonken. Hij wachtto zich wel
vrooüjk en opgeruimd als eertijds naar hém toe
tei gaan, zijn" peetekind, met^de vleiende namen
van 'giótianclla, fanciuletla toe te spreken, en
naar den welstand van mijnheer en mevrouw
te vragen. Hij liep nu met gezwinden pas de
plaats over, hield zich alsof hij Charney niet zag,
of hij meende dat hij in zijn kainor..was," en
bracht haastig 't middagmaal over. Maar toen
Charney zich omwendde, ontmoetten hun blikken
elkaar, en Ludovic stond stil, verbaasd over de
verandering, die de.trekken van den gevangene
in korten tijd ondergaan bodden. -.
Ongeduld en pijnlijk afwachten hadden zijn
voorhoofd met brecde rimpels doorploegd gelaat
en lippen waren verbleekt, zijn wangen verma-
gerd, waardoor do haveloosheid van zijn baard
en haren nog te sterker uitkwam. Zijns ondanks
gevoelde; Ludovic zich smartelijk aangedaan,
toen hij den arinen man zoo veranderd zag
maar eensklaps herinnerde hij zich weder wat
voor de deur stond, wat hij zich dientengevolge
voorgenomeni badt; .hij wendde 't oog van den
gevangeneaf, keek naar -de plant, knipoogde
spotachtig, haalde de schouders op, en wilde,een
deuntje fluitende, zijn weg vervolgen.
Wat heb ik u dan toch gedaan, Ludovic
zei Charney, op droevigen toon, maar metern-
stigen nadruk.
Wat 'gij mij gedaan hobt Mij Wel
nietsl antwoordde de cipier, van zijn stuk gebracht
door het zacht verwijt, dat in die woorden lag
opgesloten, en meer aangedaan, darihij wilde laten
blijken.
Welnu dan, hernam de graaf, ging naar
bem toe, .en vatte hem bij de hand, laat ons
dan zien wat wij samen doen kunnen om haar
te redden, 't Is nog niet te laat, geloof ik, en ik
heb een middel bedacht. De commandant zal er
zich niet ongerust over behoeven te maken. Hij 1
komt er zelfs niets van te weten. Bezorg mij wat
aarde en een pot.. wij nemen de keien opf
voor een enkel oogenblikje maarNiemand
zal 't bemerken. Wij verplanten Picciola ;'3<-
Ta, ta, ta, zei Ludovic, en trok zijn hand
snel terug, alsof hem eon wesp gestoken had,
naar den duivel met die bloem Zij beeft onS
allen nu leed genoeg pp don hals gehaald, tév;.^; IS
beginnen mot u zei ven, want gij zult weer ziet
wórden. Maak er maar weer een-drank van J"
zij is voor niets anders goed.
Cbarney wierp hem een blik vol verontwaar
diging en verachting toe.
En als 't .u alleen maar betrof, ging Ludo
vic voort, dan was 't uw zaak! Maar die arme
man, dien gij van zijn dochter hebt beroofd
want hij zal haar niet weerzien, en dat heeft hij -3'*,
u te danken 1 j s i
Zijne dochter, hoe dat?.riep de graaf uit,
Ja, zijn dochter, en gij vraagt nógibc^l-Spf
dat?" hernam Ludovic, zette zijn maud neer^-^
kruiste de armen over elkaar en nam de houding/