Gemengde Berichten.
HAAGSCHE SCHETSEN.
Voorts dat personen beneden 14 jaren en
vrouwen een rusttyd moeten hebben van li
uur 's avonds tot 5 uur 's ochtendsen
dat de fabrikanten van de regeling van den
arbeid van jeugdige personen en vrouwen
moeten kennis geven aan den burgemeester;
voorts gehouden zyn die regeling gedurende
een termijn naar keuze te bandhaven.
De heer De Geer licht bet amend, door hem
en eenige andere leden voorgesteld toe en
verdedigde bel op grond van de vrjjheid voor
elkeen om het begin- en eindig-uur te regelen
mar de eischen van zijn bedr'yf, met behoud
van den duur. Dit zou den werkman tegen
misbruik waarborgen. Spr. vond het ncodig
dat er uitzonderingen moesten zjjn, van nacht
arbeid b. v.; daarop was dan ook gegrond het
tweede deel van het amend. V,
De heer Bat.lmann verdedigde alsnu zyn
amend. IV. Hij trachtte aan te toooen het
verband tusschen den arbeidsduur, in verband
niet den arbeid zeiven, van volwassenen en
jongelieden. Daarom achtte hy het eindigen
ten 7 ure te vroeg. Hy achtte 6 uur minder
loon per week voor deu arbeider een groot
verlies en voor de ny verheid 't verlies van G
uren arbeid niet minder.
De heer Van der fiorch zette uiteen dat de
gistfabrieken door de beperkiog tn het artikel
getroffen werden op noodlottige wyze. Hy
vroeg den minister de verzekering, dat die
industrie zou bebooreu tot de uitgezonderde
bedrjjveo.
Ook meent spr. dat de windmolens door
dit artikel zeer ia bun bedrjjf benadeeld
wordenwant bet werken daarvan bangt
grootendeels van den wind, co dus van af
wisselende tydeo af. Hy zou wenschen, da
wet in het geheel niet toepasselijk te maken
op windmolens,
Wellicht zal hy, om zjjn doel te bereiken,
•menaementen voorstellen.
De heer Van Velzen meent dat dit artikel
niet genoeg onderscheidt, bedryveo in de open
iucbt, of binnenshuis; met opzicht tot den
leeltyd, ging hem dit art, te verhy meende
dat ten aaozieo van den arbeidsduur dit art.
te veel generaliseert, eu dat dit èn de arbei
ders èu de industrie schaden zouden. Hy ver
dedigt het amend. 11 der C. v. R. evenals het
apneud,-De Geer c. s., V. Hy verkoos het
regeeringsartlkel boven het amend.-Fabius
C, 8., III.
De heer Hintzen stelde nu nog voor en
verdedigde een amend, waarbij het verbod
betreft alleen den arbeid in fabrieken en werk
plaatsen van jongelieden beneden 18 jaren en
van vrouwen, Spr. wees er op dat door het
reg'-arl, 't verboden zyn zou eeu loopjoogen
of een kantoorjongen later dan 7 uur te doen
arbeiden, en zoo was 'tvoor meer vakken.
Dit ging toch niet aan.
De heer Sanders, de drie aanhangige stelsels
besprekende, voelde veel voor het amend.-
De Geer, V, hoewel hij meende dat de leeftijd
van 14 jaren, waardoor nachtarbeid verboden
zou worden, te gering was en te veel vrjjheid
liet voor nachtarbeid voor kinderen boven 14
jaren. Hy stelt voor in dat amend, in plaats
van 14, 16 te lezen.
De heer Heldt beeft als amendement voor
gesteld om, voor personen beneden 14 jaar,
den arbeid niet langer dan 9 uur te doen
duren.
De heer Goeman Borgesius bestreed sterk
de amendementen-Fabius en De Geer van
Jutfaas, het laatstgenoemde vooral wegens de
onmogelijkheid van rontróle.
De heer Roëll evenzeer; alleen wilde deze
in het regeeringsartlkel het dispensatierecht
toekennen aan den commissaris des konings
de heer W, K. Van Dedem eveneens.
De heer Heemskerk verdedigde het amen
dement-De Geer.
Het debat is niet afgeloopen.
SCHIEDAM, 80 Maart 1889.
L' Opinions van 26 Maart bevat bet volgend
artikel van de hand van prof. Moleschott.
»De wetenschap en de menschheid hebben
een der zwaarste verliezen geleden die beide
konden treffen.
Gisteren, 24 Maart, is te Utrecht overleden
Franciscus Cornells Donders, de grootste onder
alle oogheelkundigen en een der meest uii-
nemenden onder de physiologen van onze
eeuw en van alle tydeu.
»Het is moeiiyk uit te maken, of hy meer
geprezen moet worden om zjjoe bijzondere
bekwaamheden en zyn vruchtbaren arbeid als
onderzoeker, dan wel om de helderheid en den
machtigen invloed van zyn onderwys, of ook
om de buitengewone goedhartigheid en op
gewektheid, die hem bezielden als geneesheer
van dat orgaan des menscheD, dat de poort
is van het paradjjs, omdat het den toegang
ontsluit tot wijsheid en tot liefde,
Wanneer Dondeis schitterende naturen
ontmoette, dan scheen hy het te wezen die
aan deze haar glans verleende; wanneer de
middoltnotighoid by hem haar steun zocht,
dan gevoelde hy in zich dit gevoel van hoogere
waarde ontwaken dat baar aan zich zelve open
baarde.
iGelyhmatig in zijn denken en in zjjnge-
voeleo, vol harmonie, welwillend, onvermoeid,
was Donders een kunstenaar van bet leven,
van dat leven dat door den dood niet wordt
vernietigd, omdat het een lichtspoor achter
laat, dat op den weg van duizenden licht zal
doen afstralen en hen troost zal doen vinden,
levensvreugde en vertrouwen en op de macht
die de meusch in staat is te ontwikkelen wan
neer zyne goedheid even boog staat als zyn
weten."
Het Jierl. Tagell. wydt in een zyner jongste
nummers een artikel aan prof. F. C. Donders,
dien bet roemt als geleerde en alsedeldenkend,
echt viyzintug man.
»Met Donders," zegt het blad, lis een der
voornaamste natuurvorschers en een dar be
kwaamste geneeskundigen onzer eeuw heen
gegaan en verder: lOnafscheidelyk, voor
alle tyden, zgu de onsterfelijke naman van
Grafe eu Donders io de jaarboeken der ge
schiedenis verbonden, als de beide voornaamste
stichters van de nieuwe oogheelkunde."
Aan de hoogeschool te Weeoen heeft prof.
Ernst Fuchs Dinsdag, by hel begin van zyn
college, een woord van waardeering gawyd
aan professor Donders, aan het slot waarvan
hy zjjne hoorders uitnoodigde, van hunne
zetels op te staan, als bljjk van hulde aan de
nagedachtenis van den grootsten oogheelkun
dige van dezen tyd.
In de maand Mei zal de nieuwe paarden-
tramweg Gmneken—Mastbosch geopend wor
den, hetgeeu een groot gerief zal zyn voor
de vele vreemdelingen, die deze streek ge
durende de zomermaanden bezoeken.
By het omspitten van een tuin zyn te West-
Grafdyb versctieidene oude muntstukken ge
vonden, sommige ter grootte van een rijks
daalder en voorzien van het wapen der zeven
provinciën. Alle dragen het jaartal 1691 of
1692.
Te Hellendoorn (Ur.) is een zevenjarig
knaapje m een kuip met kokend veevoeder
gevallen en na een dag «au smartelyk lijden
aan zyn brandwonden bezweken.
In de tunnel van den Parijschen ringspoorweg
onder de poort Maillot is op een voorbijrijdenden
trein een schot gelost, Het glas van een coupé
werd verbrijzeld, maar gelukkig kregen de beide
reizigers, die er in zaten, geen letsel. Het schot
kwam waarschijnlijk uit den trein, die op het
zelfde oogenblik in tegenovergestelde richting
door de tunnel reed.
De gemeenteraad van San Remo heeft beslo
ten twee marmeren zuilen ter herinnering aan
keizer Friedrich te doen oprichtenéen op den
■wog naar villa sZirio". waar de keizer ver-
blijt hield, en éen vlak vóór die villa.
Do 18-jarige jonkman, die to Liverpool in
een hum koets een ouden heer vermoordde en
beroofde, is deswege ter dood veroordeeld.
Bij de laatBte trekking der jParijsche loten viel
de pi ijs van 150,000 frs. op een lot van eon
jongen van li jaar, den zoon van een wijnhan
delaar te Bergerac.
Een anekdote uit het leven van keizer Wilhelm
II. Toen keizer Wilhelm II onlangs in zijn eigen
kamer aan den arbeid was, boorde hij in de
aangrenzende kinderkamer een hevig rumoer.
Toen hij hierop ging zien wat er te doen was,
namen de kroonprins en prins Eitel een militaire
houding aan en groetten hun vader op militaire
wijze.
Wat beteekent al dit leven?" vioeg de keizer.
9 Wij hadden een kleine twist, Sire," zei de
oudste zoon, »en ik was verplicht mijn broer te
toonen dat ik hier kroonprins ben."
ïGced," zei Zijne Majesteit, >ik zie wat gij be
doelt en nu denk ik dat het goed is, dat iku
op diezelfde wijze laat zien, wie in dit gezin
keizer is," en hij diende zijn oudsten zoon thans
eene bestraffing toe, die zoowel op het lichaam
als op den geest van den kroonprins een zeer
passenden indruk achterliet.
Adeline Patti heeft weder een kunstreis naar
Zuid-Ameriks ondernomen. Zij vertrok den 5n
Maart naar Buenos-Ayres. Natuurlijk komen nu
de groote sommen, welke de kunstenares ver
dient, weer eens ter sprake. Men weet te verhalen
dat zij voor de dertig voorstellingen in Zuid-
Amerika, waartoe zij zich verbonden heeft,
900,000 francs of 30,000 francs per avond ont
vangt. In Augustus komt zij terug naar Engeland,
om daar, na een paar maanden rust, twee of
drie malen per week op te treden voor 700 p. st.
(f8400) per avond te Londen en 500 p. st.
(fOOOO) per avond in kleine steden.
In November gaat Patti naar de Vereenigde
Staten en Mexico, waar zij weer dertig voorstel
lingen zal geven. Daarna geeft zij -weer een paar
concerten te Londen, en met dat alles te zomen
zal zij van Maart 1880 tot Mei 1880 minstens
70,000 p. st. of f840,000 verdienen.
Alweder is hier een goed plan dat meer
dan een plan beloofde te worden al dadelijk-
in duigen gevallen door de bemoeizucht of liever
de zonderlinge inzichten van éen enkel invloedrijk
man. De zaak is al een groote veertien dagen
oud, maar naar buiten toch nog niet zoo alge
meen bekend.
Er bad zich hier ter stede een n verfraaiings
commissie" gevormd. Ik geloof niet zoozeer,
omdat die zoo erg noodig was, niet om op groote
schaal verfraaiingen aan te brengenals wal om
met hand en tand vast te houden wat we reeds
hebben, tegenover eon soms gebleken zuinigheid
van de overhedendie de wijsheid bedriegt. Hoe
dit zij, een residentie heeft nooit genoeg fraai»
om er den vreemdeling op te wijzen en, het dient
erkend, er valt nog genoeg te verfraaien om het
beBtaan eener «commissie" tot dat doel te wet
tigen. Anders kon smen" er zich lichtelijk met
een opknappertje van afmaken. Ware het allee»
om het allerbedroevendst hakken en houwen aan
de boomen telken voorjare tot staan te brengen,
zou een vereeniging van der zake kundige man
nen veel goeds kunnen doen.
Thans echter zal dit niet gebeuren. De heer
Quarlos van Ufibrd -toch heeft do verfraai! tlgs-
coniBoissie" naar haar eigen zeggen «doodge
trapt", Deze heer meendo dat do zaak niet in de-
reclite handen wasdat hier nu eens een mooier
affaire was voor de Hangsche jongelieden met veel
fortuin en vrijen tijd (zegge de Haagsche jeu-
nesse doréol) en dat men aan dezen de ver
fraaiing der residentie behoorde op te dragen»
Alsof het dragen van een titel en het voeren va»
een wapen vanzelf de bekwaamheden meebrach
ten om een lang niet gemakkelijke taak te
aanvaarden. De commissie, uit hoogst respecta
bele mannen saamgesteld, die zeker eerder dam
een eigenwijze hoop jonkers den raad van des
kundigen zouden hebben ingewonnen en opge
volgd, de commissie begreep, na het votufflr
van wantrouwen des heeren v. TJITord, uit welken
hoek de wind onveranderlijk waaien zou, zoodra
zij om steun zou aankloppen bij de gefortu
neerde Hagenaarsen wijselijk besloot zij het
bijltje neer te leggen. Naar een onzer bladen
verneemtzal alsnu een nieuwe commissie uit
de jeunesse dorée gevormd wordendie dadelijk
beginnen zal roet de verfraaiing van den Practi-
veor, hoe ik er ooit aan denken kon, u de vreugde
van het wederzien, waarin ik maanden vooraf
opga, tot op het laatste oogenblik te onthouden.
Nu is 't waar, dat gij, wien nog slechts eene
flauwe herinnering aan ouders en broeder kan
zijn bijgebleven, bij wien nieuwe indrukken en
pieuwe belangen de oude moeten hebben ver
drongen belangen en indrukken, die men alleen
|ian koesteren en ondervinden, wanneer men
glS teeder plantje naar een vreemden bodem,
ver van het vaderland, wordt overgeplant dat
gij, zeg ik, de vreugde des weerziens nooit zoo
hoog kunt schatten ais ik, ouder, maar niet
wijzer tnenscb, door wiens gabeele leven zich de
hoop als een roode draad heeft heengewoven,
die hem naar bet oude vaderland trekt.
Toch kan de gedachte niet geheel zonder in
vloed op u zijn, den eenigen broeder, den speel
makker en helper uit uwe kinderjaren, te zullen
weerzien. En opdat dit gevoel tyd moge hebben
tot zijn recht te komen, en de vreugde, die mij
bezielt bij het vooruitzicht op het wederzien,
aanstekend op u moge werken, daarom schrijfiku.
Ja, ik kom, ik kom werkelijk, geliefde broeder.
Ik kan niet nalaten het u en mij zeiven bij her
haling toe te roepen, omdat ik nog bijna aan de
werkelijkheid twijfel. Jarenlang moest ik het
heimwee verkroppen, dat mij kwelde, want de
grieven mijns vaders tegen het land, dat hem,
een zijner besta zonen, wreedaardig had uitge
smeten, snoerden mij den mond.
Ik vreesde eene wonde open te rijten, die na
zoo langen tijd nog altoos pijn deed en bloedde.
Thans is zij geheeld. De frissche, levenwekkende
adem, die van uit het vaderland naar ons over
woei, de adem van een nieuw en boter leven
heeft wonderen gewrocht. De oude liefde, die
nimmer roestte, trad weer bij hem in ai haren
glans te voorschijn, en daar hij zelf de luid
klinkende roepstem niet volgen kon gij weet
dat zijn been door een vallenden banaan zoo bezeerd
werd, dat hij sedert moeilijk gaan kan zoo
zendt bij zijn zoon over als onderpand der oude
trouw, zijn zoon, dien hij, trots al zijne grieven,
een echt Duitsche opvoeding gegeven heeft.
De scheiding van den fieren ouden man is mij,
de Hemel is mijn getuige, zwaar genoeg gevallen,
doch 't is nu eenmaal zoo 's werelds beloop,
dat elk nieuw genot gekocht moet worden voor
iets anders, dat ons lief cn dierbaar is, en zoo
heb ik mij zoeken te troosten met de gedachte,
dat hij ten minste lichamelijk goed verzorgd
wordt door onze oude, zwarte Ninon, en wil
ik mij het beloofde genot niet laten benemen
door eene nuttclooze zorg voor't geen ik achter
laat. Gij kunt nog niet gelooven, hoe ik
mij streel met het denkbeeld, u, mijn beminde
jongste broeder te zullen weerzien! In mijne
verbeelding staat gij nog als zoo'n lief klein
ventje voor mij, al moet ik uit uwe lange, uit
voerige brieven besluiten tot uwe lichamelijke
en verstandelijke ontwikkeling. In mijne oogen
zijt gij nog de teere, blonde knaap, van wien ik,
nu zeventien- jaar geleden, zoo noode scheidde, en
de herinnering aan het oogenblik van scheiden,
aan dien droevigen laatster, avond, is steeds bij
mij levendig gebleven in weerwil van al uwe
schetsen en verhalen omtrent de wisseling, die
er te uwent bij de tnenschen en hunne om
standigheden heoft plaats gevonden.
't Was schemerig, 'toen wij.destijds in H.
aankwamen, want bet was laat in den herfst
en do lucht bewolkt. Gij, een zwak jongentje
van zes jaar, waart vermoeid van de reis eti
sliep in de armen van vader, die u zorgvuldig
in zijn roantol had gewikkeld .en u zoo door do
slecht verlichte straten droeg. Ik liep er naast,
het hart vol kommer, de oogen vol tranen, die
ik toch voor anderen wist te verbergen. Zij
vloeiden voor u, kleine Edgar. Ik meende niet
van u te kunnen scheidenik kon en wilde
niet begrijpen, waarom vader u niet wilde mee
nemen over de zee, waarom hij u overliet aan
vreemden, want zoo noemde ik onze naaste
bloedverwanten.
Wordt vervolgd.)