fTlTTIe. A0. 1889. N°. 7384: ïeaems. Donderdag 28 November. Feuilleton. Drie-en-veertig-ste Jaargang, 333 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UITGKVERÏ J~OI) Buitenlandsche Berichten. BO JRA r+jt i,HONNBiENTSP»»S. per kwartaal ftamo per poet, door het gelieele Rijk Klionderlijke nommers f 1.85 - 2.50. - 0.10. r ïl K A 11 H A B H f B114. Aijv&KTJtHTiBpmjs: fan t18 fieaiini ego's m*t inbegrip Tan enne Courant1 lti Iedere gewone regel meer«tl. DRiKaaaL geplaatst wordt tegen rwEKKtaL berekend. DE MINISTER VAN WATKKSïAAX, UAA'DEL EN NIJVERHEID Celet op artikel 2 der tvet van 23 Juni 1889 (Staatsblad no. 82), houdende bepalingen tot voor koming van bedrog in den boterhandel, welk artikel luidt als volgt: sliet is verboden een surrogaat van boter te slaveren of hat in ean winkel of op eenige andere «openbare verkoopplaats voorhanden te hebben, sindien niet op de verpakking of bij gebreke daar van op de waar zelve, liet woord margarine, of, ris de waar niet uit oleo-margarii '"eroid, het .Jwoord surrogaat in duidelijke letters voorkomt. «De afmeting van de letters en de wijze waar- sop die moeten worden aangebracht, worden sdoor Onzen Minister van Waterstaat, Handel jen Nijverheid bepaald en in de Staatscourant «aangekondigd." Heeft goedgevonden te bepalen als volgt De letters zijn goed leesbare, kapitale druk letters, ton minste hoog twee centimeter(0.02 M.), •dik drie millimeter (0.003 M.), volgens onder staand model MARGARINE. SURROGAAT. Ib de buitenste verpakking van hout, zoo zijn de letters daarin gebrand of daarop geschilderd. Is zij van eene andere stof, als aardewerk, glas of metaal, zoo zijn de letters daarin gebak ken of daarop geschilderd, in beide gevallen met eene van die dor verpakking afstekende kleur. Is zij eene zoodanige, als b. v. eene mand, waarop de letters niet of zeer moeielijk op de bovenbepaaldo wijze kunnon worden aangebracht, zoo zijn aan de varpakking stevig bevestigd bouten of motalen strooken, waarin de letters zijn gebrand of waarop zij met eene van die der strooken afstekendo kleur zijn geschilderd. De letters komen voor en de strooken zijn bevestigd op de buitenzijde van het deksel, van den bodem en van de zijde of van eene der zijden van do verpakking. Is papier als buitenste verpakking gebezigd, zoo zijn do letters op de buitenzijde ton minste tweemaal afgedrukt. Is de waar onverpakt, zoo zijn de letters boven op de waar zelve duidelijk leesbaar aangebracht, hetzij door middel van een vorm, of van een stempel, met ter diepte van een en een halvcn millimeter (0.0015 M.) ingesneden letters. Do middellijn van zijn grondvlak bedraagt niet min der dan zes centimeter (0.06 M,}< Is papier als buitenste verpakking gebezigd, of is de waar onverpakt, zoo zijn de letters ten minste hoog eeri en een halve centimeter (0.015 M.), dik een en een halve miiiimeter (0.0015 M.). Deze beschikking treedt in werking mot 1 Januari 1890. 's-Gravenlmgo, 23 October 1889. De Minister voornoemd, 1IAVELAAR. Aan het commissariaat zjjn als op straat gevonden aangegeven; eon blauwe want, een kip (gele pel), een gee! beursje met 3 centen, het onderstuk van een bloedkoralen oorbel, een zwarte winterjas, een pet, een zwarte garen handschoen, een sleu teltje eu een 'scheepsluik en drie roei riemen, gevouden aan den Maaskant bij den watertoren. llOITSeilLASB. De voorstellen van leden der centrum- en andere partyen, betreflende Zondagsarbeid, arbeid van vrouwen en kinderen, zijn gisteren in den Rjjksdag by eerste lezing behandeld. Het was voornamelijk te doen om een besluit van deD Rijksdag te vei krijgen, waarmede den Bondsraad eene bepaalde aanleiding zal worden gegeven om de zaak eindelijk tot eene definitieve beslissing te brengen. In het debat werden geen bezwaren er tegen aangevoerd, en daar geen del' leden een commissoriaal onderzoek noodig achtte, zul or dus rechtstreeks tot tweede lezing worden overgegaan. v* Blijkens eene mededeêling van giaaf Her- bert Bismmck in den Rijksdag, is, krachtens eene gemeenschappelijke proclamatie van En geland, Amerika en Duitschland, de vroeger afgezette koning Malietoa weder tot koning van Samoa verheven geworden en is daar mede het geschil over Samoa lusschen de betrokken mogendheden voorgoed vriend schappelijk bygelegd. Deze rnededeeling is het eenige belangrijke, wat de dagenlange debat ten over de posten der begrooting van bui tenlandsche zaken hebben opgeleveid. Vermelding verdient misschien de afloop eener schermutseling tusschen den staatsse cretaris Herbert Bismarck en het hoofd der puitsch-vrijzinnigen, den beiaarnden Eugen Richter. Nadat graaf Herbert sedert acht dagen aan de onophoudelijke, uiterst vinnige, steeds over kleinigheden loopende aanvallen van dien afgevaardigde had blootgestaan (aanvallen tegen welke hjjals middelmatig redenaar, oratorisch niet altjjd voldoende op gewassen is), bleef liy gisteren, nadat Richter hem weder zeer nijdig aangevallen had, een voudig zitten, en antwoordde den mao in het geheel niet. Op de vraag van Richter in den Rjjksdag, antwoordde de staatssecretaris Von Bismarck dat de vei handelingen der Sarnoa-conferentie, in afwachting van nadere antwoorden der deel nemende mogendheden, voorloopig geheim gehouden worden. Openbaarmaking zal volgen zoodra dit zonder gevaar geschieden kan. B'y het gisteren in den Rijksdag voortgezette debat over de bagrooting van buitenlandsche zaken verklaarde de staatssecretaris, graaf Herbert von Bismarck, dat van de zijde van Duitschland in 't geheel geen ongezindheidi bestaat om met het bevriende Zwitserland een nieuw nederzettii gstraetaat te sluiten»' De sluiting van een nieuw tractaat is daarom aanbevelenswaardig, omdat de uitlegging vatt enkele artikelen van het bestaande verdrag tot verschil van meening aanleiding gaf, het geen by de bekraclnigii g van een nieuw tractaat kan worden voorkomen. Daarna wewJ de post voor het gezantschup te Bern goed gekeurd. De commissie voor de socialistenwet heeft by tweede lezing de paragrafen 123 goed gekeurd. De stemming over paiagrnaf 24 (handelende over de bevoegdheid lot uitwij zing) is tot 4 December vetdaagd. Men hoopt dat de ft actiën het zullen kunnen eens wordeu. P R A N K R IJ K. Op het banket, ter eere van het iudustrieel syndicaat van Franschen iü de Jndisch-Chinee- sehe bezittingen gegeven, heeft de onder secretaris van staat voor koloniën, de heer Etienne gezegd, dat Frankrijk in Tonkin m ret blijven om China te bereiken en niet d mr de Engelschen te worden voorhijgestreeld, Tonkin is eene goede uitkomst, omdat het meer direct naar China leidt. In den ministerraad heelt de minister R iu- vier medegedeeld, dat het budget van 1888 een overschot geeft van ruim 40 rnillioen. De Kamer heeft de verkiezing vau Uilloa vernietigd met 333 tegen 181 stemmen. E N G E L A N D. De Nationale Bank van Biaztlië te Loudeö heelt het bericht ontvangen dat de Vereeoigda Staten van Ameiika en Ctiili de republiek vat» Brazilië hebben erkend. 16. Maar Helena weet ook dat de vriendschappelijke 'betrekking, die van den beginne af tusscben haar en Paul bestond, nu heeft plaats gemaakt voor een warmer gevoel, dat, op vriendschap on ach ting gegrond, wel niet beantwoordt aan het ideaal eener eerste liefde, maar toch innig genoeg is om dit voor het leven te vervangen. Bij haar zelve ochter heeft de genegenheid jegens Paul veel dieper grond. Haar poëtische geest is niet in staat anders to beminnen dan met dichter lijken gloed. Waar zij liefheeft, daar doet zij het met geheel haar hart en goheel haar ver stand daar wijdt zij zich geheel, zonder terug houding, zonder voorbehoud aan den beminden jpersoon en zoekt ook in hem het vuur, dat haar be zielt, over te storten. Dit ook deed zij in haar ver keer met den postmeester en hield het zoolang vol, tot hij zelf hare begoocheling weggenomen en haar don blinddook van de oogen gerukt lmd. En thans was het Alting, wien zij mot hetzelfde haar zoo eigen gevoel aanhing on wien zij op gelijke wijze zocht te bezielen. Het was minder berekening dan natuur, het was haar eene behoefte zoo te beminnen. Nog heette hunne betrokking slechts t>vriend schappelijk". Allervertrouwelijkst was hun omgang, openhartig hun onderhoudhand aan hand, vrij en blij wandelden zij op dit oogonblik door het groene dennenwoud, welks geuren en kleuren niet hunne stemming zoo wonderwel strookten. Er ligt eene ongekende bekoring in zulk eene vriendschap tusschen twee jonge, onschuldige harten. Tot op dit oogenblik strekten hunne wen- schen niet vorder. «Weet gij dat Wouters en mijne zuster in Londen zijn en dat zij over een paar weken thuis zullen komen?" Dezo onverwachte herinnering deed Paul een weirig van kleur verschieten, 't, wolk aan den bespiedenden blik van liet meisje niet ontging. Voor jaloezie iogens hare zuster was ochter in Helena's grootmoedig hart geen plaats. Zij was reeds lang gewoon Paul's liefde jegens haar te be schouwen als voortvloeiende uit eene weemoedige herinnering als waarmede men een geliefden doodc betreurt, dien men niet vergeten kan, zelfs niet wanneer men geneigd is de aanspraken, die een levende op ons kan doen gelden, tot haar volle recht to laten komen. Een zachte druk barer hand en een vriendelijke biik moesten Paul bemoedigon. En werkelijk goten die handdruk en die blik als altijd nieuwen balsem in zijne wonde, al oesefte hij niet ten volle van hoeveel edelaardig heid en toewijding zij do tolken waren. «Hoe verlaten zou ik mij gevoelen zonder uwe vriendschap, Helena!" zeide hij, terwijl hij haar handdruk beantwoordde. «Gij hebt mij altijd be handeld nis een zieke, die bij het minste gerucht door schrik wordt overmand, en wordt nimmer moe zoo te doen. Waarmee, zal ik uwe liefde loonen T" Blozend sloeg Helena de oogen neder en Paul'4 blikken rustten lang op die zachte, liefdevolle trek ken, die hem thans bevalliger voorkwamen dan ooit. Alles, de weemoedige indrukken van hot woud; de onbestemde aandrang van liet jeugdig hart, dat niet altijd op een vervlogen geluk kan terert, maar haakt naar nieuw geluk en nieuw bezit, werkte samen om hom in dezo oogenblikken in Helena het ideaal te doon zien van 't geen zijne geheime wenschen zochten. «Helena", sprak hij op liefdevollen toon, silt heb een voorstel, van welks aanneming al mijt! geluk voor de toekomst afhangt al, wat ik nog van de halfverdorde bloesems mijner lente hoop te oogsten." Nog dieper zonk liaar hoofd op de borst en nog zweeg zij. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1