1
J
A". 1889.
Maandag 1 April.
N". 7214.
Eerste Blad.
Kennisgeving.
I ri ©-©n-veer tigst© Jaargang.
Verschijnt dagelijks jezonderd Dinsdag*
kostelooze inenting en herinënting
legen pokken.
Binneniandsche Berichten.
i
UITGEV
J. ODÉ.
- Si' V:
a
uen,
ge-
aar»
lien,
aden
ctici
mne
vele
on-
bUo-
llen,
}eze
tde
enzi
kin-
Ban»
i de
Sol*
ring
PÜ"
.85,
i neo
sren
am,
3,1»
len
iede
199*
COURANT.
iBONKBMENTFipRUS, per kwartaal
Tranco per post, door het geheete Kijk
Afzonderlijke nommers
r i.85
- 2.50.
- 0.10.
B C B A C.t
KT, 1X4.
Advertentieprijs: »»o 1—10 gewon* regels mat
inbegrip van eens Oourantf 1,1#,'
Iedere gewone regel meer.10.
Dbieraal geplaatst wordt tegen twbebaal berekend,
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gelet op art. 18 der Wet van den 4den
December 1872 {Staatsblad no. 434) tot
voorziening tegen besmettelijke ziekten;
Brengen bij deze ter kennis van de Ingeze
tenen dat ten huize van den Stadsheelmees
ter, den Heer J. A, Rutschy, wonende aan de
Nieuwstraataldaar, wyk E. No.'294, irimaan-
delijks, en wel op den eersten Dings dag van
élk kwartaal, gelegenheid zal bestaan tot
Schiedam, don 30 Maart 1889*j
if'üBPOl
Dt Burgmeester en Welhouderifipemoemd,
P. 3. VAN DIJK VAN mIfENESSE.
De Secretaris
A. \V. MULDER.
-
Oflieleele Mededeelingen.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal op Dinsdag 2 April a. s. niet plaats
hebben.
SCHIEDAM, 80 Maart 1889.
Het hedeoDamiddag uit 's-Hage ontvangen
paleis-bulletin luidt als volgt:
Sedert de laatste dagen is er in den toestand
van Z. M. den koning weinig verandering
gekomen. De ongunstige verschijnselen blijven
.aanhouden.
H. M. de koningin heeft bet bescharm-
vrouwscbap aanvaard der vereenigiog tot
•opleiding voor ambachten en beroepen te
Amsterdam.
De commissie, aan welke door den gemeente
raad was opgedrageneen onderzoek in te
stellen naar de practische uitvoerbaarheid
eener brander jjschoolheelt daaromtrent het
.volgende rapport ingezonden
Aan den Gemeenteraad van Schiedam,
-»Uw vergadering van 26 Oct. 1888 benoemde
-een Commissie, met opdracht om een onderzoek
in te stellen onder toekenning van een krediet
van f 500 naar de practische uitvoerbaarheid
der oprichting eener inrichting voor de theoreti
sche opleiding van branders, en ooi Uwen Raad
.die voorstellen te doen, dia zij in het belang der
-.zaak geraden acht.
De Commissie heeft de eer zich hierbij van
•haar taak te kwijten.
Uw vergadering van 25 Jan. II. benoemde tot
voorzitter der Commissie den heer L.W. Jansen,
Deze koos tot voorloopig secretaris den heer
Den Breoms en tot penningmeester den heer Loncq,
In overeenstemming met de haar verleende
bevoegdheid besloot ze eenparigzich dadelijk vier
leden te assumeeren, en koos daarvoor met al-
gemeene stemmen de hesren J. J. G. NoletDr,
-J.W.Steenbuis,G. M. C. Dressolhuys enM. C.M.De
Groot, welke de benoeming hebben aangenot
De aldus uitgebreide Commissie koos in baard
eerste vergadering tot secretaris dim heer De
Groot en tot diens plaatsvervanger den heer Den.^'
Breems. a
Over de wenschelijkheid en noodzakelijkheie
eener branderijscbool bestond geen verschil var
gevoelen. Alle leden waren overtuigd dat dj
meeste branders geen grondige kennis van hul
vak bezitten, en dat die kennis toch hoog noodig'
is voor de instandhouding van hun middel van
bestaan. Do omzetting van granen in moutwijn,
gist en spoeling bestaat uit een reeks van zeer
ingewikkelde, nauw luisterende scheikundige er
natuurkundige processen. Nu moge de practijl
aan de branders veel geleerd hebban, zone
eenigen twijfel is ook een theoretische, weter
schappelijke opleiding van 't grootste gewicht
Zónder die is een'degelijke vakkennis onmogelijk**
mèt die kan de nijverheid tot de hoogst moge
lijke ontwikkeling worden gebracht. Eruin den
tegenwoordigen tijd van snellen vooiul Sk,°P
technisch gebied is grondige vakkennis eeHfes-
voorwaarde voor elke nijverheid. Onze bul
binneniandsche concurrenten hebben dit,
lang begrepen en verheugen zich in sonjj
stekende wetenschappelijke liulprai
O nis branders hebben do laatste jaren i
gen daarvan tot hun groote.sehade ondervo
Somrr-'"' concurrenten hebben hun productie
ontzaglijk uitgebreid, terwijl onze fabrieken de
werkzaamheden moesten beperken en zelfs voor
een belangrijk gedeelte zijn gesloopt. Men denke
bijv. aan de gistdie van vele onzer concurren
ten bedingt een 50 hoogeren prijs en verdringt
niettemin de onze op onrustbarende wijze. Wel
zijn enkele onzer fabrikanten er sedert kort
in geslaagd, da gist belangrijk te verbeteren, doch
over 't algemeen is men lang nog niet waar men
wezen moet, en zeker zou men met oen weten
schappelijke opleiding in veel korter tijd veel
betere uitkomsten verkregen hebben. En gezegd
behoeft nauwelijks te wordendat hier tijd geld
is en dat dergelijke omkeeringen in eiken tak van
nijverheid zich zullen blijven voordoen.
Ter sprake kwam of onze industrie, al hield
ze gelijken tred met de wetenschaptoch niet
zou ondergaan in den strijd tegen de groote
zoogenaamde stoombranderijen. Eenstemmig is
de Commissie van oordeel dat voor die vrees geen
voldoende grond bestaat, vooral niet nu gebleken
is dat onze gewone branderijen èn Weenergist
èn goeden moutwijn kunnen maken en den laat-
sten tijd de moutwijn een belangrijke hoogere
marktwaarde bezit dan de ruwe spiritus.
Ook werd de vraag behandeldof de premiën
van uitvoer en do invoerrechten van andere lan
den onze nijverheid niet te gronde zouden rich
ten zelfs al werd ze gesteund door de weten
schap. Ook daarop antwoordt de meerderheid der
Commissie ontkennend; zij meent dat bij voldoende
vakkennis aan de levensvatbaarheid onzer industrie
niet behoeft getwijfeld te worden en dat juist de
belemmeringen die de buitenlandsche wetgeving
ons in den weg legtons tot grootere krachts
inspanning en grooteren ijver moeten prikkelen
er* vooral in een grondige vakopleiding een tegen
wicht kunnen vinden.
De Commissie heeft desniettemin met algemcane
steromen uitgesproken de wenschelijkheid en
noodzakelijkheid eener branderijschool.
Overwogen is, of soms wettelijke bezwaren
tegen t nemen van proeven zouden bestaan. Een
parig is de commissie van gevoelen dot dit niet
t geval is of dat ze althans uit den weg kunnen
worden geruimd.
Do Commissie meent eenstemmig dat de op
richting eener branderijschool door de gemeente
in de gegeven omstandigheden hoogst wenschelijk
is. Van weinig zaken kan men met zoo volle
recht zeggen dat ze zijn van algemeen belang.
Onze stad leeft zoogoed als geheel, rechtstreeks
l of middellijk, van de branderijen. Kwijnen deze,
dan kwijnt de geheele staddan gaat ook de
[waarde der panden achteruit en vermindert de
ipbrengst der plaatselijke directe belasting; de
jemeente heeft dus zelfs ean onmiddellijk belang
|bij den bloei der branderijen.
Nu zou de vraag kunnen geopperd worden, of
ten dergelijke inrichting niet beter door parti
jker initiatief te stichten ware. Vóór 2i/3 jaar
daartoe door het departement Schiedam der
jjkrlandsche maatschappij ter bevordering van
lerheid ernstige pogingen aangewend, dieech-
j op het financieel bezwaar schipbreuk geleden
en. Op deze wijze is dus gebleken dat liet
ie doel niet te bereiken was.
Daar komt bij, dat de gemeente in de Hoogere
urgerschool en het laboratorium hulpmiddelen
"Br de branderijschool bezit van groote waarde,
ïe zonder noemenswaardige verhooging van
kosten het beoogde doel reeds voor een belang
rijk gedeelte kunnen doen bereiken.
Wat de wijze van uitvoering betreft, meent
deKpatr,missie in do eerste plaats dat voorloopig
speciaal onderwijs aan brnndersknechts be-
gegeven to worden. Hoofdzaak is, dat de
industrieeien ze!ven hun vak grondig verstaan;
zij zullen dan in hun fabrieken aan de werklieden
de noodige aanwijzingen moeten en kunnen geven,
doch de leiding der werkzaamheden in eigen
handen moeten houden. Later zal de ondervin
ding leeren, in hoeverre ook onderricht aan
branderskneehts wenschelijk en uitvoerbaar is.
Ook over dit punt bestaat gean verschil van
gevoelen.
Met algemeens stemmen besloot de Commissie
dat de vakschool behooot te bestaan uit
A. een theoretisch gedeelte, te geven in de
Hoogere Burgerschool met behulp van het be
staande laboratorium en toegankelijk voor hen,
die bezitten het diploma van toelating tot de
4de klasse eener Iloogere Burgerschool met vijf
jarigen cursus of van een daarmee ongeveer ge-
Sijkstaand examen.
B. een inrichting voor practisch onderwijs onder
leiding van een gediplomeerd technoloog en toe
gankelijk voor hen, die A. met vrucht hebben
gevolgd.
De Commissie is tot dat besluit gekomen, in
de eerste plaats door het verlongen om met de
minste kosten het meeste te bereikenvoor de
hand lag dus om de reeds bestaande hulpmiddelen
zooveel mogelijk te gebruiken.
De eisch van toelating tot A is gegrond op
de overwoging, dat een goede en voor alle leer
lingen gelijke onderlegging hoog noodzakelijk is
voor een vruchtbaar voortgezet onderwijs, en de
beginselen van schei- en natuurkunde, zooals die
in de 3de klasse der Hoogere Burgerscholen
onderwezen worden, een geschiktcn grondslag
leveren om op voort te bouwen. Vanzelf spreekt,
dat 't onverschillig is, waar of hoe de geüischta
kennis is opgedaan, maar ontbroken mag die in
geen geval. Ook in dit opzicht bestaat bij de
Commissie geen verschil van gevoelen. Als over
gangsmaatregel, geldend gedurende 3 jaar, be
lmoren echter ook te worden toegelaten zij, die
een examen hebben afgelegd, waaruit biijkt dat ze
mot vrucht hot onderwijs zullen kunnen volgen.
Het onderwijs behoort in hoofdzaak te omvat
ten de kennis van de grondstoffen en producten
der branderijen;
de theorie van het mouten, het beslaan, de gisting
en het distilleoren;
de practische onderzoekingen, die op dit alles be
trekking hebben, voor zoover het laboratorium
daarvoor geschikt is.
De eisch van toelating tot B is weer gegrond'
op de overweging, dat zonder behoorlijke voor»
studie dit gedeelte niet met vrucht kan worden
gevolgd. Die eisch kan natuurlijk niet worden ge»
steld, zoolang A niet eenigen tijd gewerkt heeft,
Als overgangsmaatregel, geldend gedurende 3 jaar,
belmoren te worden toegelaten zij, die ook A
volgen.
Van groot belang voor de ontwikkeling onzer
nijverheid is dit gedeelte B, Aan het hoofd
moet staan een gediplomeerd technoloog, een man
van wetenschappelijke vorming, doch tevens prac-
tisch ervaren in branderijzaken. Hooge eischen
moeten hem gesteld worden van werklust, toe»
wijding, scherpzinnigheid. Hij moet al zijn tijd en
al zijn krachten geven aan zijn betrekking en
mag geen andere bezoldigde bekleeden. Hij moet
zich op de hoogte houden van de vorderingen
dor branderijwetenschap en trachten die dienst*
baar te maken aan onze fabrieken, Onder zijne lei
ding moeten de leerlingen hun vakstudie voltooien.
Hij moet worden de vraagbaak der Schicdamscha
industrieeien. Hij moet, tegen een vaste, matige
vergoeding aan de gemeente, voor de nijverea
onderzoekingen doen van grondstoffen en produc
ten en hun adviezen geven. Zijn salaris zal In
overeenstemming moeten zijn met ileza eervoUa,
maar hoogst moeilijke en een groote verantwoor
delijkheid meebrengende taak.
Overweging verdient, hem een gedeelte van
genoemde vergoeding te doen genieten.
Om het onderwijs voor allen bereikbaar te
maken, behoort het schoolgeld matig te zijn.
De Commissie raamt de kosten van A op hoog
stens f500.—, die van B, daaronder begrepen
huur en inrichting van een afzonderlijk lokaal,
op ongeveer f 1000.en het salaris van den
technoloog op f2500.De geheele inrich
ting zal dan nagenoeg f4000.'sjaars kosten,
te verminderen met de opbrengst van'het school
geld en de onderzoekingen en adviezen, welke
op minstens f 1000.kan worden geraamd.
Enkele ieden, hoewel voorstanders van B,
meenen dat de gemeente te ver gaat, als ze
ook dit gedeelte opricht, Zij zijn van gevoelen
dat de kosten te hoog zullen loopen en dat de
industrieeien zelvcn, geholpen dooreen gemeente-
subsidie, dit gedeelte behooren te stichten.
Wat het toezicht betreft, wenscht do Commissie
eenparig A te brongen onder de Commissie van
toezicht op het middelbaar ondorwijs. De nauwe
betrekking van A met de Hoogere Burgerschool
maakt een andere regeling niet we! mogelijk.
Daarentegen acht ze voor B een grootere mate
van vrijheid en een grooteren invloed van practi»
scha mannen raadzaam, en wenscht daarom voof
dit gedeelte een afzonderlijke Commissie van toe
zicht to benoemen door den Raad on bestaande
uit éen lid van het Dagelijksch Bestuur (ten
einde verband te houden tussehen dit en de be-
doolde Commissie) en vier wetenschappelijke of
practische mannen.
Sommige leden zouden da voorkeur geven aan
uitbreiding van do bestaande Commissie van toe
zicht met een tweetal practicien wel ter wille
van de eenheid van toezicht' op beide gedeelten,
üc vraag o/ de oprichting eener brandcry-
school practisch uitvoerbaar is, beantwoordt dut
de Commissiezonder voorbehoed en eenstemmig
bevestigend.
De Commissie vertrouwt hiermede U, zoo vol
ledig haar dit mogelijk was, verslag te hebben
uitgebracht.
Ten slotte heeft zij de oerop grond van het
bovenstaande en ter voldoening aan Uwen lost|
U het volgende voorstel te doen
Door de gemeente wordt opgericht een vak
school ten dienste der branderijen en verwants
bedrijven op den voet als in dit verslag is aaö»